Tijd

25 augustus 2014 9 Door robzter

IMG_0952.JPGHet voelt alsof ik alles heb; leuke kinderen, een lieve vrouw, familie en vrienden, te eten en te drinken. Maar wat ik niet heb is tijd. Tijd om van alles om me heen te genieten. Alsof ik me moet haasten om er de laatste maanden, hoewel ik hoop op jaren, nog alles eruit te halen wat er in zit. Maakt niet uit wat dat nog moge zijn. Wie weet wat er nog te gebeuren gaat? Van een voorbij razende ADHD-sneltrein veranderd in een smalspoorboemeltje gedoemd om op het laatste restje stoom het eindstation te halen. Niks razen om met een enorme klap op een buffer aan een einde te komen. Nog een laatste schep kolen op het vuur en dan is het wel mooi geweest.

Nu heeft boemelen natuurlijk ook zijn voordelen. In alle rust zie je het landschap om je heen veranderen. Koeien in een groene weide worden huisjes in een klein dorpje, de huizen worden bossen, de bossen steden en overal is wel iets moois te zien. Zo nu en dan stopt het boemeltje bij een stationnetje zodat je eens rustig stil kunt staan bij wat je ziet. Niet wetend hoeveel moois er nog te zien en beleven is. Een hinde aan de bosrand die je met grote bruine ogen aankijkt en dan verdwijnt in de schaduwen. Het ruizen van de zee die bij eb haar schatten op het strand achterlaat.

Zoveel om je over te verwonderen dat je tijd, tsja, die tijd, bijna zou vergeten. Niet twijfelen of er morgen weer dag is. Morgen is die dag er gewoon weer. Zoals het altijd geweest is. De maan en de zon wisselen elkaar af zoals dat al miljoenen jaren het geval is. En voor eeuwig zal zijn. Zorgen zijn voor morgen, desnoods voor overmorgen. Maar vandaag even niet. Ik durf nog te dromen en in die dromen is de dood niet welkom. Ik droom van de dingen die ik nog wil. Wil doen, wil zien. Ik droom van degenen van wie ik houd.

Het leven is er om geleefd te worden. Pijn is er om gevoeld te worden. Mijn strijd is er om gestreden te worden. Tijd is er om voorbij te gaan. Altijd weer die tijd. Hoe lang nog? Hoe ver nog? Waarheen? En, niet onbelangrijk, hoe? Vragen die ik wel stel maar waarop ik het antwoord niet wil weten. Onbezonnen en soms in verwarring dwaal ik door mijn eigen leven. Door mijn eigen tijd. Onbewust raak ik de mensen die met mij mee dwalen in deze surreële roadtrip. Me ervan bewust dat zij mij ook raken. Samen treuren we soms. Vaak lachen we. Samen leven we.

De balans van mijn leven zal ik niet opmaken. Er waren slechte momenten, goede momenten en ook hele goede. Voor boekhouden ben ik niet in de wieg gelegd. Vrij wilde ik zijn. Me kunnen bewegen, ademhalen en niet geknecht in een relatie. Gelukkig ben ik nu om samen met Agnes, hand in hand, schouder tegen schouder, de laatste stappen op weg te mogen delen. Te snel zullen onze wegen zich scheiden en moeten we afscheid nemen. Haar hand laat ik nooit meer los. Wat er ook gebeurt; Die hand zal ik vast blijven houden. Voor eeuwig zal ik haar glimlach voor me zien. Voor altijd. Dan fluit de conducteur voor een laatste keer. Tijd. Om over te stappen.