Therapeutisch
Zo een weekend bij zus heeft behalve plezier en gezelligheid nog veel meer te bieden. Het is bijna een soort therapie voor gestresste harttransplantanten. Dat begint al met het temidden van de natuur met al haar plantjes, dieren en vogels verblijven. Terwijl ik van het ontbijt, voor anderen de lunch, geniet scheren de zwaluwen door de lucht en hupsen de konijntjes over het gras. De paarden sukkelen zo maar een beetje door de bak of hangen rond bij het voerstation als hippische hangjongeren. Ik neem nog een hapje van mijn vers gebakken broodje en drink m’n melk op.
God in Utrecht. Zo voel ik me. De kinderen vliegen elkaar niet elke vijf minuten in de haren maar doen gewoon hun eigen ding. Zalig. Naast het heerlijk ontspannen hangen is er voor mijn lijf ook werk aan de winkel. Geregeld onderneem ik de tocht van het tuinhuis naar het grote huis. Zo loop ik aardig wat metertjes. Aan het eind van de middag merk ik wel dat dit een fikse belasting is. Mijn tred wordt steeds wankeler en duizeligheid steekt de kop op.
Dan denk ik maar dat m’n batterij leeg begint te raken, neem gas terug en span anderen voor m’n karretje om dingen te doen voor me. Dat moet dan maar. Zo kom ik een heel eind. Gesloopt, dat wel, maar ook tevreden. En dan… In mijn situatie moet ik pakken wat ik pakken kan. Iedere wolk heeft zijn zilveren randje. Ergens schijnt de zon. En zo niet doe ik zelf het licht wel aan.
Het afgelopen weekend pakt niemand me meer af. Dat ik flink afgepeigerd ben, is niet belangrijk. Daar kom ik wel weer bovenop. Zoals steeds. Ja toch? De positivist in mij wint het steeds weer. Hopelijk blijft dat nog even zo. Ik heb al een afspraak met kerst in de agenda staan. Met pen. Niet met potlood.
Nu dus even bijtanken en dan met goede moed weer verder. Op weg naar de dood. Helaas. Maar bedenk dat de reis belangrijker is dan het reisdoel zelf. Onderweg gebeurt het. Daar liggen de kansen, het geluk en de troost.