Sterretje

13 juli 2014 3 Door robzter

20140713-222426-80666248.jpgMet verbijstering heb ik vanmiddag, of misschien was het in de vroege avond, weet ik veel, naar de TV zitten kijken. Daar kwam het vliegtuig met Wij van Oranje aangevlogen voor een landing op Rotterdam Airport. Fuck you, Den Haag. Eerst Drievliet inpikken, daarna dat andere pretpark, Wateringen, en dan meest recent ook nog Zestienhoven, zoals het vliegveldje tot de laatste snik genoemd zal worden door iedere rechtgeaarde Rotterdammer. “Blijf met je poten van ons vliegveld af, teringhagenezen!” Ik zeg verder dus maar even niets en maak me heel klein achter m’n knoppenplankie. Het blijft natuurlijk, daar hebben die lui in Rotjeknor gelijk in, ordinair landjepik. Zo ben je een trotse Rotterdammer, zo ben je een Hagenees! Dat is toch niet om mee te lachen.

Daar kwamen ze hoor, het stelletje lutsers van Oranje. Helemaal uit Brazilië, waar een zucht van opluchting door het land sidderde. “Nunca mais ver você idiotas!” Gewoon alles weer geel en groen. Als daar dan maar weer geen ADO Den Haag – Daar heb je ze weer! – hooligans supporters op afkomen. Met hun schijtreigers. Op de begane grond van Zestienhoven stonde twee crashtenders klaar met volgetankte waterkanonnen. Ik veerde op; Als straks die Van Gaal het trappie afkomt, spuiten die gasten hem en z’n kneuzen zomaar met achtienmiljoenmiljard bar zo naar Noordwijk. Scheelt weer een busreisje en dan zouden die twintig supporters, nee, niet de slimsten, die gasten dachten dat we wereldkampioen waren, denk ik, die het zooitje ongeregeld kwam onthalen toch nog een leuke dag hebben.

20140713-223929-81569469.jpgHelaas mocht het niet zo zijn. Opperarro LvG – Wat niet voor niets de afkorting is voor Licht Verstandelijk Gehandicapt. Toeval bestaat niet. – bereikte droog het dikke lippenbusje. Het enige obstakel was een dweil van een door de NOS gesponsorde zwakzinnige met z’n ene vuistje stevig om een microfoon geklemd en het andere vuistje tot elleboogdiepte in het sterretje van voornoemde Lowieke, die reservebelg. “Lik z’n reet”, hadden ze hem bij de NOS opgedragen. Wat de goede vent dan ook deed. Met overgave.
En daarna dan, schrik op schrik, ja hoor, hij is er nog steeds, – Ik kan het bijna niet uit m’n strot krijgen. – M… Ma…Mart S… s… s… m… – Nee, ik kan het ECHT niet. – Smee… ts… Barrfff!! Mag ik effe een… Nee, laat maar. Te laat. Sorry. En wat doet de lul dan ook nog? Hij krijgt een jong wielrennertje wiens carrière wreed in de kiem werd gesmoord, aan het huilen. Nou, televisie maken over het randje hoor. Wie zet de eikel even op een fiets zonder remmen en dan de Mont Ventoux af. En dat we dan in koor ‘Adieu en de groeten aan Frida Boccara‘ roepen.
Zo! Ik kan het maar kwijt zijn. Het was toch al een niet zo prettige dag. Ja, oké, met Koos op de bank en bord op schoot fietsen kijken, was wel leuk. Niet geslapen. Geen seconde. Overdag trouwens ook niet. Er helemaal doorheen, dat zit ik. Oh, net had ik het al over een sterretje. Wat me op het volgende brengt. Denk even mee. Luister, het is niet voor mezelf maar voor een goede vriend van me. Ja, het is nogal een, nou ja, op z’n minst een beetje ranzig geval. Nee, ik niet. Die vriend. Ja, nee, hij is verder wel fris hoor. En aardig ook. Luister nou even. Oké. Die vriend dus heeft wat ongemakken aan zijn, nou ja, uh… sterretje. Wie moet hij nu bellen?

a. De huisarts?
b. Een proctoloog?
c. Carglass?
d. Iemand anders?

Wie helpt? Mijn vriend heeft het er erg moeilijk mee. Alvast bedankt. Hè, even verzitten hoor. Ja, da’s beter.

Laters jongelui.