September

3 september 2010 0 Door robzter

Pfff

zondag, 05 september 2010 20:08

Het huis is leeg. Het huis van Agnes dan. Het oude huis. Ons huis is vol. Vol spullen. Vol mensen. Vol verwachtingen. Vol dromen. De dromen, verwachtingen en mensen mogen blijven waar ze zijn. De spullen moeten opgeruimd worden. Een queeste voor ruimte, moeilijker te vinden dan de Heilige Graal. Zoeken naar spullen die in ‘die doos’ zitten.
Iedereen moet z’n weg opnieuw vinden. In het dorp, op de nieuwe scholen. Mijn lief en ik hebben bijna weer een beetje tijd voor elkaar. – Weer een keer lekker, nou ja, je weet wel, zonder van te voren al beneden op de bank in slaap te pleuren zodat ik de volgende morgen een baum ken sâhze – De relatievuurdoop doorstaan.
Het is wel wennen. Mathijs die erachter komt dat er op scholen boeken worden gebruikt en erg moe thuis komt omdat er gewerkt moet worden. Maar wel heel knap een zes haalt voor een taaltoets. (Montessorikinderen hebben in de regel een flinke achterstand op gewoon onderwijs kinderen.) En heel veel vriendjes heeft die hier de tuin onveilig maken. ‘Rob, kan jij de skelter maken?‘ Ja, dat kan Rob, hoewel ziek van het afkicken en dus helemaal geen zin, wel. Het hoort er allemaal bij. Ook ik moet wennen.
Voor Jirina begint het schooljaar leuk met een werkweek in Renesse. Jammer dat de tocht erheen op de fiets gemaakt dient te worden. En in een tentje slapen? Hoe moet dat dan met de nageltjes en haartjes. ‘En waarom mag ik geen leuke spaghettihemdjes en schoentjes met hakjes meenemen?’ Meiden… We brengen haar naar school en dan is het al snel gezellig. Als we haar weer ophalen doen we dat (Hand over m’n hart.) toch naar met de auto en fietsenrek. – Dat ik wel eerst nog snel moest repareren omdat ik het een tijdje geleden vakkundig om een lantaarnpaal had gevouwen. Je ziet er bijna niets meer van. – De leraren zijn stom*. En zo hoort het ook.
De hond en de kat zijn elkaar de hele dag aan het zieken. Geblaf en geblaas maar ze leven allebei nog. De kat is gewoon een ouwe zeur en de hond wil leuk spelen. Laten we het maar houden op een communicatiestoornis.
En verder? Met mij? M’n rug doet weer ouderwets zeer en m’n onderbeen en voeten doen vrolijk mee. Ik voel me uitgeput, plas nu sommige dagen helemaal niet meer en m’n hoofd doet zeer. Ik ben niet te genieten, doe vervelend tegen de kinderen en heb het even niet naar m’n zin. Ik, en ik niet alleen, ben even toe aan rust. Rust? In dit bijzondere gezin. Ik heb de laatste verhuisde spulletjes uit m’n auto gehaald. Ik vond de kapotte gitaar van mannetje op de vloer voor de achterbank. Even, heel even voelde ik dat dit het object was om me eens lekker op af te reageren. Altijd al eens een Pete Townsend willen doen.
Ik ga een biertje nemen. En dan lekker naar bed. Tegen m’n lief aan in slaap vallen. Ogen dicht of nog even zappen. Morgen weer maandag Het lijkt al weer bijna business as usual. Life goes on and so will we. Again and again. Day by day.

 

 

Het leven is toch wel fantastisch. vrijdag, 10 september 2010 16:33Een UWV-arts die het waanzin vindt dat het woord werken nog voorkomt in m’n vocabulaire. Heel stiekem knijp ik m’n ogen dicht, voor zover die nog niet dichtzitten door de prednison, om een enkele traan te verbergen. De volgende dag naar PsyQ. Derde verdieping: ADHD en depressie’s de specialiteiten. Depressief ben ik niet. Been there, done that, not going there again. Hoezo chagrijnig? Ja, dat dan weer wel. Niet meer te redden. Zo voelde het wel even de afgelopen dagen. Klaar met verhuizen maar achterover leunen is er nog niet bij. Nee, daar zorgt van alles en nog wat wel voor.
Ehhhhh… het UWV dat m’n uitkering niet betaald. ‘Nee, dat is aan uw werkgever overgemaakt.’ – ‘Ja… dus… maar die heeft het dienstverband beëindigd. Dan toch 010 maar bellen: ‘Ja, dat hebben we gekregen ja. Dat klopt. (Hoera!) En weer teruggestort!’ (Oh…) Wat nu? Hoe bedoel je? Oh de huur en zo? Ja, bel ze even dan. 0900-…’ HET IS DAT HET GOED VASTGENAAID ZIT ANDERS HAD DIT ME WEL EEN HARTVERZAKKING OPGELEVERD! Maar goed ik ben er nog. De schade viel mee en inmiddels is een riant bedrag op m’n rekening bijgeschreven.
Oh ja. PsyQ. Begreep opeens ook, onderweg naar Rotterdam, dat het logisch is dat ze op het Brainpark gevestigd zijn. Psychiaters… brein… Oh, je had ‘m al? Van totaal versleten ruitenwissers in een stortbui bij 120 kilometer per uur word ik ook niet rustig. Lancia, Italië, mooiweerruitenwissers om de ochtendmist van de voorruit te zwiepen. Standje hoger voor echte regen? Perque? Nou, gewoon omdat m’n ritalin het begon op te geven. En de Lyrishitontwenningsdingetjes maakten het er ook al niet beter op. In een beker chocalademelk – in chocolade zit een happy-go-lucky-stofje – dacht ik … Ja wat dacht ik erin te vinden? Een verrassingsei? Weet ik veel.
Ontegenzeggelijk ADHD van het gecombineerde type. Dubbelgek dus. Nucking Futs! Maar dat vond mijn onderzoekster nou niet direct een probleem dat mijn bestaan bedreigt. Dat van anderen misschien maar volgens de jongedame ligt er een ernstiger psychisch onheil op de loer. Praatte ze nou m’n maatschappelijk werker na? M’n cardiologen? De UWV-arts? Fysiotherapeut? Agnes? ‘Je moet naar je laten kijken! Naar je hoofd. Vooral. Eens even dealen met je trauma’s en de dingen die je niet meer kunt.‘ Ja mevrouw! Somatiek en psyche. Klinkt als een handboek voor zieleknijpers. Maar het is een soort cognitieve therapie. Of naar Rijndam. Volgende week maar eens langs de huisarts. En jaarcontrole HTX. De tweede alweer.
Het is wel even goed. Ik lig hele dagen te slapen. Niks lijkt het meer te doen. Ik houd vocht vast alsof ik voornemens ben twee weken in de Sahara door te gaan brengen. Evengoed heb ik me wel opgeworpen als hulpvader op de school van Mathijs. Een kleine twee uurtjes in de week. Drama met groep 6. Niet dat die kinderen een ramp zijn. Ik mag het niet hopen. Dramatische expressie. Laat dat maar aan mij over. Dramaqueen.
En zo duikt er steeds weer iets leuks op. En blijf ik een beetje bezig in m’n vak. Al is het weer iets heel anders. Ik ga nog een kort opvoedkundig dingetje doen. Druk dus. Op m’n C.V. ermee! Voor ooit. Toch?

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (vrijdag, 10 september 2010 19:23)

Het Schnitzelparadijs

zondag, 12 september 2010 18:37

Welterusten schat, ik ga slapen. Kus.’ Kus. Al snel hoor ik alleen het regelmatige ademhalen van een tevreden slaapster naast me. Ik weet wat er komen gaat. Of zou het deze nacht nou eens anders gaan. Gewoon, of wat gewoon zou moeten zijn, licht uit, bril op het nachtkastje – ingevolge deze volgorde van handelen naast het kastje en op de grond – het stuk dekbed dat ik mijn lief kan ontfutselen over me heen en lekker, ontspannen, ongestoord en liefst heel lang slapen. M’n hoofd is de eerste dwarsligger. Een zeurende pijn achter m’n ogen, m’n kussen dat gevuld lijkt met bouwafval. ‘Zal ik nu uit bed gaan voor een paracetamol of wachten tot het zo erg wordt dat ik er niet van kan slapen?‘ Het zal zo vanzelf wel weggaan. Ik weet inmiddels wel beter maar ja, hoop doet leven. In dit geval slapen dan. Het komt, dat weet ik natuurlijk best wel, omdat ik gestopt ben met Lyrica. Hoofdpijn van de gierende soort.
En wat m’n rug nou precies wil? Heeft die pijn in m’n been – voelt angstig bekend – daar ook mee te maken. Ik voel me steeds ongemakkelijker in m’n lijf. Ja, welja, m’n voet doet ook nog een duit in het zakje. Ik lig te zweten en elk stukje huid dat met een ander stukje in aanraking komt blijft daaraan plakken. Ik voel me vies. Ondanks dat ik lief het dekbed weer heb gegund en het slaapkamerraam openstaat. Niet helemaal de schuld van mijn insomnia is het inmiddels bijna 2 uur. M’n hoofd jeukt.
Zittend op de rand van het bed overweeg ik mijn opties;

  • Ik ga lekker even douchen
  • Ik doe een greep in de huisapotheek die een veelheid aan voorgeschreven opiaten bevat
  • Ik doe lekker, favoriete optie, niets en ga weer liggen

Het hoeft niet meer. M’n blaas beslist voor me: ‘Als je nou niet in twee tellen beneden op het toilet bent, pis ik heel je bed onder!‘ Ik weet dat het menens is en in m’n blote kont op zwabberende benen spoed ik me, een beetje te enthousiast bijgestaan door de zwaartekracht, naar beneden. Een slap straaltje sijpelt in de pot. Nu gehinderd, en flink ook, door dezelfde zwaartekracht als zonet sleep ik me terug naar bed. Halverwege de trap moet ik even stoppen. Zo voelt een bergbeklimmer die de top van de K2 nadert zich? Dit ritueel herhaalt zich nog een paar keer, om de sleur te doorbreken pak ik bij een van de expedities een harinkie uit de koelkast. Van slapen komt niets meer en het wordt al weer licht. Het is half negen zie ik op de wekker.
Oom Rinus en Tante Yvon zijn 50 jaar getrouwd. Ja, ik voel me al erg feestelijk. Agnes doet haar best te redden wat er te redden valt en brengt me een mok koffie. Ja, goed bedoeld maar het toilet roep alweer en ik neem de koffie mee naar beneden. Langzaam, komt er leven in me en dringt het tot me door wat er tegen me gezegd wordt. Een wit bolletje kaas, de koffie dus en een handje pillen. Scheren en douchen klaren de klus en ik verklaar me officieel wakker. Net op tijd ben ik klaar om in de auto te stappen. Agnes rijdt, dat moest ik maar niet doen. Verstandig hè? Onderweg krijg ik er wel weer zin in. Ik denk de weg te weten maar kom bedrogen uit. Meer dan een decennium heeft sporen achtergelaten maar vooral uitgewist in Leidschendam en Voorburg.
Voorschoten lijkt wat dat betreft op Stellendam. Niks veranderd sinds de tachtigjarige oorlog. We rijden het Eiland van Ome Nick (Koffie met appeltaart voor vermoeide fietsers en roeibootverhuur sedert Karel de Grote.) voorbij en daar doemt de toekan op. In de achtertuin van W.A. en Maxima. Het feest kan beginnen. Het is gelijk gezellig en vaak meteen, maar soms me wat moeite duiken er allemaal familieleden op waarvan ik de meeste voor het laatst in een nu mistig verleden heb gezien. De ontvangst is allerhartelijkst en tante Yvon sleurt me in een houdgreep mee de zaal in want ik moet hoognodig toch echt iedereen zien. Of iedereen mij? Neven, nichten en niet per se oude omes en tantes. Agnes redt zich wel even; die is in druk gesprek met Caroline en excuusgehandicapte Jan. Op zoek naar een tafeltje. Hennie en Trine schuiven even later ook aan. Oom Rinus opent het buffet en drukt de gasten op het hart na het eten vooral niet te blijven zitten maar rond te lopen en te genieten van wat eigenlijk en vooral een reünie is. Ik denk: ‘Speeddating.’ Op een scherm filmpjes en foto’s uit de oude doos. Ik zie iedereen, ook Hennie en Caroline. Maar waar ben ik? ‘Ergens dronken onder tafel’ is blijkbaar de gedeelde herinnering. Oké…
De kinderen gedragen zich voorbeeldig. Het is gezellig. Maar uiteindelijk ben ik het wie het te lang gaat duren. Mathijs wil graag naar huis en verschaft me een alibi. Het blijkt me bijna onmogelijk me los te rukken van alles. Te veel mensen, te veel verhalen, te veel leuk. We gaan en Agnes rijdt de auto voor. Sbel naar huis want pa komt eten. Wij hoeven niet meer! Voor opa en Jirina maak ik een spinazieschoteltje met omelet, aardappeltje en een schnitzeltje (‘Waarom sla jij op dat vlees met een hamer?’) Mijn schnitzeltje verdwijnt tussen het laatste witte bolletje. De bank is mijn eindstation. Een leuke dag. Op naar weer een nacht. Morgen vroeg op. Weer! Jaarlijkse controle van mijn meest gekoesterde orgaan. ‘??’ Nee, m’n hart natuurlijk…

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zondag, 12 september 2010 22:15)

Dr. Feelgood

maandag, 13 september 2010 17:12

Nee, dat was het hoor. Een goed glas triple afkomstig uit een waarschijnlijk fictief klooster. Whatever… Het gaat om de gedachte van spirituele bezinning en er stond een leuke hoewel duidelijk neppe gravure van iets middeleeuws kerkachtigs op het etiketje. Wat me doet afvragen of je ingevolge de etiquette geacht wordt een wijnglas met bier – bierglazen ook tijdelijk verkeerd opgeborgen. – ook aan het steeltje of voetje vast te houden. Op tijd naar bed. Nog wat ontspannende activiteiten voor het slapen gaan. (Beetje passief rekken en strekken, je kent het wel.) Een kalmerende douche. Dat kan haast niet anders met een douchegel van de Lidl die ‘Apnoe’ heet. Ademloos fris schoof ik onder het dekbed. Helemaal Zen. ‘Morpheus, neem me in uw armen. Please please please please???
Die goden van tegenwoordig zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Ik kreeg een echt gigantische zinloosheidsbeleving en nestelde me beneden op de bank. Het duurde drie 16+ films waarin mensen, vooral blonde jonge meiden met bijzonder goed ontwikelde tieten longen, op zeer creatieve wijze door maniakken en monsters van diverse signatuur om het leven werden gebracht tot het tijd was om de dag te beginnen.
De koffie die Agnes (ja, de schat,alweer) voor me had gezet stond koud te worden terwijl ik door de kamer struikelend en met een haastig in elkaar geflanst broodje ham in m’n ene hand me probeerde aan te kleden met de andere. Ik kon nog net een slokje niet eens meer lauwe koffie naar binnen werken terwijl Agnes al bij het tuinhek stond. Om half negen moesten we, nou ja, ik dan, in het EMC zijn voor de jaarlijkse controle. Behendig doch niet snel genoeg naar mijn zin koerste Agnes’ rode Daciaatje richting Rotterdam. – Waarom is die Sandero niet leverbaar met een 5 liter V12? – Ondanks deze beperking stond ik om kwart voor negen, dus op tijd voor de echo om 9 uur, op de thoraxfoto. Meten is weten en soms is het gokken. De weegschaal kwam tot 104 (AAAAARGH!!!) kilo niet schoon aan de haak. Douchen was er in de haast niet van gekomen. Een bloeddruk van 130 over 90, vooruit dan maar en – ‘Heb je getemperatuurd vanmorgen? Hoeveel was het?‘ – 36,5 vind ik wel een mooi getal.
We moeten lang, heel lang op de dokter wachten. Dat vind ik in de wetenschap dat hij ook voor mij ruimschoots de tijd neemt nooit erg. Bovendien is het meestal, en vandaag was dat ook zo, wel gezellig in de wachtkamer. We liften even snel naar boven om een afspraak met de neurochirurg te maken. Dat kon al voor de volgende dag. Morgen dus maar weer naar Rotterdam. Uitgebreid evalueerde Herr Doktor m’n afkicksymptomen. Van slapeloosheid via verwardheid en niet kunnen plassen tot pijn. Nog een week afzien was zijn verwachting en in mijn geval wilde hij wel wat medicatie voorschrijven om deze periode te overbruggen.
Het viel hem wel op dat ik er belabberd uitzag en dat ik nogal wiebelig en druk was. (Ja, nee, dat moest hij nodig zeggen; De man, dr. S., nieuw in het HTX-team, heeft zelf ook ADHD hoor. Dat ik laatst nog bijna een taxichauffeur die me zowat van m’n fiets reed uit z’n busje had gesleurd kon hij zich een beetje te goed voorstellen. Een goeie kerel. Dat wel.) Maar dat van mij kon wel kloppen. 12 uur en ik was afgetobd en gesloopt. Alles in me raasde. Ik moest me er maar niet te druk om maken maar een en ander wel heel goed over brengen aan de neurochirurg. En hij wil verslag uitgebracht hebben. Over het hart viel weinig te zeggen. Dat functioneert naar verwachting.
Nou ik nog. Volgende week? Ik hoop het maar. Tot die tijd nog even flink chagrijnig en prikkelbaar. De medische molen heeft een nieuwe slinger gekregen en draait weer op volle toeren.

I’m on a ride and I want to get off
But they won’t slow down the roundabout

I’m on a ride and I want to get off
But they won’t slow down the roundabout

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (maandag, 13 september 2010 20:41)

Verjaard

maandag, 20 september 2010 18:12

JARIG! Hoera hoera! Er is er 1… Nou ja, u kent het wel. Weer een jaar naar de kloten. Een avondje vreugd’ en jolijt. Alles staat al klaar, de grote tafel aan de kant, de klapstoelen van zolder en de koelkast gevuld. De bel. De hond begint hysterisch te blaffen en blijkbaar totaal in paniek krijsen de kinderen dat er visite is. Alsof Sinterklaas voor de deur staat. De koffie staat te pruttelen en omdat we, dit feestje is het bewijs, een begrafenis gemist hebben, staat er een presenteerblaadje met met uitvaartcentrumcake op de koffietafel. De hond wordt weer hysterisch want de cake kruimelt hoofdzakelijk op de vloer en niet in de mond. Al snel zit ik met een halve pot koffie in de maag want zodra er één om een biertje vraagt wil de volgende ook wel een wijntje en als er twee alcoholisten over de dam zijn, komen er meer om de flesopener vragen.
De hapjes. Deze keer niets bijzonders want deze last minute viering liet daar geen tijd voor. Snij snij, hak hak, smeer smeer, breek breek (kuttoastjes!) De cake kan moven en de hartigheden nemen de vrijgekomen plaats in. Ik had zelf ook wel een toastje filet Americain gelust maar als je terugkomt uit de keuken met de blokjes kaas propt iemand net de laatste in z’n mond. Voor de zekerheid stop ik maar alvast als eerste een stuk ouwe komijn in je mik. En m’n biertje? Ja, dat heeft iemand anders maar voor meopgedronken. Gezellig. Ja, dat absoluut. Er wordt volop gekletst, gelachen en gepraat. Maar net als ik me wil mengen in de discussie of ze in Australië nou wel of niet een goede Pinot Noir maken en is Lefffe nou wel of niet een abdijbier gooit iemand de zijne over de bank. DOEKJE! Druk druk druk druk. En geen tijd om met iedereen te praten. Heeft iedereen het wel naar z’n zin? Samengesteld gezin? Ja, en een samengestelde vriendenkring. Heb je daar ook hulp, al dan niet van het zelfsoort, groepen voor?
De avond vordert en ik kan alleen maar vaststellen dat het een leuke avond aan het worden is. De kadootjes op de tafel, kaartjes aan de muur en mailtjes op de harde schijf. Maar vooral leuke mensen over de vloer. En daar gaat het om. In mijn leven.

Dag twee is voor de familie. Met eten. Het eten mislukt grotendeels maar ook dat drukt mijn pret niet. De derde dag, zondag, is voor onszelf. Pyjamadag. Agnes doet weer wat opruimen en zelf kom ik pas na enen uit m’n bed. Maar er komt geen eind aan de gezelligheid. Fred en Gerda komen nog een presentje brengen. En daarmee suddert mijn tweede verjaardag naar zijn eindje. Ik ben in elk geval wel gaar. Dit soort weekenden koester ik. M’n leven is er met Agnes en de sowieso al een stuk leuker op geworden. Maar dit was weer een toppertje. Lichamelijke ongemakken even vergeten, iedereen weer eens gezien, gelachen en genoten. Bedankt allemaal. Voor alles. Dat jullie m’n vrienden en familie zijn.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (maandag, 20 september 2010 19:55)

 

Hypo… dinsdag, 21 september 2010 16:14Eén keer per jaar wordt de Krimpenerwaard opgeschrikt door een schier oneindige rij zich traag door het landschap bewegende, luid toeterende trekkers. Aan boord verstandelijk en/of lichamelijk uitgedaagden die, afgaand op hun reacties, de dag van hun leven hebben. De jaarlijkse Truckrun.
Een leger vrijwilligers, truckchauffeurs, begeleiders, verkeersgeleiders, verpleegkundigen, EHBO’-ers, sponsors en overheden maken deze dag elk jaar niet alleen voor de bijrijders een waar feest. Ook langs de kant valt er genoeg te genieten van al het moois dat voorbij komt rijden.
Maar ja, de azijn wordt weer van linksch gezeken middels een tweet van de fractie van Groen Links in de Krimpener raad. Geheel in de stijl van akela Halsema, fervent liefhebster van oliestokende ouwe stink Mercedessen, rijdt ook deze bomenprater in een op z’n zachtst gezegd aftandse benzineslurpende bak uit de fabrieken van een Scandinavische vliegtuigbouwer. Van het soort waarvoor de slooppremie in het leven werd geroepen. – Of de Prius moet inmiddels in bestelling staan. – Steek eerst eens de hand in eigen boezem alvorens een ander z’n pleziertje te misgunnen.
Volgend jaar de bakfietsrun dan maar? De organisatie zoekt nog bakfietsers. Iets voor GL Krimpen a/d IJssel?

– En oké; Ik rij ook in een oude stinkbak die 1op 8 loopt. Maar dat interesseert me de rozen. Tegen de tijd dat het milieu terminaal is ben ik allang de pijp uit. Toch? Trouwens, inmiddels ben ik zelf een bio-chemische catastrophe op benen. –

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (dinsdag, 21 september 2010 18:26)

‘t Is effe wennen

woensdag, 22 september 2010 20:44

Vroeger, ja… vroeger. Vroeger hadden we nog geen internet. En toen het er wel was, wat moest je ermee? Nou ja, waar het internet voor bedoeld was natuurlijk. Porno kijken. Het leven op het web was simpel. Natuurlijk bleven er old-skool gebruikers die al die virtuele seks maar niks vonden. Het duurde niet al te lang totdat de één na de andere slimmerik, waarschijnlijk 15 jarige puisterige pubertjes, de eerste datingsites lanceerden. Servertje op zolder, database-je erachter, adverteerdertjes. Klaar was Keesje. En ach, zolang je meisje er niet achterkwam…
Maar ja, de dingen worden altijd nodeloos ingewikkeld. Het internet werd van iedereen. Anarchie zoals anarchie bedoeld is. Bloggers, sociale (Wat is er sociaal aan op je kamertje achter een beeldscherm te zitten?) netwerken, You Tube. En iedereen die dacht dat hij of zij iets zinnigs te melden had stortte zich op zijn toetsenbord of smartphone. Ook zoiets; Waarom heet een smartphone zo? Niet omdat ze zo slim zijn en dom gebazel filteren voor het door een potentieel miljoenenpubliek gelezen kan worden. Ook politici, die, ook al zitten ze voor Lokaal Hoogezand-Sappemeer Wil de Strokartonfabrieken Terug in de oppositie, per definitie van zichzelf vinden dat ze wat voorstellen, wierpen zich en masse op Twitter, Facebook of LinkedIin. Of allemaal tegelijk! Kan ook.
En dat is voor sommigen even wennen. Internet. Weg uit de anonimiteit van de fractieachterkamertjes. Zo ben je als publiek figuur opeens wel heel erg publiek. Voer voor bloggers en kritische volgers. Want niets zo leuk als figuren die zonder nadenken van alles op Twitter smijten. Eerst er alles aan doen om je op wat voor manier dan ook in de kijker te spelen (God, bomen, tweede huizen, krakers, kansenjeugd van zelf in te vullen afkomst) om er dan achter te komen dat dit ook een prima platform is om jezelf eens lekker voor lul te zetten. En ja, wat kun je dan nog? SMS’-jes sturen? Bloggers bedreigen met ‘maatregelen’? Huilen dat het onvolwassen is? Da’s dan een beetje laat. En lachen voor de anderen. Voor kinderen zijn er cursussen die wijzen op de gevaren van internet. Die zouden er ook voor volwassenen moeten zijn. Al zullen die zich er wel te groot en te intelligent voor voelen.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (woensdag, 22 september 2010 22:38)

Lichaamstaal

donderdag, 23 september 2010 18:56

‘Hi! I’m your friendly neighbourhood corps! And I brought some friends along.’

Voor een leek, een niet medisch geschoolde dan, overdonderend in alle schoonheid; Body Worlds. Ik heb wel eens een A4-tje gelamineerd, Gunther von Hagens doet dit met hele mensen en hun losse onderdelen. Van het meterslange complete darmstelsel als een vreemd insect opgeprikt op een plankje tot het miniscule stijgbeugelbotje dat ergens in het binnenoor huist. Een saxofoonspelende gebochelde.
Ergens blijft de indruk van een klassieke ‘mad scientist’ in een duister en vochtig keldertje hangen. Druk in zichzelf mompelend in de weer met tangetjes, mesjes en pincetjes. Natuurlijk is het ook een gevoel van sensatie. Er heerst toch een taboe op de dood. Doden moet je met rust laten. Daar ga je niet mee sollen en verminken is al helemaal uit den boze. In Las Palmas is een heel paviljoen aan de dood gewijd. ‘Aan het leven‘ moet ik eigenlijk zeggen. En aan het lichaam dat dit leven mogelijk maakt.

Ik mankeer natuurlijk nogal wat en nu kon ik met eigen ogen zien, of zelfs aanraken ware het niet dat er glas tussen zat, wat allemaal. Een hart na een infarct, ruggewervels met flinke gebruikssporen, longen die jaren driftig tabaksrook hadden geïnhaleerd. Op een röntgenfoto, MRI-scan of echo zie je toch niet hoe iets er uitziet als vlees en bloed. Dat je kunt zien hoe de zenuwbanen in een voet eindigen in een zenuwwortel bij het ruggemerg.
Wonderlijk dat zo’n mechanisme, evolutionair wonder, het blijft doen. Dat alle radertjes in de meeste gevallen gewoon in elkaar blijven grijpen. Op een bord aan het begin van de expositie stond ‘Je lichaam is als een harp. Het is jouw taak er mooie muziek mee te maken. ‘. Waar ik me van harte bij aansluit.

Kadootje van Iris. Een fascinerend geschenk en een gezellig dagje op stap met z’n tweetjes. Inclusief lunch bij de Mac en snoep en limonade voor onderweg. Naar Rotterdam? Tsja, da’s natuurlijk een end weg.
Een mooie dag zit er weer op. Bedtijd. Nog even muziek maken.

Reacties (1)

Laatst aangepast (donderdag, 23 september 2010 21:05)

Kinderen en zo.

vrijdag, 24 september 2010 15:23

‘Ik weet wie u bent! U bent de vader van Mathijs! Mathijs zegt dat u heel erg streng bent!‘ Kijk, zo heb je een goed begin van een aktiviteit. Als betrokken ouder/verzorger/grootouder – binnenkort strekken de smeekbedes van school om hulp zich verder uit tot tante/buurvrouw/postbezorger/voetbaltrainer/favoriete kassameisje bij de C1000 – help ik op vrijdagmiddag een uurtje met knutselen op de school van Mathijs. En jeetje, wat zijn die kinderen van tegenwoordig druk zeg! Teveel suiker en kleurstoffen of zo? Of heerst er eeen ADHD-epidemie? Dus dat streng komt dan wel van pas.
Dat knutselen maakt toch al zoveel lawaai. Met timmeren en zo. En als ik één ding op prijs stel is het wel rust in de tent. Op een normaal volume praten, naar elkaar luisteren en er niet tussendoor wauwelen, op je plek blijven zitten. Maar het moet ook leuk zijn en blijven. Ook voor mij, daar kom ik voor. En dat vind ik elke keer weer de kunst. Het vinden van de balans tussen orde en plezier. Vooral met kinderen die je niet kent en die, belangrijjker, jou niet kennen. Kom daar maar eens uit in een uurtje. De kinderen en ik zijn er wel weer uitgekomen vanmiddag. Volgende week weer.

Kinderen. Wonderlijke wezens zijn het. Ik heb er zelf een paar, er een stel bijgekregen en er honderden zien passeren op m’n werk. En ik snap ze zo af en toe nog steeds niet. Ze blijven me verbazen. En ze houden me jong. Kinderen geven je nooit een kans om eens lekker achterover te leunen en in te dutten. Een continue appel op m’n incasseringsvermogen, flexibiliteit en vooral inlevingsvermogen; Wat houdt een kind bezig? Hoe ziet een 10-jarige de wereld om hem heen? En wat begrijpt hij ervan? Wat moet je met een puber?
Aan kinderen in huis, en daar dus ook verantwoording voor dragen, moet ik weer behoorlijk wennen. 24/7 lol/gezeik/lachen/zorgen*. Geen diensten, nee, niet om 6 uur de deur achter je dicht en naar huis om eens lekker te… nou ja, wat je zo doet om eens wat tijd aan jezelf en je eigen genoegens te besteden. Ruzietjes, kleine en grote verdrieten, gedoe en gelazer. Het gaat allemaal door. En heus, ik betrap me er wel eens op dat het soms wel wat tegenvalt. Het kan soms gewoon zwaar zijn. ‘Wilden ze maar eens een weekend naar hun vader…‘, verzucht ik wel eens stilletjes. Een avondje een film of serie kunnen kijken zonder – De goden op blote knietjes bedankt voor digitale televisie. – steeds heen en weer te moeten spoelen omdat ik de helft weer eens niet heb kunnen volgen. Die dingen. Als je kinderen hebt snap je me wel.

Zo lijkt het of ik er geen reet aan vind. Maar zo zit het natuurlijk niet. Normaliter kies je niet voor kinderen. Je kunt ze wel willen, maar dan heb je ze nog niet. Met tweede-hands kinderen ligt dat anders. Jirina en Mathijs kwamen niet, oh schrik, geheel onverwacht als duveltjes uit hun doosjes. En er zaten zelfs handleidingen bij. Die krijg je bij eigen legsel niet. Da’s al een voordeel. En liefde maakt niet echt blind. Dus ik heb gekozen. Voor een rijk gevuld nieuw bestaan als vader van een huisgezin.
Dat is één kant van de medaille. Want Jirina en Mathijs hadden niet zo veel te kiezen. Je moeder opeens een vriend waar ze tijd aan besteedt. En wat is dat voor een kerel? Is ‘ie wel aardig? Voor mama? Maar ook voor ons. Wat komt ‘ie doen? En moet ik nou papa zeggen? Misschien wil ik dat wel helemaal niet. Van dat papa zeggen komt natuurlijk nooit wat. Ja, Mathijs wilde dat wel graag en na een gesprek over wat hij dan een papa vond, konden Agnes en ik ons er met enige reserve wel in vinden. Het is gewoon bij Rob gebleven. Tuurlijk. Het gevoel zit niet in woorden.

Met gemengde gevoelens, want zou Mathijs dat niet vervelend vinden, ging ik vorige week voor het eerst knutselen op ‘het Palet’. Ja, hoe stom kan het zijn; Dat je (stief-)vader of moeder in de klas komt op je eigen school, jouw eigen school? Om je rot te schamen. Maar nee hoor. Als ik de klas binnenkom vliegt Mathijs me om m’n nek en krijg ik een dikke zoen. Midden in de klas. Ons stoere lieve mannetje. En dat krijg ik zomaar gratis en voor niets als kadootje op een vrijdagmiddag. Nou, voor niks? Ik moest na de les wel op hem wachten om samen de tweehonderd meter naar huis te fietsen. Geweldig besluit van de week.
En bij Jirina heb ik ook wel een plekje. Jirina is niet zo om de nek vliegerig, maar een knuffel hier en een aai over de bol daar – vindt ze niet leuk, want haar haar door de war – en samen koken en bakken. En dat ik volgens sommige van haar klasgenootjes een beetje raar ben, dat maakt haar niet zoveel uit. Prettig gestoord en samen ADHD hebben schept ook een band. ‘Zullen we allebei maar een Ritalinnetje nemen?’, als we dreigen te botsen. En dan gaan we weer Wizards of Waverley Place kijken.
Ik voel me prima op m’n plek en ben trots op ons. In ons kabouter Plophuisje. Ook op Agnes. (Moest ik erbij zetten.)

*= Doorhalen wat niet van toepassing is.

 

 

Meer bomenknuffelaars

zaterdag, 25 september 2010 19:10

Dachten we hier, in de onderbuik van Zuid-Holland, eindelijk op vlotte en efficiënte wijze naar bijvoorbeeld Den Haag, of nog verder maar niet ver genoeg naar Amsterdam, te kunnen reizen staan er na vijftig jaar nog steeds lui te protesteren tegen de aanleg van het laatste stukje A4. Als je in Hellevoetsluis e.o. woont moet je helemaal niet naar Den Haag of erger nog Amsterdam willen maar soit. VIJFTIG JAAR! En het gaat over een stukje asfalt van pak ‘m beet 11 kilometer lang. “Duurzaam een gezamelijke focus hebben is geen idee, maar een vereiste“, las ik laatst ergens. Nou, om dit even te refraseren:”Duurzaam een gezamelijke focus hebben is geen idee, maar een idee fixe.” De lading wel zo’n beetje gedekt. (Fixed Focus noemen ze dat in de fotografie. Een vaste lens die maar binnen een beperkt gebied een scherp plaatje geeft en daarbuiten slechts een troebel beeld.)
Vijftig jaar zeuren over eeen paar hectare braakliggend bouwland dat zich tot een soort natuurgebied heeft ontwikkeld. Nota ben door toedoen van de mensenhanden die met de aanleg van het tracé begonnen. Behalve een paar plukjes is er geen natuur meer in Nederland. Al wat er is, is door menselijk ingrijpen ontstaan. Natuur in Nederland. De Keukenhof. Een sprookje waar vooral verwarde linkschmenschen nog in geloven. Die ach en wee en zielig roepen wanneer er in de Slootvaardersplassen op geheel natuurlijke wijze wat allochtone koeien en paarden creperen. Die dus roepen iets te willen wat ze eigenlijk helemaal niet willen. Totale gekheid dacht ik zo.

Ga wat nuttigs doen. Weten die mafketels wel wat ze de belastingbetaler al die jaren gekost hebben? Misschien toch niet zo’n heel gek idee om alle inspraak- en beroepsmogelijkheden flink uit te kleden. Door dit soort geneuzel loopt uiteindelijk heel de BV Nederland piepend en krakend vast in onbetaalbare gerechtelijke procedures.
Als je natuur wilt verhuis je beter naar Afrika. Daar hebben ze er een overschot aan. Rottende kadavers als straatmeubilair. Geen Roteb of AVR maar hyena’s en aasgieren die zonder gezeur over fout aangeboden huisvuil of een stuk plastic in het GFT-afval de boel schoon houden. Geen wegen en iedereen een oude Toyota Landcruiser of Mercedes van voor het autoelektronicatijdperk. Over duurzaamheid gesproken. Zonder er over na te denken of in te hoeven investeren. Afrika, en vooral het donkere stuk, heilstaat voor milieusubsidiefraudeurs en andere parttime geitenwollensokkers.
Kan weldenkend Nederland eindelijk verder.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zaterdag, 25 september 2010 22:15)

Soezelen

zondag, 26 september 2010 20:04

Twee gebakkies. Het duurt even en er een beetje autistisch naar gaan staan kijken helpt geen moer. Maar ja, als de eerste charge jammerlijk mislukt is het zaak de boel goed in de gaten te houden. Aan ingekakte soesjes is geen eer te behalen. Wat ging er mis? Ja, en wat kan er eigenlijk mis gaan bij het maken van soesjes? Niks zou je zeggen. En dan geef ik je nog gelijk ook. Jirina en ik kregen het echter voor elkaar om in plaats van lekkere luchtige soesjes halfgare deegfrutsels uit de oven tevoorschijn te laten komen. Grtvrdemme.
Helemaal verloren waren ze niet want doe er chocola op en Mathijs eet alles. Appelmoes doet het trouwens ook erg goed.
We lieten ons niet uit het veld slaan en togen opnieuw aan het werk. Met een ander recept. Want wat we hadden sloeg echt nergens op. Er werd harder geroerd in het beslag, de oven mocht heter en we wisten wat we met de eieren moesten doen. Dat ging beter en de volgende lading soesjes was bijna gelukt. Nu bleek de plaatsing in de oven, ik heb niet zo’n hele luxe, nog niet goed. Poging drie bracht uiteindelijk het gewenste resultaat. Dat mocht ook wel want het was al na vieren. Er moest ook nog gewoon gekookt worden. Dat lieten we aan Agnes over.

Jirina en ik hielden de laatste soesjes in de gaten en haalden nog wat eieren bij Appie.
Na de zuurkoolschotel sloeg ik gauw de slagroom. Wat ik volgende keer lekker met de mixer doe. Hoe loop je in 5 minuten én een tennisarm én RSI op? Door met een garde slagroom te kloppen. Jirina vulde de soesjes met de slagroom, dipte ze in de chocola, toefje slagroom et voila: Zo zette ze vol trots een schaal heerlijke minimoorkoppen bij de koffie op tafel. Helemaal zelf gemaakt. Goed gedaan wijfffie!
Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zondag, 26 september 2010 21:15)

Vrije associatie

maandag, 27 september 2010 18:30

Leefde Nanne nog maar. Of Rob. Of Jaqueline. Jean Louis. Ja, ho maar! Leefde Nanne nog maar. Daar ging het om. Mijn culinaire vriend die geen traiteur voorbij kon lopen zonder even naar binnen te wippen om met een tasje lekkere dingen weer naar buiten te komen. Zelfs z’n vaste adresjes in de Verenigde Staten had om aan z’n eetbare genot te komen. Z’n helaas niet eeuwige strijd met de koelkast. Zelfs z’n blog was om te watertanden. Goede herinneringen. Korte maar indrukwekkende vriendschap. Ach, met ‘ons soort mensen’ heb je al snel een goede kans dat een vriendschap voor het leven is.
Verbonden door een ziekte. Daar ging het niet meer om. Misschien nog een beetje omdat je begrijpt hoe de ander zich voelt, waar hij of zij bang voor is. Omdat de vraag ‘Hoe gaat het?’ niet alleen een druppeltje sociale smeerolie is. Lotgenotencontact? Dat heb ik wel. Als er bedoeld wordt dat ik omga met mensen die in hetzelfde schuitje zitten of de rondvaart nog voor de boeg hebben. Naar op het hebben van eenzelfde probleem alleen kun je geen relatie baseren. Nanne was een leuk mens en zo af en toe, als het ter sprake kwam, hartpatiënt.
En natuurlijk; Als ‘patiënten’ onder elkaar ontkom je er onmogelijk aan dat je falende lijf ter sprake komt. En natuurlijk helemaal als het zo zichtbaar is wanneer het even niet helemaal goed gaat. Je zorgen maken om elkaar. Het overkomt me wel eens hoor. Dat er een hele avond stuk gaat aan het filosoferen over leven met een levensbedreigende aandoening. Vele heel aangename uurtjes heb ik al doorgebracht bij Fred en Gerda. Fred die ook al weer een hele tijd op de wachtlijst voor een harttransplantatie. En, moet ik mezelf toegeven, die avonden waarop het hart een prominente rol in de conversatie speelt, grijpen soms behoorlijk in in m’n mentale balans. Soms zijn die avonden wel eens nodig, anders verlopen ze niet zo. Meestal gaan ze echter over muziek. Ouwe lullenmuziek. Een ouwe radiopiraat met zeebenen en een liefhebber, de ene meer Top 40, de ander meer blues-rock. Wat er niet toe doet. Twee Haagse (Den Haag, vanouds broedplaats van muzikaal talent!) naslagwerken op de bank. Lekker belangrijk. Dat je weet dat ‘Venus’ van Shocking Blue een regelrecht plagiaat van ‘The Banjosong’ is. We worden oud. (En onze helden ook. De laatsten verlaten strijdend de podia.)) Daar gaan we wel van uit.

Hoe kwam ik hier nou weer op? Oh ja… Vandaag voor het avondeten gekookt met Mathijs. Chinees straatventersvoer eigenlijk. Een soort pizza calzone, maar dan heel anders. Eten, Nanne, hart, Fred, muziek Harry Muskee. Logisch toch? Volgende keer maar eens een onderwerp bedenken voor een leuk blogje.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (maandag, 27 september 2010 20:26)

Het gaat best goed

dinsdag, 28 september 2010 22:39

Het gaat best goed. Vergeleken met september 2005 dan.

Peter blijft mij immer verleiden tot uitspraken en gedachtenkronkels die ik liever niet in het openbaar spui. Bedenk ik me steeds net iets te laat. Het begon heel onschuldig met de vraag of ik goed had geslapen. Nu had ik absoluut goed geslapen. Slechts één ding had me dwarsgezeten. ‘Ik ben wel erg toe aan sex.’, bekende ik. ‘Nou werd ik vannacht voor de zoveelste keer wakker van een natte droom.’ (Om Marco Borsato even te verhaspelen: ‘Een natte droom is geen bedrog, want als ik wakker word dan plak ik nog.’)
Van het één kwam zodoende het ander.
‘Tja, het zaad zal onderdehand wel achter je ogen staan met dat neukverbod van dr. Balk?’
‘Dat kun je wel stellen, het komt me mijn neus uit!’ Als ik iemand bef is ze gelijk zwanger! Ik gebruik geen condooms maar een duikbril!
‘…

Maar het was niet alleen maar lachen:

Nu weet ik het zeker. Ik kap ermee. Heel die transplantatie? Hou die maar! Waarvoor? Een nieuw hart. En dan. Geen werk meer, Het huis moet verkocht. Geen gezin meer. Voor mij hoeft het allemaal niet meer. Nog meer toestanden. Weer een operatie, pijn, ongemak, tijden in het ziekenhuis. Dat Thoraxcentrum heb ik nou ook wel eens gezien. En dan de risico’s. Nee hoor. Laat maar. Nu stop ik ermee. Ergens moet je de streep trekken. Dat moet dan maar hier.

Woest smijt ik mijn doos met pillen het raam uit. Die heb ik niet meer nodig. Binnenin mij klinkt een metallieke vrouwenstem: ‘Selfdestruction sequence engaged. This body will selfdestruct as soon as possible!‘ Wat mij betreft: ‘Ga te keer!’ Liever vandaag dan morgen. Is het in films niet altijd zo dat de held de procedure tracht te stoppen waardoor er plotseling nog maar 20 seconden over zijn tot de fatale explosie?
Waar is die held wanneer ik hem nodig heb?
Beneden in het restaurant haal ik een patat met twee berenklauwen. Het geheel vul ik aan met een flinke beker pindasaus en een paar zakjes frietsaus. Toedeledokie. Ik wil nou wel eens wat normaals vreten. Uit pure hufterigheid gooi ik zout over de patat. Wat ik niet had moeten doen, want nou vind ik de patat niet meer te eten. Gewoon dooreten. Uiteindelijk gaan alleen de berenklauwen naar binnen. En een beetje patat. En ben ik misselijk. Nou en?

Inmiddels is het tegen half acht geworden. Ik heb trek in drop. en besluit nog even snel naar Albert Heijn te rijden. Als ik met mijn scootmobiel over het plein voor het huis rijd, belt meester Peter. Helemaal over de zeik: ‘Wat ben je nou allemaal aan het doen?‘ Hij houdt me zolang aan de praat dat AH al dicht is. KUT!

Er zit niets anders op dan terug te rijden. Op twee wielen neem ik de bocht naar de entree. Vol gas rij ik door de gang. ‘Hé… idioot! Rijdt eens wat zachter!!!‘ Dat is Aad. Aad denkt dat hij een beveiligingsbeambte is omdat hij een blauw overhemd en een zaklantaarn van de baas heeft. Aad is een lul met vingers. Aad heeft het brein van een amoebe. Aad is nog te dom en te lui om de kringloopwinkel aan de overkant te bewaken. Aad heeft altijd een grote bek. Aad heeft vooral een grote bek tegen ouwe mensjes. Aad is een vieze dikke vetklep. Aad is afgewezen bij de politie. Aad moet maar eens een echte baan zoeken. Aad is een mooi object om even mijn eigen woede en frustratie op bot te vieren. Ik had Aad al zien zitten en misschien had ik hem wel wat geprovoceerd met mijn tweewielige bochtje en topsnelheid in de gang.

Aad heeft wel een grote bek. Maar Aad had natuurlijk nooit gedacht dat ik plotseling wel heel erg vlot uit mijn scootmobiel zou stappen waarna ik plotseling bijna twee meter lang blijk te zijn. En dat ik vreselijk uit mijn dak zou gaan. De held! Aad wil de politie bellen. Dat moet hij dan maar doen. Ik geef hem de telefoon aan. Jammer dat Aad heel haastig een paar meter achteruit is gerold in zijn burostoel en ik de telefoon dus naar zijn varkenskop moet gooien. Doei! Lul! Ga maar lekker bellen.

Boven ben ik echter zo opgefokt geraakt dat ik me nu echt boos maak. ‘Als die lul een afdelingshoofd heeft gebeld… en die komt bij mij verhaal halen… dan is ‘ie echt voor mij!‘ Nog geen twee minuten later staat het avondhoofd naast me. Ik explodeer. Vijftien jaar bajes heeft me erg oplettend gemaakt. Een (slag-)wapen is zo gevonden; binnen een seconde ligt de kapstok op de gang in onderdelen en heb ik een stevige aluminium buis in mijn knuisten. ‘Ik ram z’n kankerkop eraf!!!’ Ik ben er van overtuigd dat ik het kan.
De domper komt als het avondhoofd voldoende lef heeft om de lift tegen te houden door in de deuropening te gaan staan. Ik smijt de pijp op de grond en loop jankend naar mijn kamer. KANKERZOOI!!!

Uiteindelijk wil ik alleen nog maar slapen. Eigenlijk wil ik niet meer wakker worden. Nooit meer wakker worden. Ik stuur de maatschappelijk werker in het EMC nog een e-mailtje met het verzoek me van de transplantatielijst te halen. Later krijg ik een injectie met Dormicum om te kunnen slapen. Mijn hoofd dreigt inmiddels uit elkaar te klappen. Ik ben het zo zat allemaal. Huilend val ik in slaap. Weer helemaal alleen met slechts de lichten van Rotterdam als gezelschap.

Woensdag… gehaktdag. Vrienden komen of bellen om gehakt van me maken. De dokter dreigt met de politie en een crisisteam om me met spoed over te plaatsen. Mijn enig reactie is dat die dan wel met een heel leger moeten komen en niet met een peloton gevulde koeken. De maatschappelijk werkster van het Antonius gaat een andere instelling voor me zoeken. Ik wilde per 1 oktober definitief naar huis gaan. Sandra elders, en ik met Gaby en Iris op de Nereus. Maar dat gaat echt niet. Dr. Balk had me het al ernstig afgeraden. Anderen ook trouwens.
Anyhow; het gaat niet door. Hoe zou dat ook moeten? Ik denk terug aan hoe vermoeiend het afgelopen weekend was. En dan ben ik nog maar een weekendje thuis met Iris. Huilend accepteer ik dat het echt niet kan. Het kan echt niet. Wat kan er dan nog wel? Ik moet het wel de kinderen vertellen. Dat gaat niet makkelijk worden. Ze hadden zich zo verheugd op mijn thuiskomst
Janken, janken, janken. Het houdt niet op. Tot overmaat van ramp, hoewel te verwachten, belt maatschappelijk werker Jan uit het EMC. Eigenlijk ook met de vraag waar ik nou helemaal mee bezig ben. Jan is een meester in het uitdelen van rake mentale tikken. ‘Kom jij morgen maar even langs!’ …

En ik moest aankloppen bij dr. Balk. Ik ging van de wachtlijst af en moest van haar naar de psychiater:

Morgenochtend om 9 uur (!) moet ik me melden.(bij de psychiater. red.) Alsof ik dat ga redden. Ik vertel dat alleen al het doucheritueel, inclusief het wachten totdat alle oudjes gereinigd zijn, sowieso al tot 10 uur duurt. ‘Dan douche je maar voordat ze de bejaarden eronder stoppen.‘ Tja. Als ik vertel dat dit ook wel als voordeel heeft dat de douches er dan nog niet uitzien als op een Franse camping 15 jaar geleden kan mevrouw Balk daar wel om lachen. Toen ik kwam kreeg ik geen hand. Nu wel. Een ferme! ‘Sterkte!‘ …

Oké, ik heb m’n realitycheck weer gehad. Af en toe lees k een stukje in m’n blogarchief. Om te weten hoe het was. En te waarderen hoe het nu is.