Oktober

3 oktober 2009 0 Door robzter

Zondag 4oktober

Ja, wij waren ook voor Josje. Voor wie geen idee heeft waarover dit gaat: Josje is het nieuwe, frisse, gezicht in K3. Josje is een schatje! Een lieverdje. Een echt meisje nog. Wat van de andere K’s niet meer gezegd kan worden. Madammen in hun dertiger jaren met paardenstaartjes aan beide zijden van het hoofd en kostschoolrokjes… Waar heb ik dat meer gezien?
Als iemand over twintig jaar aan me vraagt “Waar was jij toen Josje won?”, zal ik antwoorden dat ik met een schaaltje chips en een borreltje naast Iris bij ons thuis op de bank zat.
Zaterdagavond, balen. Ik had nog een vriendin gebeld of ik bij haar op de bank mocht zitten maar zij zat al met haar zieke zoon op de bank. Helaas.

Op de bank op zaterdagavond. Kijkend naar een avondvullende peuterpopshow gepresenteerd door opperrelnicht Gerard Joling en met zij van Brard in de jury. Dan moet er iets niet in de haak zijn. Inderdaad! Nee, in tegendeel! – ‘Ja wat nâh?’ – Dit behoeft enige uitleg. Nee er is enerzijds iets helemaal in de haak. Ik heb van de week m’n elleboog (Of is het ellenboog?) gebroken. Met skaten. Bedrijfsongevalletje.

Na flink bijten op de tanden en een hele woensdagavond op de spoedeisende hulp van mijn tweede residentie, het Dijkzigt, zit m’n arm van boven tot onder in het gips. Haaks. En dat, moet ik toegeven, ging niet zonder slag of stoot. Bijna dagelijks zit ik na het eten gniffelend voor de buis om te zien hoe mensen zich aanstellen in mijn favoriete programma ‘Traumacentrum’. Nu echter was ik aan de beurt. Ik zeg dit niet graag; maar ik heb zitten janken van de pijn. En vloeken. Dat ook. Ook wel gelachen, maar dat kwam later pas. Ja, later kun je er om lachen. Zo´n situatie was het wel.

Zit ik weer thuis! Autorijden is een drama. Ik kan niet bij het stuur met m’n gipsarm en laat ik stellen dat zulks chaufferen weliswaar niet onmogelijk maar er op z’n minst toch niet eenvoudiger op maakt. Om het over sokken aantrekken nog maar niet te hebben. Haren wassen. Überhaupt wassen. Wat een ellende. En stank. Of probeer eens een potje open te maken met één hand. Gelukkig is het m’n rechterarm. Met m’n seksleven gaat alles dus vooralsnog z’n gangetje. Maar toch.
Pfff… nou ja, dat heb ik dus weer. En alles doet ook zeer door de val. Alsof alles beurs is. M’n linkerknie is verdraaid. En wat voel ik me zielig. Want ja; dit is ook wel weer zo iets waardoor ik me toch wel alleen voel. Alle dubbelzinnige SMS-jes ten spijt.

Another near-fatal accident. Ik begin nu toch wel een beetje in te zien dat ik misschien hier en daar een beetje gas terug moet nemen in mijn pogingen te bewijzen dat ik leef. Zo wordt het wel wat contraproduktief vrees ik. En wat valt er te bewijzen? Aan wie? Iets minder hard leven dan maar. Dan blijf ik langer heel. Verwacht ik.

 

Woensdag 7 oktober

‘Het is niet de ziekte, het is het gezeik’ (uit ‘Jeuk’ door De Dijk, tekst Huub v.d. Lubbe)

Voor de rest een vrolijk deuntje hoor, maar onder de hand wel zo een beetje de rode draad in m’n leven. Hoewel, ziekte? Een gebroken arm? Ja, jeuk is dan wel weer toepasselijk. Dat krijg je er gratis bij. (Op onbereikbare plekken. Ook dat nog.) Dat is allemaal tot daarentoe. Maar het gedoe! Laten we wel wezen; het is handiger een uitje snijden met hartfalen dan met je arm in het gips. Ja, natuurlijk bestaan daar handige hulpjes voor, maar wie heeft die in huis als z’n arm er niet chronisch af is? Iedereen loopt weer voor me te rennen. Zoals vanouds. En dat is lief, maar niet leuk.

De eerstejaarskeuring na transplantatie, gepland voor vandaag, ging niet door. Met een gipspoot leek dat wat onhandig. Die onderneming staat dus voorlopig in de ijskast. Wat dan nog wel? Thuiszitten? Nou eh… ‘k dacht ‘t niet. Maandagmiddag stapte ik uit m’n auto op de parkeerplaats van m’n werk en wat pijnlijke meters later stond ik op de groep. Therapeutisch aanwezig ziijn. Oftewel kon ik direct inlezen en deelnemen aan een bespreking. En mee-eten. Lekker…zuurkool!
Gisteren was er een intervisiebijeenkomst. Een collega kwam me halen. Nog een keer zelf rijden leek niet wenselijk. Morgen diabetesvoorlichting op het werk. Word ik fijn weer opgehaald. Ik ben dus alweer lekker op dreef. Of is het op drift? In ieder geval heb ik inmiddels schoon genoeg van alle stoffige mummies, stoere houthakkers, geheimzinnige tempeliers, gevaarlijke beesten en wat er zoal nog meer op daytime tv over het scherm schuift.

Ach ja… ik zie wel weer.