Oktober
Ja… lekker ziek!
Zo… eens even bijpraten.. Nou ja? Even? Ik had er de puf niet voor om ook maar iets uit te voeren. Op de in april genomen foto hiernaast zit ik gezellig aan de bar met een tonicje. Weekendje in een (veel te duur) hotel. Als je jezelf niet kietelt, doet niemand het.
2007 was dan niet een rampjaar maar echt goed is het niet verlopen. Inmiddels doe ik weinig anders dan in of op bed liggen. Is ook een hobby. Toch?
Maar goed. Vorige week kreeg ik dus opeens de geest. Ik zocht m’n router op, Gaby haalde wat kabeltjes en voila: internet op bed. Draadloos!
Alsof je daar wat mee opschiet. Netvoeding, ‘Draadloos’ toetsenbord en muis. Ja ja… en de zender/ontvanger dan? Dus draadjes, toch.
Schrijven maar weer. Maar waarover? Ik ben bang dat het en beetje zal gaan lijken op de avonturen van Roeland de kasplant van de Vliegende Panters.
Voor nu zal ik in het kort de situatie schetsen. Een situatie die nu wel erg lang standhoudt en er niet beter op wordt. Behalve mijn hart werkt alles verder nog. Gelukkig. Zoals al gezegd moet ik bedrust houden. Dat is wel heel saai. Uitstapjes zijn er voorlopig niet bij. Ja, naar het ziekenhuis. Dan heb ik het wel zo’n beetje gehad. Zelfs in huis stel ik niet veel meer voor. Van koken komt niets meer terecht. En dat had ik nog wel tot hobby annex bezigheidstherapie verheven. Beetje jammer.
Zeiken wil ik er niet over. Dat helpt zo weinig. We wachten met z’n allen gewoon verder af. Dat het wachten steeds moeilijker wordt, hoef ik denk ik niet uit te leggen.
Met de kinderen en met Sandra gaat het goed. Wat kan ik erover zeggen. Meggie heeft een leuke nieuwe baan, Gaby een nieuwe vriend. En Iris? Iris is gewoon nog steeds Iris. Sandra is al een paar maanden herstellende van een gescheurde achillespees. Dat is minder. Om het zachtjes uit te drukken.
Goed. Vanaf vandaag dus weer Rob’s weblog. We houden contact. Nu kan ik ook weer mailen en, belangrijker, het gastenboek regelmatig lezen.Groetjes!
1 oktober 2007
1 Oktober. Belofte maakt schuld. Om nu oude koeien uit de sloot te gaan halen. Na een jaartje niet schrijven lijkt dat een beetje teveel van het goede. Het afgelopen weekend kan ik er nog wel even bij pakken. Daar kan ik kort over zijn.
Mijn weekenden zijn stuk voor stuk behoorlijk saai. Zaterdag ging nog wel. Richard kwam verse broodjes brengen en bleef even plakken voor een kopje koffie. at brak de dag nog even. De meiden hebben hun eigen dingen. Gaby en Iris zijn het hele weekend druk aan het werk. Die komen zowel zaterdag als zondag afgepeigerd thuis.
Na een (weer) bijzonder slechte nachtrust, als ik van ‘rust’ kan spreken, brak een brakke zondag aan. De wijkverpleegster die me kwam wassen of douchen vertrok onverrichter zake naar de volgende cliënt..Dat was mijn enige sociale contact. Pas om negen uur ‘s avonds was ik weer een beetje aanspreekbaar na een hele dag slapen.
Uitgerust? Nou… nee.
En toen was het plotseling maandag. Goed geslapen vannacht. Snap jij het? Na een hele dag in m’n bed te hebben liggen stinken? Op maandag heb ik altijd wel een gezellige dag. Meestal is Gaby overdag vrij, de wijkzuster en de huishoudelijke hulp komen. En, de maandag is geen feest als Cees niet is geweest.
vandaag moest Gaby echter werken, de hulp sloop het huis binnen en begon stilletjes aan haar werk. Ik sliep nog maar werd wakker gebeld. Dat was maar goed ook want 10 minuten later stak zuster Margareth haar hoofd om de deur. Gedrieën dronken we thee en koffie.
Buddy Cees. Aan het begin van de middag komt hij binnen. Met druiven uit eigen tuin. Heerlijk. Na een bakkie is het tijd voor actie. Cees wil koken. Dat was ook wel de bedoeling. Maar eerst boodschappen doen. Op de fiets van Iris, en peuk in zijn gezicht en voorzien van een plastic tasje toog Cees naar de supermarkt.
Vandaag geen moeilijk toestanden met eten. Meestal verzin ik wel iets waar we even me bezig zijn. Vandaag niet. Zuurkool! Voor mij niet heel erg gezond maar ik had er zo’n trek in.
Cees kwam thuis met de boodschappen. Onze routine kon beginnen. Eerst wat drinken inschenken. Cees toverde zijn fles vieux uit het geheime plekje tevoorschijn en nam een vieux-cola. Zelf hield ik op een tonicje. Terwijl Cees alle handelingen verrichtte die nodig zijn om tot een maaltijd te komen, zat ik naast hem op mijn keukenkruk om aanwijzingen over hem uit te storten.
Nou ja, nog voordat de glazen half leeg waren gemaakt bleek de zuurkool klaar om in de oven gezet te worden. En tsja… veel meer activiteiten waren er niet te verzinnen. Dan maar lekker op de bank/bed hangen en slap ouwehoeren. Dat kunnen we wel.
Tjonge tjonge tjonge… vermoeiend dat typen. Kolere. En ik moet toch nog heel even verder. En dan moet ik nog op Hives. Doorbijten dus. En ik heb ook nog e-mail. Hard werken dus.
Gaby kwam thuis. Sandra kwam om te eten (gezellig); het werd een drukke boel. Cees vertrok. Gaby moest vroeg eten want ze moest vanavond, net als Iris werken. Sandra met een boek op de bank, ik met de krant op bed. Lekker chillen!
Na het eten en en mok koffie ging Sandra naar huis. Stil in huis. Jammer. Momenten voor mezelf heb ik al teveel. Morgen weer verder. Dan komt de prikmevrouw van de frambozendienst.. Goh wat heb ik een spannend leven.
2 oktober 2007
Wat een dag vandaag. Weer zo slecht geslapen. Het is dramatisch. Dan weer koud. Wat later weer zwetend wakker. T-shirt uit, sokken aan, elektrische onderdeken uit, dekbed van me af, joggingbroek aan, joggingbroek weer uit, t-shirt maar weer aan, oh nee, toch maar uit, handdoekje om me af te drogen, elektrische deken aan, dekbed weer over me heen. Ja, ik heb het maar druk de hele nacht. Uiteindelijk val ik dan tegen het ochtendgloren eindelijk in slaap.
Om 6 uur gaat de wekker. De eerste pil van de dag. Burinex. Daarna sukkel ik weer wat in slaap. Tot de tijd dat de meiden wakker worden, hun ontbijt maken en naar school en werk gaan.
Ik val wel weer in slaap hoor. Jammer dat er om 8 uur weer een wekker gaat. Pillen. Nou kappen hoor! Ik wil nog even blijven liggen totdat de zuster komt. Zo probeer ik nog toch nog wat verloren slaap in te halen. Pech. De Burinex (plaspil) doet zijn werk.
GEK! word ik ervan.
En dan komt de prikzuster ook nog tussendoor. Nou ja. Laat maar zitten.
Mijn dinsdag is begonnen. Wat een gekkenhuis was het vandaag. Ik heb wel al mijn meiden en schoonzonen gezien. Dat is dan wel weer eens leuk.
Marcel, de vriend van Gaby, was blijven slapen. En zo te horen niet alleen slapen. Wat maakt dat bed van Gaby een lawaai zeg. Da’s slecht in slaap vallen hoor. Ik heb ook gevoelens. Zal ik het daar later nog maar eens over hebben? Gaby’s lover had een sollicitatiegesprek bij het lokale sportfondsenbad.
Het autootje van Meggie stond bij mij voor de deur met pech. Kapotte remmen. Haar vriend Erwin had een maatje (type handige gozer) meegenomen om het euvel te verhelpen. Dat lukte.
Het was een behoorlijke drukte. Iedereen liep maar in en uit.
Alsof het nog geen zooitje genoeg was, gaf de vaatwasser het op. En ik heb net een nieuwe. %$#%*! Snel een mannetje gebeld. Maar ja, die komt volgende week pas. Daar zit je dan met een vol beladen Truus die leeggehaald moet worden. Maar dan springen de meiden in de bres. Iris en Gaby hebben de keuken min of meer teruggebracht in de originele staat.
Koken! Ja dag… Daar had inmiddels niemand meer zin in. Gaby en Marcel gingen uit eten. Zo zat ik samen met Iris aan een portie afhaal paella. Lekker, dat wel, maar morgen weer gezond. Het eten bedoel ik dan. hoe gezond ik morgen ben, laat zich raden.
3 oktober 2007
Na weer een nachtje zappen tussen (over-)rijpe negerinnen, hele foute horrorfilms, herhalingen van herhalingen van documentaires over vliegtuigrampen en afgestofte series uit de jaren 80 was het dan toch tijd om min of meer actief te worden. Zat plannen voor de dag.
Ik checkte mijn agenda. Oké, die bestaat alleen in mijn hoofd.
De dakdekker was de eerste afspraak. Die belde me wakker of hij gelijk kon komen. Van mij wel. Ik ben toch wel thuis. Al snel had hij gezien wat het euvel was. Spoedig was het lek gedicht. Daarmee was het natte leed nog niet geleden. Nou nog een aannemer om de binnenboel in orde te maken. Gelukkig regelt Sandra dit allemaal voor me. Anders werd ik helemaal dol.
Daarna was het de beurt aan de wijkzuster. Hoewel mijn lichaam liet weten dat dit absoluut tgeen goed plan was, liet ik me ttocch maar een beurt geven. Een douchebeurt. Kotsmisselijk kwam ik na nog geen vijf minuten onder de niet zo heel warme straal vandaan. Het scheelde niet veel of ik had weer een prachtige exorcist gedaan. De emmer staat immer gereed onder mijn bed.
Bed. daar zou een dame voor komen. Een ander hoog/laagbed en een antidecubitusmatras. (Ik lig nu alvast op een soort opblaasmatrasje. Die had ze in de auto liggen.) Straks lig ik dus helemaal chic achter de geraniums. Ook dit door de gedeeltelijke inmenging van Sandra. (Als ik die toch niet had.)
En niet te vergeten; Rita, ook een buddy. Die buddy’s hebben zijn ook een grote steun. Zowel moreel als praktisch. Na een mokje Senseo redderde Rita even de keuken op en deed zij de boodschappen voor vandaag. Net als met Cees koken we dan meestal getweeën. Vandaag niet. Ik vond het wel goed. Ze komt vooral voor de gezelligheid hoor. Buddy’s zijn geen verkapte huishoudelijke hulpen hoor. Koken scharen wij echter onder de noemer ‘activiteiten’.
En toen…
Bijna etenstijd. Eten is een steeds belangrijker aspect van mijn leven. Vraag maar aan mijn weegschaal. Vanwege mijn geringe behoefte aan activiteiten vandaag stond er bami op het menu. Zelfgemaakte bami zonder rare Conimexmixjes of wat dan ook. Geheel naar eigen recept. Bereid door Iris. Die meiden van mij draaien hun hand niet meer om voor een maaltijdje. En nee, de keuken is na afloop niet veranderd in een Augusstal.
De dag zit er een beetje op. Nog een beetje TV kijken en dan hopen dat ik kan slapen op mijn luchtbedje. Eén voordeel; als de dijken bezwijken blijf ik lekker drijven! Veilig idee. Veel meer te melden heb ik niet. En als ik nog diepe gedachten krijg laat ik het jullie weten.
Nog even. Ik kan niet nalaten om mijn blijdschap over alle digitale reacties te uiten.
4 oktober 2007
Cees kookt!
Die Cees, buddy in hart en nieren, Moet íe thuis ook koken. Zijn vrouw is er achter gekomen dat hij dat bij mij ook geregeld doet. Ik ken Cees al wat langer dan vandaag en verder dan pannenkoeken kwam hij op culinair gebied niet. Nee, wel een hele tuin vol met zelf gekweekte groenten en fruit, maar wat je er mee doet als het uit de grond of van de boom is… geen idee.
Om een lang verhaal kort te maken: op de foto zien we Cees in zijn eigen keukentje. Geheel van de kook. Of beter gezegd:aan de kook. Met in de ene hand een pollepel en de andere een borrel komt hij nu een heel eind.
Vanmiddag kwam Cees langs. Helaas viel er niets te koken. Er was nog zo veel bami van gister over. Daar konden we het wel mee doen. Bespeurde ik enige teleurstelling in zijn blik? Wie weet
Het huis is vanmorgen weer helemaal tiptop in orde gebracht door hulp in de huishouding Sylvia. Fijn hoor, ze komt binnen en terwijl ik heel voorzichtig wakker word (of iets wat voor wakker door moet gaan) begint ze aan haar werk. Tegenwoordig moet je dankbaar zijn als je een fatsoenlijke hulp kan krijgen via de thuiszorg. Lang leve de WMO en de privatisering.
Het is toch een complete puinhoop! Ja toch. DE thuiszorg bestaat ook eigenlijk niet echt. Een papieren tijger. Alles achter één loket. Nou, bij de locale thuiszorgboer Careijn niet hoor.
Bel ik de zorglijn. Ja… de zorglijn. Je kunt zelf zorgen dat het in orde komt. Ik had de afdeling huishoudelijke hulp nodig. Na enige tijd, irritante keuzemenuutjes en wachtberichten kreeg ik een telefoniste aan de lijn. Onzin natuurlijk die keuzemenuutjes. Maar ja, het zat standaard in de nieuwe centrale. Dat je, ongeacht de keuze, altijd bij dezelfde telefoniste uitkomt merkt toch niemand.
Na het afstaan van gegevens inzake adres, seksuele voorkeur, religie, eetgewoontes, geboortedatum, mijn hulpbehoevendheid, favoriete frisdrank en opleiding kreeg ik na weer enige tijd en irritante wachtberichten eindelijk iemand aan de telefoon die me wilde helpen. Na het afstaan van gegevens inzake adres, seksuele voorkeur, religie, eetgewoontes, geboortedatum, mijn hulpbehoevendheid, favoriete frisdrank en opleiding kon ik mijn vraag stellen.
Van de wijkverpleging wilde ik ook iets weten. “Kunt u mij doorverbinden?” Nee, dat was helaas niet mogelijk. Ik diende opnieuw de zorglijn te bellen.
Dus…
Na enige tijd, irritante keuzemenuutjes en wachtberichten was er contact. En jawel hoor, ondanks dat de wijkverpleging verstoppertje speelde achter een andere keuze was het inderdaad dezelfde vriendelijke telefoniste.
Na het opnieuw afstaan van gegevens inzake adres, seksuele voorkeur, religie, eetgewoontes, geboortedatum, mijn hulpbehoevendheid, favoriete frisdrank en opleiding kreeg ik na weer enige tijd,irritante keuzemenuutjes en wachtberichten eindelijk iemand aan de telefoon die me wilde helpen. Na het afstaan van gegevens inzake adres, seksuele voorkeur, religie, eetgewoontes, geboortedatum, mijn hulpbehoevendheid, favoriete frisdrank en opleiding kon ik mijn vraag stellen.
Mijn huisarts heeft net zo’n centrale als de zorglijn. Menuutjes, medewerkers in gesprek. tuut tuut tuut. De mooiste melding van het systeem vind ik persoonlijk de volgende:”Vanwege drukke werkzaamheden zijn wij niet in staat de telefoon aan te nemen. Probeert u het later nog eens.”
Uhhhh… werkzaamheden? Bestaan die dan niet ondermeer uit het aannemen van de telefoon? Nee, ik neem nou de telefoon niet aan. Ik heb het veel te druk. Stel je voor dat iedereen dat doet. Nee ik verkoop u nu niet die wasmachine. Ik heb het veel te druk. Nee, de ambulance komt niet, ik heb het veel te druk.
(Bij de politie gaat dat echt zo. Die komt echt niet en zegt dan dat ze het te druk hebben. Ja, met het bekeuren van automobilisten die 3 kilometer te hard rijden.)
Waar ging dit eigenlijk over?
Sylvia was geweest. Natuurlijk. En de wijkverpleging ook. Daar was Margareth weer. Met een hullepie, José. Wel… die sturen we nog even naar een bijspijkerklasje over sociale vaardigheden en met name over over het contact met terminale patiënten. (Theatraal, maar er is nog een mogelijkheid dat ik me daarvoor kwalificeer.) Ach, alles gaat op een bepaald moment over! Inderdaad, een waarheid als een koe. Uiteindelijk gaat wat ik heb ook wel over ja.
Beetje de categorie ‘ dat had mijn opa ook!’ Als je dan quasi geïnteresseerd vraagt hoe het nu met opa gaat blijkt hij na een lang en gruwelijk ziekbed rochelend, hoestend, bloedopgevend en geplaagd door helse pijnen te zijn overleden.
Voorlopig lig ik lekker als de prins op de erwt op mijn bed. Matras, elektrisch dekentje, molton lakentje, opblaasmatrasje, dekbedje. Fijn met Gaby TV kijken. House. Altijd leuk die medische programma’s. Straks komt Trauma, live in the ER. Genieten.
5 oktober 2007
De man met de zeis. De dood. Brrrrrr? Ach. Bang voor de dood ben ik eigenlijk nooit zo geweest. Wie denkt daar nou over na? Ik niet in ieder geval. Totdat…Dat hoef ik denk ik niet uit te leggen.
Is er leven na de dood? Kom ik terecht in een eeuwig paradijs of is oneindig lijden mijn lot. Weet ik veel. Wie weet het wel? Niemand toch? Daar ga ik me dus verder niet druk over maken. Liever houd ik me bezig met zorgen dat ik het gewoon niet te weten kom. Trouwens; als je het weet is het toch te laat. Dan zie ik wel weer. Verder met andere dingen in dit leven.
Helemaal gerust ben ik er eerlijk gezegd niet op. Hemel, Walhalla, 70 maagden, hel en wat er nog meer zou zijn. Maar het zal je maar gebeuren dat je als dooie lekker ergens een beetje zit te chillen en het dove medium Char klopt je plots op de schouder. Achter haar kun je nog net Chazia Mourali onderscheiden. Naast de roodharige (ook op haar tanden) presentatrice ontwaar je een tot tranen geroerde nabestaande. Ja, het zal, weer iemand die nog geld van je kreeg.
Het knauwende Amerikaanse accent van Char snijdt door je ziel, geest, astraal lichaam of wat dan ook. Hier had je nou net geen trek in. “Wat doet dat mens hier?” Zuchtend geef je je over aan het zelfverklaarde medium. Eerst wil ze weten wie je bent.
– Haaaaaaaaaiiiiiiiii, who are you? Does your name start with an A? Like André or Alan? Does it?
– Nee, ik heet Zacharias.
– No. It begins with a B? Like Bill or Buster?
– Mijn naam is Zacharias!
– Damn… is there a T in it? No?
Het publiek op de tribune luistert en kijkt met blikken vol verwondering en geloof. Ze zijn getuige van een heel bijzondere kracht. De nabestaande wil nou eindelijk wel eens weten wie er aan de lijn met gene zijde is.
– Neehee! Ik heet Zacharias. Ben je doof of zo?
– The signal is very distorted. But the deceased is close, he is standing next to you.
Ammehoela, je zit nog steeds in een yacuzzi met in je ene hand een biertje en in de andere een lekker wijf.
…
– Is your name William or Willem?
Na drie biertjes komt ze eindelijk een beetje in de buurt. Omdat mevrouw Mourali nu wel heel moeilijk begint te kijken besluit je het nog eenmaal te proberen. Je krijgt een idee. Omdat je vrouw er altijd naar wilde kijken, heb je het programma van Char wel eens gezien. Je bedenkt dat ze met al die doden steeds Engels sprak. Is Engels dan misschien de voertaal in the afterlife? Dat moet dan haast wel!
– My name is Zacharias, you stupid bitch!
– Okay. your name is Zacharias. I’ve got your friend here with me. Do you have a message for him?
– Yes I have indeed. I hope he get’s it in the ass some day, the stupid motherfucker!
Brrr… Char richt zich tot haar gast: ‘Zacharius says he misses you very much and he hopes you will be very happy.’ De gast kijkt weliswaar gelukkig maar baalt dat hij kan fluiten naar zijn geld. Het publiek mompelt: ‘Hoe is het mogelijk.’
Nu ben je het zat. Wat een onzin. Een doof medium. Wat heb je eraan? Geen wonder dat sommige spoken stervelingen het leven zuur proberen te maken.
6 oktober 2007
Weekend. De meeste mensen kijken er maandag al reikhalzend naar uit. Zelf ben ik wat minder gecharmeerd van het weekend. Het is gewoon een langdurige kwestie van veel slapen, naar het plafond staren en hopen dat het snel weer maandag is.
Weet je wat? Nog twee nachtjes slapen en het is weer maandag. Als ik kon slapen. Ik zal wel zien. Morgen weer een dag alleen. De meiden naar het werk. Gezellig. Tot maandag.
8 oktober 2007
Dit kan allemaal zoutarm.
Fijn. Lekkere keukenprins ben ik. Omdat iedereen vond dat ik een hobby moest zoeken ben ik gaan koken. Nou ja… koken? Een mad scientist in zijn lab is er niets bij. Van niets maak ik iets. Alleen moet je achteraf niet vragen wat er nu weer op je bord ligt. Doden zijn er nog niet gevallen en het lijkt de meiden wel te smaken. Zelfs van Sandra krijg ik goede kritieken. Het probleem is echter dat ik mijn culinaire waanzin zelf meestal erg smakelijk vind.
Regelmatig komt het voor dat er kliekjes overblijven. Die verpak ik keurig in bakjes. En dan komt het. Ik kan er niets aan doen. De hele dag verveel ik me zo’n beetje de tandjes. Dan zit er niets anders op dan… eten!
Het gevolg laat zich raden; het grote uitdijen is begonnen. Als ik niet kan slapen, zoals de afgelopen paar nachten, loopt het helemaal mijn spuigaten uit. Alles wat ik kan vinden aan koek, left-overs en andere zaken die in mijn mond passen en lekker smaken schuif ik zo naar binnen. De weegschaal schoot vanmorgen door naar 96,3 kilogrammetjes. In alleen m’n pendekkie. Een fout van de weegschaal? Nog een keer erop. Buik inhouden (alsof dat wat uitmaakt) en bril op. Nee, het apparaat is niet te vermurwen. 96,3 blijft de uitslag in deze ronde.
Dat ga ik morgen horen natuurlijk. Om 10 uur word ik in het spreekkamertje van dr. B. verwacht. Voor diegenen die nu pas inschakelen; dr. Balk is mijn cardioloog. Streng maar rechtvaardig en met een gevoel voor humor dat ik wel op prijs kan stellen. Deze dokter gaat niet blij zijn met mij. Maar ja, eigenlijk houd ik me tamelijk streng aan mijn regiem. Niet meer dan 1,5 lier per dag drinken, natriumbeperkt eten (Aan geen van mijn avonturen in de keuken komt de zoutpot te pas.), alleen de hoeveelheid voer die ik naar binnenstamp neemt epische vormen aan. Mijn eetlust mankeert niets.
Aan mezelf schort wel het één en ander. En dan laat ik mijn geestelijke vermogens buiten beschouwing. Hartstikke moe waardoor ik alleen maar op bed lig. Moet trouwens van de Dokter. Door het liggen loopt er van alles vast. Het urineren*1 en defeceren*2 gaat niet echt meer van een leien dakje. Maar daar zijn dan wel weer pillen voor. Morgen even aankaarten.
Slapen is ook zo’n probleem; of ik slaap een gat in de dag, of, zoals vannacht, ik slaap helemaal niet. Vandaag ben ik dan ook bekaf. Mijn ogen prikken, ik voel me niet lekker. Noem het maar op. Temazepam werkt niet en verder wil ik qua slaapmedicatie niet meer gaan.
Fysiek gaat het dus even niet helemaal zoals ik het, de situatie in aanmerking nemende, zou willen. Zo min mogelijk van aantrekken, denk ik dan.
Nou, deze dag zit er een beetje op. Morgen verhaal ik over mijn wederwaardigheden in het EMC.
*1 = pissen, *2 = schijten
9 oktober 2007
Klaagde ik nou over eenzaamheid en verveling? Vandaag werd dat ruimhartig gecompenseerd. Het was nog geen negen uur en Cees kwam de tuin al ingelopen. Snakkend naar een bakkie koffie. ‘Hé Oosterboer, dit is toch geen tijd voor een pensionado?’ Nee, en voor deze hartpatiënt ook niet.
Cees ging met me mee naar het ziekenhuis. Koffie op, rolstoel in de auto en daar gingen wij op weg. Naar dokter Balk. Op de weg was het rustig zodat we ruim onder het schema de parkeergarage van het EMC inreden. Ook een parkeerplek vinden leverde geen problemen op. Goed geluimd vanwege al deze meevallers zochten we, laverend tussen alle zieken, zwakken en misselijken, een weg naar de cardiopoli. Cees wist deze weg feilloos te vinden. Wij waren op tijd.
De Dokter ook. Zoals gewoonlijk. Een kort onderzoekje volgde. Ik had wel wat klachten. Ja, gek hè? Allemaal hartfalengerelateerd. Niets aan te doen. Dat wist ik natuurlijk zelf ook wel. Toch even zeuren. Tijd voor een goed gesprek. Dat werd een kort gesprek. Erg jammer dat mw. Balk me binnenkort op wil nemen voor wat onderzoeken.
Waaronder een drukmeting. Kort door de bocht wordt dan de bloeddruk tussen het hart en de longen gemeten. Daar werd ik dan niet zo blij van. Niet alleen omdat ik dan weer in het hospitaal lig en ik het onderzoek niet heel fijn vind. De uitslag kan ook bepalend zijn of ik al dan niet nog geschikt ben voor transplantatie. Deze drukken waren al wat aan de hoge kant. Dat is toch wel een spannend gegeven. Je hebt het allemaal niet voor het zeggen. Weer stress.
Zodoende ben ik binnenkort weer te bezichtigen op afdeling 1200 van het thoraxcentrum.
Veilig thuisgebracht door Cees viel ik bijna direct in slaap. Lekker twee uur liggen tukken. Ik voelde me gesloopt. Vijf minuten bij de dokter kost al snel zo’n twee uur. En dan zat vandaag alles mee. Zit het tegen dan ben ik er zo drie uur mee bezig. In zulke gevallen kunnen ze me voor de deur uit de auto slepen en me als een zoutzak op bed gooien.
Vandaag vond ik echter nog de kracht en de drang om me te laten gelden in het huishouden. Gisteren had ik met Gaby zo achterlijk veel nasi en bami gemaakt dat het hele gezin met aanhang er vandaag nog van kon eten. Met wat teveel ingekochte ingrediënten maakte ik er snel nog wat bij. Ei, groenten, soort van veroosterde tomatensaus. Zelfs ik kan zo’n was doen. Iris noemt dit alttijd ei á la papa. (Is dat Franskundig wel correct?)
Even later zaten we met z’n allen te eten; Sandra, Meggie en Erwin, Gaby, Iris en ikzelf. Jammer dat Marcel, de vriend van Gaby er niet was. Dan was het helemaal compleet geweest. Blijkbaar smaakte het het wan beroepskok Erwin schepte drie keer op terwijl hij niet van nasi en aanverwante maaltijden houdt. Dat vond ik toch wel een compliment. Dat het allemaal zoutarm was had niemand in de gaten.
Ik had het reuze naar mijn zin. Alle meiden op een rijtje op de bank met een bord eten. Gezellig. Meggie zie ik natuurlijk niet zo vaak maar nu had ik het hele stel in huis. En, ik had ze van eigenhandig gekookt eten kunnen voorzien. Een gouden randje aan een vermoeiende dag. Dit zijn van die momenten waardoor ik er steeds weer tegenaan kan.
Wat kan mij die drukmeting schelen! Mijn meiden slepen me er op de een of andere manier wel doorheen. En Sandra wil mee om m’n handje vast te houden.
10 oktober 2007
Van politiek engagement ben ik nog nooit beticht. Ik had altijd al moeite met de begrippen links en rechts. Om me heen hoor ik de laatste tijd echter steeds meer stemmen opgaan dat deze scheiding tegenwoordig niet meer zo belangrijk is. Het compromis verheugt zich in zijn hoogtijdagen. Heel het Binnenhof is bezet door het legioen van draaikonten, weerhanen en kontenlikkers.
Heel het Binnenhof? Nee, één sektarische partij houdt dapper vast aan haar eigen principes onder leiding van een charismatisch leider. De SP!
De stam wordt aangevoerd Jannix Marijnissix. Deze traditionele worstenstopper uit Oss bepaalt al jaren het imago van de dappere socialisten wiens strijdtactiek draait om het gooien van tomaten. Reclamix, de kunstenaar van het volkje, maakte het rode, waterige projectiel tot symbool van de beweging die al snel voet aan de grond kreeg in het politieke landschap.
Er verschijnen de laatste tijd wat donderwolken boven de partij. Met name boven het hoofd van aanvoerder Jannix. Politiek en economie kunnen elkaar behoorlijk in de weg zitten. De mannetjesmaker van de SP zitten dan ook met de handen in het haar. Zij zien de bui al hangen. Na de voorgenomen sluiting van drie Unilevervestigingen ligt het voor de hand dat ook Oss, de rookworstenhoofdstad van Europa, een grote werkgever kwijtraakt aan het buitenland.
De spindoctors vragen zich af hoe dat dan moet met het imago van het alfamannetje van de partij. Voor ons zien we een stoere man, zwetend in de bijtende rook, de met zijn eigen handen met slachtafval volgepropte varkensdarmen in de oven hangen. Als hij thuiskomt staat er een dampend bord boerenkool met rookworst op de keukentafel. Deze man IS rookworst.
En straks? Straks komen de rookworsten wellicht uit China. De worsten gestopt door kleine Chinese vrouwenvingertjes in een steriele hightech worstenrokerij in Shanghai. Als de Chinese vrouwtjes ‘s avonds thuiskomen maken ze noedels met worst voor het gezinnetje. Rookworst. Ander vlees is er niet verkrijgbaar in de bedrijfswinkel waar waren tegen woekerprijzen worden verkocht. Inkopen doen bij een andere leverancier kan tot ernstige problemen leiden.
Niet echt socialistisch zou je denken. Daar gaat het rookworsten imago van Jan. De rookworst is het symbool geworden van onderdrukking en uitbuiting.
Wat te doen? De hoge bomen van de partij moeten zich na het zingen van de Internationale maar eens buigen over het volgende;
De tomaat heeft afgedaan. De vaderlandse rookworst verdient het dat ervoor in de bres gesprongen wordt. Rookworst komt uit Brabant. Klaar uit! Onze Jan is de persoon om dit te bewerkstelligen. De Verlosser van de worstenstoppers. Een echte volksheld in gevecht met het verafschuwde groot-kapitaal. De tomaat (vaak geplukt in bloedhete kassen door onderbetaalde schoolkinderen, kinderarbeid, of door de teler geëxploiteerde allochtonen, liefst illegaal verblijvend in Nederland.) kan het schudden!
In de ban dus die tomaat. Laat voortaan de rookworst de banieren sieren.
P.S. Niet zoveel meegemaakt vandaag. Vandaar. Voor Sandra: Morgen weer een lief stukje over hoe het met me gaat en zo
Ging dit stukje toch weer over eten. Min of meer.
11 oktober 2007
Sylvia is ziek. Sylvia, mijn rots in de huishuishoudelijke branding. Ziek! Een horreur van niet geringe omvang. De zorgboer stuurde een vervangster. Dan weet je het wel. Of niet. Voor diegenen die het niet weten: daar moet ik weer een hoop aandacht aan besteden. En ja hoor. Wat voor soort domesticale nitwit ze me nou weer op m’n dak stuurden. Schei uit. Heeft zo’n mens zelf geen huis of kwam ze echt zo uit een hutje in de krottenwijken van Manilla?
Meneer ik kan douche niet schoonmaken. Er staan allemaal spullen. Ik denk van andere mensen en dan zijn die ze straks kwijt. Andere mensen? Ik weet ‘t niet hoor, maar dit is mijn huis. Ik woon hier. Andere mensen ben ik nog nooit tegengekomen. Ja, heel gek, maar bij ons staan er allerlei artikelen voor lichaamsverzorging in de badkamer. Dan zet je dat toch even opzij?
Daar kan ik dus niet tegen hè. Die dingen. Gelukkig kwamen Margareth en Wilma van de wijkverpleging opdagen. Tijd voor een douchebeurt. Maar eerst een bakkie en een beetje bijkletsen. Met Margareth is het altijd gezellig. Wat een gek wijf is dat. Wilma zei niet veel. Ze zou toch niet verlegen zijn? Mensen moeten soms ook even aan me wennen. Dat zal het geweest zijn.
Terwijl Margareth op me lette, schrobde ik mezelf schoon. Afdrogen redde ik niet meer. Dat mocht de zuster doen. De stoerheid was er sowieso wel een beetje af. De rest van de dag heb ik namelijk slapend doorgebracht. Tot Gaby en Marcel om negen uur thuiskwamen.
Morgen weer nieuwe kansen. Dan komt Cees.
12 oktober 2007
Rob
Terugkijkend kan ik alleen maar concluderen dat ik een leuke week achter de rug heb. Het bezoek aan dr. B. was wat minder. Dat soort dingen calculeer ik in en betrek ik niet bij het beoordelen van de kwaliteit van mijn dagen. Anders heb ik nooit een leuke dag. Struisvogelpolitiek kun je het misschien noemen. Daar kan ik lang en breed over nadenken, en dat doe ik ook wel, maar dit probleem ligt eigenlijk buiten ieders macht. En in een hoger wezen geloof ik niet.
Klaar. Ik had een aangename week. Laat ik het daar maar over hebben. Over aandacht, zowel digitaal en in de echte wereld, had ik niet te klagen. Veel reacties in mijn gastenboek, op hyves en via e-mail. En natuurlijk iedereen die, al dan niet uit hoofde van hun functie, langskwamen.
Van Rita kreeg ik een kookboekje waarmee ik erg blij ben. Maandag ga ik me daarmee met Cees uitleven in de keuken. Cees kwam me vanmiddag een visje brengen. Nou ja, verder de kinderen, Sandra, koffie drinken met de wijkverpleging. Bij dat laatste hadden we lekker spekkoek die ik van Sandra had gekregen.
Vannacht heb ik als een blok geslapen. Of dat plezierig was! Na een aantal rusteloze en zelfs slapeloze nachten wist ik niet wat me overkwam. Half acht vanmorgen werd ik zelfs tamelijk uitgerust en fris wakker. Goh, dat doet een mens goed zeg. Deze dag begon zelfs al goed. Dat maak ik niet vaak mee. Meestal ben ik nog te moe en daardoor te beroerd om uit m’n ogen te kijken.
Nadeel van vroeg wakker zijn is dat het lichtje dan een beetje vroeg uitgaat. En dat kon niet, maar het gebeurde wel. Het was dan ook weer kermis vandaag. De openingsact bestond uit de zusters Nanda en Margareth. Onder het genot van een kopje overheerlijke senseo met spekkoek belde Margareth even een collega om deze fijntjes uit de doeken te doen wat een genot het was om bij meneer Oosterboer te vertoeven.
Aansluitend stak Cees zijn hoofd om de hoek van de tuindeur. Samen met Marcel deed hij de boodschapjes voor vandaag. Er viel niets te kokkerellen dus verloren we onszelf in oeverloos slap gelul. Het was weer een amusant samenzijn.
Als klap op vuurpijl kreeg ik ook nog bezoek van Jenneke en Jip. Dochter Jip was een beetje hangerig. Uiteindelijk ging ze computeren.
Inmiddels was Sandra Iris komen halen om kleren te gaan kopen. Voor de gezelligheid bleef Sandra eten toen ze Iris weer terugbracht. Na de koffie vertrok ze weer.
Nu ben ik weer alleen. Gaby en Marcel zijn aan het werk, Iris is naar vrienden. Rust.
14 oktober 2007
Fotomomentje!
Ach, ik weet het nog als de dag van gisteren. De kinderen waren nog klein. Slapeloze nachten omdat ik steeds wakker werd als Sandra weer eens een huilend kind moest troosten of, nog erger, hun kots opruimen als ze ziek waren.
Ja, dat was een tijd geleden. Kleine kinderen worden groot. Dat heeft voordelen (je kunt ze voor een boodschap sturen, de afwas laten doen, de krant uit de bus halen) maar er zijn ook nadelen. Geen nadelen waar ik nou echt van wakker lig. Eigenlijk zijn sommige dingen die ze zichzelf in hun gedachte wijsheid aandoen wel grappig. Dat ze daar zelff heel anders over denken vergroot alleen mijn luid geventileerde leedvermaak.Ze willen zo graag stappen. Vooruit dan maar. Als je ze dan zittend op de grond en zo misselijk als een aap aantreft is de conclusie snel getrokken.
Een kater! Geweldig. Verhalen over broodjes bedorven hamburger, kotsende kroegmaten en ander misselijkmakend conversatiemateriaal maken het alleen maar erger. Het hoogtepunt wordt bereikt als ze kotsend over de WC hangen. Vandaag was Iris aan de beurt. Zou ze de volgende keer weer zoveel drinken? Of heeft ze haar lesje voorlopig geleerd? Ik heb in elk geval lol gehad. En eerlijk is eerlijk; zo brak als ze was, ze ging dapper naar haar werk.
Verder is het een rustige zondag. Een slechte start vanochtend, maar nu, later in de middag, gaat het wel weer. Chatten met de buurvrouw, beetje TV kijken, stukje schrijven, e-mailen met een nichtje. Dat is het zo’n beetje vandaag. Morgen ga ik er weer tegenaan. Een invalster voor huishoudelijke hulp Sylvia (mij benieuwen wat ze nu weer sturen) en koken met Cees. Pasta met champignons en sla met kipfilet. Hebben we wat te doen. Het boodschappenbriefje ligt al klaar.
15 oktober 2007
Maandagavond, de dag zit er op. Wat ben ik moe. Wat ben ik ontzettend moe. Ik hoop dat ik dit nog afkrijg. Maar ik heb wel een toffe dag gehad. Vermoeiend maar wel tof. Na een rustig weekend beschikte ik over een boel stoer. Dat is er nu wel een beetje af maar oké. Een leuke dag dus, met veel aanloop. Mijn deur staat altijd open.
Vanochtend begon het met een telefoontje van Cees. Of ik het boodschappenlijstje even naar hem wilde mailen. Lijstje? Zeg maar gerust lijst! De boodschappen zou hij dan onderweg naar mij toe halen. Goed geregeld. Ja hoor…
Nog even verder tukken dan maar totdat de wijkverpleging zou komen. Ondanks de weer deels wakend doorgebrachte nacht kwam het daar niet echt van. Toen zuster Elly arriveerde was ik dus al lang en breed wakker. Elly maakte twee mokken thee die we alvorens het doucheritueel begon op ons gemak opdronken. Geheel verpikwikt door de thee was ik klaar om te douchen.
Ik lag op mijn bed bij te komen van het douchen en zette mijn laptop weer aan. Eens zien of er iemand nog wat te melden had in mijn gastenboek. Dat is eigenlijk het eerste wat ik doe als ik online ben. Miep, de vrouw van Cees. Waarom Cees voor mij wel een ellenlange boodschappenlijst kan halen en voor haar niet. Als ‘ie drie dingen moet halen bij de super kan hij er vier niet vinden.
Nou meid… de boodschappen waren nog niet gedaan hoor. De telefoon ging. Cees: Wat is in hemelsnaam wokkelmacaroni? . Even later: Wat zijn pepperoni’s en waar liggen die? Ik legde Cees uit dat het in een potje zit en bij de Italiaanse spullen staat. Ik vergat er echter bij te zeggen dat het kleine pepertjes zijn. Na nog een keer bellen en het hebben lastiggevallen van elke denkbare supermarktmedewerker kwam Cees dan uiteindelijk met de goede boodschappen thuis. Alleen de pepertjes had hij niet. Wel pesto. Altijd handig om in huis te hebben.
Verder niets dan lof over Cees. We hebben zoals gewoonlijk weer gezellig staan knutselen met voedingsmiddelen. De verantwoorde hap bestond uit pasta met verse kaas en champignons en een salade met rucola en kipfilet.
Als grote verrassing bracht vriendin Gerda een bliksembezoek. Dat vond ik nou nog eens leuk. Cees maakte snel een kop koffie en zo werd het steeds gezelliger. Maar het hield nog niet op. Betty, de assistent van de huisarts kwam op huisbezoek. Checken hoe het met patiënt ging. Omdat Gerda’s man Fred ook het een en ander mankeert ontstond een geanimeerd gesprek over allerhande medische onderwerpen. Leuk!
Aan het eind van de middag was alle visite verdwenen. Ik hoorde de sleutel in de voordeur en daar was Sandra. Ze was vandaag voor het eerst weer uit werken gegaan en nu kwam ze bij mij eten en wat geldzaken regelen. Zo doen we dat eigenlijk elke week. Hoef ik niet alleen te eten.
En ik heb in overleg met financieel adviseur Sandra een nieuwe combimagnetron besteld via internet. Die ik nu heb staan is al heel oud en hij doet het niet zo goed meer. Vanmiddag had ik 20 minuten nodig om wat paprika te grillen, en een korstje op de macaroni wilde ook niet lukken. Toen was ik het zat. Keukenmonteur Sandra komt hem ook voor me inbouwen. Dat heeft ze met het huidige apparaat ook gedaan.
Al met al had ik een verdraaid leuke dag. Vond ik wel. En dan loop ik wel eens te zeiken, maar ach.. ik krijg er weer zin in. Morgen lekker bijkomen. Mits ik een beetje slaap vannacht douchen, dan komt de trombosedame en voor de rest zie ik dan wel weer. Nu ga ik slapen. Hoop ik.
dinsdag 16 oktober 2007
Ik wist het. Wat een baggerdag zeg. Helaas, dat is de consequentie als ik me een beetje te druk maak. De hele dag ben ik al beroerd en ik kan amper op m’n benen staan. Wat een sukkel ben ik. Alsof ik me zoiets nog kan permitteren. Volgens mij niet echt.
Gossiepossie, wat zielig… Nou, nee hoor. Eigen schuld dikke bult. Kwestie van niet bij de pakken neer gaan zitten en in plaats daarvan fijn op mijn bedje liggen. Beetje niksen. TV kijken en muziek luisteren. Niets mis mee toch?
De meevaller van vandaag was dat de wannabe Sylvia de Wendy van Wanten onder de interieurverzorgsters bleek. Een paar aanwijzingen van Iris, die vroeg vrij was, en twee uur later zag het huis er weer fatsoenlijk uit. Jammer dat de meiden en ik er elke keer weer in slagen om deze nette indruk binnen een paar uur om zeep te helpen.
Het bleef een rustige dag. Alleen Gaby was thuis. Marcel en Iris hadden andere bezigheden. Het is nu eind van de middag. Ik vind het goed voor vandaag.
woensdag 17 oktober 2007
Woensdagavond. De kat zit me vuil aan te kijken omdat ik haar geen eten wil geven. Ze moet nog even geduld hebben. Het is nog geen etenstijd. Doei poes! Baasje ligt even bij te komen na een dag vol met enerverende toestanden. Blij dat hij even rustig ligt.
Afgelopen nacht heb ik goed geslapen. Omdat ik moest plassen werd ik wakker. Inwendig mopperend zwalkte ik naar het toilet. Terug strompelend naar bed zag ik op de klok dat het al bijna 7 uur was. Nog een paar minuutjes en de wekker zou gaan. Bleek ik de nacht toch slapender doorgebracht te hebben dan ik dacht. Was dat even lekker! Nog even de oogjes dicht. Met nog een korte onderbreking voor pillen sliep ik lekker door tot een uur of 11. Daar knapt een mens van op zeg.
Om 11 uur begon de dag dan toch echt. Terwijl door de voordeur Meggie en nichtje Priscilla binnen kwamen verscheen wijkzuster Riet via de achterdeur. Priscilla kwam om gedag te zeggen. Ze gaat in Suriname wonen en werken. Lekker naast de deur. Groeten uit de rimboe. Riet kwam om me te douchen. Dat was zo gebeurd want ik was weer knap beroerd.
Gedoucht dus snel weer naar beneden. Daar zaten nu ook Jos en Yvon op de bank. (Yvon en Jos zijn een setje en Yvon is de moeder van Priscilla en de zus van Sandra.) Ik geloof niet dat ik erg aanspreekbaar was. Helaas. Normaliter kon ik met Jos een aardige boom opzetten maar tegenwoordig blijf ik steken in bonsaiboompjes.
Het was leuk ze weer eens te zien. Na het bezoek aan mij vertrok de hele handel naar opa en oma in Rijswijk. Ik bleef weer alleen achter. Niet dat dat lang zou duren. Woensdagmiddag komt buddy Rita. Ze kwam binnen en vroeg me of ik wist wat ze van mij kreeg. Hoofdpijn? was het enige dat ik kon verzinnen. Dat was het niet. Ze had pijn in haar nek omdat ze half mijn archief had doorgelezen. Ze was ergens in 2005 gebleven.
Na een espressootje en een senseootje ging Rita wat boodschapjes doen. Je snapt het al; dit gaat weer over eten. Correct! In zoverre dan dat ik weer wat stoms deed. Ik liet een bord uit m’n handen kletteren. Kapot. Stom. De komkommer in azijn die ik uit de koelkast haalde liet ik bijna over het aanrecht stromen. Stommer. Ik sneed een pepertje klein en waste direct mijn handen. De laatste keer had ik met ongewassen handen aan mijn neus gezeten. Dat was niet fijn. Dat zou me niet meer gebeuren. Toen mijn aandeel aan het koken erop zat ging ik lekker op bed liggen. Moe, dus wreef ik in mijn ogen. Sukkel! Vergeten dat ik de gesneden pepertjes met mijn handen in de bami had gedaan. Stomst!
Dat deed zeer man! Gauw mijn oog onder de kraan gedaan. Met mijn handen dirigeerde ik het water richting oog. Maar die handen had ik nog steeds niet gewassen. Nou ja… schiet mij maar lek. Nu was ik echt verslagen door het wrede lot.
En dan moest de kapster nog komen. Die knipte bijna al mijn haar eraf. Ik heb dus een lekker kort koppie. Ik heb me geschoren. Ik lig er weer keurig bij. Dat geeft een prettig gevoel.
Al met al voelde ik me absoluut niet in orde maar was het toch een leuke dag. Ik ga de poes maar eten geven. Is die ook weer blij.
donderdag 18 oktober 2007
Vort peerd!
Fijn hoor. Komen ze ‘s ochtends mijn bed weg halen. Ik was zeker uitgeslapen. Nou nee. Vandaag kreeg ik een nieuw bed. Dat ging niet helemaal zonder slag of stoot. Een paar dagen geleden werd ik gebeld door het beddenbedrijf dat ze vandaag mijn nieuwe bed zouden brengen.Vandaar dat het bed van de uitleen van Careyn, de lokale zorg(?)organisatie, opgehaald moest worden.
Daarom belde ik de zorglijn. Dat werd wederom een succes. De mevrouw aan de telefoon kwam tot de conclusie dat het bed allang was opgehaald. Om mijn argument dat ik er ‘as we spoke’ toch echt op lag, kon ze niet heen. Waarop zij riposteerde dat het bed niet van Careyn was maar van de zorgwinkel. Daar hadden zij niets mee te maken.
Zeker dat het bed van Careyn kwam. Ik ben toch niet gek. Pissig, dat wel. Einde van het verhaal was dat ik zelf de zorgwinkel maar moest bellen. Ja, doei. Ik blijf bellen. Tot het uiterste getergd belde ik Sandra op. Of zij wilde bellen. Even later belde ze terug dat het geregeld was. En jawel hoor. Vandaag werd het bed opgehaald. Door Careyn. Het verschil tussen de maffia en Careyn? De maffia is wel georganiseerd!
Eind goed, al goed. Mazzel dat Marcel en de huishoudelijke hulp er waren. Het was een bende. Zelfs wijkzuster Riet heeft zich er nog mee bemoeid. Nu lig ik lekker op mijn nieuwe bedje. Met dank aan allen die hieraan hebben bijgedragen.
Verder bleef het rustig vandaag. Iris en Marcel deden samen boodschappen en gingen daarna paardrijden. Marcel had wel eens een paard van dichtbij gezien en wilde ook wel rijden.
Gaby moest voor een of ander onderzoek naar het Sophia kinderziekenhuis en kwam pas eind van de middag thuis. Marcel kookte en dat was het dan voor vandaag.
vrijdag 19 oktober 2007
De tijd gaat snel voorbij en er gebeurt nog steeds weinig aan het medische front. Im Krankenhaus nichts neues. Thuis kabbelt het ook maar een beetje voort. Allemaal gezellig hoor. Ik heb het tamelijk naar m’n zin. Het is dat ik nu wel eens opgeroepen wil worden voor de beloofde onderzoeken. Dan ben ik er maar van af. Zo zit ik er maar een beetje tegenaan te hikken.
Een week voorbij. Het moet gezegd dat ook deze week, net als de vorige, gevuld was met prettige gebeurtenissen. Ik heb me in ieder geval vermaakt. Veel te vertellen blijft er niet over. Vandaag was een rustige dag zonder al te veel vertier en vermoeienissen.
Dan toch maar een ouwe koe. Een ziekenhuis koe. Normaal gesproken is het in een ziekenhuis nogal een halfdooie boel. Tenzij je de juiste mensen tegenkomt.
Zo zat ik een keer in recreatieruimte van de afdeling. Er kwam een meisje binnen met een gigadikke wang. Aaahhhh wat zielig denk je dan al gauw. Nou, deze juffrouw, Petra, was echt niet een zielig typje. Op de één of andere manier, er zat een hardcore Feijenoordfanaat in de zaal, kwam het gesprek op voetbal.
Ik heb een theorie dat voetbal voor homo’s is. In het kort komt die erop neer dat ik liever niet 90 minuten naar 22 zwetende mannen in korte broek ga zitten kijken. Zwetende mannen die slechts doelpunten maken in de wetenschap dat ze als beloning door hun hele team worden besprongen en op intieme plaatsen betast. Geef mij maar dameshockey.
Daar was Petra het niet mee eens. En dat liet ze merken ook. Zelfs ik werd er even stil van. Kejje nagaan! Kort daarna ze ik, welgemeend, dat ik haar toch wel zielig vond met haar kiesextractie. Het kwam er alleen een beetje sarcastisch uit. Dit kon niet meer goed gemaakt worden, vreesde ik. Echter, toen ik een rietje voor haar had had gescoord in de keuken draaide ze bij en werd het nog erg laat en gezellig die avond.
Zo gezellig dat we al snel zaten te gieren van het lachen. Natuurlijk ging het vaak om onze eigen hartstoornissen en -ziektes. Geweldig. Tot er plotseling een cardioloog binnen kwam rennen en één van de aanwezigen aansprak. Meneer , wat bent u aan het doen? U heeft plotseling ernstige ritmestoornissen. Daar moesten we erg om lachen. Vooral omdat het slachtoffer zei dat hij zich prima voelde en niets merkte.
Niets mee te maken; mee naar kamer om eens te kijken wat er aan de hand was. De achterblijvers lagen helemaal dubbel. Dat werd nog erger toen hij even later terugkwam en meldde dat hij de volgende dag een cardioversie moest ondergaan. Ja, toen konden ze me echt opdweilen.
Oh ja… die wang van Petra is nog helemaal goed gekomen.
maandag 22 oktober 2007
Nee, geen ‘bolletjes’ uit een hol
maar gevulde olijven.
Het leven kan zo leuk zijn. Terugbladerend in mijn eigen blog heb ik al twee weken achter de rug waar ik met plezier op terug kan kijken. En deze week belooft weer een goede te worden. Vandaag was al leuk en de verjaardag van Gaby op donderdag zit nog in het vat.
Maar laat ik eerst het weekend onder de loep nemen.
Ja, het wordt een beetje eentonig, ook dit weekend begon op zaterdagochtend. en wel heel vroeg. Dat kwam door (maf-)Cees. Hij had vrijdag beloofd iets lekkers langs te brengen. Nou, zaterdagmorgen, omstreeks half negen, had ik wat lekkers. Wat het was , zeg ik liever niet. Je weet nooit wie dit leest. Van zoiets kun je toch alleen maar blij worden?
Volgens mij heb ik ook nog gedoucht. Of niet? Dat weet ik dan weer niet meer. Da’s soms knap vervelend, een slecht korte termijngeheugen. Ik weet wel zeker dat Richard vers brood en broodjes van de markt gebracht heeft en gezellig even koffie bleef drinken.
In de loop van de dag bleek dat ik de deur van de vriezer op een miniem kiertje had laten laten staan. Wat nou? Ontdooien dan maar. Na drie ijsberen uit het ijslandschap te hebben verjaagd kon het grote lekken beginnen. Naar waarom mijn vriezer van een afvoerdingetje is voorzien, kan ik slechts gissen. Het werd een compleet waterballet. En oh ja, houten keukengerei is niet bestand tegen het hakken in ijs.
Gelijk maar de koelkast ontdaan van alle overtijdse producten. Ja, ik was goed bezig
‘s Avonds heb ik met Iris naar Idols gekeken. Geweldig. Ik volg alleen de afzeikrondes hoor. De rest is niet interessant.
Door met zondag.
Zondag begon helemaal te gek. Op internet was ik twee uit het oog verloren nichten tegengekomen. (NEE! Geen homofielen, maar op onze leeftijd kun je niet meer van ‘nichtjes’ reppen.) Dat vond ik al leuk. Van het één kwam het ander. Een paar dagen later had ik een afspraak met Dineke en Jenny. Voor afgelopen zondag dus.
Het was gelijk gezellig toen ze aankwamen. Ik had me er ook erg op verheugd. Wie het maar horen wilde vertelde ik al dat ze zouden komen. Nou eerst maar een kopje koffie met een koekje. De koekjes had Marcel op zaterdag speciaal nog gehaald. Koekjes had ik dus. Beetje suf dat de koffie op bleek. Wat een mannenhuishouden is het hier ook.
Het deed niets af aan de gezelligheid. Kletsen over gedeelde herinneringen. Hoe zou het met al die achter de horizon verdwenen familieleden zijn? De kinderen gingen over de tong, foto’s werden getoond. Echt top. En wat mij betreft voor herhaling vatbaar.
Tegen half drie vertrokken de dames, mij helemaal gesloopt achterlatend. Even een tukkie. Tot half tien ‘s avonds! Tijd om naar bed te gaan. Oh, ik lag al in bed.
Goed geslapen vannacht. Dat bleek wel nodig ook. Vandaag ontpopte zich als een drukke dag. Te druk voor mijn gestel. Daar stond tegenover dat het weer erg gezellig werd. Sylvia was weer beter, wijkzuster Elly kwam precies op tijd voor de thee. Uit zelfbehoud besloot ik niet te douchen. Energiebesparing noem ik dat.
De middag was voor Cees. Voor Cees en koken. Ik had het in mijn kop gekregen om de aanwezigheid van Cees aan te grijpen om samen voor twee dagen te koken. Dan hoef ik morgen echt helemaal niets te doen.
Allereerst namen Cees en ik het boodschappenlijstje door. Nou, dat zou helemaal goed komen. Zelfs de grote pot goedkoopste normaal niet te vreten pindakaas kon hij met behulp van medewerker vinden. De penne, een een soort pasta, was wat moeilijker. Volgens een andere medewerkster moest hij daarvoor bij de Primera zijn.
Toen kwam het koken. We voelden ons groeien. Nu waren we in een keer bezig met twee maaltijden. Het eerste was een pastasalade met rucola, olijven, kaas,ham en nog wat geheime ingrediënten. Als bijgerecht hierbij maakten we een tapenade met geroosterd brood. Ja, dit konden we wel met goed fatsoen op tafel zetten
Tegelijkertijd maakten we (een beetje gewoontjes, maar ja.) nasi goreng. Alles ging helemaal goed en alle gerechten waren vlot klaar. Morgen eens niet koken. Dan eten we nasi.
En ik heb een nieuwe combimagnetron. Daarover morgen meer.
Dinsdag 23 oktober 2007
Vandaag heb ik de hele dag geslapen. Het was weer eens zover. Tot op de draad versleten. Dat ik nog wakker werd van de wekker om pillen te slikken is me een raadsel.Het was mijn schuld niet dat ik zo moe ben. Denk je grote kinderen te hebben, geen gebroken nachten meer. Ja ja. Eerst kwam Gaby naar beneden. Ze kon niet slapen en had honger. Midden in de nacht.
Niet veel later nog meer gestommel op de trap. Ook niet slapen en honger. Lekker stel. Wie gaat er nou midden in de nacht frikadellen staan bakken. Wel… Gaby en Iris. Rare meiden zijn het. Maar wel heel lief.
Ik had vandaag toch niet veel te doen. Mijn slaap overdag inhalen was niet zo’n probleem. Pitten dus maar.
Riet kwam me helpen met douchen. Het werd koffie en thee drinken. Waarna ik de slaap hervatte tot een uur of vijf.
Sandra kwam mijn nieuwe magnetron inbouwen. Ze is handig hoor die Sandra. Met hulp van de meiden was de installatie in een poep en een zucht voor elkaar. Er kan weer gebakken gegrild worden. Dat bleek al snel toen ik de laatste hand aan het eten wilde leggen.
Veel hoefde ik niet te doen. Een beetje in de pindasaus roeren en een paar stukjes brood roosteren. Sandra wilde graag de sla die nog over was van gister. Ze had de oven geplaatst en zou dus als eerste iets uit het apparaat krijgen. In de oude oven duurde het minimaal 5 minuten om een boterhammetje aan 1 zijde te roosteren. Brood in de oven op het hoge rooster, tijd ingesteld op 5 minuten en grillen maar. Totdat er na nog geen 2 minuten een lucht oprees. De toast was veranderd in een broodje crematorium.
Volgens mij doet ‘ie het wel, die oven. Misschien, als ik het op kan brengen, maak ik wat hapjes voor de verjaardag van Gaby. Nu kan het. Qua keukenapparatuur dan.
Na het eten heb ik Sandra uitgelegd hoe ze mijn weblog bij kan houden als ik in het ziekenhuis lig of anders te ziek, zwak of misselijk ben. Sandra is een kanjer. Ik wist niet hoe haar te bedanken toen ze naar huis ging. Hoe een slaperige dag toch kans zag te eindigen als een gezellige.
Woensdag 24 oktober 2007
Vandaag gaat het weer over koken. Nee, ik kan het niet laten. Het is mijn lust en mijn leven. Als een echte chef zwaai ik de pollepels in mijn keukentje. Mijn hulpje vanmiddag was Rita. Samen maakten we het menu van de dag en, we waren toch al bezig, dat van morgen. Je zult maar vrijwilliger bij mij zijn. Dan ben je mooi de kantklos.
Om de komst van de nieuwe combimagnetron te vieren maakten we een spinazieschotel. De truc van dit gerecht is dat er in de ovenschaal, in de oven, een omelet op wordt gebakken. Dat kon ik in mijn oude oventje mooi vergeten. Na enige onenigheid met de bediening was de spinazieschotel een keer goed gelukt. Blij!
Morgen, als Gaby jarig is, staat er lontong met kouseband op het menu. De bedachte hapjes gaan niet door. Op een gegeven moment moet je toegeven aan je beperkingen. Het feestmaal is echter zo goed als gereed. Er hoeven alleen nog maar wat laatste handjes aan gelegd te worden. Een kwestie van hier en daar een pan onder houden en goochelen met de magnetron. En dan hoeft er alleen nog gesmuld te worden.
Wat kan het leven toch mooi zijn!
Dat de dag nog zo goed zou verlopen had ik vanochtend niet kunnen bedenken. Nog voor ik opstond voelde ik me zo beroerd als een hond. Rechtop zitten resulteerde in braakneigingen die ik maar nauwelijks wist te onderdrukken. Eigenlijk baalde ik ervan maar ik heb me op bed laten wassen. Tja, dat moest maar voor een keertje. Het zijn wel een boel keertjes.
Tussen de bedrijvigheden hield ik met meer dan gemiddelde interesse het blog van vriend Nanne in de gaten. Zijn vrouw heeft een hartinfarct gehad. Nou, goed; een kleinigheidje heb je zo. Helaas traden er allerlei vervelende complicaties op. Heel verontrustend allemaal. En Nanne is ook al niet helemaal gezond. Welaan, ik hoop dat het goed komt.
Mijn leventje is op het moment redelijk roze gekleurd. Dat proberen we met z’n allen zo te houden. Morgen dus de verjaardag van Gaby. Daar kijk ik al de hele week naar uit. Nu eerst maar eens een nachtje zien te slapen.
vrijdag 26 oktober 2007
Vooruit dan. Mijn lichaam zegt nee. Zegt? Het schreeuwt het uit. De afgelopen twee dagen waren dan ook een beetje teveel van het goede. Woensdag was ik tot half tien bezig om het eten voor donderdag af te krijgen. En donderdag zelf natuurlijk. De verjaardag van Gaby. Daarom dit hele korte stukje.
Alles, van m’n voeten tot mijn vingers, doet zeer. Gewoon van vermoeidheid. Ik kan me voorstellen dat iemand zich zo voelt als hij/zij ongetraind de Vierdaagse van Nijmegen net niet heeft uitgelopen. Aansluitend op vandaag bestempel ik de volgende twee dagen als rustdagen.
Het was een geinig weekje. Alle genoten plezier en gezelligheid kan niemand van me afpakken. Dan maar even flink gas terug.
zondag 28 oktober 2007
Voorlopig maar niet meer doen. Al dat drukke gedoe. De verjaardag van Gaby, en alles er omheen, was ontzettend gezellig en leuk. Het blijkt alleen een beetje teveel van het goede geweest te zijn. Het is nu zondagavond en nog steeds heb ik er last van.
Het hele weekend heb ik dan ook niets gedaan. Zo weinig mogelijk dan; niets, dat lukt me nooit. Van ellende heb ik al twee dagen bijna niet geplast. Twee schamele kilootjes heb ik daarmee vergaard. Oh, dat valt wel mee. In twee dagen. In dat licht bezien is die gewichtstoename een beetje zorgwekkend. Vandaag liep het zaakje weer als een tierelier. Hopelijk betekent zulks het spoedige eind van mijn lichamelijke watersnood.
Voor de rest gaat het best. Veel geslapen. Beetje TV gekeken. Dat was het zo’n beetje. Interessant leventje hoor. Morgen probeer ik het weer op te pakken. Dan begint de wekelijkse routine weer.
maandag 29 oktober 2007
‘AUW!’
Het is weer maandag. De leukste dag van de week. Na eindelijk eens een goede nachtrust stond ik vanmorgen geheel verkwikt op. Ja, je leest het goed; ik had er zin in! Niet meteen natuurlijk. Mijn ochtend humeur is, bij ons thuis dan, legendarisch. Voor de koffie gewoon koest af en lig en niet proberen met me te communiceren.
De enige die vindt dat dit niet voor haar geldt, is de poes. Stom beest. Zodra ik een beetje lijk te bewegen begint ze me lastig te vallen. En de koffie zou nog lang op zich laten wachten. Als de wijkverpleging er is, doen we een bakkie, samen met Sylvia. Om een uur of elf kwam er eindelijk koffie op tafel.
Hiermee begon mijn dag een beetje te beginnen. Wat ik vrijdag, zaterdag en zondag had vermeden, moest nou maar plaatsvinden. Onder de douche. Wat een lol. Veel beter kwam ik niet onder de douche vandaan. Ik werd weer met mijn neus op mijn slechte conditie geduwd. Moe maar wel lekker fris pufte ik even uit. Alleen nog scheren. (Het is nu avond en ik ben nog niet geschoren. Typisch.)
Nog even lekker verder suffen. Om me heen gaat alles toch wel z’n gangetje. Sylvia ging verder met het houden van het huis, Marcel deed boodschappen en ik… ik deed fijn niets. Ondanks dat ik me redelijk voelde hield ik mezelf streng voor dat dat ook het enige zou zijn dat ik zou doen. Niets. En dat heb ik de hele dag tamelijk goed volgehouden. Goed hè?
Op mijn aanwijzingen ging Cees aan de slag in de keuken. Zin in poepelegeintjes met eten had ik niet. Gewoon eenvoudig wokkelmacaroni met groenten en gehakt. Geen saus. Dat vind ik niet zo lekker. Napolitaanse saus uit een potje. Nee, dan zit je alleen maar tomatenketchup te eten. Cees en ik maken alles bijna helemaal zelf. Alleen de tomatenpuree kwam uit blikjes.
Inmiddels kreeg ik een verontrustend telefoontje. Het was Betty. Zij wilde weten of het gelegen kwam als ze me de griepprik kwam geven. Nee, dat kwam natuurlijk niet gelegen. Een prik! Dat komt nooit gelegen. Dûh… Maar ja, dat denk ik dan, ik zei dat het natuurlijk altijd gelegen komt. Nou, daar kwam ik niet meer onderuit. Ik kon moeilijk terugbellen dat ik plotseling naar mijn zieke oma moest. Punt 1, maar dat weet Betty niet, is mijn oma al jaren dood. Punt 2 mag ik de deur niet uit. En dat weet ze wel.
De prik bleef dus niet uit. En dan gebeurt er iets vreemds. De prikgevende, i.c. Betty, geeft je een prik waardoor je afschuwelijke pijnen lijdt en besluit de marteling met een vriendelijk ‘asjeblieft’.En dan zeg je nog ‘bedankt’ ook. ‘Bedankt’. Waarvoor? Een slachtoffer van zinloos geweld bedankt zijn belager toch ook niet.
Het Italiaanse diner dat Cees had gemaakt ging er goed in. Smullen , samen met Sandra. Helaas eiste zelfs deze rustige dag zijn tol. Ik was weinig aanspreekbaar. Sandra was ook erg moe. Die ging dus vroeg naar huis. Ik typte in alle rust dit stukje en toen vond ik het welletjes.
dinsdag 30 oktober 2007
Geweldig, die griepprik! Als je het mij vraagt, heb ik er griep van gekregen. Oké, ik heb geen koorts, zelfs geen verhoging. Voor de rest ben ik helemaal naar de kloten. Om het zo maar eens te zeggen. Voor de opgevoeden onder jullie: Mijn fysiek geeft geen reden tot welbevinden.
Dat kan er dan ook nog wel bij.
Gisteravond ben ik behoorlijk te keer gegaan tegen Iris. Het ging over de was. Ik had er gelijk al spijt van. Helaas komt spijt altijd te laat, het kwaad is dan al geschied. Niet dat ik me wil verontschuldigen, maar alle stress en frustratie werd me even te veel.
Stress door het wachten. Nu niet meer alleen op de hoofdact, transplantatie, daarnaast schiet de supportact, het aangekondigde onderzoek, ook niet op.
Frustratie door het steeds minder kunnen. Wat ik verder niet zal uitdiepen.
Het voorval met Iris maakte me danig van streek. Ik belde Sandra wakker en heb huilend met haar aan de lijn gehangen. Boos en verdrietig vochten om voorrang. Daarna viel ik gelukkig in slaap. Een lange slaap. In een droom ging mijn ICD af. Het was maar een droom.
Ik heb Iris maar een dikke knuffel gegeven en gezegd dat het me speet. Jammer dat ze me uitlachte. Wat heb jij nou aan??? Een pyjama, die draag ik anders nooit. Gisteravond vroeg ik Gaby om een slaap-shirt. Had ze met het opruimen van mijn kast een pyjama gevonden waar ik het bestaan niet eens van vermoedde. Ja, lach me maar weer uit.
Slapen om tegen drieën pas echt wakker te worden. Michel belde me wakker. Veel schokkende of interessante dingen heb ik niet meegemaakt. Suffe dag. Gelukkig versliep ik de helft ervan.
woensdag 31 oktober 2007
Volgens Elly kan de narigheid rond mijn gestel heel goed zijn oorzaak vinden in het toegediend hebben gekregen van de influenzavaccinatie. Vandaag ging het wel weer. Ik had alleen weer zo rot geslapen. Door het rust houden ben ik wel wat vocht aan het kwijtraken. Dat dan weer wel. Gunstig.
De dag ving aan met een bakkie thee en een douche. Elly wilde me ook wel scheren. Dat zou ik zelf wel doen. Het is er nog niet van gekomen. Vervolgens gebeurde er een hele tijd niets. Echt niets. Ja, lekker op m’n gemakkie de krant lezen.
Wat een onzin staat er dagelijks in de krant. Hoofdcommissarissen die willen dat hun dienders op fietsverlichting gaan letten. Als ze dat nou eens lekker zelf gaan doen. Kunnen de mensen op straat wat nuttiger gaan doen.
Om het even bij de politie te houden. De in België ontsnapte crimineel N. B. is aangehouden in Den Haag na het overvallen van Motor Mercuur op de Pletterijkade .Wou die met de opbrengst naar de hoeren of een harinkie happen bij de Haringkoning? Typisch, op spectaculaire wijze uit een Belgische gevangenis ontsnappen en dan in Nederland een suffe overval plegen. Belg van Marokkaanse afkomst zeker?
Wat me brengt op Belgenmoppen. Belgenmoppen voor en door Belgen.
Hector wordt uitgenodigd op een verjaardagsviering bij Baziel.
Flavie is druk in de weer met het eten, en het valt Hector op
dat Baziel bijzonder vriendelijk is voor haar. Heel de avond
noemt hij haar “schatje”, “zoetje” en “vrouwtje”.
Nadien, terwijl Flavie de afwas doet, zegt Hector tegen Baziel:
“Ewel, ‘t is wel wreed schone vajje, dajje na ol die joaren getrouwd
sien nog altied troetelnoamtjes gebrukt voe je vrouwe”.
“Joat é” zucht Baziel “Mo’k doen dat eigenlijk wel omdan’k
diengstje eur noame vergeten zien”
Dat onze zuiderburen ook aan Hollandermoppen doen lijkt evident
Een Belg, een Hollander een Fransman gaan samen naar een café. In het café hangt een bord waarop vermeld staat dat de waard vijftigduizend euro geeft aan degene die in een hok kruipt met zijn stinkende varkensbeer en daar vijf minuten bij kan blijven! Ze moesten het natuurlijk proberen. De Belg dacht ik ben van de varkensstreek dus… Na twee minuten komt hij buiten gelopen: “bah, dat stinkt daar!” De Fransman dacht met al onze kazen dat moet lukken… Na drie minuten: “bah, dat stinkt daar!” De Hollander, die dacht aan al dat geld en Oranje boven, is vastbesloten binnen te blijven. Na een minuut stormt het varken echter naar buiten: “bah, dat stinkt daar!”
Je verbazen is ook een bezigheid. En dat doe ik nog dagelijks. Helemaal afgestompt ben ik gelukkig nog niet. Ik lag nog een beetje na te verbazen toen Rita kwam. Ze had een introducé bij zich. Wies. Wies wil wel inspringen wanneer Cees in december met vakantie is. Met haar ga ik het als het aan mij ligt vast wel kunnen vinden.
Veel was er niet te doen. De boodschappen waren al gedaan en Iris wilde koken. Nou, prima toch? Hadden we de tijd om te zitten beppen.
Al vroeg kwam Gaby thuis uit haar werk. Ze was naar huis gestuurd. Niet ontslagen maar wel ontzettend kiespijn en een dikke wang. Ach gossie. Morgen moet ze naar de tandarts. Marcel moet mee handje vasthouden.
Zo verstreek de dag langzaam maar zeker. Rita en Wies vertrokken aan het eind van de middag.
Na even bij te zijn gekomen riep ik Iris beneden om te koken.
Zelf had ik de uien al gesneden. Dat vind ik zelf zo’n k..klus, het is bijna kindermishandeling om dat je dochter te laten doen. Het vlees voor de bami moest ik ook maar snijden. Dat vond Iris dan weer niet zo prettig. Omdat ik nu toch al een mes in mijn handen had snipperde ik ook zelf maar een madame jeannetje.
Iris ging aan de slag. Fijn dat ze zo handig is in de keuken. Ik hoefde maar weinig aanwijzingen te geven. De bami bleek goed gelukt. Een beetje aan de pittige kant. En ik had er maar één pepertje in gedaan. Er werd weliswaar flink van opgeschept maar volgende keer toch maar wat minder peper.
Daarmee was deze woensdag wel een beetje over. En deze maand ook. Morgen is het alweer november. De tijd vliegt.