November

3 november 2008 0 Door robzter
Dinsdag 4 november

Ik was toch helemaal vergeten hoe druk het normale leven kon zijn. Vooral als het dan ook nog één groot festijn is. Verjaardagen, visites, Zo kwam er van schrijven helemaal niets terecht. De avonden dat ik thuis ben hang ik uitgeteld maar voldaan op de bank. Waar ik dan plots in slaap val.

Heel gekke dingen de ik toch echt niet. Goed; ik onderneem wel steeds iets meer en probeer vooral mijn conditie wat op te vijzelen door te wandelen. De overburen heb ik gevraagd of ik af en toe de hond uit mag laten. ze moesten erg om de vraag lachen maar het mocht wel. Ja, zo een beetje voor Jan met de korte achternaam door het buurtje lopen staat ook wat vreemd.
De hond in kwestie is een goed opgevoede Schotse Collie. De buren een paar deurtjes verder hebben ook een leuke hond. Alleen is die zo sterk, volgens mij is het een soort Rottweiler, dat ik bang ben dat het beest zomaar m’n arm eraf trekt. Ahhh… het is best een leuke hond.

Samen met Gaby ben ik een proefritje gaan maken met een Mazda MX5. Er moet toch een autootje komen. Het ritje viel een beetje tegen. Van een pittig rood roadstertje verwacht je messcherp stuurgedrag en een min of meer spannende acceleratie. Wel; het hoogbejaarde Coltje waar we het nu mee doen trekt significant sneller op en laat zich nog steeds wel keihard de bocht om hoeken. – Wat allebei niet mag van Gaby. – Dat ging het dus niet worden.

Komend weekend ga ik logeren bij Caroline. Om er te komen mag ik de Volvo van AnneMarie lenen. Dat vind ik wel helemaal te gek. Wat ik ook te gek vind is dat ik dan ook eens met de honden kan wandelen in bosrijk Austerlitz. En zelf naar de kampwinkel lopen als ik wat wil hebben. Weer een feestje.

Vanavond had ik Michel en Martin, een ex- en hopelijk tevens toekomstige collega, te eten. Ik had lekker makreel in ketjapsaus, kipsaté, en boontjes met taugé gemaakt. Rijst, nasi goreng en vega bami goreng erbij en smullen maar. Het was hartstikke gezellig. We hebben lekker lang getafeld. Leuk als je mensen zo van je werk ziet genieten. Zelf at ik niet veel maar dat maakten de heren wel weer goed. Waar lieten ze het? Beetje jammer dat ik een dessert vergeten was. Dan maar alleen koffie na.

Het was vandaag weer een leuke, doch ietwat inspannende, dag. En, zoals je ziet, nog puf om de laptop op schoot te nemen ook. Het gaat steeds beter zo. Wat zal ik vanavond lekker slapen. Doe ik het morgen wel rustig aan. Oké? Ik beloof het mezelf. Jullie zijn getuigen.

 

Woensdag 5 november

Vandaag dus maar een beetje niksen. Bijna niksen dan. Er is altijd wel iets te doen en anders loop ik me maar en beetje te vervelen. Om kwart voor negen ging de wekker en toen ben ik er uit gegaan. Pillen en prikken. Bordje Brinta. Douchen.

Niksen. Goed voornemen. Maar wie mij een klein beetje kent, weet dat daar waarschijnlijk bijzonder weinig van terecht komt. Ik begon wel met een hele goede poging; in mijn campingsmoking op de bank voor de buis. “En nu?” Nou ja, volhouden hè.
Al snel kwam er een eind aan de poging. Met een goed excuus hoor. Michel en Ellen kwamen wat dingetjes langsbrengen en Ellen bliefde wel een bakkie koffie. Dat ik graag voor haar zette. Michel wilde toen toch ook wel koffie. Gezellig zo op een reeds als verloren beschouwde woensdagochtend.

Niet erg nikserig, dat dan weer niet. Ho… een SMS-je – Ja, dit modernisme heeft ook mij in zijn greep. – Een SMS-je van Renate. Na schooltijd komt ze langs om de afternoon tea met me te nuttigen. Ja, ho even! Dat gaat zo maar niet! Thee in allerlei soorten en smaken had ik wel in huis, maar met een droog biscuitje erbij maak ik geen indruk.

Een speurtocht naar een mogelijke oplossing voor dit probleem leverde me een peer en twee pakjes bladerdeeg op. De peer werd gereduceerd tot hele kleine stukjes, vanillesuiker en kaneel erbij. Dat werd de vulling voor de bladerdeeghapjes. Beetje chocoladesaus erbij en hup, zo had ik ik zomaar lekkers bij de thee uit mijn culinaire hoge hoed getoverd. Als afmakertje nog wat sesamzaad erover. Mmmmm.

Sesamzaad. Ik krijg daar het volgende beeld bij:

Een masturberende Pino die met ferme straal Ienieminie tegen de muur spuit, verbaasd toekijkende kindertjes thuis voor de buis, papa’s en mama’s die zich plots geconfronteerd zien met hele lastige vragen, actiegroepen, kamervragen, Rouvoet die zich snel uit de voeten maakt, kabinetscrisis, herverkiezingen, de SGP aan de macht… En dat bedacht ik terwijl ik de hapjes afmaakte.

Het houdt koken wel leuk. Mensen vinden de dingen die ik kook, bak, frituur of braad altijd nogal apart. Hoe zou dat nou komen? Ik gebruik gewoon mijn fantasie in de keuken denk ik. En dat proef je altijd terug. – Iemand nog een risolles? –

Leuk gezelschap, warme thee en de infameuze perenhapjes. Een leuk besluit van de dag. En een auto voor morgen. Ik mocht die van Renate wel lenen. Moesten buurmannen Pim en Dennis wel eerst nog even een lampje vervangen.

Morgen dus naar het EMC.

 

Zaterdag 8 november

Na wat onvoorziene obstakels heb ik gisteren uiteindelijk toch Austerlitz weten te bereiken. AM zou haar auto komen brengen. Belandt ze in het ziekenhuis. Ja, daar kan ze ook niets aan doen. Maar AnneMarie zou AnneMarie niet zijn als ze dit hobbeltje niet kreeg gladgestreken. Zo kon ik ik toch nog op weg. Ruim voor de files. Dacht ik.
Fout! Al bij Gouda kon ik achteraan aansluiten en de handrem erop zetten. Het was net twee uur geweest. Het moet toch niet gekker worden. Tot Driebergen ging het stapvoets verder. Misschien had ik beter de de scootmobiel kunnen nemen om over de vluchtstrook rijdend mijn bestemming te bereiken.

Van Driebergen is het een mooi ritje naar Leersum, waar Nanne woont. Helemaal in deze tijd van het jaar, met al die herfstkleuren.
Het was leuk Nanne en Grazyna weer eens te zien. Dat was al te lang geleden. Na een uurtje ben ik weer weg gegaan. Nanne stond zo te zien op instorten en zelf moest ik toch ook verder. Van Leersum naar Driebergen is ook een mooi ritje, met het laatste stukje naar Austerlitz als bonus.

Vandaag lekker uitgeslapen. Weliswaar moest ik eerst een van de honden overtuigen dat het de bedoeling was dat ik, en niet hij, in/op het bed zou slapen. Na het ontbijt ben ik eens lekker in bad gaan liggen. Sinds mijn verblijf in het verpleeghuis had ik niet meer in een bad gepoedeld. Er zijn vervelender manieren om je dag te beginnen.

Uitgerust en opgedroogd, de middag was al aardig gevorderd, togen Caroline en ik naar de manege waar Jan en Sara de paarden en wagen bijna klaar hadden staan. Heerlijk in het zonnetje en uit de wind keek ik toe hoe koetsier Jan de paarden inspande. Twee truien, een dikke jas, handschoenen en een dikke deken over m’n benen en we konden op pad.

Gezien mijn toestand meed Jan de welhaast onbegaanbare bospaden waar hij zo’n voorliefde voor heeft. Het hobbelen en bonken bleef dus zeer beperkt. Dankzij de mooie omgeving, het zonnetje en de onbestaanbare hoeveelheid textiel die me omhulde werd het een hoogst aangenaam tochtje.

Terug op de manege namen we snel iets warms te drinken. En toen naar huis voor een rondje bankhangen. Het is net vakantie.
Vanavond gaan we nog uit eten in Ribhouse Texas in Woudenberg. Daarover morgen meer..

 

Zondag 9 november

En dat bij Ribhouse Texas eten, nou, dat heb ik geweten. Natuurlijk was ik de BOB. Logisch,want ik drink toch niet. Met het Volvootje van AM volgeladen reden we naar Woudenberg. De parkeerplaats van het eethuis was mudjevol. Na eindelijk een parkeerplaats in de wijk te hebben gevonden bleek dat dat voor de schranshut zelf ook op te gaan.
Verwelkomd door regelrecht bij een rodeo weggelopen cowboys en -girls zaten we al gauw aan tafel. En daar kwam de menukaart al. Ik ging op zeker, bestelde een mixed grill met wat salade on the side en wachtte af. KREEG IK OP EEN GEGEVEN MOMENT TOCH EEN ENORM BORD VOL MET VLEES! En ik wilde het nog wel bescheiden houden. Wat dus alleen lukte door prioriteiten te stellen en de rest te bestemmen voor de doggybag.

Veel maar goed en in een ongedwongen, ja, bijna losgeslagen sfeer. Het leuke blonde koeienmeisje dat ons bediende maakte zelfs buiten de kaart om een mocktail voor me. De avond kon niet leuker. Eindelijk hadden we zo’n beetje al het voer weg weten te werken toen er uit de in jute zakken verstopte luidsprekers schalde dat er weer een ijstaart uit ging omdat Rob, na lang wachten, eindelijk z’n harttransplantatie had gehad! Ohhhh jaaaaaa…

Voordat ik het goed en wel in de gaten had kwam er een menigte bont uitgedoste Disney-Mexicanen aandansen met een ijstaart; vuurwerkje erop, een maf TexMex-muziekje -denk Rowwen Hèze in de Skihut- erbij, ‘the works’. Lachen man. De avond kon dus toch nog leuker. De smakelijke ijstaart was geen lang leven beschoren. Niet omdat ‘ie smolt maar omdat hij heel snel verorberd werd

Geheel tot aan onze huigen gevuld taaiden we af. Nog even naar de paarden om die ook te voeren en daarna snel naar huis. Wat een wereldavond. Wat een werelddag! Al snel zocht iedereen zijn mandje op en werd het stil in huis. …

Na weer een nachtelijk geduw en getrek aan een hond (nu een andere) om bedruimte ging ik er om half elf maar uit. Zo begon vandaag.
Toegegeven; ik voelde me behoorlijk uitgeteld. Dat kon ook haast niet anders. Vandaag maar eens goed m’n rust nemen. Beetje computeren, stukkie lezen… dat soort non-activiteiten.

Aldus… terwijl Caroline druk bezig was met sushi maken en Jan een nieuwe waterpomp in de Laro prutste, zat ik een beetje te niksnutten. Daarom kon ik volgens Caroline wel aardappels schillen voor bij de boerenkool. Nou? Vooruit dan maar. Ondersteund door een CeeDeetje van Manu Chao jaste ik de piepers.

Het werd langzaam donker. Jan kluste nog steeds aan zijn auto en Caroline was weer naar de manege. De honden lagen allemaal te suffen. De piepers van hun schilletje ontdaan. Een echte zondag. Ik had het weer helemaal naar m’n zin.

Maar morgen toch ook weer lekker naar huis.

 

Maandag 10 november

Het is nu… even kijken… bijna half acht. Ik lig in mijn eigen bedje in het voorkamertje met Lappie Laptop op schoot en een beker koffie binnen handbereik.

Vanochtend ben ik op m’n dooie akkertje naar huis gereden. Na me eens duchtig verslapen te hebben. Hup, spullen in de auto en karren maar. Het was rustig op de weg. Alleen bij Utrecht viel het heel even tegen, maar het reed allemaal nog wel. Trajectcontrole op de A12. Nou en! De cruisecontrol ergens tussen de 110 en 120 km/h ingesteld en gestaag kwam Rotterdam steeds dichterbij volgens de ANWB-borden.

Volgens Iris was er niets meer te eten en te drinken in huis. Dat werd boodschappen doen. En na de boodschappen plofte ik toch echt in horizontale positie neer op de bank. Ik belde Jan, de man van Annemarie, op om te vragen hoe laat ik de auto terug kon brengen. AM ligt in het ziekenhuis met een nare infectie of zo. De auto hoefde nog niet terug.
Daar was ik eerlijk gezegd wel blij mee. Hoefde ik de deur niet meer uit. Kon ik lekker rustig aan doen. Iris vertrok ergens in de middag naar haar werk. De moeheid viel als en klamme deken over me heen. Moe, maar dan heel anders dan voorheen. Het was mooi geweest, vond mijn lijf. En mijn geest was het daar wel mee eens.

Het was een leuk weekend, en daar ging het allemaal om. Mission accomplished!

 

Woensdag 12 november

Gierigheid loont niet. En dat merkte ik gister maar weer eens. ‘Laat ik eens een stukje illegale software downloaden!’ Vervolgens ben ik tot vanmiddag bezig geweest de schade aan m’n systeem te herstellen. Bijna… heel bijna had ik Michel zelfs gebeld. Maar dat was me toch te gortig. Ik laat me niet op m’n kop zitten door iets als een Trojaans Paard of andere virussen, malware en dat soort digitaal gespuis! Dat zou lekker worden zeg.

Toen ik eenmaal bezig was heb ik meteen maar grote schoonmaak gehouden met als resultaat dat mijn computer er weer helemaal zin in heeft en draait zoals hij in tijden niet heeft gedaan. Hij lijkt mij wel!
Wat niet wil zeggen dat ik nu uitgedokterd ben. Vanavond mag ik bij Roon een draadloze router installeren. En of ik dan gelijk ook maar wilde koken. Nou, dat wil ik wel.

Ik moest toch m’n wandelmetertjes maken. Dat kon ik mooi combineren met het halen van de boodschappen. Het blijft nog vreemd om zo rechtop door het winkelcentrum te banjeren. Het perspectief is wennen. Dat ik scootmobiel-dus-even zwaaien-want van dezelfde leeftijd-vage bekenden nog steeds zie rondkarren in hun elektrieke karretjes… da’s een beetje dubbel. Pech voor hen, ik blij. Ja, het klinkt lullig, maar het voelt alsof ik ergens aan ontsnapt ben.
Wat ik eigenlijk wel ben natuurlijk. Gelukkig.

Aan het eind van de middag kwam Maarten K., de Slachter van Nieuwenhoorn, langs om m’n rechterschouder eens goed onder handen te nemen. Daar blijf ik maar last van houden. Raar hoor. Na de sessie voelde een en ander een stuk beter aan. We spraken af dat ik vrijdag onder zijn toezicht ga proberen te fietsen. Mits het droog is, de zon schijnt, het niet te hard waait enzovoorts. En dan wil ik alleen de straat op en neer. Meer niet. Alleen even voor het gevoel.

Nou, hier laat ik het voor vandaag even bij. Het is bijna etenstijd en ik moet nog wat voer verpakken.
Oh ja… morgen rondje EMC met alles erop en eraan.

 

Donderdag 13 november

Nieuw internetvriendje Michael maakt er wel heel veel werk van.

Maar nu ik weer. Afgelopen week kreeg ik een mailtje van een trouwe lezeres met de vraag of ik op haar school op kan treden al ervaringsdeskundige. Nu heb ik heel veel ervaing met van alles maar dit verzoek ging specifiek over mijn ervaringen als hartpatiënt die een hart gedoneerd kreeg. Natuurlijk heb ik meteen ja gezegd, of gemaild dan.
En dat in het kader van een project over orgaandonatie. Voor het goede doel zeg maar. En er mag gediscussieerd worden. Da’s wel wat voor mij. ik zal proberen de ‘tere’ kinderzieltjes niet al te zeer te beschadigen.

Oh gotte gotte got… wat heb ik nu weer beloofd? Zestig tweede klas VMBO’-ers. Als of je voor een stel wilde beesten staat. Maar ik ben wel wat gewend, dus dat komt vast goed en wordt ook leuk. Het is pas over een paar weken dus ik kan me nog even voorbereiden. Ik verheug me er al op.

Vanochtend was het vroeg opstaan om naar het EMC af te reizen. Het verkeer op en rond het eiland is een drama zodat ik erg vroeg vertrok; al om kwart over zeven zat ik in de auto. Bleek het redelijk rustig te zijn op de wegen. Zodat ik al om kwart over acht in het ziekenhuis zat. Waar ik pas tegen half tien aan de beurt was voor een biopt. Lekker hoor.
Daarna nog een EeCeeGeetje en een babbel met de dokter. Alles goed en wel was ik pas tegen enen weer thuis. Alsof ik niets anders te doen had. Ik kan zelf ook zo gauw niet verzinnen wat dan maar dat is een detail.

Ik was nog maar net thuis toen de buurvrouw aanklopte. Of ik mee wilde de honden uitlaten in het ‘bos’. Nou, dat leek een goed plan. Dus wandelschoenen aan en met de honden achter in de auto naar de Ravense Hout. We hebben een flink eind gewandeld. Lekker hoor. Het zonnetje scheen, de collies drentelden om ons heen of voor ons uit. Leuk. Gezellig kletsen over van alles. Van zoiets kan ik dus ontzettend genieten.

Genoeg genoten. Mijn benen deden lekker pijn, de bank lonkte. Er hoefde niets meer. Eigenlijk zat de dag er een beetje op. Iets te eten uit de vriezer, Iris naar school. Morgen weer meer. Niet veel meer hoor. Ik wil er een rustig dagje van maken.

Morgen zou ik jarig zijn. Maar ik heb m’n verjaardag verschoven naar 17 september. Morgen ben ik dus NIET JARIG! Volgend jaar pas weer. 17 September, dus zet het in je nieuwe agenda en verander het op de verjaardagskalender.

 

Vrijdag 14 november

Ja… een rustig dagje. Afgelopen nacht was al erg onrustig. Om de haverklap werd ik wakker, ik kreeg het koud dus op zoek naar een slaapshirt en een trainingsbroek. Dan weer pissen. Dat soort gedoe. Tot overmaat van ramp was ik vergeten m’n wekker na gisterochtend weer goed te zetten. Waardoor ik om half zeven of zo m’n ochtendpillen al naar binnen werkte. Ja, ik vond het wel nog wat donker buiten. Shit! Maar weer liggen dan. Niet meer slapen.

Om negen uur kwam domesticaal assistente Ina. Zij zette koffie wat me over de streep trok er dan toch maar uit te gaan.

Later in de ochtend verscheen Sandra om de zolder op, of beter, leeg te ruimen. In elk geval de fotoboeken, haar naaimachine, breitasje en dat soort dingen. San had het echter ook wel een beetje gehad deze week zodat we na een paar dozen en een beker koffie naar het winkelcentrum vertrokken.

Voordat we de deur uit gingen was er eerst nog Maarten. Ik zou proberen te fietsen. Het was in elk geval even droog en ik haalde m’n fiets uit het schuurtje. Vooruit dan maar. Wat moed verzamelen en daar zat ik op het zadel, de handen op het stuur en één voet op een pedaal.
Voorzichtig zette ik af en begon te trappen. En het ging goed. Nergens pijn, wel nog wat wiebelig maar toch. Maarten kwam in een behoolijk drafje achter me aan. Hij keek hoe het met de beweeglijkheid zat, liet me wat korte bochtjes draaien en een keer flink vertragen.
Al snel kwam het vertrouwen terug en zat ik tamelijk ontspannen op het rijwiel. En weer zo blij als een kind. En misschien ook wel zo trots als een kind dat voor het eerst zonder hulp van zijwieltjes, papa of mama kan fietsen. Het gaf een goed gevoel, absoluut.
Het eerste fietstochtje; de straat uit, de hoek om en weer terug! Nou… bravo! Een hele prestatie, maar ik hoop volgend jaar toch wat verder te komen.

‘s Avonds kwamen Ruud en Wilma gezellig langs. Een leuke avond was het gevolg.

Weet je wat? Ga ik het morgen rustig aan doen. (Yeah… right!)

 

Zaterdag 15 november

Ik wil meer… veel meer… ik wil… ik wil… van alles! Gister weer leren fietsen. Vandaag hiervan bijkomen en morgen? Inlineskaten? Jaaaaaaaaahhhhhhhhh!!!!!!!!!! Dus niet. Fietsen op een nat wegdek, dat gaat prima. Skaten gaat dan wat minder. Sterker… da’s zo’n beetje levensgevaarlijk! Dat moet nog even wachten. Ja, ik weet nog wel iets. Maar ja…*

Eerst maar eens het fietsen opbouwen.

Daar wil ik echt mee aan de gang. Het ziekenhuis heeft me aangemeld voor CAPRI,(foto) een revalidatieprogramma voor hartpatiënten. Daar zal ik binnenkort dus heen moeten. Ze hebben een locatie in Spijkenisse. En patser als ik ben, wil ik daar de eerste keer op de fiets heen. Ik heb al m’n winterkleding voor het fietsen nog. – Moet ik het alleen weer uit een verhuisdoos vissen en passen. – Zelfs een erg mal thermomutsje. Daar moet ik nog even over denken. Dat heb ik volgens mij nog nooit gedragen wegens zwaar voor lul fietsen.

– Ja, alsof zo’n wielrenbroekje er bijzonder charmant uitziet. –

Daar zeg je wat. Vroeger, in een ander leven, heel lang geleden, zo van ‘er was eens…’ was ik een enthousiast fietser. We brachten de kinderen altijd met de fiets naar de basisschool. Ja, dan kwam het wel eens voor dat ik aansluitend m’n kilometers ging maken. Nou, dan waren de meiden niet blij. Zo’n vader in volledig fietsgalatenue. Nee, dat doet het goed bij je klasgenootjes. Ik heb dan ook regelmatig de titel ‘Most Embarrassing Father of the Year’ veroverd. Glansrijk! Of kansloos? Zeg het maar.

Of die keer dat ik met Sandra en m’n schoonouders een fietstochtje maakte. Meggie in de Bobike achterop m’n mountainbike. Het was een rustig ritje door de polders totdat… ik werd ingehaald door een sukkel op een racefiets. Hijgend en zwetend als een paard kwam hij me voorbij flitsen. Dat kon ik me niet laten gebeuren!

Even een tandje terug, aanzetten, tandje er weer bij en met een vaart van dik 50 kilometer per uur, gewoon in spijkerbroek en gympies, op een dikke bandenfiets en een schreeuwend (‘PAPA PAPA…. NIET ZO HARD, NIET ZO HARD!!!’) kind achterop met gemak erop en erover. Ik denk dat de goede man thuisgekomen uit frustratie zijn fiets in de dichtsbijzijnde wilg heeft gehangen.
En ik heb Sandra zelden zo razend meegemaakt. Oeps… Ja, nu kan ik er wel weer om lachen, Sandra eigenlijk nog steeds niet. Het was ook wel een buitengewoon stomme actie. Maar wel lachen. (Toch?)

 

Zondag 16 november

Hallo lieverds, daar ben ik weer. Ja ja… je verzint het niet. Wilde ik het vandaag rustig aan doen, had ik een huis vol met lui die m’n linnenkast kwamen demonteren. (Richard, je bent een toppertje). Dat scheen nog wel een klus te zijn. Zelf heb ik geen poot uitgestoken. Ja, om de lunch, pistoletjes ‘gezond’ en koffie, te maken.

Na de lunch kon de kast naar het huis van Roon worden getransporteerd. Of ik mee wilde. Kon ik even naar de PC van Roon kijken. Het draadloos netwerk, van de week door ondergetekende zelf geïnstalleeerd, deed het niet. Aangekomen functioneerde het netwerk prima, maar ja. De laptop was echt toe aan een ingrijpende softwaretransplantatie. Zelden zo’n hufterig besturingssysteem als dat Windoos Vista meegemaakt.
Het had het beste, makkelijkste, netwerkvriendelijkste en meer van dat soort superlatieven, besturingssysteem van Win-fucking-dows tot nu toe moeten zijn. Nou; ECHT NIET!!! Wat een ellende. Sandra gaat binnenkort een volledig nieuwe installatie doen. Nou maar hopen dat de bootsector nog een beetje schoon is. Anders zie ik het somber in voor het arme laptopje.

En verder? Verder heb ik vandaag de stoute schoenen aangetrokken. Eigenlijk de stoute inline-skates. Het eerste dat aan mijn sleutelwoede moest geloven was het remblok. Onnodige ballast. Weg ermee, nergens voor nodig. Toen het frame weer op de schoen zat en de wielen er weer onder heb ik ze aangetrokken en, bijzonder wiebelig, een stuk door de kamer gerold.
Nou ehhh… dat was het niet helemaal. Komt nog! Er komt nog veel meer. Maar vanavond niet meer. Ja, slapen!

 

Maandag 17 november

Het gaat allemaal best snel. Misschien wel te snel.

Vanochtend ben ik lekker goed opgestaan. De laatste paar nachten sliep ik heel slecht. Geen spanningen, geen stress (Ik stress? Hahaha.) Er spookt gewoon te veel door m’n kop. En geen nare dingen hoor. Het gaat steeds over de dingen die ik al weer kan, dingen die ik binnenkort weer moet kunnen. Alles is spannend. Op de één of andere manier vreet dat toch ook energie.
Maar, ik dwaal weer af, vannacht heb ik fijn geslapen. Toen de wekker om kwart voor negen ging, kostte het me geen moeite om uit bed te komen. De pilletjes erin, beetje insuline en vooruit, als voorafje voor het ontbijt zo’n zogenaamd gezonde en verantwoorde LIGA-koek.
‘Weet je wat’, dacht ik, ‘Ik kruip nog lekker even terug totdat Sylvia komt. Nou, pakte ik toch nog een uurtje erbij. Precies op tijd kwam Sylvia aan. KOFFIE! We dronken gezellig een bakkie, Syl begon de keuken te soppen en ik ging douchen. Zo hé, wat een tempo op de vroege morgen. Sylvia verbaasde zich over mijn wakkerheid.

Dat wakkere en actieve moest toch niet gekker worden volgens Syl.
‘Hallo, waar bemoei jij je opeens mee? Wie doet hier het huishouden??’
-‘Eh… jij…?’
(Het is een schat, mijn Hoofd Huishouding.) En ik wilde alleen maar helpen. Later hebben we wel samen het tweepersoonsbed in mijn kamer opgemaakt. Daar ga ik nu weer slapen. Zo’n klein eenpersoontje is ook niet alles. Waarom ben ik daar eigenlijk terecht gekomen? Nou ja, lekker belangrijk. Vanavond heb ik weer de ruimte. Kan ik me weer omdraaien zonder me tegen de muur te stoten of eruit te pleuren. Enne… nooit gedacht dat dat zou kunnen maar ik had zelfs lol in het bedopmaken.

En vanmiddag… nadat Syl en Cees, die ook nog aan kwam waaien, hun eigen dingen waren gaan doen, ben ik ik boodschappen gaan doen. Bij de Lidl… op de fiets. En het viel niet tegen. Alleen m’n benen, die waren toch niet erg blij met deze nieuwe vorm van bewegen en protesteerden wat. Kwestie van negeren en stug doortrappen.
Negeren? Het protest moet natuurlijk niet te gek worden. Gelukkig ging het al snel beter. Het smalle imitatie flite-zadeltje deed steeds minder zeer aan mijn reet achterste en m’n benen begonnen het op de terugweg zelfs wel weer lekker te vinden. Het voelde überhaupt goed.

Tamelijk overmoedig heb ik daarom vanavond afgesproken bij Renate op de koffie te gaan. Dat heeft ook met verwerking te maken; de laatste keer dat ik op de fiets zat, kwam ik bij (toen nog Peter en) Renate vandaan. Waarna ik thuisgekomen dus zo’n beetje dood neerviel met een hartinfact. Daarna heb ik dik vier jaar niet meer gefietst. Later bleek er diezelfde nacht, op dezelfde Oostdijk waar ik ook had gereden, een jonge knul een hartinfarct te hebben gekregen op de fiets. Hij werd helaas ter plekke overleden aangetroffen.

Soms moet je een beetje geluk hebben. Ik heb meer dan een beetje.

 

Donderdag 20 november

Ik denk er serieus over na een agenda aan te schaffen. En een flinke pot tijgerbalsem. Zo druk als een klein baasje ben ik. Het is niks dat ik wat kan, maar dan wil, en zal, ik het doen ook.
Dus fietsen. In verband met deze activiteit heb ik toch maar een iets comfortabeler zadel gekocht. Nog net geen bankstel hoor. Het heeft nog wel iets sportiefs. Mijn billen zijn me, denk ik, eeuwig dankbaar. En de tijgerbalsem dan? Die smeer ik op m’n benen. Allemensen, wat heb ik een spierpijn door dat kleine beetje wandelen dat ik doe.

Nou, wat heb ik dinsdag en woensdag zoal uitgespookt? Ik weet het niet meer. Vandaar die agenda ook.
Dinsdag heb ik niet echt veel gedaan. Ja, boodschappen. BORING! En dat was het dan wel zo’n beetje.

Woensdag was knutseldag. Mijn vakkundig om zeep geholpen oude ATB moest nieuw leven ingeblazen. Maandag had Iris, die de fiets tenslotte gebruikt, eens flink een spons en doeken over het rijwiel gehaald. En inderdaad; zoals ik me meende te herinneren was de fiets felgeel met aluminium velgen.
Verder moesten er nieuwe tandkransjes op en een ketting. Dat zou de fietsenmaker wel voor me doen. Zelf heb ik de rem- en verstellerkabels vervangen, en de bel, en de standaard. Oh ja, het zadel. En waar het om ging; de rem/schakelhendels. De oude Trek van Sandra diende als donor.
Voordat er gebouwd kon worden moest er dus eerst gesloopt. Met alles bij elkaar was ik er wel een dagje zoet mee. …

Wat jammer dat ik vannacht niet kon slapen. Want ik moest vroeg op. Natuurlijk; naar het EMC. Het was alleen voor een verpleegkundig consult, dus was ik er zo weer weg. Daardoor dus ook zo weer thuis. Alwaar ik na een poging wakker te blijven met koffie het gevecht kansloos verloor en op de bank in slaap viel.
Dat kon echt niet want ik er was nog meer te doen vandaag; de fiets (daar is ‘ie weer) moest naar de fietsenboer, Koken, boodschappen (daar zijn ze weer).

Om met het begin te beginnen; naar Cycle Parts. – Ja… hoe krijg je een fiets zonder aandrijflijn naar het winkelcentrum? – Ehhhh… daar vraag je me wat. Daar haden Iris en ik nog niet over nagedacht. De oplossing lag bij de scootmobiel. Vaders in de scootmobiel, dochterlief zich aan hem vastklampend op de kettingloze fiets. Op de een of andere manier bereikten we ongehavend ons doel.

Boodschappen. Toen we toch in het winkelcentrum waren gingen we gelijk naar de Lidl. Ik wilde lopen dus Iris in de scoot. Als een malloot, met twee wielen door de bocht, dat soort werk reed ze voor me uit. Eerst langs de oliebollenkraam. De verleiding was te groot.

Zooooo… de boodschapjes waren ingeladen. Naar huis. Eerst nog een stuk wandelen naast de scootmobiel. Toch wel vermoeiend op een gegeven moment. Vandaar dat ik weer wilde rijden. ‘Moet ik lopen zeker?’ Ja, Iris moest lopen. Maar inventief als ze is vond ze daar ook weer wat op.

Terwijl Iris, met haar billen leunend tegen de stuurkolom, op de ‘voorbumper’ stond (het leek de beroemde scene uit ‘Titanic’ wel.), reed ik, onder het uitroepen van ‘I’M THE KING OF THE WORLD’, het laatste stukje naar huis. Dat roepen vond Iris minder. Ja, nee, moet je maar niet het boegbeeld uithangen, da’s lekker normaal!

Als we maar gelachen hebben. Laat de mensen maar kijken. We hoeven niet eens te doen alsof we gek zijn. We zijn het gewoon. Maar wel prettig gek. En we vinden het leuk.

 

Vrijdag 21 november

Ja, meer weet ik zo gauw niet. Ik had mezelf een rustige dag beloofd en me daar redelijk aan gehouden. Dan valt er ook weinig te schrijven.

Uitrusten, daar ging het eigenlijk over, vandaag. Al dat geren en gedoe, het ongetemperde enthousiasme, de tomeloze overmoedigheid. Plotseling is het teveel. En dan ben ik eigenlijk te ver gegaan. Mijn conditie laat zich natuurlijk vergelijken met die van een zachtgekookt ei. Daar kom ik nog niet ver mee.

De hele wereld denk ik al aan te kunnen. Nou, dat is dus niet zo.Nog lang niet.

Rustiger aan dan maar. Dat klinkt wat teleurgesteld. Ach… ik wist het ook eigenlijk wel. Had ik anders verwacht? Eigenlijk had ik heel wat minder verwacht en verbaast het me wat ik in die paar weken vooruit ben gegaan. Ja toch? Van grijs lijk in spé naar een bijzonder nieuw leven waarin gewandeld, gefietst, druk gepraat en gedaan wordt.

Al die positivistische geluiden komen dit weblog niet ten goede. Wat is er nou leuker, en Nederlandser, dan eens flink mopperen, zaniken, schelden en afzeiken? Maar nee, plotseling gaat het goed met Rob en zit hij op een wolkje met een roze bril om zich hee te kijken.
Hoewel? Ik weet nog wel wat. Een beetje eigen schuld, dikke bult maar ik ben vergeten mijn telefoonrekening te betalen. Nu kan ik wel gebeld worden, maar zelf niet bellen. Actie noodzakelijk.

Dus belt Sandra naar T-Mobile en legt het probleem uit:

‘Kan ik meneer zelf even aan de lijn krijgen dan?
– ‘Nee, dat kan nu even niet want ik zit op kantoor.
” Dan moet meneer zelf bellen.’
– ‘Ja, maar dat kan nu juist niet, hij kan niet bellen.’

Toen wist de call-centermedewerkster het ook niet meer. De oplossing ligt voor de hand; Toen ik nog werkte belde ik eens voor Sandra naar een telefoonprovider. Zelfde verhaal. Zelfde antwoord. Met een lijstje met gegevens voor haar neus speelde een vrouwelijke collega voor Sandra en was het probleem snel opgelost.

Maar goed, even niet aan gedacht. Dan maar naar de website en de betalingsstatus bekeken. Oeps… aardige rekening! Om gelijk te betalen, bel 1202! Oké, maar dat is een netwerkgebonden nummer. EN DAAROP KAN IK DUS NIET BELLEN!!! Sukkels. Zoals het er nu naar uitziet kan ik voorlopig niet bellen. Shit! Of ik moet m’n priepeetje opwaarderen.
Ik zie wel. Tegenwoordig maak ik me niet meer zo druk.

 

Zaterdag 22 november

Maar voorlopig zat ik een beetje mistroostig naar buiten te kijken; wind, natte sneeuw en regen. Bah… Niks an zo. Wel lekker weer om wat te dagdromen. Een beetje niksen op de bank met een beker warme chocolademelk. Een beetje internetten en e-mailen. Weekend. En het recht om eens moe te zijn en uit te rusten.

Gaby en Iris willen met me naar een pretpark. Gister begon Iris erover. Ze vroeg of ik nu ook weer in rollercoasters mocht. Omdat er bij elke attractie die maar een beetje spannend lijkt bordjes staan die hartpatiënten weren. Ben ik nu nog een hartpatiënt in de ‘klassieke’ betekenis van ziek, zwak en misselijk en kwetsbaar? In mijn beleving niet.

Dan wilde Iris volgend jaar wel graag naar Walibi World in Biddinghuizen. Gaby, die vanmiddag langs kwam, ging een stapje verder; zij opperde naar Disneyland Paris te gaan. Ook leuk.

Ik ben gek op pretparken maar dit was nog niet eens bij me opgekomen. De dag werd al een stuk minder mistroostig. Spannend… ik zie me nu al door het griezelige kasteel van Doornroosje dolen! Of een enerverende rondvaart maken met de raderboot! Je ziet; niks is me te dol. Joepie!!

Nog meer dagdromen om me eventjes in te verliezen.
Laat mij nog maar heel even.

 

Maandag 24 november

Feestje? Daar was ik altijd wel voor te porren. En dan hoefde er echt niet stevig gepord te worden. En dat naar aanleiding van een pak dat met opruimen boven water kwam. Vanochtend maakte ik de kledinghoes open, benieuwd wat er in zat. ‘Ik heb een pak van je gevonden’, had Sandra gezegd. Een pak? Het bleek het pak te zijn dat ik had aangeschaft voor de promotie van neefje Barry. Vanaf die dag Dr. Barry.

Bij een beetje promotie hoort een feestje. ‘Jij wilt vast wel voor de muziek zorgen, hè Rob?’ Natuurlijk wilde ik dat wel. Van de bruiloft van Barry en Tealinda hadden de jongens van The PartyFactory, de drive-in show waar ik een beetje bij rommelde (licht, techniek, af en toe een plaatje draaien, een groot feest gemaakt. Dat kon ik in m’n eentje best dunnetjes overdoen.
Gewapend met flinke boxen, versterker en een laptop ging ik aan de slag. Een wankel tafeltje eronder en het dak kon er wat mij betrof af. Ik had geen licht bij me, nog geen schemerlampie, maar dat maakte voor de sfeer blijkbaar niet zo veel uit. Een volle vloer en, ja hoor, het dak eraf. Een leuk feest. Mijn laatste. Wat ik toen nog niet wist. Gewapend met een tray Red Bull reed ik in de vroege uurtjes van Groningen naar huis.

En dat pak? Dat bleek nog/weer te passen. Nu nog een gelegenheid om het te dragen. Ik heb nog wel wat gaatjes in mijn agenda. Het pak is ook heel geschikt voor begafenissen. Die ook heel gezellig kunnen zijn – Even zien… ja, tussen mijn EmPeeDrietjes zie ik ook Mieke Telkamp. – zolang het de mijne niet is. Dan kom ik niet hoor! Daar lijkt me nou geen reet aan.

 

Dinsdag 25 november

Zo even een boodschapje doen en een beetje winkels kijken. Het was nogal koud dus werd me van alle kanten ontraden met de fiets te gaan. Dan maar met de scootmobiel. De scootmobiel werd ergens in het winkelcentrum geparkeerd en ik ging te voet verder.

‘Gatverdamme…’ (En de rest kun je er wel bij verzinnen.) Een hele natte reet. Had dat ding natuurlijk weer buiten in de regen gestaan. Heel de ziting doordrenkt. Ja, dan krijg je natte billen. Niet fijn.

Kijken, kijken, niet kopen en toen naar de Lidl. Fles water met gas, groenvoer voor spaghettivreters, champignonnetje en nog zo wat. Beetje jammer dat de broodjes op waren. Hmmm… Nou ja, die ging ik dan wel bij de buurtsuper halen. Later. Bij de MCD hebben ze de hele dag door brood. En het was een leuk idee om pasta te eten maar dat had ik niet meer op voorraad.

Nadat ik de pastasaus had gemaakt, was het zitvlak van m’n broek wel opgedroogd. Nog een keer een natte reet, daar had ik geen zin in. Dat kleine stukje naar de MCD kon wel op de fiets hoor. Op de fiets naar de super. Ja, goed plan. Krijg ik me toch een bui regen over me heen!! Toen was niet alleen m’n kont vochtig maar was ik in m’n geheel zeiknat. En heel hard doorfietsen? Nee, dat ging natuurlijk niet. Kutweer! Kutland! Kutboodschappen! Kut…

En dat voor een zak bolletjes en een zakje macaroni. Twee euro later regende het niet meer. Nee, nu waaide het! Ku… laat ook maar. Mischien had ik even naar boven moeten kijken.

Na deze ontberingen was het goed hangen op de bank. En ik hoefde alleen nog maar de macaroni te koken voor het eten. Eten. Ja, ik had eigenlijk wel al honger. Nou, nog even wachten. Een beetje regelmaat kan geen kwaad. Om half zes vond mijn buik het wel mooi geweest. HONGER!
Vooruit dan maar. Een pannetje water voor de macaroni op het vuur, een shotje insuline en een kwartiertje ater zat ik op de bank met een happie. Mmmmm.

Na GTST ben ik maar naar bed gegaan. Ik was moe en ik had het koud. Morgen weer een dag.

 

Woensdag 26 november

Vandaag was CAPRI-dag. Ja, er moet gerevalideerd worden. ‘Revalideren’. Wat een denigrerend woord eigenlijk. Toch? Valideren betekend dat iets waarde toebedeeld krijgt en ‘re’ staat voor ‘weer’ of ‘opnieuw’. Tsss. Alsof iemand die ziek is geen waarde meer heeft. ‘Oh die. Zet maar bij het grofvuil. Hebbie niks an!’ Dus tot het revalidatieprogramma met goed gevolg is afgesloten ben ik invalide (zonder waarde). En ik had na vanmiddag toch al weinig zin meer om er aan mee te gaan doen.

Voor sommigen zal het wel nuttig zijn, maar mezelf zie ik er niet echt beter van worden. Hoe dan? Conditietraining? Ik train me eigen suf met wandelen en fietsen. Die conditie komt dus wel.

Daarnaast houdt het CAPRI-programma ook en vooral mentale ondersteuning in. Ja, lekker lullen over je ziekteverwerking. Nou, sorry hoor. Daar ben ik inmiddels wel een beetje klaar mee. Angst, onzekerheid en dat soort dingen. Ja… val mij daar nu niet meer mee lastig.
Ik heb de afgelopen jaren meer dan genoeg geouwehoerd met maatschappelijk werkers, psychologen en zelfs psychiaters. ik heb gejankt, gevloekt, ben verschrikkelijk kwaad op alles en iedereen geweest. Als ik het nou allemaal nog niet op een rijtje heb… Ja, wat dan? op een gegeven moment moet het ook klaar zijn hoor. Daar kun je niet in blijven hangen.
Tenzij je er een soort vreemd genoegen in schept om als ‘ziek’ gezien te worden. Als je aan ziek zijn je bestaansrecht of status denkt te ontlenen, prima. Maar ik niet. Nee, daar heb ik geen zin in. Daar wil ik niet bijhoren. Ik leef liever. Ook al doet dat soms zeer en gaat het wel eens moeizaam. Dat hoort er nu eenmaal bij.
Vandaag ben ik dus met Gaby naar de voorlichting van CAPRI geweest. Het autoritje was nog het leukste. Lekker stel.
Lekker op de linkerbaan rijdt Gaby met een vaartje van 120, 130 over de A15 bij Hoogvliet als er opeens een Daihatsu Cuore naar links komt in een poging een vrachtwagen in te halen. Met een beetje mazzel, wind mee, heuveltje af, klein Chineesje erin, haalt zo’n ding misschien 95 op de teller, waardoor Gaby even flink in de ankers moest. En dan lekker kankeren hè:”Hé pleur op met dat ding! Idioot! Dat is niet eens een auto waar je in zit! Rot op! Ga op het fietspad rijden! Muts, doorzichtige broodoos!”

Een andere hobby van Gaby is te wachten met het wiswassen van de voorruit tot ze bij een stoplicht staat met iemand vlak achter d’r. En dan sproeien! Dus die achter haar ook sproeien en wissen, en die daarachter ook weer. Enzovoort. Je ziet het gebeuren. We lagen steeds helemaal in een deuk.
Ik werd steeds baldadiger en toen Gaby in de parkeergarage van het EMC even stap voor stapvoets achter een oude man met een rollator aansukkelde riep ik wat. “Hé ouwe, loop eens door, straks schiet je nog wortel!’ had die trut nadat ze een kaartje had getrokken haar raampje niet dichtgedaan.
Ja, schandalig hè? Twee maanden geleden liep ik nog slechter dan die man.

Maar dat gaat steeds beter. Van het EMC wandelden we naar de Parklaan waar CAPRI kantoor houdt. In flinke pas volgens Gaby. Zag ik het park bij de Euromast eens uit een andere hoek.

Eenmaal thuis even ontspannen en lachen met de muurkrant van de stin Dat blijft leuk:

Rob Oosterboer schreef op woensdag 26-11-2008, 18.13 uur
Goede tip
Je kunt je namelijk flink branden aan een hete pan als je dichterbij komt! Bedankt! Toch wonderlijk… de kookplaat zelf wordt niet heet. Harm, jij weet vast hoe dit komt.
Riky

Riky schreef op woensdag 26-11-2008, 17.10 uur
inductie
Bij gebruik van een inductiekookplaat wordt geadviseerd om met de ICD op een afstand van 30 cm te blijven. Zie de voorlichtingsbrochure van het AMC op deze website onder ICD – ICD technisch allerlei – voorlichtingsbrochure.
Rob Oosterboer

Rob Oosterboer schreef op woensdag 26-11-2008, 16.07 uur
inductie
Daar heb ik wel ervaring mee. Conclusie: ik kook liever op gas.
harry

harry schreef op woensdag 26-11-2008, 14.40 uur
Inductie
Ik overweeg om in mijn nieuwe huis straks op inductie te gaan koken. Dit systeem werkt met magneteische velden. Nu las ik dat het in principe geen kwaad kan. Zijn er ICD-dragers die hier ervaring mee hebben

Ja, flauw hè? Niveau ‘onderbroek’. Het zijn ook steeds van die inkoppertjes. Ach, ik kon ook vreselijk lachen om Benny Hill.

 

Donderdag 27 november

Ik voel me vanavond als een bijrol in de film Killer Bees. Bijrollen in dit genre zijn altijd zwaar de lul!

Laat ik bij het vroege begin beginnen. En het was heel vroeg. Dat een wekker zoveel teringherrie kan maken zeg! En dat je dan het verkeerde knopje indrukt om het lawaai te stoppen. Zodat je even later heel snel moet douchen omdat de herrie opnieuw begint terwijl je net je haar aan het uitspoelen bent. Zodat je druipend en wel in je blote gat naar de slaapkamer rent om het kreng nu definitief het zwijgen op te leggen.

Nou ja, dat definitief moet je niet al te letterlijk nemen. Ik gebruik mijn telefoon als wekker. Handig. Ik gebruik hem ook als pillenwekker. Nog handiger. En ik wil nog wel kunnen bellen. Dus het zwijgen is tijdelijk. Niets is eeuwig. – Ga lekker filosofisch doen over een telefoon, gek! –

Om een kort verhaal nog korter te maken zat ik om zeven uur in de auto van Renate. Zonder Renate. De auto had ik geleend. Zonder chauffeur. Ik dacht uren bezig te zijn om in Rotterdam te komen. Het was weer tijd voor een biopt. De reistijd viel erg mee. Zo erg dat ik al rond achten bij de polidames op kantoor stond met een broodnodig bakkie pleur.

Even kletsen, potje met vacuümbuisjes mee en wachten op de afdeling. ‘Als je om half tien (HALF TIEN?!) nog niet gehaald bent moet je terugkomen, nemen we hier alvast bloed af.’ Half tien. Geen catlabber te bespeuren. Terug naar de poli dus. Zo maak ik m’n wandelkilometers wel ja. Daar zat ik dan op de gang bij de prikkamer met een handjevol buisjes. Angstig dat ik geen bloed over zou houden.

De prikzuster had goed en wel een naald gezet en een paar buisjes getapt toen ik een paar ongeduldige dames met loodbefjes op de gang zag zitten. De naald kon er weer uit en of ik mee wilde lopen naar boven. – Jawohl! – Op het catlab werd er een iets groter naaldachtig voorwerp door mijn poezelige huidje gejast. Wel ja, ga te keer. Luttele minuten later had men voldoende weefsel voor de patholoog. Ja, ik wist hoe ik weer beneden moest komen. Wat? Geen escorte?

‘Waar is de dichtsbijzijnde koffie automaat?’ Nou, die dingen weet ik bijna met m’n ogen dicht te vinden zodat een nieuw stoot cafeïne snel gescoord was. Op naar het ECG. En het sproeiflaconnetje met ijskoud water dat kwistig ter hand wordt genomen omdat de zuignapjes van het apparaat anders niet blijven zitten.

Omdat ik wegens heel vroeg ontbijten inmiddels de gierende geeuwhonger had opgelopen, snelde ik snel naar het restaurant beneden voor een broodje. Ja, een broodje wat? Sta je in een ziekenhuis. Geen verantwoode snelle hap te kijgen. Helaas, dan maar een broodje brie. Ja, er zat ook wat sla tussen. Alsof dat bijdraagt aan enige gezondheid. Raar eigenlijk. Maar ja; honger maakt stoute broodjes zoet. Of zoiets.

Na het broodje en de confrontatie met de dokter kon ik naar huis. Maar niet voordat de parkeerautomaat me een godsvermogen had afgetroggeld. Hallo, ik wil alleen maar in de garage parkeren. Ik wil ‘m niet kopen.

Kabbel, kabbel, kabbel. Dat was de middag. Ik stond net een grote pan nasi te maken toen m’n telefoon ging. Maar goed dat ik die toch maar niet om zeep had geholpen. Dr. Akkerhuis. Shit! Biopt, de dokter belt zelf… dat kon nooit goed zijn. En dat was het dan ook niet. Een afstoting. Daar schrok ik best van.

Ik belde meteen Sandra of zij met me naar het ziekenhuis wilde gaan. daar moest ik me eigenlijk meteen melden. Dat werd uiteindelijk zeven uur. Konden we eerst nog eten. Weer naar het ziekenhuis. I was not amused. Gelukkig leek Sandra zich minder zorgen te maken dan ik. Meestal is dat andersom. Ze had gelijk, ik wist dat zoiets altijd op de loer zou liggen. En toch verwachtte ik het niet. De gedachte dat het misschien goed mis zou kunnen zijn maakte me letterlijk misselijk.

In het EMC moest ik aan een infuus met prednison. WEER PRIKKEN! Eerst mis natuurlijk. Wat een bloedbad. Als ze ooit nog een special effectsartist voor The Texas Chainsaw Massacre Part 23 zoeken, dan weet ik wel iemand. Nee, vandaag was echt mijn geluksdag. Nog een poging dan. Was het vandaag Nationale Prik Rob Oosterboer Lek En Plak Hem Vol Met Pleisters-dag of zo?
Goed, morgen en overmorgen weer terug om nog meer prednison te infunderen.

Dus als je denkt dat ik een beetje bolle kop krijg… Het komt vast goed. (Schreef hij twijfelend.)

 

Vrijdag 28 november

Thuis op de bank. Hèhè. Het was een druk dagje. Eerst naar de advocaat. En daarna naar het EMC voor nog een portie prednison. M’n fiets ophalen die nog bij Renate stond. Eten maken en opeten. Gauw wat boodschapjes. En nu dan eindelijk zitten. Traumateam kijken. Pffffff… Schoenen uit.

Het infuusje vanmiddag ging vlot. Een half uurtje en we konden weer naar huis. Nog net voor de gekste drukte. De fanflon mocht wel blijven zitten toen ik weg ging. Dan hoeft er morgen geen nieuwe geprikt te worden. Hij zit goed en ik heb er geen last van. Zelfs fietsen ging er dus mee. En scootmobielen ook.

Ja, ik ben maar met de scootmobiel naar het winkelcentrum gegaan. Ik had m’n portie fysieke inspanning wel gehad.

Maar goed. Ik voel me prima en behalve een plofkop heb ik weinig last van bijverschijnselen. Of zou nachtelijk zweten een bijwerking kunnen zijn? Vannacht lag ik te zweten als een otter. Nadat ik de ene kant van het bed helemaal doorweekt had bezweet moest ik echt uitwijken naar de andere helft. Zonder tegenligster kan dat nog hè.

Laat ik me dus maar niet al te veel zorgen maken en gewoon de dingen doe waar ik net weer aan begin te wennen.
Zondag 30 november

Nou, niks dingen doen. Plaats… rust! Door de prednison schiet m’n suiker alle kanten, behalve de goede, op. M’n hart moet even goed rusten. En ik zelf als geheel ook. What ever… het is zondag, het druilt. Een lui dagje op bed past daar goed bij. Ik ben ook wel moe van alles. Gelukkig zijn er geen verdere klachten en voel ik me eigenlijk prima.
8.00* 12.00 15.00 18.00 19.00 22.00
28-nov 9,1 14,0 9,9
29-nov 9,2 12,4 14,7 12,0 15,1 12,9 + 2 EH novomix
30-nov 10,4 11,3 12,0 + 2 EH novomix
* nuchter

En ik val weer wat af.
datum temp. oC gewicht kg
26-nov 36,5 95,2
27-nov 36,7 95,0
28-nov 36,6 94,7
29-nov 36,1 94,2
30-nov 36,5 93,9

De vaatwasser draait. Net zoals de wasmachine. Alles gaat z’n gangetje. Ik heb me lekker gedoucht, straks nog scheren. En het is al bijna twee uur. Oh ja; en ik moet ook nog zien uit te vinden hoe de wasdroger werkt. Dat zou ik echt niet weten. En anders wijk ik maar uit naar wasrekje en knijpers. Low-tech zal ik maar zeggen.

Ehhhh? Hoe werkt een wasknijper ook alweer? Nou ja, dan maar los over het rekje. De droger heb ik aan de praat gekregen. Er zit een nieuwe was in de machine. Als Iris dan na haar werk de vaatwasser leegruimt, lijkt alles weer ergens op. En morgen komt Sylvia, voor de finishing touch.

En meer is het niet vandaag.

* … it takes two 2 tango.