Nomen Est Omen

18 oktober 2014 0 Door robzter

IMG_1011-0.JPGVoor wat licht in de duisternis zijn we dankzij de bomenknuffelaars aangewezen op de zogenaamde spaarlamp. De spaarlamp. Dat is toch een totaal onzinnig woord? Iedereen kent natuurlijk wel de begrippen ‘spaarpot’, ‘spaarkaart’ of ‘spaargeld’. Sparen. Ik heb het eens gegoogelt. Misschien heb ik niet goed gekeken maar ik zag geen enkele correlatie tussen ‘sparen’ en ‘lampen’. Moet je een verzameling van lampen aanleggen? Net als voetbalkaarten of postzegels. Oh ja, er zijn vast mensen die dat doen. Voor later. Geen appeltje voor de dorst maar een lampje voor het donker.

Het blijft natuurlijk verwarrend. Net als iets dat bevroren is ‘ontdooien’. Eens zien. ‘Dooien’ behelst dat iets dat bevroren is onder invloed van de temperatuur op een bepaald moment niet meer bevroren is. En ‘ont-‘ betekent dat iets niet meer is. Of zo. Bent u er nog? Ontdooien betekent dus eigenlijk bevriezen. Iets ontdoen van dooi. Net als het ontwormen van de hond. Dan worden er toch geen wormen in het dier gestopt. En wat voor wormen moet je daarvoor dan gebruiken? Lintwormen, regenwormen? Vertel het maar. Het klopt gewoon niet.
Mensen raken er door in de war. De kinderen hier ook. Die horen iets over sparen en denken dat we geld toe krijgen als ze hun spaarlampen dag en nacht, maar vooral gedurende de dag, laten branden. Zo zit het dus niet in elkaar. Maar breng ze dat maar eens aan het verstand. Ons is het nog niet gelukt. Tips zijn welkom. Daarom, Nederland; Laten we die ondingen voortaan ‘bespaarlampen’ noemen. Dat dekt de lading beter.
Hoewel dat besparen wel met een korreltje zout genomen moet worden. Want wat we besparen aan verlichting wordt weer uitgegeven aan allesreiniger. Want. Stel. Ik moet ontzettend nodig zeiken en het is hartstikke donker. Gelukkig ben ik thuis dus ik weet het toilet te vinden. Ik doe het licht aan en frutsel aan m’n gulp. ‘Ik had het licht toch aangedaan?’ Slechts een flauw omvloerst zweempje gedempt licht vult het kleinste kamertje. In het halfduister pis ik en m’n schoenen en de vloer helemaal onder. Terwijl ik hartgrondig sta te vloeken floept het licht opeens vol aan en kan ik de aangerichte schade eens goed in ogenschouw nemen.
Ik vind het niks, die nieuwerwetse flauwekul. Wat was er mis met de gloeilamp? Of levertraan? Of het ziekenfonds? Ben ik gewoon 50 jaar te laat geboren?