Naar huis

8 oktober 2013 1 Door robzter

image

Allememachies, wat was ik dat ziekenhuis zat. Je zal er maar zeven weken liggen. Ja, er liggen mensen wel langer. Ik heb er zelf ook wel eens (heel veel) langer in gelegen. Dan was er weer dit en even later dat. Naar huis gaan zat er steeds niet in en ik raakte overtuigd dat ik het pand niet meer levend zou verlaten. Al zou ik maar een dag thuis kunnen zijn. Dat zou mooi zijn. De frustratie nam toe en wie in m’n buurt kwam liep grote kans uitgekafferd te worden. Dat ging zo niet meer.
Uiteindelijk zwichtten de artsen afgelopen vrijdag. Met frisse tegenzin lieten ze me naar huis gaan. Met een A4-tje instructies en voor drie tassen vol aan recepten vertrokken we ‘s avonds in het laatste licht. Terug naar de kust. Maar niet helemaal gerust. Ja, leuk naar huis maar geen hartbewaking meer. Maar ach, mocht er iets flink mis gaan, wil ik toch niet gereanimeerd worden. Dat biedt in mijn situatie weinig soelaas en wat blijft er, mocht het per ongeluk toch lukken, van me over. Nee, dank je wel.
De eerste nacht kon ik dan ook echt niet slapen. Balen, viel dat even tegen. Maar eventueel hogere macht, wat fijn om weer thuis te zijn. Ook al weet niemand voor hoe lang.
Maandagochtend konden we weer naar Rotterdam. Maar nu alleen om de Hickman eruit te halen. Zo, helemaal vrij van medische aanhangsels. En weer terug naar na een minuut of tien. Waar ik weer m’n warme nestje opzocht. Wachtend op de huisarts.

Aan het eind van de middag stond de huisarts aan de deur. Ik had lang genoeg gelegen dus ik kon zelf de deur opendoen. Het werd een goed gesprek. Het viel hem op dat ik goed geluimd was. Nou ja, dat zijn we hier meestal ook wel. De treurnis valt reuze mee. Laten we het vooral nog een beetje feestelijk houden zeg. Nee, het is niet leuk. Moeten we dan de hele dag gaan lopen janken? Nee toch? Wat dat betreft ben ik net een luchtig toetje van Mona. Maar zonder de realiteit uit het oog te verliezen.
Vandaar dat het gesprek ook makkelijk kon gaan over euthanasie, het niet reanimeren en dat soort zaken. Ja hoor, want als het te gek wordt, hoeft het niet meer voor mij. En het is mijn, lijf, mijn pijn, mijn lijden. Mijn beslissing. En niet bespreekbaar. Er bleek een hoop meer mogelijk dan Agnes en ik dachten. Daar denken we maar even nog niet aan.
Na het gesprek had ik het echt wel gehad. M’n hoofd tolde en ik was zo moe als een hond. Mijn dag zat er wel op. Vandaar vandaag een rustdag. Een beetje kijken hoe de hovenier (Het vriendje van Gaby heeft een hoveniersbedrijf.) ons voortuintje weer helemaal netjes maakte, wat telefoontjes en verder weinig niets bijzonders. Ja, erg moe. Maar dat is dan weer niet gek. Dat sta ik mezelf nu maar toe.