Mei
Donderdag 1 mei 2008
Zo, lekker geslapen vannacht. Pas om een uur of twaalf werd ik een beetje wakker, hard toe aan een bakkie koffie. Jan was al druk bezig met het dak van de veranda. Die had ik al bezig gehoord. Gek ben ik op werken! Ik kan er uren naar kijken. Dus na de koffie en even zonnebanken klapte ik snel een tuinstoel uit zodat ik de werkzaamheden eens goed in ogenschouw kon nemen.
De zon scheen zelfs een moment. Daarna verschool hij zich achter een dik wolkendek en begon het te regenen. Hè bah. Dat was niet de bedoeling. Dan maar een bijdrage geleverd aan het werk in uitvoering. Waar ben ik goed in? Mmmm… niet veel eigenlijk. Thee maken kon ik nog wel. Met het zetten van thee en het af en toe omhoog houden van de heidematten die als plafondversiering moeten dienen, maakte ik me nog nuttig ook.
De veranda is door mij omgedoopt in De Plaggenhut van Oom Jan. Het wordt wel wat.
Tussen de bedrijvigheid door had ik nog ruimschoots tijd om me op wat kookprogramma’s op TV te storten; Born to Cook, Ready Steady, Cook en Over Koken. Daar steek ik altijd wel wat van op. Al zijn het maar eenvoudige techniekjes voor in de keuken of tips over handige keukenhulpjes.
Morgen mag ik koken. Caroline moet dan werken. Het gaat redelijk goed met me dus een bak bami maken zou tot de mogelijkheden moeten behoren. Beetje improviseren met de spullen die in huis zijn en mijn eigen draai er aan geven. Ik verheug me er al op. De rest wacht met angst en beven af; wat zullen ze voorgeschoteld krijgen? De hele dag niets doen is eigenlijk niets voor mij. Hoewel ik daar dan weer wel heel goed in ben. Voor vandaag was Caroline de kok. Lekker een prakkie andijvie.
Vlak voordat we aan tafel wilden gaan, ontstond er wat rumoer. Canis Lupus Familiaris Epilepticus. Oftewel; hond Tommie had een epileptisch insult. Het zag er heel eng uit. Gelukkig kwam hij er vanzelf weer uit. Dat wordt morgen een bezoekje aan de dierenarts. En zo is er ook hier altijd wel wat.
Op het journaal hoorde ik dat het vandaag de dag van de arbeid was. Niks van gemerkt. En er is iets dat ik niet snap aan deze dag. Het is de dag van de arbeid. Waarom was vandaag dan een vrije dag in veel landen? Zal ik me daar nou eens in verdiepen? Nee hè? Ik heb wel wat beters te doen. Bijvoorbeeld verzinnen wat ik dan wel voor beters ik te doen heb. Ik kan er zo gauw niet opkomen.
Het is bijna acht uur. Ik ga me maar eens verdiepen in de keuze tussen koffie of thee. Daar heb ik tenminste wat aan. Ik zag ook nog instant chocalademelk in een la. Zo wordt kiezen nog een hele klus. Jullie horen nog wel wat het geworden is.
Vrijdag 2 mei 2008
Koffie! Gisteravond. Het werd koffie. Zou dat de reden geweest zijn dat ik weer amper geslapen heb vannacht? Ik lag in het bed van mijn neefje (die is bij zijn papa) en wist me geen IK WIL SLAPEN!! Aan de rust en de gezonde boslucht kon het niet liggen daar die in voldoende mate voorhanden waren. Gatverdamme.
Toen ik het echt niet meer hield, sloop ik zachtjes naar beneden met mijn dekbedje. Dan maar op de bank TV kijken. Zo in het donker een beetje naar niets liggen staren is ook zo weinig. Puntje bij paaltje heb ik niet veel TV gezien. Dat zal je net zien. Prompt viel ik in slaap. Schiet mij maar lek.
Zo rond een uur of tien merkte ik dat het huis om me heen tot leven was gekomen en al bruiste van de activiteiten. Caroline was al naar haar werk, Jan, Sara en een vriendinnetje stonden op het punt naar de manege te gaan. Jan had een wedstrijd mennen vandaag. Daar leek het mooi weer voor te zijn. Even later was ik helemaal alleen met de hondjes.
Nu ik me nog goed voelde, dacht ik meteen maar te gaan koken. De bedoeling was een vegetarisch roerbakgerecht met mie. Het recept lag al klaar op het aanrecht. Snel zocht ik alle ingrediënten, pannen en andere benodigdheden bij elkaar. Ik vind bijna niets zo vervelend om bezig te zijn in een vreemde keuken en plotseling met spoed iets te moeten zoeken. Bij mij brand er dan altijd wel wat aan of kookt er iets gruwelijk over. Volgens het recept diende de mie apart geserveerd te worden. Nou, ik heb er gewoon een eenpansgerecht van gemaakt. Wel zo makkelijk.
In al mijn enthousiasme had ik het voer even na tweeën al af. Konden de smaken nog een middagje intrekken. En toen? Ja, en toen? Echt weer om in de tuin te zitten was het niet. Morgen misschien. Maar daar had ik niets aan. Dan maar alvast bloggen. Helaas pindakaas heeft Jan geen HTML-generator op de PC. Lang leve het oude en o zo vertrouwde kladblok. Dat werkt ook nog. Dan maar geen WYSIWYG. Met een hoop kopiëren en plakken kom ik een heel eind.
…
Als ik zo eens om me heen lees kom ik een hoop leed tegen. Het is een beetje lullig om te zeggen maar ik ben blij dat het op het moment redelijk goed gaat met me. Zo af en toe een vochtprobleempje, erg kortademig en constant moe. Dat is het wel zo’n beetje. Als tegengewicht komt dit weekje logeren er gelukkig bij. Dan kan ik er weer een tijdje tegen.
Volgende week staat me weer een bezoekje aan De Dokter te wachten. Ik heb al laten weten dat ik (een heel klein beetje) bang ben dat ik diabetes begin te ontwikkelen. Voornamelijk omdat ik de hele dag zo’n dorst heb. Op elk druppeltje vocht probeer ik de hand te leggen. En dat combineert niet lekker met mijn vochtbeperking. Die vochtbeperking ben ik ook wel een beetje zat. Aan de andere kant; als dat het ergste is… Ik zal wel weer te horen krijgen dat ik er veel te gezond uitzie.
Nee, laat mij maar begaan. Vooral nu het mooie weer er een beetje aankomt, wordt het makkelijker om alles wat zonniger in te zien. Komende week ga ik mijn scootmobiel bij Sandra ophalen. Dan kan ik ook eens met iemand op de fiets mee. Mijn conditie gaat een ietsiepietsie klein beetje vooruit, dus een een winkeltje inlopen lukt me net. En dan kan ik weer met mijn vrienden samenscholen voor de ingang van de Blokker. Eens kijken of er nog oudgedienden de winter overleefd hebben. Ja, het worden weer mooie tijden.
Dus aan alle zieken, zwakken en misselijken; houd moed, blijf lachen (al is het maar als een boer met kiespijn (voor wie dit dus ook opgaat!)), en geef niet op!
Binnenkort meer open deuren en dooddoeners.
…
Tot zover vandaag. De bami viel goed. Caroline hoefde niets te doen. Jan deed de vaat (machinaal) en ik maakte de keuken schoon. Nu alleen nog een uurtje onder de hoogtezon en dan zit het er toch echt op voor vandaag. Is er nog wat op TV?
Zaterdag 3 mei 2008
Vanochtend werd ik wakker van een hit and run-actie van een van de honden. Welke het was is tot op heden onopgehelderd. Een natte tong over mijn gezegd en weg was de onverlaatHet was potdorie nog geen half acht. Dapper stond ik op en zette koffie. Stoer hè? Tot ik op de bank in slaap viel en Jan een dekbedje over me heen legde. Tegen enen stond ik definitief op en was mijn dag begonnen.
Ik moest even bijkomen en daarna ben ik aan het voorbereiden van de bbq begonnen. Niks bijzonders hoor, maar wel een middagje leuk staan klussen in de keuken. Jan mocht de barbeque bedienen. Het smaakte allemaal goed.
Het was op de een of andere manier een topdag. Leuk maar vermoeiend. Een kort stukje derhalve. Voor deze keer dan.
Zondag 4 mei 2008
Oké, ik was een tikkie kortaf gister. Ik had het dan ook helemaal gehad. Maar wat een wereld dag. Van eenvoudige dingen een lekkere barbeque gemaakt, dit lekker opgegeten en als toetje nog een hele gezellige avond. Fysiek knap ik er een beetje van af (Rob’s mind has left the building!) maar mentaal ben ik weer helemaal opgeladen.
Zondag 13.00 uur:
Jan, Caroline en Sara zijn naar de manege. Misschien wat rijden, longeren of de dieren fijn laten dollen in de wei. En ik? Maak je over mij maar geen zorgen. Achter in de tuin, waar ik mijn tuinstoel tactisch heb opgesteld, is het inmiddels 28 graden, geen zuchtje wind. Ik zal alvast een leuk brandwondencentrum opzoeken met Google. Zo af en toe schuil ik even onder het afdak van de veranda waar het maar 21 graden is.
I-pod in mijn zak, pet en koptelefoon op en een broodje maken het geheel af. Dat gaat helemaal goed komen. Voor vanavond staat het eten al in de koelkast. Helaas staat mij dus niets anders meer te doen dan de krant van zaterdag te lezen. Errug hè? Veel te schrijven zal er vandaag wel niet zijn. Ik ben op vakantie! Doin’ nothing, just hangin’ round….
Zondag 14.00 uur
Deze weersomstandigheden zijn weer het andere uiterste. Eigenlijk is het te warm voor me om buiten in de zon te zitten. Binnen is het koeler. Eens kijken of diverse (digitale) vrienden nog nieuws hebben. Met hartpatiënt Eric (LOULOENE) wil het maar niet opschieten. Zijn Ingrid zit in zak en as. Tja, waar moet je anders inzitten als geliefde. (Hoe toepasselijk klinkt Go Like Elijah van Chi Coltrane uit mijn koptelefoon. Is een beetje mijn lijflied geworden. De kracht spat van dit gospelnummer af.)
De buren hier zullen wel denken dat ik helemaal gestoord ben. Keihard heel vals en uit de maat meezingen met wat stevigere muziek met een koptelefoon op in de tuin is vast geen gehoor. Straks ga ik er nog bij dansen ook. Dat kan toch niemand zien. Ha. Laat mij lekker lol hebben. Morgen kan het over zijn. Jammer dat ik zo snel buiten adem ben. Dat belemmert me erg in het gelijktijdig woest dansen en zingen.
En het wordt warmer. Ik begin rare dingen te denken. Zoals; als je denkt dat je een enge ziekte hebt en je hebt een enge ziekte, ben je dan toch een hypochonder? Ik laat mijn hersens nog even weken in de zon terwijl ik hier over na ga denken.
Zondag, het is half vier geweest
De tijd vliegt als je het warm hebt. In de eenmalig aangeschafte Telegraaf lees ik dat JeePee de EmPee zegt dat de aarde op desastreuze wijze zal opwarmen. Hoewel wat mij betreft de geloofwaardigheid van zowel JP als het kabinet in het geding is, ben ik nu nochthans genegen te overwegen deze bewering als zijnde conform de realiteit te zien. De thermometer in de schaduw wijst op twee decimalen na 28 graden Celsius aan. Austerlitz aan Zee. Ik knijp mijn neus dicht en in gedachten ruik ik geen boslucht maar het zilte parfum van de Noordzee en waan me in Rockanje, de eerste slag, bij Havana.
De krant is uit. Straks gaan we wederom barbeknoeien. Tot die tijd is de i-Pod van Gaby mijn grote vriend. De honden hebben het ook maar opgegeven en liggen op apegapen in de schaduw. Met enige regelmaat ververs ik hun waterbak. Zolang ik niet op apegapen lig gaat alles prima. En ik neem nog een ijsje, een perenijsje.
Wat kan het leven toch verrukkelijk zijn. De ellende even vergeten, hond Tommie een aai over zijn bol, de niet aflatende zon, lekkere muziek. Hier heb ik op gewacht. Wie niet?
Zondag, ongeveer zes uur.
De manegegangers zijn weer terug. Da’s mooi, want ik begin wel een beetje trek te krijgen. Eten, uitbuiken en dan komt Hennie me halen om me naar huis te brengen. En dan zit het er hier weer even op.
Maandag 5 mei 2008
Voelt u al nattigheid? Vannacht, in mijn eigen bedje, heb ik lekker geslapen. Omdat alle hulp voor vandaag was afgezegd, kon ik uitslapen. Dat lukte tot één uur. Mooie tijd om uit m’n mandje te komen.
Behalve een bezoekje van Betty stond er verder niets op mijn programma. Een lekker rustig dagje. terwijl het Senseoapparaat pruttelde, viste ik m’n krantje uit de brievenbus. Mijn enige plan? Deze dag zo relaxed mogelijk doorkomen. I love it when a plan comes together!
Door het nietsdoen bouwde ik een formidabele energie op. Omdat ik me goed voelde waagde ik er op. Gaby zou na het eten naar aquarobic gaan. En ik wilde mee. Dat vond Gaby goed. Zodoende lag ik plotseling in het zwembad. Ideaal; met wat drijfmiddelen hield ik het hoofd prima boven water.
Op mijn manier trok ik wat baantjes, dobberde in het rond en had het ontzettend naar mijn zin. Alles bij elkaar heb ik toch wel een uurtje in het water gelegen. Met een flexibeam en wetbelt bleef ik toch vanzelf drijven.
Ondanks het onbelast bewegen voel ik mijn armen en benen behoorlijk. Zal ik dan morgen voor het eerst in jaren spierpijn hebben? Hoera!
Morgen moet ik naar De Dokter. Oh oh… Nou, ik voel me goed, dus het zal wel goed zijn. Denk je ook niet? Cees gaat met me mee. Dat kan weer lachen worden. Oh nee, je mag niet lachen in de wachtkamer bij dr. B. Daar zitten allemaal zieke mensen. Ik zie wel hoe het afloopt.
Dinsdag 6 mei 2008
Het was een lange dag die al vroeg begon. En wel al om kwart voor acht. Na de zwemperikelen van gisteravond lag het in de lijn der verwachting dat ik compleet gesloopt zou zijn. Niets daarvan. Fris en fruitig belande ik vlot na het afgaan van de wekker naast mijn bed. Ja, ik was zelf ook heel verbaasd.
Nou vooruit. Een bakkie pillen en een bakkie koffie gingen er vlot in. Om 10 uur had ik een afspraak bij dr. Balk. Met Cees had ik afgesproken dat hij tegen negenen bij me zou zijn om me naar Rotterdam te rijden. In mijn eigen auto. Om kwart over acht was hij er echter al.
Terwijl ik mijn spulletjes een beetje bij elkaar zocht nam Cees nog even koffie. Het was nog geen half negen toen we in de auto zaten. Ruim op tijd werd de auto bij het ziekenhuis geparkeerd.
De controle leverde geen opzienbarende dingen op. Om elf uur waren we weer thuis. Cees ging zijn eigen dingen doen en ik de mijne. In het ochtendzonnetje de krant lezen.
Mijn scootmobiel stond nog bij Sandra en die wilde ik nu met het mooie weer wel weer terug hebben. Sandra en Roon haalden me op en Iris kwam met de scooter achter ons aan om me op de terugweg te vergezellen.
Die terugweg daar was wat mee. Nou, eigenlijk was er meer iets met de scootmobiel. Halverwege was de accu leeg. En dan heb je een probleem hoor! Ik ontkoppelde de motor en Iris ging me duwen. Dus niet. Sneller dan een oudenvandagenrustigwandelingetjedoordealzheimertuintempo ging het niet. Iets sneller en de electromobiel blokkeerde. Niks met 70 km/h huiswaarts. We zijn uiteindelijk wel thuisgekomen. Dat dan weer wel.
De rest van de dag heb ik in ledigheid doorgebracht. De scootmobiel staat te laden. Morgen maak ik er wellcht een ritje mee.
Donderdag 8 mei 2008
In de serie ‘Open Deuren’ nu; Poe poe… hè hè… wat is het warm. Mussen (tot zover die nog in een stedelijk milieu voorkomen) gebraden uit de dakgoot, bejaarden bevangen, volle stranden, weermannen en -vrouwen lyrisch.
En, het duurt nog even en het dreigt nog warmer te worden. Maar goed, daar doet niemand wat aan dus maak ik er maar het beste van. En dat lukt aardig!
Al word ik daar soms wel een beetje moe van. Vandaar dat ik gister niets heb geschreven. Nog voordat de avond viel, was het over met ondergetekende en werd het bed opgezocht. En het was nog licht!
De afgelopen dagen waren dan ook best goed gevuld met dingen. En daar heb ik graag wat energie voor over. Zwemmen (nog steeds het hoogtepunt van de week), naar het ziekenhuis, het scootmobiel-zonder-stroomavontuur, en als afsluiter barbequeën.
Woensdag gehaktdag. In de vriezer lag nog wat gehakt zielig af te wachten wanneer het geconsumeerd zou worden. De oplossing lag in een bbq. Om nou te gaan staan koken met deze temperaturen trok me niet zo. Dus rees het plan om wat spulletjes bij te kopen. Met Rita wandelend naast me reed ik in de nu werkende scootmobiel naar de MCD.
Onderweg hoorden we een auto achter ons toeteren. Een autootje van de apotheek. De mevrouw die altijd mijn pillen komt bezorgen, had me zien rijden. Het leek de rijdende dealer wel daar midden op de Melkweg. Er moest ook wat afgerekend worden, net echt. Het is ook net een dorp hier.
Weer thuis, na een verfrissend glas ijsthee, bereiddden Rita en ik de te cremeren groenten en vlees voor. Dat was zo met z’n tweetjes snel gebeurd. Met een tweede glas ijsthee nestelden we ons tevreden in de tuin. Perfect!
En toch mistte ik iets. Maar ik kon er niet opkomen. Er waren smakelijke spiesjes in overvloed, Gaby en Marcel hadden een nieuwe barbeque voor me gekocht. Zo kon er toch niets misgaan? Tenzij je geen houtskool hebt. Gelukkig wilde Pim, die toch nog voor boodschappen moest, wel voor me meenemen.
Zo werd het eten toch nog een succes. Na het zwemmen ‘s avonds deden de kinderen het om 11 uur nog eens dunnetjes over. Gek stel. Een gezellige dag.
Vandaag startte ik wat langzamer. Gaby maakte me wakker. Ze moest vandaag onder het mes voor haar ‘nosejob’. Het tussenschotje staat scheef en dat zou vandaag verholpen worden. Zielig.
Na nog wat doezelen kwam Sylvia. Het huis zag eruit als Birma na een cycloon. Eerst maar eens koffie en dan als een tornado door de benedenverdieping. Al snel veranderde de chaos in een bewoonbaar huis.
Wijkverpleegster Elly kondigde zich aan. Het signaal om serieus koffie te drinken. En de dingen des levens te bespreken. Zo belde mij gisteren een mevrouw van de gemeente met de mededeling dat Careyn, de werkgever van Sylvia, de veiling voor mijn huishoudelijke hulp niet had gewonnen. De dame aan de telefoon drong aan: U wilt uw vaste huishoudelijke hulp houden, lees ik. Dat gaat u dan wel veel geld kosten.
Niet van gisteren vroeg ik hoeveel me dat dan zou gaan kosten. Wetende dat dit om dubbelttjes zou gaan. Dit vertelde ik gemeentemevrouw dan ook en haar praatje stortte in als een kaartenhuis. Het bleek om 45 cent per uur te gaan.
Na mijn geveinsd belangstellende vraag wie of wat dan wel gewonnen had, kreeg ik bevestigd dat dit ASITO, een heel groot schoonmaakbedrijf, was. Wel, dat wil ik niet want dan staat er elke dag een andere Ali op de stoep. Dat was mij al ter ore gekomen. De mevrouw probeerde hier nog een draai aan te geven maar bekende uiteindelijk dat dit inderdaad het geval kon zijn.
(Dit lijkt een leuk verhaal, maar zo pakken ze oudere hulpbehoevenden wel mooi hun vertrouwde hulp af. Minkukels! Nee, die WMO is een hele verbetering hoor.)
Bovendien wil ik nog wel eens in mijn onderbroek uit bed stappen. Daar schrikt Sylvia niet van. Maar wat als er ‘s morgens een of andere moslima in een burka binnenkomt? Staat er ‘s avonds opeens een eerwraakzuchtige broer of vader of neef of allemaal tegelijk voor de deur. Elly en Sylvia konden zich dit levendig voor de geest halen. Of dat het huis zo schoongemaakt is dat ik zelfs mijn laptop, televisie en stereoinstalatie niet meer kan vinden?
Nou, oké.
De rest van de dag verliep ontspannen. Vanmidddag belde Sandra; het ging goed met Gaby. Ze was hartstikke suf van de morfine. Morgen komt ze weer thuis. Dan ga ik haar de hele dag verwennen.
Zaterdag 10 mei 2008
Ach, die Gaby;zomaar een nachtje in in het ziekenhuis. Gisteravond was ze nog erg ziek. Vooral misselijk. Sandra kwam naar de patiënt kijken en haalde bij de avondapotheek (even spieken op het doosje…)Domperidon. Ik verstond aanvankelijk Dom Perignon. Bij de apotheek? Tegen misselijkheid. Nee, dom-pe-ri-don. Zo klonk het als een mal deuntje. Dom of niet, het hielp wel.
Toen ik vanmiddag wakker werd, lag mevrouw lekker in de tuin. In de schaduw. Sandra was er ook weer en maakte koffie voor ons tweetjes. Het tweede bakkie dronken we maar binnen op. Het werd een beetje warm buiten in de tuin.
Gaby lag de rest van de dag, tot ze ‘s avonds naar bed ging, binnen op mijn bed. Ze kreeg weer praatjes. Gelukkig maar.
En ik? Ik heb het veeel te warm. Gister te overdadig gedronken dus nu te veel aangekomen. Daar ga ik me onder de omstandigheden niet druk om maken. Vandaag heb ik het heel rustig aan gedaan met vocht. Dus eerst morgen maar weer wegen.
Overige wederwaardigheden zijn er niet. Ik heb een beetje boodschappen gedaan, wat gecomputert. Morgen zijn de winkels dicht. Zelfs het doen van boodschappen gebeurt dan niet. Rustig aan blijft het devies.
Maandag 12 mei 2008
Gaby lag niet alleen op mijn bed. Ze had ook beslag gelegd op mijn laptop. Ach, ik had toch niet veel fut om te schrijven. ‘s Middags waren Jos en Yvon langsgekomen op hun Ronde van Zuid-Holland. Ik was de laatste etappe voor ze weer naar Friesland vertrokken. Het was erg gezellig. Ik verkeerde in goede staat en was dus bij machte een geanimeerd gesprek te voeren.
Dat het daarna een beetje afgelopen was dat moest dan maar. Dat hoort erbij. De rest van de dag hing ik een beetje op de bank. Een beetje passief meekijken naar de TV-programma’s waar Gaby langszapte. En gegeten natuurlijk. Relaxed.
Voor vandaag had ik de wijkverpleging afgezegd. Ik wilde heel graag uitslapen. Helaas lukte dat niet. Na het pillenslikkenenwegengebeuren (mijn gewicht was weer wat afgenomen, dat dacht ik al) kon ik de slaap niet meer vatten. Gatver. Dan maar een bakkie pleur met een versgebakken broodje. Was ik ook eens op tijd met het ontbijt.
Het duurde niet lang voor de meiden ook hun bed uit waren. Gaby zag er nog steeds tamelijk verkreukeld uit. Ze pakte wat te eten en drinken en zocht haar mandje weer op. Lekker lui TV liggen kijken. Dat leek me een goed plan.
Maar goed, na een tijdje was ik het hangen goed zat. Twaalf uur en het was al te warm om in de tuin te zitten. De verveling sloeg toe. En hard. Zodoende besloot ik iets te gaan doen wat ik anders nooit doe; een toeristisch rondje langs het Haringvliet naar de vesting.
De scootmobiel halverwege standje schildpad snorde ik over het fietspad op de dijk richting vesting. Hoewel? Snorren? De arme scoot rammelt aan alle kanten, de acccukap is niet meer helemaal heel, het stuur zit los en verder wekt het appaaraat de indruk elk moment uit elkaar te donderen. Oftewel; met flink lawaai karde ik met gevaar voor eigen leven en dat van anderen over het fietspad op de dijk. De rust was behoorlijk verstoord daar langs het wijde water.
Meer mensen hadden bedacht naar de vesting te gaan. Het was retedruk. De terrasjes (foto) waren afgeladen en de wachttijd voor een ijsje bij Stars was, gezien de lengte van de rijen wachtenden, minstens een uur.
Bij een van de strandjes (foto) bij de vesting keerde ik om. Om weer voor een geopende brug te staan. Lachen al dat water.
Toen ik thuis kwam, was Gaby brownies aan het maken. Mmmm… Het echte eten, macaronitaart, had ik gisteravond al gemaakt. Piece of cake derhalve. Op de bank ploffen en zo weinig mogelijk bewegen.
Dinsdag 13 mei 2008
Het lijkt wel of ik nieuwe batterijen heb gekregen. Misschien loop ik wel op zonnecellen. Dat zou een hoop verklaren.
Gisteravond laat kreeg ik de geest. Gaby en ik zaten ons rot te vervelen. Zullen we een fikkie steken in de oude barbecue? Daar was Gaby gelijk voor te porren. We vonden zelfs nog wat brandhout in de schuur. En daar zaten we om half 11; in de tuin, te genieten van ons vuurtje en nog wat te drinken.(foto)
Ja, laat papa maar een fikkie stoken. De brand erin! Desalniettemin leek het maken van een vuurtje op de late avond toch iets te veel van het goede.
Vanmorgen verliep de start niet zo gladjes. Slecht slapen afgelopen nacht zou daar ook debet aan kunnen zijn. Naarmate de ochtend vorderde begon ik me echter alweer een stuk beter te voelen.
Samen met Gaby ging ik boodschappen doen bij de Jumbo. Het is fijn als Gaby meegaat boodschappen doen; ze heeft een goede neus voor koopjes. Na de boodschappen reed ik langs Moree, de doe-het-zelf-zaak van Hellevoetsluis. Als Jan Moree het niet heeft, vergeet het dan maar. Sandra had een doucheslang nodig en die heb ik gehaald. Ik was blij dat het even bewolkt was.
Weer thuis met mijn doucheslang wachtte mij de keuken. Nee, als je geen zin hebt om lang in de keuken te staan moet je gaan barbecuen. Lekker makkelijk. En je hebt er ook geen afwas van.
Goed, ik was er dus weer ingestonken en heb de hele middag in de keuken gestaan. Maar, dan heb je ook wel wat. Al zeg ik het zelf. De bbq in de hens, even uit laten fikken en grillen maar. Ik had een soort kebabs op zijn Grieks (ja, never a dull moment with a dirty mind), sla, paprikapatatjes en nog een restant macaronitaart op het menu staan. Gaby had er een lekkere tzatziki bijgemaakt. En als dessert lekkere brownies. Dus ook; eten maar! (foto)
Na het eten was het wel weer over met me. Jammer dat ik bijna onmisbaar ben in dit huishouden en daarbuiten. Sandra had ruitenwissers voor haar auto gekocht. Jammer dat er dan twee jonge gasten aanwezig zijn en dat ik die wissers er dan op moet zetten. Handig zijn is een vloek! Daarna kon ik eindelijk instorten. Oh nee. Ik moest dit nog schrijven.
Woensdag 14 mei 2008
Nou, da’s lekker. Gister nog belde ik poliverpleegkundige Ellen. Met dr. B. heb ik de afspraak om bij overschrijding van 95,5 kg een extra plaspil te nemen en dit te melden.
Omdat bleek dat ik ook zonder meer diuretica te nemen wel weer terugviel in gewicht belde ik gister om dit te melden. Geen extra pillen gisteren.
Woog ik vanochtend nog steeds 95,9 kilootjes (grafiek). Qua gewicht niet schokkend maar misschien toch wat verontrustend in het kader van mijn vochthuishouding.
Omdat ik afgelopen nacht bijna de hele nacht opgezeten had, behoudens tussen 5 en 6 uur ‘s morgens, en hierdoor de consumptie van zowel vaste als vloeibare voedings- annex genotmiddelen werd gecontinueerd, besloot ik het vandaag nog even aan te kijken en te zien wat ik morgenochtend weeg.
Om nog even terug te komen op gisteren. Na de publicatie van het weblog bleek de dag nog niet gedaan. Ik belandde nog bij Sandra die na een worsteling met de doucheslang overal water had behalve uit de douchekop. Rob to the rescue! I’m a fucking genius. (Ik heb vanochtend gebeld met Sandra en ze had heerlijk gedoucht.) Na deze technische ingreep ben ik toch echt naar bed gegaan. Tevergeefs. Dus.
Over vanmorgen wil ik het niet meer hebben. ‘s Midddags kwam buddy Rita voor de laatste keer. Als afscheidskadootje had ze een kookboek voor me meegenomen. Bij het doorbladeren ervan kwam ik al een boel lekkere dingen tegen die ik zeker ga uitproberen.
Omdat er nog wat boodschapjes gedaan moesten, de auto op naam laten zetten en een terrasje doen, fietsten/autoden/scootmobielden (respectievelijk) Rita, Gaby en ik naar mijn favoriete hangplek, winkelcentrum De Struytsche Hoeck (foto).
Bij Halfords haalden we autoshampoo en een autospons. Gaby ging de auto wassen. We hebben een witte Colt met een groen dak. Het groen ging er niet af. Dat wordt morgen een blikje Commandant #1 en harde autowas kopen. En anders heb ik nog iets gemeens tegen alg. Maar dat is voor morgen. Grote vraag is alleen wie het dakje, zo groot is het autootje niet, voor me gaat polijsten, in de was zetten en uitpoetsen? Marcel??? Of toch maar de kaboutertjes?
Donderdag 15 mei 2008
Roadkill. Laten we het er maar op houden dat dat de beste manier is om te beschrijven hoe ik me vanochtend na ontwaken voelde.
Ik werd ruw gewekt door Sylvia die een glas liet vallen. Mischien zou koffie helpen. De koffie hielp een beetje. De wereld om me heen bleef wazig.
Na de koffie kwam de wijkzuster. Misschien zou douchen helpen. Nou, van douchen knap ik nooit op. Oké, de stank is tijdelijk weg en er zwermen opvallend minder vliegen om me heen maar echt opknappen doe ik er niet van.
Lunch. Zou een boterhammetje goed doen? Het ging het vandaag gewoon even niet worden. Echt vervelend kwam dat niet uit omdat ik me had voorgenomen er een rustig dagje van te maken.
Om toch nog buiten te zijn, deed ik zelf de boodschappen. Last minute, in de super, verzon ik wat ik wilde eten. De enige eis die ik stelde was dat het iets makkelijks met rijst zou zijn. Met hamlapjes, een blik tropisch fruit en Indonesische roerbakgroenten als buit wenddde ik de steven van de scootmobiel richting huis. Onderweg kreeg ik een verfrissend buitje over me heen.
Op mijn gemak bereidde ik de maaltijd. Tussendoor rustte ik wat uit terwijl ik mijn krantje las. Dat je dat niet moet doen als je een boemboe aan het bakken bent, weet ik nu ook.
En ik heb de HTX-poli gebeld. Helaas kon Marian geen afspraak voor een harttransplantatie maken. Ach, dan wachten we wel weer verder.
Zaterdag 17 mei 2008
Gisteren, vrijdag, was, zo bleek vandaag, de laatste van een een aantal energieke dagen. Het ging ook al te lang goed. Eens komt de klap weer. De man met de hamer.
In de loop van de middag heb ik boodschappen gedaan met Wies. Van die boodschappen maakte ik een maaltijd om deze bij Sandra op te gaan eten.
Dit etentje liep uit op een latertje. Om half twaalf ging mijn telefoon. Het was Gaby die zich toch wel begon af te vragen waar ik zolang bleef. Het was bijna middernacht toen Roon, de vriend van Sandra, me thuis afzette.
Dat ik me vandaag niet zo fit voelde was dus een beetje eigen schuld. Ik heb wel goed geslapen vannacht, vanmorgen en vanmiddag. Een buitengemeen rustige dag. Gaby en Iris zorgden dat de voorraad- en koelkast weer volgestouwd zijn. Daar had ik dus geen omkijken naar. Als ik er mogen nou weer zo’n dag van kan maken, kan ik er maandag weer tegenaan.
Zonder Cees. Die ligt in het ziekenhuis met een afgescheurde pees in zijn dijbeen. Moet je op je oude dag maar niet zo fanatiek de tennissport beoefenen. Beterschap Cees!
Maandag 19 mei 2008
Nee natuurlijk lag ik gister niet in een hangmatje op een Bountyeiland. Het decor was minder idyllisch, ik lag gewoon in /op mijn eigen bed. Aan het eind van mijn latijn. Nee, nou niet overdrijven. Maar het einde van mijn latijn kwam wel in zicht. Vandaar dat ik mezelf strikte rust had opgelegd. Op zondag is dat niet zo moeilijk. Saaie dag, niets te doen.
Maar op maandag barst het weer los. Oké, anderen barsten los en ik slaap daar fijn doorheen. Dat Sylvia binnenkwam kreeg ik nog min of meer mee. Wijkverpleegkundige Margret heb ik totaal gemist. Later vertelde Sylvia dat Margret maar weer gegaan was omdat ik zo vast lag te slapen. Tijd voor koffie.
En tijd om Ellen (poli hartfalen) te bellen. Zaterdag was mijn gewicht weer een beetje uit de bocht gevlogen en had ik een extra plaspilleke genomen. Dat dien ik dan te melden. Alles tot behoud van mijn niertjes. Ellen kreeg een keurige grafiek van me via e-mail.
Aangezien Cees met zijn pootje in het gips zit, bedacht ik dan hem eens op te zoeken. Gaby bracht me naar hem toe. We dronken wat en keken toe hoe het gras gemaaidd werd. We kijken ook wel eens hoe het gras groeit. Maaien gaat toch echt sneller.
Na een uurtje kwam Gaby me weer ophalen en gingen zij en ik thuis aan de kook. Wat ben ik een kunstenaar in de keuken zeg! Eg nie! Een stukje vis, bietjes in zoetzuur en gebakken aardappeltjes. Eerst de aardappeltjes in plakjes snijden en koken. Maar niet te lang natuurlijk. De gebakken aardappeltjes in spé verwerden tot aardappelpuree.
De avond bracht ik hangend voor de buis door. Zoals gewoonlijk. Wel lekker. Lekker niets. Tot het bittere eind!
Dinsdag 20 mei 2008
Aan het eind van mijn Latijn. Tja, verder dan ‘Ad Fundum’ kom ik niet. Dan ben ik snel uitgepraat als hartpatiënt want lekker een borrel achterover slaan is er niet meer bij. Daar moet ik wel tegenover zetten dat ik al jaren geen kater heb gehad. Dat is ook wat waard.
Zonder wijntje slaap ik ook wel. Ik neem gewoon een slaappilletje en ben onder zeil. Totdat deze of gene me wekt. Vanmorgen was dat Margret. Nou, zo te voelen (overal jeuk) en te ruiken (klotsende oksels) was ik wel toe aan een partijtje schrobben. Als voorbereiding kreeg ik van Margret een mok koffie. Wat een leven hè?
Naar boven, douchen. Stoer als ik ben, wilde ik wel eens gewoon staande douchen. Dat ging het niet echt worden. Een minuutje verder zat ik toch op mijn krukje. Haartjes nat, shampoo erdoor. Ja, spoelt u maar weer uit. Wassen. Doucheschuim. Shit! Op! Ja, een fles Dove Exotic Fruits met verzorgende dagrimpelcrème op basis van natuurlijke lipo-endocyten en het woeste aroma van doerian voor de moderne jonge vrouw van morgen stond er nog wel. Vooruit dan maar.
Schoon maar niet veel frisser ontving ik de tromboseprikmevrouw. Waarna fysiotherapeut Maarten (de slager van Nieuwenhoorn) aan de beurt was om me pijn te doen. Die dinsdagen altijd. Het kostte me wat tijd om alle pijn weg te laten ebben en mijn emoties weer in de hand te krijgen.
Nee, dan moet je met Gaby en mij boodschappen gaan doen. Wij gingen dus boodschappen doen. Heel de Jumbo door en uiteindelijk dachten we alles wel te hebben; spullen voor nasi en bami, alvast voor morgen als we bij Sandra gaan eten, ditjes en datjes. Toen alle spullen op de band bij de kassa stonden, ging ons beiden een licht op. Eten voor vanavond! Dat hadden we dus niet. Lekker stel.
Met de kracht der zotheid bereidde ik met een gedeelte van de boodschappen een grote wok met nasi en nog een wok maar dan met bami. Ik heb geproefd en durf het bijna niet te zeggen: ‘Het is lekkerrrrrrr.’ In ieder geval beter gelukt dan de aardappeltjes gisteren. En nee; geen zakjes. Die zijn voor amateurs.
Over aardappeltjes… Het afgieten van de aardappeltjes gaat sinds kort weer soepeltjes. Dat komt vast omdat ik goed slaap en ook daadwerkelijk uitrust. Het hele arsenaal aan kwaaltjes, moeheidjes en ongemakken lijkt te verbeteren. Of lijkt dat maar zo? Ik voel me, gezien de gezondheid, goed. En dat wil ik graag zo houden.
Dat laatste is niet goed geformuleerd; Dat ga ik zo houden.
Oh ja… Quo Vadis Scania Vabis, tot zover mijn Latijn.
Woensdag 21 mei 2008
Zo, half negen in de avond en ik ben weer thuis. Thuis van eten bij Sandra. Met een krat en een grote boodschappentas vol voer stond ik bij haar op de stoep. Twee middagjejs koken. Er hoefde alleen nog maar een vuurtje onder te worden gehouden.
Gezellig met Roon, Sandra, Gaby en Iris aan tafel in de tuin.
Anders kom ik echt niet zo vaak bij Sandra hoor.
Dit bezoek had een reden. Roon heeft me na het eten geholpen met het poetsen van mijn ‘nieuwe’ aanwinst. Op de foto’s is hij druk bezig terwijl Gaby ook een handje uitsteekt.
Mijn bijdrage bestond uit het toekijken vanaf de stoeprand en het maken van een fotootje. Met vereende krachten, Sandra kwam ook nog even helpen, werd de verweerde lak haar oude glans teruggegeven. Van de week rijden we het autootje nog even voor eeen uitgebreide beurt door de wasstraat. Een groter kunststuk ga ik er niet van maken. We rijden weer!
Ik heb de bolide gekocht van een oud vrouwtje. Aaahhh… da’s niet waar. Hij was van Sandra. Verder een ingewikkeld verhaal met een kapotte versnellingsbak en koppeling. Die zijn vervangen. Onze Colt is een rap rakkertje. Een 1500 c vierpittertje, het sportinterieur uit de GTi en een Executivepakket. Leuk toch? Zestien jaar oud. Nou en?
‘Morgen’, heb ik mezelf beloofd, ‘maak ik er een rustig dagje van.’ Geen cateringpraktijken, geen auto poetsen maar uitrusten. Het wordt een beetje te veel. Vannacht kon ik weer niet slapen en dat is een veeg teken.
Voor nu ga ik alvast een voorschotje nemen op de rust; Gaby en Iris zijn naar de vesting voor een ijsje en Marcel is werken. En dan gaan ze ook nog even naar de kroeg. Kan ik buiskijken wat ik wil! En ik ben versleten. Het lijkt wel of mijn hart mijn borst uit wil springen als ik even opsta om iets in de keuken te pakken of zo. Ik ben ook maar een hartpatiënt en geen superheld. Nou ja, de dag was in ieder geval goed.
Donderdag 22 mei 2008
Nou, vandaag was wel gezellig hoor. Moeizaam kwam ik ‘s ochtends een beetje op gang. Het lijf deed nou niet echt zijn best om wat actief te worden. het bleef liever in bed liggen. Mijn hoofd niet; dat wilde uit bed sprringen en enthousiast de nieuwe dag begroeten. Het bleef bij een zwakjes gemompeld ‘môgguh’.
Een beetje bijgekomen stuurde ik Ellen van de hartfalenpoli een mailtje in verband met mijn gewicht. Daar heb ik verder niets meer van gehoord. Het zal wel goed zitten. Toch let ik maar goed op met drinken en eten. Vooral met drinken.
Ach, kleine probleempjes en ongemakjes zijn het die mij plagen. Maar daar zit ik nu wel al vier jaar mee thuis. Een beetje ibbelig word ik daar af en toe wel. Dan kan ik er even niet zo goed meer tegen. Zoals nu. Ik voel me niet ziek, geen ritmestoornissen, misselijkheid. Geen duizeligheid of pijn. Maar zo moe. Zo verschrikkelijk moe. Vermoeidheid invalidiseert echt wel.
Zo frustrerend. Even naar het winkelcentrum. Neerstrijken op een terrasje voor een verfrissing. Een paar boodschappen en weer naar huis. Alwaar dan niets anders rest dan instorten.
Gaby zou koken. UIteindelijk kon ik het niet laten.en ging ik zelf aan de slag. Iris schilde de aardappels en toen alles eenmaal in de pannen zat, nam Gaby de regie over. Hadden we allemaal iets gedaan.
Eens is de rek uit het elastiekje. En daar moet ik me, in weerwil van mezelf, maar bij neerleggen. Hoog tijd om gas terug te nemen.
Morgen, ja, morgen heb ik echt niets te doen en ga ik ook niets doen. Zie je het voor je? Ik niet! Morgen weten we het zeker.
Nu ga ik verplicht met de meiden naar De Gouden Kooi kijken. De finale.
Vrijdag 23 mei 2008
Het is me gelukt. Een dag niets doen. Maar ja, waar moet ik het dan over hebben vandaag? Dat Maarten mijn rug weer een beetje in het gareel bracht.Dat was toch wel het hoogtepunt van de dag.
Verder heb ik een beetje aan het blog gesleuteld. Daar zie je bijna niets van maar dat geeft niet. Vergelijk het maar met een nieuwe keuken; het meeste werk (elektra, gas en water) zie je niet.
Voor de cardioloog moet ik een logboekje met ondermeer mijn gewicht bijhouden. Dat boekje vergeet ik dan weer mee te nemen op controles. Of ik laat het dagen in de auto slingeren. Aangezien ik toch geen leven heb, ben ik de gegevens maar bij gaan houden in een spreadsheetje. Van het één kwam het ander en nu staan deze gegevens on-line. Kan ik ze bijna altijd en overal raadplegen. Ja ja… ik ga binnenkort een leven zoeken!
Er kwamen ook geen filosofische overpeinzingen bij me op. Dat had een leuk onderwerp kunnen zijn; mijn gedachten. Het lijkt me echter onwaarschijnlijk dat het jullie interesseert dat ik mijn gedachten liet gaan over wat ik zou willen nuttigen. Citroen- of grapefruitlimonade, een boterham met jam of rosbief? Of toch een mocktail met kokosmelk en ananassap?
Nou, als dat de moeilijkste keuzen op een dag zijn, heb je geen ingewikkeld leven. Toch?
Baby Pina Colada
*
Vul een glas voor de helft met kokosmelk.
*
Doe hier een klein scheutje (koffie-)room bij.
*
Vul het glas af met ananassap en ijsblokjes.
*
Een rietje en een stukje ananas maken het helemaal af.
Lekker hoor. Voor een beetje ‘bite’ gaat er eerst een flinke scheut witte rum in het glas. Dan mag je ‘baby’ weglaten en wordt het drankje een stuk minder geschikt voor kinderen en zwangere vrouwen. Nou ja, je begrijpt het al. De drankkeus viel op een Baby Pina Colada! Oké… en het werd een boterham met rosbief. Jeetje, wat zijn jullie nieuwsgierig zeg!
De voedselvoorziening lag verder in handen van Gaby. Wat een dag. Heerlijk! Pas om twaalf uur uit bed na een weldadige nachtrust en daarna helemaal… NIETS! Maar morgen ga ik wel wat doen hoor. Anders verveel ik me de tandjes. Er zijn vast nog wel wat dingetjes die ik kan doen.
Het was weer een voortreffelijke week met leuke activiteiten. Ik word er helemaal blij van. Ik besef goed dat niet iedereen dit geluk beschoren is. (Eric (Louloene), beterschap kerel.)
Volgende week belooft enerverend te worden. Dan krijg ik meer huishoudelijke hulp. Sylvia is een weekje naar de camping dus komt er een mij onbekende mevrouw. O gottegottegot. Als dat maar goed komt. Ik ben zo’n lastige eikel. Maar dat weet die mevrouw nog niet. Iris en ik zijn er klaar voor!
Zaterdag 24 mei 2008
Eigenlijk heb ik vandaag niet zo’n zin om te schrijven. Ware het niet dat ik al te vaak zinloos bezig ben geweest, had ik dit niet geschreven. Daarentegen kan men zich afvragen of dit schrijven wel zo zinvol is
.
Draagt het bij tot mijn welbevinden? Vermaakt het mij? En hoe zit dat met u, lezer dezes? Vermaakt het u? Laten we eerlijk zijn en vaststellen dat er geen beter vermaak is dan leedvermaak.
En het lijden is momenteel ver te zoeken in mijn, toch bedreigde, bestaan. Ja ja… ik sta, als unieke soort, op de rand van uitsterven, één teen in de oven van het crematorium (Of wilde ik nou begraven worden?)
Ik heb me in arre moede gewend tot Diergaarde Blijdorp. Helaas voor mij geen door het Wereld Natuur Fonds gesponsord fokprogramma. Een vasectomie was ook al geen pré.
‘Hoop verloren is al verloren.’ zij een wijs mens ooit. Daarom hoop ik dan maar op een monument ter mijner nagedachtenis. Het liefst groter dan levensgroot midden in de Hofvijver. Maar ach… meer dan een soort afzichtelijke tuinkabouter, weggestopt in een hoekje van de tuin, zal het wel niet worden. Hoe zal het einde zijn? Een holle tuinkabouter gevuld met as na een lange maar ongelijke strijd tegen zijn slopende ziekte.
U ziet, het zijn geen prettige vooruitzichten die opdoemen aan mijn einder. Zwarte katten onder ladders, beren in de bosjes en nergens rozengeur of maneschijn. Geen koek en ei. Van de laatste twee ben ik overigens toch geen liefhebber. Daar til ik derhalve niet zo zwaar aan.
Och arme, wat pessimistisch en deprimerend. Ja, als ik me hier elke dag de hele dag mee bezig zou houden wel ja. Als zulke gedachten mijn doen en laten bepaalden wel ja. Natuurlijk voer ik een strijd tegen mijn ziekte.
De kunst is deze strijd op de achtergrond uit te vechten en de aandacht te richten op de belangrijke dingen. Bij voortduring vraag ik mij af wat nou belangrijk is. Steeds kom ik dan terug bij de gevolgtrekking dat ik dat zelf ben. Gevolgd door mijn kinderen en geliefden. Een klein beetje van de energie die ik daarvan krijg besteed ik aan de strijd. De rest gaat naar leuke doelen.
Het moge dan wat hedonistisch en wellicht zelfs egoïstich lijken; ik wil mijn leven gewoon niet in lijden leiden. Daar pas ik voor. Je kunt ook kiezen voor lijden,. Wat ik zelf ook wel ghedaan heb. Totdat ik inzag dat dat me niet verder hielp en ik er alleen maar zieker door werd. Als je op die weg zit , moet je echt proberen zo snel mogelijk de volgende afslag te nemen. De afslag naar (ook al is het maar een klein beetje) geluk.
Een drankje op een terras, een vriend die aan komt waaien, de kinderen die zich eens goed gedragen, de kat die van het dressoir af lazert. Het is echt niet verboden om te lachen hoor zoals veel mensen, zowel patiënten als mensen in hun omgeving, denken. Zo hoort het namelijk. Ziek zijn is een ernstige zaak. Als je dat er van maakt.
Om niet de lolbroek uit te hangen; huilen mag ook. Daar ontkom je niet aan. Soms zit alles niet erg mee, voel ik me ziek, denk ik dat nou wel voorbij mag zijn en meer van zulks.
Soms moet ook ik de leuke dingen met een kaarsje zoeken, een andere keer komen ze gewoon op mijn pad. (Mijn pad? Het Rob Oosterboerpad? Ergens in een Hellevoetse nieuwbouwwijk?) Het is wel even opletten. Als het voorbij komt, grijp het dan. En laat het niet meer los. En hoewel van niet-materiële aard en voorbijgaand, genoten momenten kan niemand je ooit meer afnemen. Je moet het leven nu leven! Ik doe mijn best. En het lukt me aardig.
Als er een maar een klein stukje blauwe lucht tussen de wolken verschijnt, kan ik weer lachen om alles. En vooral om mezelf. Dwaas die ik zo nu en dan ben.
Zondag 25 mei 2008
Ik open de luxaflex en zie de regendruppels op het raam. Het is één uur, iedereen is zijn of haar dingen al aan het doen. Bezigheden buitenshuis. Een druilerige zondag.
Natuurkrachten maken dat ik nu toch echt wel uit bed moet. En om dan weer terug te gaan… Nee, laat ik maar echt opstaan.
De poes drentelt om me heen en loopt me voor de voeten. Er ligt nog een zaterdagbijlage van de krant op me te wachten.
Mijn maag vertelt me middels een luid knorren dat ik trek heb. Er verdwijnt een pistoletje in de oven. Een kwartiertje later vermalen mijn vier resterende kiezen de harde korst van het verse broodje. Een glas limonade spoelt alles weg.
Terwijl ik mijn tanden poets, aanschouw ik de chaos in de keuken. De vaatwasser moet nog leeg gehaald. Tot dat gebeurt is stapelt de troep en afwas zich op. Ik kan me er heel even niet druk om maken.
Er is niets op de buis. Zondag hè. Een handvol dominees, imams en rabbi’s vullen de verschillende kanalen. Zappen is zinloos. De series die ik nog op harddisk heb staan, heb ik allemaal al gezien. De omroepen herhalen alles alsof de kijkers kleine kinderen zijn; hoe vaker ze iets zien, des te mooier vinden ze het.
De film die ik uiteindelijk aanzet slaat nergens op en gaat nergens over. Het beweegt en het maakt geluid. Zo voel ik me iets minder alleen. Wat zouden andere mensen doen op een druilerige dag als deze? Een beetje computeren net als ik nu?
Doelloos is het vier uur geworden. Ik neem nog iets te drinken. Ook al heb ik een vochtbeperking, ik moet wel iets drinken. Uit de koelkast pak ik een fles tonic en grapefruitsiroop. Dat frist lekker op.
Straks nog een broodje, dan een beetje voor de buis hangen en dan zit deze rustdag er op. Morgen begint het circus weer. Misschien ga ik dan ‘s avonds zwemmen met Gaby. Dat was toch wel heel lekker.
Het zonnetje breekt voorzichtig door. Zie je nou wel; een beetje zonneschijn is nooit ver weg.
Maandag 26 mei 2008
Tja, daar ging m’n stukje voor vandaag, zoef, zo het raam uit. Vandaag kwam de interim huishoudelijke hulp. Hoe graag had ik hier termen als ‘soepkip’, ‘poetsdoek’ of iets dergelijks gebruikt.
Soemia, zoals de van oorsprong Marokkaanse jongedame heet, bleek echter een intelligente, goed Nederlands gebekte studente biologie te zijn. Niks op aan te merken. Zelfs Iris deed normaal tegen haar. Soemia mag blijven.
Als Careyn zulke mensen blijft sturen, is de lol er gauw af hoor. Tijd voor plan B. ‘Welk plan B?’ Dat was er dus niet. Zodat ik eerst de krant maar eens las. Maar daar stond ook al niet veel soeps in. Na het weekend liggen al die journalisten natuurlijk hun roes uit te slapen op de redactie.
De krant op maandag. Ik wil m’n geld terug. In ieder geval een gedeelte ervan. De helft van het katern ‘Dichtbij’, over de lokale actualiteit, gaat over sport. En natuurlijk met name over voetbal.
Wie kan het in godsnaam iets schelen dat het 6e elftal van BCVB (?) in de 12e klasse regionaal heeft verloren van een of ander obscuur voetbalclubje. Geen hond toch? Alleen de spelers en supporters van BCVB 6 zelf. Maar die vijftien* wisten het al, of anders lezen ze het wel in het clubblaadje. Wat is dus de nieuwswaarde?
Eruit met die door krukken en braces overeind gehouden wannabe Kuyten**, Makaayen** en andere atleten! En wel met ingang van volgende week.
Hier zat ik me nog flink druk over te maken toen m’n telefoon ging. Het was Peter. Die had ik sinds mensenheugenis niet gezien. Tenminste, als de rest van de wereld net zo’n geheugen heeft als ik. Vijf minuten later was hij er.
Peter wist de koelkast nog te vinden, gelukkig heb ik een open keuken, en pakte er een biertje uit. Het was meteen gezellig. Schoolkampen, musicalavonden; van alles passerde de revue.
Altijd (te) druk, vertrok Peter na een uurtje weer. Mij met ritmestoornissen van het lachen achterlatend. ‘Ja, rot nou maar gauw op, voor we 112 moeten bellen.’
Weer bijgekomen flanste ik een bak nasi in elkaar. En daarna snel omkleden om te gaan zwemmen. Goh… als je eens zou kunnen zien hoe mijn goddelijke, atletische gestalte het rimpelloze water doorklieft. Je zou niet meer bijkomen. Van het lachen.
Het was lekker, alles een beetje bewegen, ronddobberen. Moe maar zeer tevreden stapte ik bij Peter, die me kwam ophalen, in de auto. En het was gelijk weer bal. Nu over zijn keuken in aanbouw.
Peter is namelijk een beetje eigenaardig. Een normaal mens haalt zijn keuken bij de keukenjannes of desnoods de IKEA (als je van imbussleuteltjes houdt.). Nee, Peter bouwt zijn keuken van losse plankies en drijfhout. Daarom is de keuken na maanden nog steeds niet af. Hij moet telkens strandjutten voor hout. Soms heeft hij mazzel en vindt hij ook een stukje touw. Dat scheelt weer spijkers.
Goed, het duurt even maar straks heeft ‘ie dan ook wat. En het grote voordeel van een drijfhouten keuken is dat die bestand is tegen lekkage. Blijft gewoon drijven. Niets aan ‘t handje. Tenzij je er een granieten aanrechtblad op legt. Dan kun je het schudden. Maar Peter zit goed; graniet spoelt niet aan.
*= De reservespelers fungeren tevens als supporters. Sinds dat er langs de lijn geen bier meer mag worden gedronken is het het aantal aanmoedigers flink geslonken.De coach was er niet bij. Die had een kater na de maandelijkse klaverjasavond in het clubhuis.
**= bekende voetballers
Dinsdag 27 mei 2008
Om nog heel even terug te komen op de keuken van Peter; vol trots liet hij me een foto van zijn fornuis zien.Daar was nog wat mee. Het gas aansluiten middels een oude tuinslang en een peuk in je gezicht bleek ook niet alles. Gelukkig dat al dat drijfhout niet wil drogen (laten we het niet over de verwarming gaan hebben) en dus nog zeiknat was. Maar zoals altijd had Peetje ook hier een briljante oplossing voor. (klik op foto om te vergroten) Met dank aan een zekere Johan.
Dan vandaag. En afgelopen nacht.Vooral afgelopen nacht! De hele nacht heb ik opgezeten.En dan weer proberen te slapen niet wetend hoe ik moest liggen. De TV ging weer aan. De koelkast open. Terwijl iedere vezel in mijn lijf schreeuwde om rust bracht zelfs het meest saaie nachtprogramma niet de slaap die ik zo nodig had.
Een wazige dag. Omdat ik Sandra een eenvoudig doch voedzaam maal had beloofd moesten er toch boodschappen gedaan worden. Ik wilde zelf in de super kijken wat en hoeveel ik aan groente en vlees ik nodig had. Dus zo &%*$ als ik me voelde ben ik met Iris boodschappen gaan doen.
‘Doe maar stoer, doe maar stoer
Met je lippen op de vloer
…..
Aldus het refrein dat een jeugdige delinquent eens rapte op mijn werk. Ooit ga je te ver en ga je op je muil. Zo iets. (Of ging het nou toch over de paus die uit een vliegtuig komt?? What ever.)
Was de zwempartij dan toch te veel? Ik moet eerlijk zeggen dat ik gisteravond al helemaal stuk zat. Dat is alleen nog maar erger geworden door die doorwaakte nacht en toch weer een redlijk inspannende dag. Hartstikke kortademig, pijn op mijn borst wat maar blijft zeuren, buikpijn. Moet ik nog even doorgaan? Wel, daar heb ik geen zin in.
Nu is, volgens mij, de rek toch echt uit het elastiekje. Het kon ook bijna niet meer zo lang goed gaan. Kuthart!! Dat is toch f#cking niet normaal! Ik kap er mee! Het lijkt vandaag allemaal zo zinloos.
Woensdag 28 mei 2008
Zo heel erg gezellig kan ik gister nooit geweest zijn. Het kan nou eenmaal niet elke dag lachen, gieren, brullen zijn. Wat het blog betreft gooide ik gister al in de loop van de middag het bijltje erbij neer.
En dat terwijl Sandra nog kwam eten. Niet alleen eten. Na de maaltijd gingen zij en Iris … paardrijden! Ja, nee… ik geloofde het eerst ook niet en heb het helaas niet zelf mogen zien. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Sandra op Paloma, een hele lieve Fjord. Zelfs ik durf het brave peerd te aaien. Nee, dit is geen fotofuck
Zo te zien had Sandra het wel naar haar zin. En dan zo’n goede lerares als Iris. Sandra en Iris hebben afgesproken volgende week weer te gaan paardrijden. Veel gekker moet het toch niet worden.
Maar goed. Vannacht heb ik goed geslapen en het wakker worden werd begeleid door wat zonnestralen. Wat een klef weer! Net als gisteren. Fris gedoucht voelde ik me direct alweer plakkerig en vies. En over de zuurstof in de lucht, of beter het gebrek daar aan…
Rustig aan dus; tennis op Roland Garros kijken (en met name het damestoernooi), krantje lezen en een klein boodschapje doen.
De boodschapjes deed ik samen met Wies. Natuurlijk pikten we gelijk een terrasje. De zon brak plots door en joeg de klamme atmosfeer weg. Het werd lekker en toch niet te warm. Na een verfrissing bij het Verschil maakten we een zinloos rondje winkelcentrum.
Wies ging, na met mij terug gefietst te zijn, naar huis en ik draaide op mijn dooie gemak een wok bami (Alweer? Ja joh… lekker makkelijk en snel klaar.) in elkaar. Meer culinaire inspiratie had ik niet. De pepers uit eigen tuin die Wies meebracht leukten de bami aardig op. We houden hier wel van pittig.
Oh… en ik kreeg espressokopjes van Wies. Die moesten vanavond wel getest worden. Leek het nu maar zo, of was de koffie echt lekkerder? Ik heb niet alle kopjes getest, één testexemplaar leek me wel representatief voor de hele groep.
Het was een veel betere dag dan gisteren. Idioot hè? Mijn gewicht duikelde omlaag, ik voelde me 200% fitter. Oké, ‘s avonds gaat het kaarsje langzaam uit. Maar dat geeft niet. Ik heb weer een gezellige dag beleefd!
Donderdag 29 mei 2008
De buurmannen zijn er klaar voor! Ik wacht angstig af. Zelfs aan mijn huis zijn vlaggetjes opgehangen. Het EK komt er aan. Het Europees Kampioenschap voetbal. Zoals sommigen van jullie wel weten, ben ik een groot voetballiefhebber. Not. Iemand moet mij nog steeds eens het verschil tussen een corner en een hoekschop uitleggen.
Ooit heeft iemand geprobeerd mij duidelijk te maken wat buiten spel is. Hij loopt nog steeds bij de psychiater. Ik heb ook veel moeite om bijvoorbeeld van Basten en, laten we zeggen, Melgiot uit elkaar te houden. Melgiot is toch de trainer van Feijenoord? Nou ja, lekker belangrijk. Weet ik veel.
De dag van vandaag;
Vanochtend werd ik wakker van een hele vervelende vlieg. Mijn wraak was echter zoet. Met een verbrand luchtje. Ik word al aardig behendig met de electrische vliegenmepper.
Verder bleef het heel rustig en heb ik weinig tot niets gedaan. Goh, bijzonder. Het enige wapenfeit waar ik me op kan beroepen is dat ik een enorme bende van de keuken heb gemaakt. En raad eens wie de zooi op gaat ruimen? Juist; ik.
Ach, dat zal wel lukken. Eerst wat TV kijken. Als Iris straks na het aquaspinnen thuis is, haalt zij de vaatwasser leeg en dan vul ik hem weer. En dan is alles weer netjes. Klaar voor morgen. Klaar voor nieuwe rotzooi. Zo gaat dat hier.
Bij wie niet? Wat dat betreft zijn we bijna een gewoon gezin.
Vrijdag 30 mei 2008
Slaap. Het dagthema. Ergo, er valt weinig te melden. Helemaal niets eigenlijk. Wat nu? Nou, niks. Morgen misschien. Nu ben ik gewoon te moe. Laat ik dan maar eens verstandig zijn en mijn rust pakken.
Het weekend staat te popelen om te beginnen. Dat wordt riant uitrusten.
Tenzij… (daar ga ik weer) het mooi weer is. In dat geval ga ik natuurlijk de hort op.
Behalve moe gaat het verder eigenlijk nog steeds lekker. ‘Niets meer aan doen’ zou je zeggen. Maar nee, ik ben nog steeds erg geïnteresseerd in een goed ruilhart.
Dan kan ik een volgende stap doen. Wat voor stap dat dan ook mag zijn. Geen illusies, geen teleurstellingen.
Wat niet wegneemt dat de hoop op beter er altijd is. Ergens dwalend in mijn gedachtenwereld. Door het lange wachten is er toch een soort gelatenheid ingeslopen. ‘Het zal wel!’ ik doe mijn best om er in te blijven geloven. En ach, ooit heeft een cardioloog zonder transplantatie een verwachte levensduur van twee jaar geprognosticeerd.
Dan heb ik al een hoop tijd extra te pakken. Slechte tijden maar ook zat goede tijden. Medisch mirakel? Mentaal wonder? Zelf vind ik het toch wel een bijzondere situatie.
En wat denken van het stamina van de meiden? Die gaan toch ook al bijna vier jaar om met de vreselijke onzekerheid. Dat is ook bijzonder.
Ik ben blij met elk moment dat ik nog temidden van mijn dierbaren verkeer. En de dood? Wie dan leeft, dan zorgt. Daar maak ik me niet zo druk om. Daar schiet ik zo weinig mee op. Wie nu leeft, nu geniet. Zo gaat dat! En niet anders.