Maart

3 maart 2005 0 Door robzter

Dinsdag 1 maart

Het is dinsdag. Lekker belangrijk. Wat hebben we vandaag allemaal al gedaan. Het is bijna half twee. Vooral muziek geluisterd. Koptelefoontje op en rustig liggen. Inmiddels is Gaby al weer terug uit school èn de deur al weer uit. Samen met Sandra is ze naar het winkelcentrum. Als Sandra maar niet weer wat gaat kopen. Vorige week kwam ze met een vriezer thuis. Nou ja, dat is een beetje moeilijk natuurlijk. Ze had er in elk geval één besteld. Vanmorgen begon ze over een DVD-recorder.
Daar ben ik blij mee. Vorige week had de lokale kabelaar(-s, want UPC!) opeens alle frequenties veranderd. Wil je ‘s morgens de TV aanzetten, is er geen zender meer te bekennen. Met mijn tempo ben ik al de hele week bezig om alle TV’s opnieuw in te stellen. Daar ben ik nog niet klaar mee. En dan ook nog een nieuw apparaat? Ja dag!

We hebben dan ook wel een weekje met allerlei elektronische averij achter de rug. De DVD-speler is een beetje stuk (Ruit en Brains, de DVD van het feest doet het nog hoor!), Nog een speakertje van het surround-systeem opgeblazen.
Nu hebben Sandra en ik dus een discussie. Zij was net zo blij met de compacte speakertjes, terwijl ik het liefst een paar electrostaten in de huiskamer zet. Alsof we daar plek voor hebben. Nou vermoed ik dat zwager Jos nog ergens zijn oude luidsprekers heeft staan. Als ik die nou eens een borrel beloof en voor Sandra een bloemetje haal? Dan zouden we daar uit moeten komen. Misschien.
Ik lig nu wel lekker naar DJ Tiësto te luisteren, even snel voor eigen gebruik een remix van zijn album ‘Just be’ in elkaar gedraaid. Maar ik begrijp nu wel waarom speakertjes het bij mij niet zo lang volhouden. Die dingetjes vinden het niet zo leuk. (Ohhhhhhh, ik hoor toch een slechte cross-over voorbijkomen. Vreselijk.Het doet gewoon zeer aan me oren.)

DJ Tiësto. Van de week helemaal in de ban van Shaky Ground. Drs. P.? Motorhead misschien? Tja, wat zal ik zeggen? Doe mij ook nog maar een stukje Rammstein of Bach. Muzikaal kun je met mij alle kanten op. Sinds Sandra salsaat vind ik zelfs salsa, son en merengue leuk. Als Thijs straks klaar is met zijn knoppendozen en draaitafels gaat er fijn een DVD van Roger Waters in. HA! ‘The Wall’! Breeduit genieten is dat. Jullie begrijpen dus hopelijk wel dat ik geen Mieke T. wil horen op mijn begrafenis? Neen. Ik heb de playlist al klaarliggen. Alleen nog even afspraken maken met de DJ en de kroeg. Alles komt goed!

Meestal had ik op feesten wel een idee van wat ik wilde draaien. Maar soms ook echt niet. Dan stond ik echt met mijn handen in het haar. Zoals die keer dat Peter tijdens een eigen feest witheet, midden in een vette housemix (Peter is echt een geweldig house-DJ, ik ben als ouwe lul meer van de danceclassics en rock) de set verlaat en roept dat ik maar verder moet gaan! Oké… Maar ik sta het licht te doen. ,,Dit nummer duurt nog 40 seconden”, roept hij nog net. En dan? Hij heeft een volgend nummer al klaar liggen, maar dat ken ik helemaal niet. Voorluisteren binnen 40, nu nog 30 seconden? ,,Help”, piept een bang stemmetje ergens binnen in me. Het eigen CD-koffertje brengt uitkomst, in schrijversjargon heet het een stijlbreuk, maar ik haal met kleffe handjes (nog 15 seconden) Anouk uit het koffertje en net op tijd knalt ‘Nobody’s Wife’ uit de speakers. Daar bleken gelukkig ook liefhebbers voor.

Of toen we in de dierentuin van Amersfoort moesten draaien. Er is altijd wel wat met ‘The Party Factory’. Nadat we met de auto met aanhanger midden op een terras terecht waren gekomen konden we eindelijk gaan bouwen. Zoals altijd deden Brian en ik het licht en Peet het geluid. Nu had Peter twee essentiële verloopplugjes thuis, toen nog Alphen a/d Rijn, laten liggen. Geen geluid tenzij zelf zingen dus. Ik had net met Brian twee kabels, waar de juiste pluggen aangegoten zaten, doorgeknipt en gestript, toen er een medewerker van de zaal aan kwam lopen met de juiste verlooppluggen. Ja, wij verbruiken heel wat deodorant op zo’n avond. Na afloop verdwaalden we nog hopeloos in de onverlichte zoo. Wat een zootje! Ja, wij verbruiken ook heel wat benzine op zo’n avond! Hadden we maar zo’n plattegrondje mee moeten nemen. Dan hadden we misschien geweten dat we bij de ijsberen rechtsaf moesten.

Het gekste optreden was op een klassiek zeilschip op het Haringvliet. Hartje zomer. Een groot advocatenkantoor. Benedendeks, in de roef, of hoe noem je de bar op een schip, konden we de installatie neerzetten. We hadden net 1,5 vierkante meter. Het was onwijs mooi weer dus zetten we de boxen op het dek. Kunnen de mensen lekker in de frisse lucht dansen en genieten van het varen en het uitzicht. Goed plan toch? Het is alleen als DJ een vreemde gewaarwording om te draaien terwijl er voor je neus vier mensen aan een tafeltje echt de hele avond zitten te klaverjassen. Aan dek was het gelukkig wel groot feest. De glazen rinkelden op de bar door het springen en hossen boven ons hoofd.

Er zijn zoveel verhalen, ik zou uren kunnen vertellen. Saai was het nooit. Het is nu dus even wennen. Maar of het ooit gaat wennen? Wie zal het zeggen?
Inmiddels is Sandra weer thuisgekomen en schrik ik op uit mijn mijmeringen. Ze heeft iets gekocht. Ze zegt dat het een apparaat is om je haar te doen. Maar daar geloof ik geen snars van. ‘Hot Brush’ staat er op de doos. Ja hoor! Het is is een ordinair sexspeeltje om gynaecoloogje mee te spelen. Waar is mijn DVD-recorder?

 

Woensdag 2 maart
Wegens drukte, nou ja smoesjes… Wegens geen zin, geen puf en geen inspiratie vandaag geen webgelog. Het gaat redelijk met me. Maak je geen zorgen. Laat mij nou maar even rustig naar de sneeuw kijken. Tot morgen. Oh ja, ik ben wel heel de middag bezig geweest met het organiseren van mijn uitvaart. Het wordt heel leuk. Ik krijg er al helemaal zin in. Ik ben er ook al uit wat het thema wordt. Themafeesten zijn erg in tegenwoordig. Dat je dood bent hoeft niet te betekenen dat je niet meer bij de tijd bent! Balen dat ik er niet bij kan zijn. Da’s eigenlijk een beetje jammer. Toch? Nou ja, je kunt niet alles hebben in het leven en daarna. Dat geklaag ook altijd. Ik ben ook nooit tevreden. Doei!

Ik (Sandra) wil even wat kwijt.
Afgelopen zondagmiddag werd ik gebeld door Sylvia. Zij bracht een sombere boodschap. Esmeralda, 19 weken zwanger, was opgenomen in het ziekenhuis, bevallen en het kindje was overleden. Sylvia kwam direct naar mij toe, we waren beiden ondersteboven van dit bericht. Wat konden we doen? We besloten naar het ziekenhuis te rijden.
Daar troffen we Roon en Esmeralda, beiden erg verdrietig.
Hun zoontje, Justin Tyrell, heeft maar een half uur geleefd.
Waarom ik dit nu pas vertel? Omdat pas nu de kaartjes gedrukt en op de bus zijn en veel bekenden inmiddels op de hoogte zijn.
Het leven is zo oneerlijk, iedere keer weer.
Morgen rond half één wordt Justin Tyrell begraven, Roon en Esmeralda doen dit samen.
In gedachten zijn we bij hen…..
Ik wens Roon en Esmeralda alle liefs en hoop dat ze samen sterk genoeg zijn om dit verlies te verwerken. Ik weet dat ze direct een reis geboekt hebben naar Gambia en a.s. vrijdag vertrekken. Ik hoop dat ze de rust kunnen vinden om hun emoties te delen en hun gedachten te ordenen.

 

Donderdag 3 maart
Hè hè…

Vrijdag 4 maart

Mensen vragen me wel eens waarom we in een gat als Hellevoetsluis zijn gaan wonen. En erachteraan komt dan ook de vraag of we de stad niet missen. Waarom we in een dorp zijn gaan wonen werd van de week beantwoord in de fietsenwinkel in het winkelcentrum. Ik had rolstoelpech. Eén van de voetsteunen viel er spontaan af toen Sandra het gevaarte uit de auto tilde. Waarmee ook de vraag beantwoord is waarom Sandra altijd zo’n pijn in haar rug heeft. Maar daar gaat het nu niet om.
Daar sta je dan als rolstoeler met pech. In geval van mechanisch onheil kun je de firma Beenhakker bellen. Maar iedereen kent de verhalen van oude dametjes die uren in het Kralingse Bos staan met een lege scootmobielaccu. Ergo; even één been omhoog, voetsteun op schoot, en Sandra duwt me naar de fietsenwinkel alwaar de eigenaar persoonlijk en gratis en voor niets de voetsteun monteert en afstelt. Hij helpt Sandra zelfs de stoel de overvolle winkel weer uit te manoeuvreren en houd de deur open. Dat zie ik in Den Haag nog niet zo gauw gebeuren.

En zo gaat het hier met meer dingen. Ik ben blij dat we in een dorp wonen.

Om nog even terug te komen op die oude dametjes in het Kralingse Bos. In de gebruiksaanwijzing van de scootmobiel staat keurig vermeld wat de actieradius van het voertuig is met een volle accu. Dat is handig zou je denken. Dan weet je precies hoever je kunt rijden. Dus niet. Wie heeft er wel eens een scootmobiel met standaard tachometer gezien? Die zijn er niet! Oma, nog denkend dat je het beste met de trekschuit van Rotterdam naar Amsterdam kunt reizen en dat je daar dan drie dagen over doet, heeft geen benul van afstanden. Dus gratis tip van mij aan WVG-verstrekkers; monteer een fietscomputertje op scootmobielen. Dat kost 5 euri per voertuig en het scheelt een hoop ritjes naar klanten met lege accu’s. Tel uit je winst.

Even over mij. Ik heb me een paar dagen niet zo lekker gevoeld. Het is natuurlijk hartstikke leuk die sneeuw, maar ik kom zo de deur niet uit. Op een gegeven moment is de maat vol. Dus ik mee een boodschapje doen bij de buurtsuper. Dat was een succes hoor. Ik loop niet zo stabiel. Dus gingen Sandra en Gaby met een schep sneeuw en ijs te lijf om een pad richting auto voor me te banen. En dat voor een zak diepvriesfriet en een doos bitterballen. Bij de supermarkt ben ik ook nog in de auto blijven zitten. Vage actie. Maar wel even buiten geweest en frisse lucht ingeademd. Ik voel me een stuk beter. Wow, wat zou ik nu graag door sneeuw lopen. Muts op, handschoenen en stevige stappers aan en het strand op. Heerlijk. ,,Volgend jaar”, denk ik dan maar. Volgend jaar.

 

Zondag 6 maart
Effe terugkijken, wat hebben we zaterdag gedaan?
Rob heeft de hele dag op bed gelegen, voelde zich te beroerd om op te staan om een kop koffie of een boterham voor zichzelf te maken. De hele dag was hij duizelig, zelfs tijdens het liggen. En hij was constant misselijk en supermoe, alsof hij 100 meter hardgelopen heeft, zeg maar.
Geen energie om te praten, hij werd ook steeds kortademiger. Om een uur of zeven begon Rob het benauwd te krijgen. Ook voelde hij ritmestoornissen. Om kwart voor negen gaf hij aan dat hij zich zo klote voelde en dat de druk op de borst en de benauwdheid ook toegenomen waren en vroeg hij of ik de de afdeling HTU wilde bellen. Aldus gedaan. Spullen gepakt en naar de spoedeisende hulp gereden. Dit keer zonder geflitst te worden!
Op de SEH was al gemeld dat we eraan kwamen en kon Rob direct door naar een behandelkamertje. Okee, alle controles werden gedaan, aansluiten op hartbewaking, infuus gezet, bloed afgetapt etc.
Rob bleef zich beroerd voelen en dus werd besloten dat het beter was om hem op te nemen.Om 24.00 uur werd hij naar de afdeling HTU gereden.

Rob was liever thuis gebleven. Hij zei nog”ik had nu go.v.rd.mm. op de bank moeten zitten met een biertje en dan straks naar de kroeg moeten gaan”.
Het leven is kut, nog steeds.
De meiden zijn weer erg ontdaan. Bij iedere opname worden de emoties heftiger. Ik probeer zo goed en zo kwaad als het gaat om ze op te vangen en te troosten, net zoals ik uit alle macht probeer om Rob op te peppen, te steunen en te verzorgen. En voor één keer wil ik zeggen dat dat zwaar is……

Vandaag voelde Rob zich nog niet echt beter. Hij is alleen niet meer misselijk en de pijn op zijn borst is afgenomen.

Morgen weer een nieuwe dag met nieuwe kansen.
Oh ja, Rob wil op dit moment geen bezoek.

 

Dinsdag 8 maart
Eigenlijk is er weinig verandering in de situatie.
Rob voelt zich wat minder beroerd, dat dan weer wel. Hij is zo verschrikkelijk moe en blijft het benauwd houden. Praten kost dan ook heel veel energie en moeite. En hij doet erg zijn best om toch door te gaan, hij is tenslotte een doorzetter!
Medisch gezien gebeurt er niet veel, alleen de plaspillen zijn tijdelijk opgehoogd. Om te kijken of er toch stiekem ergens vocht zit waar het niet hoort te zitten.
Dus…afwachten maar weer.

 

Woensdag 9 maart
Het uitzicht is er fraai; een park, een volgens Noorse tradities opgetrokken kerkje voor zeelieden die, ver van huis, een woord met God willen wisselen, de Euromast. Aan de horizon verrijzen nieuwe elementen van de Rotterdamse skyline. Kamer 324 op afdeling 1200 van het Erasmus Medisch Centrum. Dat is nu voor een paar dagen mijn wereld. A room with a view. In goed Nederlands ‘een kamer met uitzicht’. Op het gevaar af depressief te lijken is het wat mij betreft nu eventjes een kamer zonder uitzicht. Het uitzicht dat ik heb is in werkelijkheid niet zo fraai.

Daar lig ik weer. Gelukkig gaat het weer wat beter. Zaterdag was ik echt aan het eind van mijn Latijn. Dat je door een klein misverstandje tussen wat organen en medicijnen zo ziek kan worden. We raken er al niet meer van in paniek. Tenminste, aan de buitenkant. Van binnen houden mijn emoties een diabolische orgie. Als dit nog even duurt, wordt het denkelijk steeds moeilijker om mijn emoties de baas te blijven. Totale anarchie in mijn hoofd. In mijn nuchtere hoofd, in mijn koele brein.
Het ging net zo goed. Op sommige momenten konden Sandra en ik het heel genoeglijk met elkaar hebben. Ik was bezig om een scootmobiel aan te vragen zodat ik in het voorjaar zelf naar buiten zou kunnen. Dat was wel even een drempel, maar daar was ik toch mooi overheen gestapt. Weer een emotionele hindernis geslecht. Echt, wat mij betreft ging het lekker. Ik kon er weer even mee leven. ‘Beperkingen zijn uitdagingen.’ Dat soort denkwerk. En nu dit weer. Keihard op je muil pleuren en langzaam overeind krabbelen. En dan kun je kwaad worden, maar heeft dat zin?

Het is wel fijn te weten dat je in goede, en vertrouwde, handen bent. Ik slaap prima. De geluiden en schaduwen in het nachtelijke ziekenhuis zijn net zo bekend als de geluiden en schaduwen in mijn eigen slaapkamer. Het is hier echt geen kommer en kwel. Heel luxe een kamer alleen, ik banjer weer wat rond, kom onder de mensen. Dit keer zijn er ook leuke mensen. Dat maakt het allemaal wel makkelijker. Voor mij. Voor de meiden wordt niets makkelijker.

Ik zou willen dat ik iets voor Sandra en de kinderen kon doen om het voor hun wat dragelijker te maken. Kon ik het maar. Dat maakt het dan weer moeilijker. Zal het egoïsme waardoor ik beslopen wordt nog in kracht toenemen? Soms kan ik alleen maar aan mezelf denken. Dan komt alles op een gedeelde tweede plaats. Het gaat vanzelf, ik kan er niets tegen doen.

Het gaat weer wat beter. Straks komt Sandra weer, vanavond komt Mick, hoognodig, mijn rug masseren. Ik stop met klagen. Misschien dat ik morgen nog een stukje beter ben. Het wordt hoog tijd voor de één of andere tirade tegen… nou ja, wat kan mij het schelen, die hele discussie over orgaandonatie, al die slappe happen die het nog niet weten, of het eng vinden te houden. Van die hypocriete hufters die geen donor willen zijn maar wel staan te janken als ze een orgaan nodig hebben. Die moeten dus niet zeiken als ze er geen krijgen als de nood aan de man man/vrouw komt. Jammer joh! Zo’n Boris Dittrich. Geen donor maar wel een enorm kutverhaal ophangen waarom hij geen donor is.

En dan heb je ook nog die lui die denken dat het niet van hun God mag. Gelul. Daarboven wordt beslist of het je tijd is. Ja hoor, een opperwezen gaat zich toch niet met futiele details bezighouden. God en Allah zijn de uitvinders van het moderne management. Delegeren is in de hemel uitgevonden. De eenvoudige taken zijn gewoon aan de mens uitbesteed.

Zoals het verhaal over die Zeeuwse boer tijdens de watersnoodramp in 1953. Hij stond op het dak van zijn huis, het water steeg steeds hoger. Al snel kwam er een bootje aangevaren. ,,Meneer! Stap snel in mijn bootje”, brulde de man aan de riemen. ,,De Heer zal mij redden”, antwoordde de boer. Het water steeg nog verder. Weer kwam er een bootje aan. “Hé, oude man, kom snel aan boord, u zult verdrinken.” De boer gaf hetzelfde antwoord en het bootje voer verder. Het wassende water kwam nog hoger. Daar kwam een motorboot. Weer wilde de boer niet instappen omdat de Heer hem zou redden.
Tien minuten later was het water zo gestegen dat de boer verdronk. In de hemel aangekomen dacht hij God ter verantwoording te kunnen roepen. ,,Mijn Heer, altijd heb ik tot u gebeden en geloofd dat U me zou redden. En nu? Nu ben ik verdronken en dood. U heeft me in de steek gelaten!
Waarop God zei:,,Driemaal heb ik een boot naar u toe doen komen, driemaal sloeg u mijn hulp af.

De mens heeft, van wie dan ook, de mogelijkheid gekregen zichzelf en zijn broeders en zusters te redden. Jammer dat sommige mensen de andere mens liever laat creperen om daar dan iemand anders de schuld van te geven. MIETJES!!

2,5 Miljoen geregistreerde orgaandonoren. Het is te gek voor woorden. De mensen die geen donor willen zijn vinden de Tokkies asociaal! Wat nou?! WIE IS ER NOU ASOCIAAL? Nog iets; wat maken we ons nou druk om terrorisme. Schei toch uit. In 2004 stierf er in Nederland één persoon door de hand van een terrorist. Er sneuvelden meer dan 200 mensen omdat er geen donoren genoeg waren. Die zijn er nu nog niet. Laten we ons daar liever druk om maken.
Ook nog geen donor? Mmmmm. Regel het nou even. Het kost 5 minuten van je tijd en het kan iemand anders jaren opleveren.
Klik hier! voor het donorformulier in PDF-formaat.

 

Donderdag 10 maart
Goh, wat voelt het lekker om weer even, al is het maar op internet, lekker te keer te gaan. En dat er dan nog mensen die me mailen overheen gaan. Genieten. Ik mag me niet opwinden van de dokter. Nee. Dat doe ik dan ook niet. echt niet, nooit niet. Vandaag niet in ieder geval. Daar wordt in dit ziekenhuis, en in ieder geval op afdeling 1200, niet echt aan meegewerkt.

Vanmorgen ben ik met grof geweld uit mijn bed gehaald. Ik ben ordinair bedreigd door een stel zusters die het gedrieën wel aandurfden om mij het leven zuur te maken. Ik moest verdorie echt opstaan. De buurman in de kamer naast me werd wakker van het gekrakeel. Dominatrices zijn het. De lakens werden van me afgerukt, met brute kracht het manchet van de bloeddrukmeter om mijn arm gelegd en mijn oor gepenetreerd door een oorthermometer. Van ellende heb ik me verstopt in de douche.

Ik knap weer zienderogen op. Wie het raadsel op kan lossen nodig ik hierbij uit om te reageren via de bekende adressen. Het doet me goed dat ik weer veel reacties heb gekregen. Sandra en ik zijn niet alleen. Vandaag weet ik niet zoveel te schrijven. Ik ben ook een beetje te laat begonnen. Het is hard werken; iedere dag een stukkie op het internet. Ik beloof bij deze beterschap. Voor vandaag moeten jullie het hiermee doen. Toegegeven: ik ben ook nog niet helemaal fit.

Nog dit. Eén gedeelte uit een reactie op mijn stukje van gister wil ik jullie echt niet onthouden:

Jawel meneer Oosterboer,

… Dat hart van Boris daar heb je ook niks aan, die poot heeft zich zo vaak in zijn kont laten stampen dat hij echt niet meer hiv vrij is. Die kut politiek daar krijg ik sowieso de rillingen van.

Ook de mensen die zeggen dat God erop tegen is, ze kennen die beste man niet eens. Ze vergeten dat als hij zou bestaan hij alles uitgevonden heeft, hij heeft ons geschapen, Hij heeft ons laten denken, dat denken en doen heeft ons zover gebracht dat we nu ziekenhuizen hebben waar we mensen genezen met hulp van Zijn hand. Of was het de hand van de cardioloog, in ieder geval God zal echt niet boos zijn als je hart geeft aan iemand die het hart nodig heeft. Ik weet wel iemand die er één nodig heeft…

… hou je taai,

 

Vrijdag 11 maart
Ik wil er eigenlijk niet zo veel over kwijt. Daar ben ik nu, het is bijna half tien in de avond, te vermoeid voor. Bijna was het niet doorgegaan vanwege een virus. Maar ik ben weer thuis en typ dit in mijn eigen bedje. En dat virus zat in mijn laptop. Die is ook weer thuis. Morgen meer! Gegroet en welterusten. Morgen wordt een drukke dag. Er is weer veel te doen geweest op sommige websites en in het nieuws.

 

Zaterdag 12 maart
Negen en half bij ,pak ‘m beet, 5 meter. 2 computers, een bankstel, breedbeeldtelevisie, geluidsinstallatie, een keuken en niet te vergeten een bed met antidecubitusmatras. Ik kan mijn wereld in één zin beschrijven. Wie doet me dat na. Vandaag voel ik me weer zo beperkt. ,,Je moet niet zo zeuren!”, zeg ik dan tegen mezelf. ,,Er zijn mensen wier wereld bestaat uit alleen het bed waar ze in liggen.” Tegen mezelf kan ik niet argumenteren. En dan ik geef mezelf maar weer gelijk. Anders blijf ik zeiken. Gek word ik ervan. Ik ga de discussie maar niet meer aan.

Gelukkig doen anderen dat wel. Het is niet geheel aan mijn gedachten ontsnapt dat ik met mijn schrijfsels van deze week op dit weblog en elders hier en daar tegen een zeer been heb aangeschopt. Daar ga ik me niet voor verontschuldigen. Hier en daar moet je soms even over wat grenzen heen om je punt te kunnen maken. Nee, ik ben niet homofoob, bezwaren tegen het belijden van wat voor religie dan ook heb ik niet, ja ik vind wel dat de mens zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen en ja ik vindt het heel erg vervelend dat de brieven-van-lezers-rubriek in het AD brieven plaatst van lieden die alleen maar stellen dat ze het met een eerdere briefschrijver eens zijn. Wat voegt dat laatste toe aan een discussie? Deze retorische vraag ga ik hier niet eens beantwoorden.

Ik heb zelf maar eens een brief aan het AD gestuurd. Die gaan ze nooit plaatsen. Het is alweer een weinig genuanceerd epistel geworden. Dus publiceer ik hem lekker zelf. Da’s makkelijk zo’n eigen website!
Werkelijk iedereen in Nederland denkt iets te melden te hebben over het onderwerp orgaandonatie, behalve dan de mensen die wachten op een orgaan. En een politicus als Boris Dittrich natuurlijk. Die beledigt de op een orgaan wachtenden door, gevraagd of hij donor is, te komen met een heel vaag verhaal waarom hij geen donor is. Wees dan een echte homo en zeg dat je geen donor bent vanwege deze sexuele geaardheid. Ik zou Boris even willen mededelen dat ik zijn hart niet eens wil.
Ja, ik wacht op een nieuw hart. Komt dat niet op tijd dan kom ik geheel ongelegen ontijdig aan mijn einde. En met mij vele anderen.

Maar waar maken wij ons in Nederland druk om? Terrorisme. Er is in 2004 in Nederland zegge en schrijve één persoon om het leven gekomen door de hand van een terrorist (?). Een tsoenami doodt zo’n dertig Nederlanders (ook erg natuurlijk) en het Koninklijk Huis rukt uit. Wanneer dat ook zou gebeuren voor de nabestaanden van orgaanontvangers-in-spé-die-het-helaas-net-niet-haalden kan de ceremonie niet in de Ridderzaal plaatsvinden. Dan wordt de Kuip met gemak gevuld.
Meer dan 200 Nederlanders overleden dat jaar dankzij een tekort aan orgaandonoren. Zij hadden geen terreurdreiging nodig om bang te zijn dat ze dood zouden gaan en van reizen naar verre oorden konden zij slechts dromen.

We maken ons druk om ASO-tv zoals de Tokkies en ‘Probleemwijken’ van SBS6. Ik weet nog wel een concept binnen dit genre: vraag uitgerust met camera en microfoon argeloze voorbijgangers op straat of ze orgaandonor zijn. Zendt dan de beelden uit van de mensen die hier ‘nee’ op antwoorden. Dàt is pas de ultieme ASO-show!
Soms denk ik wel eens dat ik de enige transplantant in afwachting ben die zich nog een beetje druk maakt om zijn toekomst. Vraag me alleen niet over welke toekomst ik het dan heb. Ik zou de meerderheid van de lezers van deze krant willen oproepen zich eens eerlijk af te vragen waarom ze geen donor zijn. En geen smoesjes. Die hoor ik al te veel om me heen.
De top drie van meest gehoorde smoezen ziet er als volgt uit:
1. ‘Ik vind het eng.’ Het is de bedoeling dat donatie na de dood plaatsvind. Zelf technisch gesproken overleden geweest, kan ik stellen dat u er dan heus niets meer van merkt. Dus wat is er dan eng?
2. ‘Ik laat mijn nabestaanden beslissen.’ Dat is aardig voor uw nabestaanden. Die zadelt u op met een beslissing die eigenlijk aan uzelf is.
3. ‘Het mag niet van mijn God.’ Bij mijn weten ontstonden de meeste in Nederland beleden religies ruim voor, ongeveer op het moment van en korte tijd na de geboorte van Christus. Alles werd dus eeuwen geleden keurig op schrift gesteld en daarna is er nooit meer wat van de diverse Opperwezens gehoord. Ik heb nog geïnformeerd, maar volgens de deskundigen werd de eerste succesvolle orgaantransplantatie toch echt pas in de 20e eeuw bedacht en uitgevoerd. Het lijkt me dus sterk dat er in enig heilig boek staat dat het afstaan van organen om daar een medemens mee te redden verboden is.

Maak u eens druk om mij en mijn lotgenoten!

Voor de vaste lezers / lezeressen al een bekend verhaal. Wordt nooit geplaatst natuurlijk. Ik ga het hogerop zoeken. Alle politieke partijen lastigvallen (is de STIN ook weer even van me af, zij blij), kranten lastig vallen, dat werk.

And now for something completely different…

De ICD-dag in het EMC. Nee, natuurlijk ben ik daar niet heen geweest. Had ik me heel veel beter gevoeld, of nog in het EMC gelegen, dan was ik er wellicht even heengegaan. Want waar ging het weer veel te lang, veel te veel over? HET RIJBEWIJS! Ja hoor. De voorspellingen zijn uitgekomen. Overal heb ik mijn ogen en oren! Ik heb daar namelijk wel wat over te zeggen. Ik ben heel lui, dus kopieer ik even mijn bijdragen op de muurkrant van de STIN (Stichting ICD-dragers Nederland):

Da’s pech, rijbewijs weg!

Waarom wordt de rijbevoegdheid ingetrokken na het plaatsen van een ICD? Omdat het vanwege dezelfde reden dat je een ICD draagt medisch en verkeerstechnisch onverantwoord is om een motorvoertuig te besturen! Is die reden verdwenen na het plaatsen van een ICD? In de meeste gevallen niet.
Je leest her en der in forums en magazines dat mensen onverwacht van hun fiets vallen of anderszins in onmacht raken waarna de ICD zijn therapie geeft. Als dat je in een auto met een snelheid van 120 km/h op de snelweg overkomt, wordt die therapie van de ICD tamelijk overbodig. Aan de andere kant draagt dit dan wel weer bij aan het aantal orgaandonoren daar er bij verkeersongelukken vaak meerdere slachtoffers te betreuren zijn.
Dus 78 euro voor een rijbewijs? Mij niet gezien! Ik kruip echt niet meer achter het stuur zolang ik nog geen harttransplantatie heb gehad….

… toch blijft het raar; van het cardiologenteam dat mijn ICD implanteerde krijg ik zonder probleem de formulieren om de rijbevoegdheid terug te krijgen. Die liggen al maanden in de kast. Vraag ik mijn behandelend cardioloog of ik mag autorijden dan krijgt ze waarschijnlijk eerst zelf een hartverzakking waarna ze toch even zal informeren naar de toestand van mijn geestelijke vermogens. …

…Maar ik zou het persoonlijk niet op mijn geweten willen hebben om niet goed te worden achter het stuur, vervolgens de macht over laatstgenoemd auto-onderdeel te verliezen om daarna op een terras vol met tot dan vrolijke mensen in te rijden hetgeen onvermijdelijk een slachting aan zal richten. Dat zou ik als ik een officier van justitie was toch in de dagvaarding vermelden als ‘dood door schuld’.
Je stapt toch ook niet willens en wetens met 20 bier achter de kiezen in je auto?…

… Je moet er toch niet aan denken dat je iemand als mijzelf, want ik ben niet de enige met een ICD en toekenning van de rijbevoegdheid èn een belabberde gezondheid, in het verkeer tegenkomt. Je zult ze de kost moeten geven die toch achter het stuur kruipen. …

Daar heb ik wel wat reacties op gekregen. Oh wat was ik dit graag in de echte wereld aangegaan. Ik doe het voorlopig even langs elektronische weg. De digitale snelweg. Daar kan ik onveranderd goed uit de voeten. Wie schrijft, die blijft (in leven). Daar heb ik het zo druk mee dat mijn geraniums steeds doodgaan door watergebrek.

 

Zondag 13 maart
Het zonnetje schijnt, Iris is zowaar bezig haar kamer op te ruimen. Er komt zelfs een stofzuiger aan te pas! Sandra heeft gister lekker kippensoep gemaakt, die staat nu fijn op te warmen. Zo meteen lekkere soep. Is er nog wat te klagen? Nee! Hè, wat jammer. Het zal toch niet zo zijn dat ik het naar mijn zin heb? Daar begint het toch aardig op te lijken. Sandra komt ook weer een beetje bij. Gisteravond is ze zelfs nog even uit geweest. Voor haar was het ook weer een idiote week. Verdorie…zo denk je dat alles weer een beetje draait en dan lig ik weer in het ziekenhuis. Zo schiet het niet op. Maar vandaag schijnt de zon.

Het is zondag. We doen dus niets. Nu spreek ik voor mij zelf. Sandra is de hele dag druk in de weer met achterstallige was. Ik doe dus niets dat interessant is om hier op te schrijven. Dit wordt dus weer een kort stukje. Tot morgen dan maar weer. Doei!

 

Maandag 14 maart

Toch wel lekker…
Maandag, een nieuwe week. Vandaag kwam ik eindelijk iets tegen in de krant waar ik me absoluut niet druk over ga maken. Het ministerie van Volksgezondheid, je weet wel, dat van Hoogervorst, die niet wil dat mensen orgaandonor worden, wil de belasting op frikadellen en andere junkfood verhogen. Nou… ze doen maar! Ik zal er geen frikadel minder om eten. Want ik eet die dingen al helemaal niet!
Ik heb het helemaal nog niet over mijn avonturen in het EMC gehad. Terwijl ik daar toch weer een week heb doorgebracht. Sandra heeft al verteld dat ik behoorlijk ziek was. Zo ziek dat ik zelfs geen bezoek wilde. Maar ja, je hebt dan altijd mensen die zich daar niets van aantrekken en toch doen wat ze zelf willen. Dat soort stress kan ik er echt niet bij hebben maar ik geloof niet dat ze dat begrijpen. Even vragen of bezoek gelegen komt of überhaupt rekening houden met wat ik wil schijnt geen optie te zijn. En dan heb ik het over mijn eigen ouders.

Voor de rest zijn Sandra en ik weer prima opgevangen door iedereen. Aan alle Vrienden (let op de hoofdletter V): zonder jullie waren we weer nooit zover gekomen!
Eerlijk gezegd zag ik het echt weer even niet zitten. Gelukkig gaat dat gevoel snel weer over als ik me weer beter ga voelen. Suïcidaal? Nee, daar weerhoudt de ICD me van. Ik moet er niet aan denken dat ik mezelf vergiftig met slaappillen of zo en dat dat ding me dan de hele tijd gaat reanimeren. Dan ga je ook niet lekker relaxed dood, wat toch primair de bedoeling was van de slaapmiddelen. Lig je daar een beetje te stuiteren. Daar begin ik niet aan. Ik moet er niet aan denken. Ik ga er weer voor!

Terug naar het EMC. Deze keer lagen er gelukkig wat gezellige mensen op de HTU. Die lagen er vorige keer ook alleen toen waren Rob en Ben meer dood dan levend en had je op sociaal gebied weinig aan ze. En Hassan was er ook nog. Z’n nieuwe hart had hem duidelijk goed gedaan. Hij zag er patent uit. Jean Louis, waar ik de vorige keer mee op kamer lag, verbleef op Noord om een ICD te plaatsen. Veel aanspraak dus. Rob en ik wachten dus allebei op een hart. Hassan en Ben zijn allebei getransplanteerd. Gespreksstof genoeg.
Positieve verhalen, Hassan, maar ook vervelende. De nieren van Ben hebben het opgegeven na afstotingsproblemen met het nieuwe hart. Heb je alle ellende van een harttransplantatie overleeft, kun je elke dag spoelen en drie keer per week 5 uur dyaliseren. Dan kun je wel stellen dat het leven kut is. Maar, kijkend naar Ben, zelfs daar kom je blijkbaar overheen. Met een nieuw hart ben je er nog niet. Het is geen wondermiddel. Meer uitstel van executie. Dan denk ik maar weer dat het leven nu eenmaal onlosmakelijk met sterven is verbonden. Daar kun je je alleen maar bij neerleggen. Food for thought.
Wat niet kon uitblijven was de confrontatie met dr. Balk. ,,Meneer Oosterboer! Wat doet u nu weer hier? U heeft toch niet stiekem pizza besteld of seks gehad met uw vrouw?” (,,Nee , maar wel met mijn vriendin. Maakt dat wat uit?”) Nee, natuurlijk niet! Die pizza klonk verleidelijk en dat kan ik nog wel realiseren. Over het tweede maak ik me al heel lang geen illusies meer. (Het lichaamsdeel dat ooit mijn trots was, weigert al een hele tijd dienst. Helaas. Maar daar kom je ook wel overheen hoor. Dat duurt alleen even. Eerlijk gezegd ben ik zelf nog niet zover.)
Je moet je voorstellen dat er drie man/vrouw je aan je bed doordringend aan staan te kijken. Ik zeg de waarheid wel hoor. Ze hoefden het niet donker te maken en een felle bureaulamp op me te richten of me methyleendioxyme-thylamphetamine toe te dienen.

Toch voelde het knap lullig dat er eigenlijk niets bijzonders (nou ja…) gevonden werd. Daarbij lig ik natuurlijk liever thuis. Voor mezelf had ik zoiets van ‘wat doe ik hier?’ Dit uitte ik dan ook zo. De dokters deden hun uiterste best om deze gedachte uit mijn hoofd te praten. Toch vinden Sandra en ik het lastig; wat moeten we nu doen als ik me zo ziek voel? Gelukkig namen de dokters Balk, Caliskan en de Visser alle tijd om daar met ons over te praten. Wat zou er inderdaad gebeuren als ik gewoon thuis zou blijven, desnoods na een controle op de SEH, zou ik dan ook vanzelf weer opknappen? De diuretica waren opgehoogd maar daar ging ik niet extra van plassen. Het was dus geen vocht. Wat dan wel? Een slecht hart misschien? Ik ben een raadsel. De artsen een wonder!

Vlak voor ik naar huis mocht kwam dr. Caliskan langs. Weer alle tijd voor een goed gesprek. Hij garandeerde niets, maar had het wel over kansen. Ik verwacht ook geen garanties. Ik doe het voor de kansen!

Weer thuis. We wachten weer. Wachten op de volgende opname, wachten op een nieuw hart, wachten op de eerste klap van de ICD. Wachten, wachten, wachten. Ik wordt gek van het wachten. Sandra wordt gek van het wachten. De kinderen worden gek van het wachten. Iedereen om ons heen wordt gek van ons. Maak maar een paar afdelingen in Delta vrij! We komen eraan! We willen wel graag met z’n allen in één paviljoen. Gezellig de hele dag de gek uithangen en op vrijdagavond chips en bingo.

 

Dinsdag 15 maart
Kinderen blijven een onuitputtelijke bron van vermaak. Neem nou de dingen die ze zeggen. Vroeger stond er in de Libelle of de Margriet (die keek ik altijd in bij de kapper voor de lingeriereclames) de rubriek ‘prietpraat’. Hierin kon de lezer(-es) kennis nemen van rare uitspraken van kinderen. Een beetje zoals ‘Praatjesmakers’ van de NCRV. Maar als kinderen ouder worden, pubers of erger, worden de uitspraken alleen maar leuker. Vooral als die kinderen een beetje gevoel voor humor hebben. Laat ik er van dat laatste soort nou een drietal in huis hebben.
Drie meiden, allemaal niet op hun mondje gevallen. Dat er hier in huis dus heel wat afgelachen wordt laat zich raden. Het is een gegeven dat pubers een enorme rotzooi van hun kamer maken. Daar kun je boos om worden, gaan soebatten, schreeuwen en schelden, zakgeld inhouden; dat helpt allemaal geen moer. Het beste kunnen ze elkaar op hun nummer zetten. ‘Gebruik maken van de groepsdynamica’ noemen we dat op het werk.
Kort geleden kreeg één van de dames de opdracht boven te stofzuigen en te dweilen. dus niet alleen haar eigen kamertje maar ook de andere ruimtes waaronder de kamers van haar zussen. Eén van die kamers was wel erg smerig. Dat kreeg de ‘smerige’ zus ‘s-avonds aan tafel te horen:,,Zeg, ik heb boven gestofzuigd en gedweild. Ik hoop niet dat je aan die gore vlekken op je vloer gehecht was, want ik heb ze allemaal opgedweild!” Stel je ook de erbij getrokken koppen voor en begrijp waarom ik het dan in mijn broek doe van het lachen. Waardoor er nog meer boosheid bij het slachtoffer en evenredig meer hilariteit bij de overige disgenoten ontstaan.
Nee, je zult puber zijn en mij als vader hebben. Daar ben je mooi klaar mee. De kinderen op school zijn blij dat ik ziek ben. Zouden mijn kinderen nu ook blij zijn dat ik ziek ben en ze niet meer in het openbaar voor schut kan zetten? Wie wil er nou een vader die met hardere housemuziek dan je vrienden in zijn auto de straat in komt scheuren? Welk kind wil er een vader die de trap naar de ondergrondse parkeergarage met je afrent onder het toeroepen van:,,Come on Robin, to the Batcave and the Batmobile!” Zijn er kinderen die een vader willen die maf uitgedost met zijn nog maffer uitgedoste vrienden naar een optreden van DJ’-s Wipneus en Pim gaat?

Die van mij denk ik!

 

Woensdag 16 maart
Zon! Waar was die koperen ploert de hele tijd? Ik was al een maand niet buiten geweest. Vanmiddag was het dan zover! Naar buiten. Rolstoel achter in de auto gepropt en op naar het winkelcentrum. Het leek nogal te waaien maar eenmaal buiten was het genieten. Sandra en ik hebben gezellig een ijsje zitten eten in het zonnetje. Zij een Magnum en ik een waterijsje. Het is niet eerlijk! Ik wil ook een Magnum. Gelukkig berust het gezegde ‘een gehandicaptenhand is gauw gevuld’ geheel op waarheid.
Daar knapt een mens van op. Weer thuis gekomen wilde ik graag in de tuin gaan zitten. Helaas moet de tuin nog ‘zitklaar’ gemaakt worden. Alles wat de stormen er in hebben geblazen opruimen, meubilair zoeken en gritstralen, nieuwe plantjes en ander groen. Nu is het geen gezicht. Ja, als de lente begint, prijs je jezelf als hartpatiënt gelukkig dat je van de artsen een brevet van onvermogen tot het doen van klusjes in en om het huis hebt gekregen. Overal om me heen verschijnen de buurmannen met stoer elektrisch gereedschap, verfkwasten en andere attributen van de doe-het-zelver. Te veel naar Bob de Bouwer gekeken waarschijnlijk. De buurvrouwen zitten binnen al klaar met de pleisters.
Niet in de tuin. vandaar dat ik maar weer op bed ben gaan liggen. Ach… ik moest toch uitrusten van het tripje. Ik was even vergeten hoe moe ik daar soms van kan worden. Het mooie weer veroorzaakt wel dat ik bijna niet kan wachten tot ik een scootmobiel krijg. Durf ik dan alleen naar buiten? Vast wel!

Een scootmobiel. Het moet er maar van komen. Maar jullie Rob zal Rob weer niet zijn als hij niet iets vreemds ontdekte omtrent scootmobielen. Volgens het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 1990 vallen scootmobielen onder het begrip ‘invalidenvoertuigen’. Dit impliceert dat je met een scootmobiel binnen de bebouwde kom 30 kilometer per uur mag rijden (Op het fietspad of de rijweg, niet op de stoep natuurlijk!) en daarbuiten 40. Waarom kunnen die dingen dan maar 15 km/h? In het algemeen gelden de regels voor een bromfiets. Je hebt echter geen rijbewijs nodig! En dat is te merken ook. Daar kom ik misschien nog wel even op terug.

Ik wil dus wel een scootmobiel die die 40 km/h ook daadwerkelijk haalt. Anders houd ik het verkeer op de polderweggetjes alhier zo op. Toeteren, opgestoken middelvingers, bumperkleven, gevaarlijk inhalen. Al die asociale automobilisten. Ik ben wel erg om hè? Zodra ik weer kan autorijden ga ik weer gewoon doen hoor; toeteren, opgestoken middelvinger, bumperkleven, gevaarlijk inhalen. Weest u maar niet ongerust. Voorlopig echter hoor ik van alle kanten dat ik mijn beperkingen, lees ‘handicaps’, moet accepteren. Derhalve gedraag ik me zolang maar als een gecertificeerd gehandicapte. Beetje kwijlen! Moet lukken.

Wisten jullie trouwens dat er serieuze scootmobielclubs zijn in Nederland. Zoiets als de Nomads MC maar dan met 12 kilometer per uur. Meetings (,,Wat hebben die spinners gekost?” ,,Vet stuur man!”) en toertochten van maximaal 30 kilometer omdat anders de hele stoet zonder stroom staat. Dat is toch geweldig! Beter dan als ‘oudere hangjeugd’ maar een beetje rondhangen in het winkelcentrum. Maar laat ik daar maar over ophouden. Of toch niet!
Alle kinderen van dementerende c.q. antediluviale ouders in Nederland opgelet:,,Pak vader of moeder ogenblikkelijk die scootmobiel af en zet hem/haar met een Zweedse band in een duwrolstoel!” Levensgevaarlijke (voor omstanders) fratsen halen die oudjes uit met hun scootmobielen. Dat valt me des te meer op nu ik niet meer snel opzij kan springen. Kunnen ze geen hekken om die bejaardenhuizen plaatsen? En welke maf heeft er ooit bedacht dat alle bejaardencentra in de directe nabijheid van het lokale winkelcentrum moesten verrijzen?

Vanmorgen kreeg ik visite. Ik noem geen namen, maar het was de helft van mijn ogen en oren op de ICD-dag in het Erasmus. Ach, de goede man mankeert ook van alles. Daar kunnen we heel gezellig over bomen onder het genot van een espressootje. Omdat we het allebei (hij nog minder dan ik) niet te bont mogen maken met zout, suiker, vet, alcohol, vocht in het algemeen, nou ja… noem maar op, hebben we het steevast over eten. Zodoende kwam de lunch op de ICD dag ter sprake. Die lunch was werkelijk prima voor elkaar, net als de rest van de dag. Wat werd de verzamelde menigte hartpatiënten voorgeschoteld? Kroketten, schalen vol kroketten, bergen kroketten. Zoooo lekker op een broodje. De zakjes mosterd lagen ernaast. Aanvallen!!!
Uit zo’n beetje elke school- en bedrijfskantine wordt de vette hap uit piëteit met de gezondheid van de consument verbannen, de Stichting Ideële Reclame (SIRE) voert een prijzige mediacampagne in dit kader, maar tijdens een lunch voor hartpatiënten wordt de gewraakte lekkernij onder luid gejuich binnengehaald. ,,Minister Hoogervorst! Ze doen het weer!!!” Volgende keer misschien een cateraar inhuren die nog wat anders kan dan frituren. Of… is het klantenbinding van de medische industrie? Een complot! Gaaf! We bellen de Nieuwe Revu!

 

Donderdag 17 maart
Lieve mensen, ik kan het toch niet iedereen naar de zin maken? Schrijf ik een keer een stukje waarin ik uiting wil geven aan de liefde tussen mij en mijn dochters, krijg ik het verwijt dat ik te soft ben. Dus daar gaan we dan maar weer(Hans T., ik gebruik hem weer even….); Hard en zielig! Verder lezen geheel voor eigen risico!

Mijn leven is hard en Minister Hoogervorst is zielig. Kunnen ze die man voor zijn eigen bestwil, maar vooral voor de volksgezondheid, nou niet chef lege dozen maken op dat departement van hem? Er is geen ontkomen aan, zijn laatste poging om mensen aan te zetten tot het registreren als orgaandonor getuigt weer van een zieligheid waarbij die van Ayaan Hirsi Ali verbleekt.

Hallo Hoogervorst! Wakker worden! We zijn hier in Nederland, daar wonen allemaal Nederlanders. Begrijp dat nou eens. Is die eikel wel van deze planeet? Leest hij wel eens een krant of kijkt hij televisie? Nederland was te klein toen economen constateerden dat Nederlanders lui en te beroerd zijn om hard genoeg te werken om de economie uit het slop te halen. Er wordt al maanden gesteggeld over maatregelen die het Nederlandse volk meer moeten laten bewegen. HALLO!! Nederlanders zijn blijkbaar luie varkens die elke moeite er één te veel is. En van oudsher gierig!

En wat doet Hansje om orgaandonoren te werven? Die laat in alle huis-aan-huisbladen een bonnetje afdrukken. Ja… dat zal zoden aan de dijk zetten.
De helft van alle huishoudens gooit die krantjes direct bij het oud papier. Deze mensen doen nu al niet meer mee. Dat bonnetje moet je helemaal invullen om een formulier aan te vragen waarmee je je kunt laten registreren als orgaandonor. Dat is al aardig wat moeite. Het bonnetje moet je dan in een envelop doen. Die envelop moet je eerst kopen, want wie stuurt er tegenwoordig nog brieven? Dus moet je naar de kantoorboekhandel of de supermarkt. ,,Nee hoor, dat is te veel moeite.” Het deelnemersveld dunt nu nog verder uit. Tegen de tijd dat de mensen die nog meedoen een pakje enveloppen hebben gekocht (,,Duur man die enveloppen, daar begin ik niet aan. Ik vraag wel of de buurvrouw er eentje voor me heeft.” Ook af!), is het bonnetje zoek, want driekwart van de mensen denkt er steeds niet aan om die enveloppen te kopen. Die mensen vallen dus af. De rest zet door, voor Nederlandse begrippen, en adresseert zuchtend de envelop. Hier weer de helft van komt er nooit toe om de envelop daadwerkelijk te posten want de brievenbus is zo ver weg en je kunt er niet met de auto bij parkeren. Gediskwalificeerd!

(Hier is weer fijn over nagedacht. Dames en heren ambtenaren… bij deze bedankt! Gebleken is toch dat je dit soort zaken waarbij je de medewerking van de bevolking wilt zo laagdrempelig mogelijk moet maken? Nee, lekker ouderwets blijven doen. Doe een postbus 51 actie, open en promoot een website, koop een adressenbestand dat heel Nederland omvat en gooi een mailing de deur uit waar het gedeeltelijk ingevulde formulier en een antwoordenvelop inzitten. We kunnen niet verwachten dat er in Den Haag nagedacht wordt.)

Er zijn nu nog zo’n 250 Nederlanders in de race voor het donorschap. Het duurt even, ambtelijke molens draaien niet gewoon langzaam doch nauwelijks waarneembaar maar dan valt het formulier eindelijk in de bus van driekwart van de respondenten. De overige aanvragen zijn of verloren gegaan bij de post of vermist geraakt op het ministerie. De meeste donoren in spé zijn de aanvraag al helemaal vergeten en denken dat het reclame is waardoor het formulier linea recta tussen het oud papier gaat. De overgeblevenen splitsen zich nu ook in twee groepen. Zij die de envelop helemaal vergeten en zij die hem openmaken om het formulier in te vullen. Het wordt spannend; er zijn nu nog 25 deelnemers. Wie van hen vult het formulier echt in en wie loopt er dan echt naar de brievenbus?

We zullen het nooit te weten komen want het falen van deze actie verdwijnt zeker en vast in de doofpot. Tien procent meer donoren is het doel. HA! Laat me niet lachen. Ik dacht dat Hans Teeuwen om te lachen was, maar Hans Hoogervorst is nog veel leuker. Slecht voor mijn hart man!

Vrijdag (patatdag) 18 maart
Voor diegenen die het nog niet wisten; ‘Crime Scene Investigation’ (CSI) is een van de series op TV waar ik graag naar kijk. CSI Las Vegas, Miami, New York, ik kijk het allemaal. ,,Heb je daar dan tijd voor?” Ja, wat dacht je dan? Naar nu blijkt moet ik nog meer tijd in mijn TV-kijkschema inpassen want er komt een nieuwe spin-off! Ja, dit is heet nieuws! CSI Appingedam is in de maak! Dit dankzij de hoofdcommissarissen van Nederland. Zij willen miljoenen uitgeven om de technische onderzoeksmethoden van de politie te verbeteren. Wat een geldverkwisting!
Laat SBS6 nou gewoon een real-live-soap maken van de misdaad in Nederland. Peter R. de Vries presenteert en voert de redactie. Succes verzekerd en het kost geen gemeenschapsgeld. Die miljoenen worden besteed aan meer blauw op straat en meer bemande bureaus. Enige tijd geleden wilde ik aangifte doen van moedwillige beschadiging van mijn auto. Moest ik een afspraak maken. Nou, laat dan maar zitten. Raar hè, dat de aangiftebereidheid onder de burgers afneemt?

Dat was de actualiteit voor vandaag. Verder met onze eigen dag. Ik ben al vroeg aan het schrijven, het is pas 10 uur. Ik ben een seksuele minderheid in dit huishouden. Vandaag word ik een nog kleinere minderheid. De zus van Sandra komt vanmiddag. Dan zit ik hier met 5 vrouwen opgescheept. Ik hoop dat Kevin vrij is. Dan ben ik niet de enige man in huis. De zus van Sandra is heel lief en gezellig. Geef haar een half wijntje en het is feest, geeft haar een heel wijntje en je kunt haar wegdragen. Ze komt Sandra helpen met het invullen van de belastingaangifte. Dus dat eerst en daarna een wijntje anders moet ik opeens een heleboel euri bijbetalen.

Veel zinnigs heb ik niet te melden. Het is nog vroeg, er kan dus nog van alles gebeuren! Onzin daarentegen heb ik genoeg. Zo wordt het steeds levendiger op de muurkrant van de STIN. Zie die muurkrant maar als een glas water waar ik even flink in geblazen heb! Ik moet en zal dwarsliggen. Zodra ik die behoefte niet meer heb, ga ik me beraden op te nemen stappen. ‘Divide et impera’ was het motto van Julius Ceasar’s politiek. Jaren later doet deze antieke uitspraak nog steeds opgang.

En ja… alle tegenstanders van mijn schrifturen op de muurkrant hebben ergens gelijk. Ik ben soms gewoon een beetje vervelend. Maar wel vanuit een positieve motivatie die ik ook op anderen wil overdragen:,,Cogito ergo sum.” Genoeg potjeslatijn!

Kennen jullie Baziel? Baziel woont in Zeebrugge (B) en is getrouwd met Flavie. Is dat belangrijk? Nee, absoluut niet maar over Baziel, zijn vriend Hector en Flavie bestaan een hele hoop moppen. Belgische moppen wel te verstaan. Belgische Belgenmoppen dus. Neem maar van mij aan dat die stukken leuker zijn dan Nederlandse Belgenmoppen. Dat is wel ontzettend vaak ‘Belg’ in één alinea. Vooruit, ik zal er een vertellen;

“Is dit jouw huis?” vraagt de agent, die ziet dat Baziel verwoede pogingen doet om de voordeur open te krijgen.
“Nateurlik” hikt Baziel “en ojje elpt de deure opendoen gon’k et bewiezen ook!”.
Eenmaal binnen wijst Baziel en zegt: “Kiek, zieje die tv doar in den oek, ewel da’s mien tv!”
Baziel troont de agent vervolgens mee naar boven doet een deur open en zegt: “Da’s ier mien slapkoamer! Een dat doar, dad is mien bedde!” Baziel draait zich om naar de agent en wijst naar de bedstee en lispelt: “En sieje die vrouwe doar in da bedde? Da’s MIEN vrouwe!!”
“En zie je die vint die to nevest ligt” vraagt Baziel.
“Eu jaa” antwoordt de agent huiverig.
“Ewel” zegt Baziel triomfantelijk “da, °hik°, sien’k ikke!!”

Ja, hoor eens; ik moet deze pagina toch zien te vullen.

Heb ik ooit al eens verteld dat ik schizofreen ben? Dat is pas een dure aangelegenheid ontdekte ik. Ik ging een keer naar een dierentuin waarvan ik de naam niet zal noemen. Ik stond netjes in de rij te wachten om een kaartje te kopen en raakte aan de praat met een meneer die achter me stond. Waarom weet ik nu nog niet, maar ik vertelde hem over mijn schizofrenie. Toen was ik aan de beurt. ,,Zo”, zei de mevrouw achter het loket:,, dat is dan € 36,50!” ,,Maar een kaartje kost toch maar 18,25?”, vroeg ik. ,,Jawel, maar een schizofreen is nooit alleen! 36,50 alstublieft.”
Morrend wilde ik het bedrag gaan pinnen. De kassamevrouw:,,Als u bij de bavianen komt moet u niet uw vingers door het gaas steken, want ze bijten.” ,,Bedankt”, mompelde ik nog. ,,Dan wordt het samen 73 euro.” Nu werd ik een beetje boos:,,Waar slaat dat nou weer op?” ,,Nou, simpel; een gewaarschuwd schizofreen telt voor vier!”

Zo dan. Mijn kruit is weer verschoten voor vandaag. Ik voel me nog steeds goed. Poliverpleegkundige Ellen heeft gebeld om te informeren naar mijn medische situatie. Collega Carla is koffie komen drinken. Kortom, voor mijn doen een drukke dag. Het is nu bijna etenstijd. Ik durf het bijna niet te zeggen maar we gaan patat eten. En er zijn ook kroketten. En frikadellen. Niet voor mij hoor. Kevin heeft iets zoutloos voor me gefröbeld met gehakt, verse peper en uitjes! Lekker. Handig, een schoonzoon die kok van beroep is.

 

Zaterdag 19 maart
Het is zaterdag, mooi weer, en ik voel me niet lekker. Ik stond vanmorgen al niet zo lekker op. Beetje misselijk, slapjes, duizelig bij opstaan, staan en lopen. Kortom; weer zo’n dag dat ik bij alles wat ik doe, naar de plee gaan, een boterhammetje smeren (meer is het eigenlijk niet wat ik doe) voor de zekerheid maar mijn GSM in m’n zak steek voor het geval ik omlazer en blijf liggen. Dit is zo’n dag dat ik het vervelend vind als ik alleen thuis ben. Bang? Misschien ook wel. Bang dat er toch wat misgaat. Zin om daar aan toe te geven heb ik niet. Kom op zeg; 42 jaar en niet alleen thuis willen zijn. Laat me asjeblieft niet lachen!
Vanavond komt voor Sandra en mij de vuurdoop. Gaby slaapt bij Scott, Meggie moet werken en blijft in Oostvoorne, Iris heeft een feestje bij een vriendinnetje en Sandra gaat naar een salsafeest in Oostvoorne. De eerste avond sinds juli 2004 dat ik helemaal alleen thuis ben. Dat wordt weer in de huiskamer slapen.
Maar zo laat is het nog niet. Sandra heeft het tuinmeubilair schoongemaakt zodat ik in het zonnetje kan gaan zitten. Jammer genoeg is het zonnetje inmiddels verdwenen achter een grijze laag wolken. Als alternatief lig ik nu maar op bed. Hoezo alternatief? Ik lig de hele dag op bed. Zonet gaat Remko weg. ,,Doe je voorzichtig?”, zegt hij bij het weggaan. Nee, ik leid het leven van een thrillseeker. Het spannendste wat ik vandaag gedaan heb is naar het toilet gaan en me afvragen of ik zittend of staand zal plassen. Om het gevaar toch nog een beetje te trotseren besloot ik staand te plassen. Dat was genoeg spanning en sensatie voor vandaag.
Dus rest alleen nog maar de krant lezen. En… vanavond is het Dr. Who avond op de BBC. Dat ga ik zeker niet aan me voorbij laten gaan. Tom Baker vond ik de leukste dr Who. De Tardis, Daleks (een soort R2D2 avant-la-lettre), K9 MkI en II, de idiootste dingen kwamen de bordkartonnen sets opschuifelen. Ook op het gebied van taalgebruik liep Dr Who jaren voor. Neem nu de robothond K9; ‘Canine’ betekent hond. SMS-taal in de jaren 70 en 80. De afkorting K9 is nu in elk Engels taalgebied volkomen ingeburgerd, maar uitgevonden door de bedenkers van Dr. Who! Dr Who. De langstlopende SF-serie ooit volgens mij. Dat alleen zijn komt bij nader inzien wel goed! Kopspijkers nemen we dan maar op deze keer.

 

Zondag 20 maart
ZONDAG!! Wat? Opeens enthousiast doen over zondag? JA!!!! KOOPZONDAG!!! Het zonnetje dat schijnt!! (Nou even ophouden met die uitroeptekens!!!) Ik hou me in. Na een dag doorgebracht te hebben met een hufterig gestel, voelde ik me vanmorgen bij het opstaan een stuk beter. Het kan raar lopen. En lopen dat werd het vandaag. Voor Sandra dan toch.
Het duurde even tot we beiden paraat waren. Na de pillen en boterham van 8 uur was ik weer gaan slapen. Tot half twaalf of zo. Sandra hield het wel tot één uur uit onder de klamme lappen. Lekker toch op zondag? Lekker uitgerust. Sandra had een leuke avond gehad met dansen. Eerst wilde ze gisteravond niet meer gaan omdat ik me zo rot voelde maar nu was ze toch blij dat ze was gegaan. Op zo’n moment ben ik echt plaatsvervangend blij. Ik hoor haar enthousiaste verhalen aan, knuffel haar even flink. Mijn avond is dan achteraf ook helemaal goed.

Klaar voor deze mooie dag. En toen fijn naar buiten. Wel eerst even de bandjes van de rolstoel oppompen. Die waren een beetje zacht en Sandra had geen zin zich helemaal het schompes te duwen. Dat doet ze dan toch wel want de straten lopen hier allemaal over dijkjes, je krijgt er niet het heen en weer maar het op en neer van.

We konden zomaar de deur uit. Geen verkleedpartijen met lange onderbroeken, skisokken en dikke truien. Hopla, jas aan en naar buiten. Een fijn gevoel. Nadeel; ik heb nu geen smoes meer om niets weg te hoeven gooien in de kliko die buiten staat. Da’s dan wel weer jammer. Blijkbaar heb elk voordeel ook z’n nadeel. Wat kan mij het bommen. In mijn hoofd gaat de zon ook weer feller schijnen. Lopend naar het winkelcentrum. De zon in mijn gezicht. Een Slush Puppy bij de snackbar. Waar je mij niet al blij mee kan maken. Volgens mij zat ik met een hele stomme grijns op mijn gezicht in mijn rolstoel. Toen we weer thuis kwamen, was ik niet eens zo heel erg moe. Ik voel me goed (daar komt er toch weer één)! Ik zie het bezoek aan dr. Balk dinsdag a.s. weer met vertrouwen tegemoet. Het mooie weer komt er weer aan. Ik kan bijna niet wachten. Ik hoop zo dat ik echt een scootmobiel krijg. Ik heb er weer helemaal zin in.

Zo meteen lekker slibtongetjes recht van de afslag bij het diner. Ja, het leven kan soms ook onder bizarre omstandigheden heel erg mooi zijn. Zoals vandaag. Deze dag houd ik nog even vast. Het is alleen wel een beetje rustig in huis. Geen kind of schoonkind te bekennen. Hun leventjes beginnen weer een klein beetje op gang te komen. Mijn meiden. Mijn trots. Die slaan zich er toch ook maar doorheen. Compleet met hun eigen zorgjes en zorgen.

Nou niet sentimenteel worden. Nee, niet doen. Valt er niets meer te zanikken? Oké, ik stond met een ingezonden brief in ‘Trefpunt’ van het AD van zaterdag. Ik moest even iemand op zijn nummer zetten. Eén of andere mevrouw vond het namens haar vereniging nodig om te protesteren tegen het elektronisch patiëntendossier. De bedoeling van dit dossier is dat, bij voorbeeld, ambulancebemanningen en huisartsenposten kunnen beschikken over jouw en mijn medische gegevens. Dat lijkt handig. Jij wordt toch ook boos als je de huisartsenpost belt en te horen krijgt dat je maar een paracetamolletje moet nemen en maandag de eigen huisarts maar eens bellen? Vooral als je iets mankeert (zoals ik). Dan helpt een paracetamolletje echt niet. Ik word dan tamelijk boos.

Maar… teruggrijpend op de eerdere alinea’s; vandaag ga ik me niet druk, boos of wat dan ook maken. Ik lig dit te schrijven op mijn bedje en het gaat helemaal goed komen. Let wel: ik ben de enige die dat laatste tegen mij mag zeggen! En dan alleen nog maar op dagen zoals deze. Ik krijg het heen en weer van al die goedbedoelende lieden die zeggen dat het wel goed komt. En dan moet ik weer aan drs.P. (Heinz Hermann Polzer) denken. Ik heb de man éénmaal live mogen aanschouwen,alleen met een door houtwurm aangevreten piano op een klein podiumpje. Daardoor voel ik me nog steeds een bevoorrecht mens. Voor iemand die zo grappig, taalkunstig, en filosofisch zijn blik op de wereld aan ons voorschotelt kan ik alleen maar diep ontzag tonen. Voor het ultieme heen en weer hier de tekst van ‘De Veerpont’.

We zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dit is van belang als u oversteken moet
Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer
En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer

Heen en weer
Heen en weer
Heen en weer
Heen en weer

Ik breng de mensen heen, ik breng anderen weer terug
Mijn pont is als het ware ongeveer een soort van brug
En als de pont zo lang was als de breedte van de stroom
Dat kon hij blijven liggen, zei me laatst een econoom
Maar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer
Zodoende is de pont dus kort en gaat hij heen en weer
Dan vaart hij uit, dan legt hij aan, dan hij steekt hij weer van wal
En ondertussen klinkt langs berg en dal mijn hoorngeschal

refrein

En als de pont dan weer zijn weg zoekt door het ruime sop
Dan komen er werktuiglijk gedachten bij me op
Zo denk ik dikwijls over het geheim van het bestaan
En dat ik op de wereld ben om heen en weer te gaan
Wij zien hier voor ons oog een onverbiddelijke wet
Want ik als ik niet de veerman was, dan was een ander het
En zulke bedenksels heb ik nu de hele dag
Soms met een zucht van weemoed, dan weer met een holle lach
(Hahahahahaha)

refrein (2x)

Briljant! Als ik dit kon werd ik schrijver, dichter en al het andere wat Drs. P aan valt te wrijven.

 

Maandag 21 maart
Je zult maar in coma liggen. Al 15 jaar. Je zult maar getrouwd zijn met iemand die al 15 jaar in coma ligt. Je zult maar verder willen met je leven. Je zult maar met zijn tweeën hebben overlegd wat je wilt in zo’n situatie. Je zult maar ouders hebben die dan denken het beter te weten. Je zult maar in de Verenigde Staten van Amerika wonen. Dan ben je mooi de lul! Zoals Terri Schiavo en haar man. Laat ik nou nooit meer iemand horen roepen dat de Islam een achterlijke religie is want die zelfverklaarde christenen in Amerika kunnen er ook wat van. Ik kan me, dit soort zaken horende, bijna niet voorstellen dat dat land echt bestaat!
Werkelijk, een dergelijke kortzichtigheid ben ik nog nooit tegengekomen. Ik heb zo’n intens medelijden met Terri en Michael Schiavo. Trek verdomme die stekker eruit! Zouden die ouders en alle andere gekken die zij om zich heen hebben weten te verzamelen beseffen wat het kan betekenen om in coma te liggen? Of in ieder een dermate beschadigd brein te hebben dat je niet meer kunt reageren op je omgeving. Ik kan uit eigen ervaring vertellen dat zulks absoluut geen pretje is. Pijn van drains, infusen, slangen in je neus, zelfs de sonde die me voedde vervloekte ik. Onderwijl kun je niets zeggen, Nog geen vinger kun je bewegen. Misschien kun je met je ogen knipperen. Maar dat weet je niet zeker.

Ik zet het voor de zekerheid ook nog op papier maar laat ik het hier dan ook maar even mededelen; Mocht het met mij dusdanig misgaan dat ik er weer zo slecht als in juli bij kom te liggen, bijvoorbeeld door complicaties bij een eventuele transplantatie, dan mogen alle pogingen me in leven te houden achterwege blijven. Dat klinkt egoïstisch. Helaas. Dat is dan maar zo. Maar een scenario zoals hierboven geschetst gaat Sandra en mij niet gebeuren!!!!

En verder? Verder was het vandaag een leuke dag. Sandra is vandaag gaan werken, ik ben op tijd opgestaan, dat ging prima, en de rest van de dag heb ik fijn geen moer uitgevoerd! En zo hoort het ook. Een beetje rondscharrelen op internet, zo af en toe een bakkie thee, een boterhammetje. Je begrijpt dat ik dat makkelijk volhoud. (Nou ja??????) En als klap op de vuurpijl kwamen er aan het eind van de dag wat collega’s langs. Drukker moet een mens zich niet maken. Hetgeen ik dan ook niet gedaan heb en vanavond komt daar vast geen verandering in. De dag is nog niet helemaal voorbij maar ik durf nu al te concluderen dat het een goede dag was!

Morgen wordt misschien wel een drukke dag. Vroeg opstaan omdat de trombonedienst komt. Dan naar de poli voor het oordeel van Dr Balk. Dat is alleen nog maar de ochtend. Dan moet Sandra snel naar de fysiotherapeut en daarna komt er iemand om het over de festiviteiten rond mijn uitvaart te hebben. En ‘s-avonds komt DJ Peter. Eigenlijk voor hetzelfde. Maar vooral voor de gezelligheid. Lekker CD’-tjes draaien en ouwehoeren over muziek. Dat kunnen Peter en ik wel. Maar ja, ik zeg het alvast voor het geval ik morgen niet aan schrijven toekom. Dat jullie je geen zorgen maken. Lieverds zijn jullie!

 

Dinsdag 22 maart
Dr. Balk kwam, zag en was tevreden! Daar sluit ik me maar bij aan. ‘Redelijk content’, zo wil ik mijn gemoedstoestand wel omschrijven. Wie weet ga ik straks nog wel even lekker in de tuin zitten. Schoonpa en -ma hebben net het hele huis van boven tot onder gesopt en de ramen gelapt. Er zijn weer banden geplakt en andere klusjes gedaan waar ik niet meer geschikt voor ben. Kortom; we kunnen er weer even tegen. Sandra is van plan om vanmiddag verse plantjes voor in de tuin te kopen, dan ziet het er daar ook weer gezellig uit. Laat het voorjaar maar komen. Huize Oosterboer is er (bijna) klaar voor.
De dokter vroeg nog of we een tuin hebben. Daar moest ik dan maar lekker in gaan zitten als het even kon. Eigenlijk wilde ze een medicijn (Emcor) ophogen maar daar zou ik me weer slechter door gaan voelen. Het zou wel veel beter voor mijn hart zijn. Voor de komende twee weken laat ze het dus maar even zo. Het is natuurlijk prettig dat ik me prettig voel, aan de andere kant gun ik mijn hart toch ook wel wat. De hartfrequentie is te onrustig. Tja, waar kies je dan voor?

Toevallig kwam Agnes van EFO (zeg maar de ICD-verpleegkundige) de wachtkamer inlopen toen we daar zaten. De HTX-verpleegkundige en de hartfalenpoliverpleegkundige maakten de belangstelling voor mijn gezondheid helemaal compleet. Het is jammer dat Agnes altijd een beetje hyper is, anders had ik haar nog even opheldering gevraagd over de kroketten op de ICD-dag Als je door het Thoraxcentrum loopt en er flitst iets in een groen pakje langs je heen… dat was dan vast Agnes. Weet je wat? ik stuur haar een e-mailtje. Dat moet ik dan wel snel typen, want ze leest vast ook heel snel!

Een stukje geruststelling en een stapel enquêteformulieren rijker verlieten we het EMC. Zonnebrilletje op de neuzen en gaan met die banaan. Sandra wilde zo graag naar huis dat ze nog in de parkeergarage mijn Coltje aan de achterbumper van een één of andere ouwe lul plakte. Die sukkel reed zo langzaam dat wanneer hij nog langzamer had gereden hij achteruit was gegaan! En oma naast hem zag je zeggen:,,Oh vader, rijdt toch niet zo hard!”

Gaandeweg ons ritje huiswaarts konden nog een hoop andere bumpers zich laven aan de aandacht van onze Sandra. Sandra is ook niet zo goed met cijfertjes merk ik nu ik wat vaker bij haar in de auto zit. De naald van de kilometerteller wijst toch echt 120 aan terwijl er buiten om de 50 meter bordjes staan dat je maar 90 mag. Vrouwen zijn de heren in het verkeer? Ha ha ha ha! Ik weet ook gelijk van wie Meggie haar rijstijl afgekeken heeft! Ze mag in de auto van Sandra rijden maar ze moet zelf de benzine betalen. En als ze zo doorgaat ook elke twee maanden nieuwe voorbandjes!

Gelukkig reden we met mijn auto. Als Sandra in haar eigen auto, die nu door Meggie geconfisqueerd is, rijdt, gaat ze nog erger te keer. Die stuurt en remt een stuk scherper dan de mijne. Van de zomer nieuwe schokdempers, lekkere harde, eronder en dan rijdt het witte gevaar weer als op rails, hoe hard je het ding ook een bocht insmijt. Toen ik de Mitsubishi Sigma nog had, heb ik één keer geprobeerd Sandra bij te houden over de dijkjes hier in de polder. Daar heb ik een behoorlijke frustratie aan overgehouden. Hoe krijg je met een 3 liter V6 met 250 PK onder de kap het nakijken? Door achter Sandra in haar Colt aan te rijden. EAT MY DUST, SUCKER!!

Hoe meer ik erover denk hoe meer ik ervan overtuigd ben dat Sandra echt een TOPWIJF is. Maar dat wist ik al een hele tijd. Ze wordt voor mij steeds toppiger. Zeg je dat zo? Nou, jullie begrijpen wat ik bedoel.

De laatste dagen hebben we de laatste beslommeringen rondom het fenomeen ‘begrafenis’ geregeld. Ik heb mijn wilsbeschikking geschreven en besproken en de laatste details rond de uitvaart geregeld. Dat verhaal is nu dus helemaal achter de rug. Buiten dat ik de afspraken met een locale horecaondernemer nog even op papier moet zetten ga ik me daar dan ook niet meer mee bezig houden. Gepasseerd station. Op naar de volgende halte. Als het zover is merk ik het wel. Oh nee, dat kan natuurlijk helemaal niet. Rare vent! Het geeft mij en Sandra wel gelijk rust! Nu hoeft zij zich niet meer druk te maken over hoe en wat als ik onverhoopt de laatste adem uitblaas. Zelf vind ik rust in het idee dat ik het op deze manier zelf heb kunnen regelen.
Daar hoeft niemand zich meer tegenaan te bemoeien. Er ligt een panklaar draaiboek. Alleen de datum en de tijd is nog wat onzeker. Maar vreest niet, als het zover is stuur ik iedereen op tijd een kaartje. Goed dat ik daar over begin, ik moet de etiketten voor de enveloppen nog printen. Scheelt weer een middag enveloppen schrijven. Da’s zo’n geestdodend kutklusje. Net als de vaatwasser leeghalen. Daar heeft ook nooit iemand zin in hier in huis, wordt weer ruzie, laten we dat nou voorkomen. Daarom heb ik dat karweitje geautomatiseerd. Wat denk ik toch aan mijn nabestaanden hè? ,,Mmmm… da’s dan ook voor het eerst.” BEK HÂWE JA!

Wat zou de volgende halte zijn? Dat wil iedereen wel weten. Wat dat betreft heb ik hele gewone verwachtingen van het leven. Het enige wat ik me soms afvraag:,,Hoeveel tijd heb ik nog?” En dat is niet helemaal normaal als veertiger.

Daar gaan we het voorlopig dus even niet meer over hebben. Leuke dingen wil ik.

Nog even dit terzake het te hard rijden; Sandra is recordhoudster snelheidsbekeuringen in dit huishouden. Ze had ooit, heel lang geleden op de Bezuidenhoutseweg in Den Haag, de eerste (die ze mij aan wilde smeren) en nu ook de meeste. (Ik ben zelf meer van het ‘die auto kan ook best op de stoep staan terwijl ik een boodschap doe en wat is het maatschappelijk nut van een parkeermeter en zo’n gordel is alleen maar lastig die doe ik dus niet om’. Ja, sommige principes zijn duur.) En dan heb ik het nog niet eens over die avond dat Sandra, na het consumeren van een onverantwoorde hoeveelheid rosé, in een alcoholfuik reed en zich daar, je gelooft het niet met die wijven, uitlulde! En Frans/Spaans parkeren kan ze ook heel goed. Weet je wat het verschil is tussen een tennissende vrouw en een autorijdende? Geef een vrouw een racket en ze raakt geen bal. Geef haar een auto en ze raakt alles! Ik houd maar op. Sandra leest dit ook.

Tot morgen.

 

Woensdag 23 maart
Mijn laptop was nog niet eens afgekoeld, de letters gloeiden nog na op mijn netvlies, ik wilde het er niet meer over hebben, en jawel hoor; ik kreeg er al e-mail over. Ik wilde het even niet meer hebben over mijn begrafenis. Luistert er dan helemaal niemand meer naar me? Vooruit, ik zal het plaatje dat bij het e-mailtje zat met jullie allen delen. Daar is het wel weer leuk genoeg voor.

Laatst vertelde ik dat ik blij was in een dorp te wonen. Welnu, dat dorp doet hard z’n best om zich nog populairder bij mij te maken. Toegegeven, de burgemeester deugt niet volgens Gaby, en van een enkele wethouder heb ik zelf het idee dat de verstandelijke vermogens wat te kort schieten. Voor de rest worden diverse taken van de gemeente, al dan niet uitbesteed aan de private sector, gezwind en met verve ten uitvoer gebracht.
Vorige week heb ik mijn aanvraag voor een scootmobiel op de bus laten doen. Twee dagen later lag er een brief van sociale zaken op de mat dat de aanvraag ontvangen was en dat het nog13 weken kon duren voor de hele procedure tot een goed einde gebracht zou kunnen worden. ,,Zet je maar schrap!”, dacht ik nog. ,,Dat wordt eind van de zomer voordat je zo’n ding hebt.”
Gister ontving ik een brief dat de GGD een afspraak met me wilde maken voor een huisbezoek door een ergotherapeut. Net ging de telefoon en nu komt er morgen al iemand.
Gaat dat vlot of wat?

Wat niet zo vlot ging vanochtend was mijn eigen persoontje. Gisteravond kwam DJ Peter langs om wat muziek door te nemen en toen werd het een beetje te laat. Uiteindelijk heb ik Peet de deur uitgezet (hij moest ook nog helemaal terug naar Noordwijk) en ben ik niet naar bed gegaan.

Het was echter al ‘way past my bedtime’. Alle kinderen waren al naar bed. Zodoende grepen Sandra en ik deze kans aan om, net als vroeger, de dag even door te nemen en nog even met zijn tweetjes te zijn. Eenmaal boven ben ik volgens mij direct in slaap gevallen. In elk geval heb ik een gezellige avond gehad. Dat is veel waard! Zelfs nachtrust.

Desalniettemin was ik vanmorgen om 8 uur reeds wakker. snel de wekker uitgezet, pillen naar binnen gewerkt en terug in mijn mand. Verder slapen. Niet dus! Buiten fluiten de vogeltjes, vrolijke kinderstemmetjes op weg naar school of crèche, ik hoor mijn eigen bloedjes de deur achter zich dichttrekken om waar voor hun schoolgeld te krijgen en Sandra komt me nog snel een zoen geven voordat ze naar haar werk gaat. ,,Laat ik er dan ook maar uitgaan”, hoor ik mezelf denken. ,,Nee!”, roept iets in me. Even na 9 uur meld ik mij dan uiteindelijk in de huiskamer.
Kopje thee, bammetje. De zon schijnt vrolijk door het keukenraam. Mijn dag is begonnen. Ik heb er zin in. Tegen mijn eigen verwachting in voel ik me niet geradbraakt, integendeel; ik voel me kiplekker. Zelfs geen opstartongemakjes. Het beloofde een goede dag te worden. Tot nu toe is die belofte uitgekomen.

Eindelijk heb ik in de tuin gezeten, genietend van het zonnetje. En op medische indicatie. Daarna wilde Sandra me meenemen naar het winkelcentrum. Ik in de rolstoel en Sandra duwen. Dat leek een fijn plan. Totdat ik me halverwege herinnerde dat de fysiopeut zou komen aan het eind van de middag. Dat gingen we lopend niet halen!
Toen zijn we maar omgedraaid en over de dijk langs het kanaal (door Voorne-Putten) terug gelopen. Toch een fijn wandelingetje met de zon op de bleke wangetjes. Fijn in de natuur; platgereden drijfsijsies, kikkers en futen op de weg, voorntjes die de rugslag doen in het water, een verdwaalde salmonellakip tussen de schapen aan de andere kant van de dijk, zelfs een originele Oud-Haagsche schijtreiger (spreek uit:sgêtrêgâh) die kwam aanzeilen over het water, op weg naar de volgende auto om onder te schijten. Mensen die hun hond uitlaten. Nou ja… we kwamen één mevrouw tegen met een Jack Russel. Weet je wat je krijgt als je zo’n hondje aanrijdt? Een Jack Puzzel.
Ja, de natuur is hier prachtig. Vroeger zag ik het allemaal aan vanaf het zadel van mijn bergfiets. Toen kon ik zelf ook nog wel eens iets aanrijden. Maar met een rolstoel lukt dat niet, die beesten zijn veel te snel. Een rolstoel heeft dan wel weer het voordeel dat je niet zo hard met de weg in aanraking komt als je een haas aanrijdt. Klerebeesten. Vooral in de schemering. Kan Prins Willem Alexander ze niet even komen doodschieten met wat vrindjes?

Terwijl ik, weer zetelend in een tuinstoel, op de fysio (het woord ‘fysiotherapeut’ wordt steeds korter) wachtte, ging Sandra met de auto alsnog de nodige boodschapjes doen. Het lange opzitten begon toen zijn tol te eisen. Dan maar weer even op bed gaan liggen. Er moest natuurlijk ook nog even wat geblogd worden. En dat is dit geworden. De f. heeft mijn rug nog onder handen genomen, ik heb zelf lekker twee omeletten gemaakt voor bij de spinazie (Oké, niet goed voor de cholesterol, jammer dan.), dat ging allemaal goed. Lekker gegeten.
Nu weten jullie bijna alles over mijn dag. Mijn dag die niemand me meer af kan pakken. Mijn fijne dag.

 

Donderdag 24 maart

De plaatjes hierboven lijken vreselijk, maar niets is minder waar. Voor sommige ICD-dragers is dit de ultieme wens. Hun vrachtwagenrijbewijs weer terug en scheuren met die trucks! Iemand deed een oproep met een dergelijke strekking op de muurkrant van de STIN . En dat menen ze echt! Waarschijnlijk worden er ook nog serieuze reacties verwacht. Van sommige mensen vraag ik me echt af waar hun verstand zit. Dat soort lui moeten echt een herseninhoud ter grootte van een vingerhoedje hebben. Dat kan bijna niet anders. Vandaar dat de schrijver zijn naam er niet bij durft te zetten.

Zou het dan ook niet een goed idee zijn om alle vanwege een ICD afgekeurde Boeing 747 flightcrews hun brevetten terug te geven. Gewoon code 110 erop en vliegen met die kist. Waar het vliegtuig uiteindelijk terechtkomt is een verrassing. Zie dat maar als een bonus voor de passagiers. Je denkt onderweg te zijn naar Knossos en uiteindelijk beland je met een flinke klap midden in de Aegeïsche zee. Spanning en sensatie gegarandeerd. En mooi uitzicht op de onderwaterflora en -fauna op de koop toe. All Inclusive. Jammer dat er wat veel water in de whisky zit.
Als het vliegtuig midden in Athene terechtkomt, wat tot de mogelijkheden behoort, hebben de toeschouwers op de grond er ook nog wat aan. Is ook goed voor het Atheense toerisme. Nog meer ruïnes om te bezichtigen. Ja, dit plan kent alleen voordelen. Moeten we doen!

Zomaar een voorbeeld van het geneuzel op de muurkrant van de STIN. Met welke ik me nog bijna dagelijks hoogwaardig amuseer. Maar dat terzijde. Wat heb je eigenlijk aan dat soort belangenclubjes? Je kunt ze daar moeilijk serieus nemen.
Behalve dat ICD dragers mogen autorijden heeft dit clubje bitter weinig op haar palmares staan. En daar ben ik in sommige gevallen nog tegen ook. Zoals in mijn eigen geval. Zo, dat was punt één. Over tot het volgende punt.

De actualiteit, sommige mensen krijgen daar nachtmerries van. Helaas. Ik heb maar één tip voor ze; slaap overdag, dagmerries bestaan niet. Maar die actualiteit. Wat baal ik dat ik niet in de jury zit van de rechtszaak rond Wacko Jacko, in de pers beter bekend als M.J. uit Neverland. Want wat gaat die jury doen vandaag? De pornocollectie van de verdachte bekijken. Dat lijkt me wel wat.

Tenzij… tenzij het allemaal kleine jongetjes in hun nakie betreft. Mijn voorkeuren liggen ergens anders. Het was wat anders geweest als het kleine meisjes zouden zijn. Als ze kunnen schommelen kunnen ze wippen ook. Heb ik wel eens gehoord. Toch? Nee, bij nader inzien ben ik toch maar blij dat ik niet in die jury zit. Ik word nu al een beetje misselijk. Als ik er maar niet van ga dromen vannacht.

De fysiotherapeut gaat net de deur uit. Die man is blij met me! Zo dan. Hij heeft me al jaren als patiënt. Terwijl de fysiotherapeut met mijn been bezig was, handelde Sandra wat ziektekostendeclaraties af. Daar zijn ze denkelijk niet blij met me. Ja, als ik dood ben. Ik zie de ticker onder in beeld bij RTLZ al voor me: # Rob Oosterboer overleden, zorgverzekeraar CZ weer in de plus # Bezuinigingen in de zorg van de baan # Personeel EMC Rotterdam weer aan het werk #
Ik heb in ieder geval wel waar voor mijn premie. Net als het leven; ik haal eruit wat erin zit. Dat is de enige manier om het leven te leven.

Woeshhhhh… plotseling is het een paar uur uur later! Time flies when you’re having fun.

Als het aan de ergojuffrouw ligt die langskwam, wordt het leven een stuk makkelijker. Niet alleen een scootmobiel, maar ook wat aanpassingen aan het huis. Zoals daar zijn; een traplift (kan ik zelf naar boven en weer naar beneden), een douchestoeltje (donder ik niet meer om met krukje en al), verhoogde toiletten en hier en daar wat handgrepen. Die ergojongedame leek meer op een gewiekste colporteur dan iemand van de gemeente die op de centjes moet letten. Ik voel me alleen wel steeds gehandicapter worden. De scootmobiel krijg ik op zicht. Als zo’n ding niet handig blijkt te zijn draait het er misschien op uit dat het een elektrische rolstoel wordt. Daar kun je wat makkelijker winkels mee in. We gaan het zien en meemaken.

In elk geval zit de dag er nu wel zo’n beetje op. De avond valt (dat was dus die klap die ik net hoorde), Sandra staat in de keuken. Ik houd het voor gezien voor vandaag. Alleen nog even langs de muurkrant. Wie gaat er mee?

 

Vrijdag 25 maart
Vanavond gaat Sandra, zoals gebruikelijk op vrijdagavond, naar salsales. Dat is gezellig voor haar. Even lekker ontspannen, dansen, gezellig bijkletsen met iedereen. Dat heeft ze wel verdiend als afsluiting van weer een zware week. En ik? Ik mag commentaar leveren op de kleren die ze aantrekt en hoe haar make-up en haar zitten. Niet dat mijn oordeel belangrijk is maar vrouwen zijn altijd op zoek naar bevestiging. ,,Wat moet ik aan doen'”, is een veel gehoorde kreet in dit door vrouwen gedomineerde huishouden. En ,,Ik heb niks om aan te trekken!” is ook een vaak voorkomende. Waren al onze problemen maar zo eenvoudig.
Gelukkig zijn er ook mensen op deze wereld die nog veel ergere problemen hebben. Dan kunnen Sandra en ik ons weer wat gelukkiger voelen. Van de simpelste problemen van anderen kan ik soms intens genieten. Me wentelen in het ‘ik ben niet de enige’ gevoel.

Deze week was een leuke week. Vanaf zondag zit ik al goed in mijn vel. Gek hè; hoe je vel altijd past? Vragen jullie je nooit af waar de uitdrukking ‘niet goed in je vel zitten’ vandaan komt? Mijn vel zit eigenlijk altijd goed, Ik zit er ook altijd in. ‘Ik spring uit mijn vel!’ Dat zeiden mijn leraren op school vroeger geregeld. Dan ging ik me nog vervelender gedragen omdat ik dat nou wel eens met eigen ogen wilde zien. Ik ben nu 42 en ik heb het nog steeds niemand ooit zien doen. Zou het veel troep geven?

Vrijdag… weer een week voorbij. Een volgende voor de boeg. Hoe zal die er uit zien? Nou laat ik me daar nou nog niet druk over maken. Het moet nog weekend worden. Trouwens, ik voel me dan wel redelijk goed vandaag, maar ook moe. Rustig aan dus. Beetje een DVD kijken, wat eten en drinken. Jammer dat de zon vandaag een beetje verstek laat gaan. Nu heeft de tuin weer niets anders te doen dan uitzicht bieden. Erin zitten wil ik, niet er naar kijken! Zoveel is er nou ook weer niet te zien. Vooral niet als er niemand inzit. Dan is het helemaal een dooie boel in onze tuin. Ik ga aan Sandra vragen of zij er uurtje wil gaan zitten ter verbetering van het uitzicht.

Meer bak ik er vandaag niet van. Hasta la vista!

 

Zaterdag 26 maart
Zou het psychisch zijn, een onverwerkt jeugdtrauma of zoiets? Het is zaterdag en weer voel ik me niet helemaal optimaal om het zo maar uit te drukken. Echt ziek ben ik niet. Genoeg en lekker gegeten, niet te veel gedronken, naar buiten geweest, in de tuin gezeten. Op de één of andere manier kom ik nu even niet uit het putje waar ik me doorgespoeld voel. Kan iemand even de plopper ter hand nemen en mij tevoorschijn ploppen?

Echt druk maak ik me er niet om. Gewoon gas terug en rustig aan. En niet miepen! Per slot van rekening kan ik terugkijken op een goed verlopen week. Ik heb me er al lang bij neergelegd dat het af en toe niet meezit. Sandra en ik kwamen terug van een kort wandelingetje en wat boodschapjes en ik was gesloopt. Snel stortte ik me op mijn bed. Al neerzijgend schopte ik mijn schoenen uit, mijn jas had ik maar snel ergens neergegooid. Daar lag ik dan. Wederom gevloerd. Gekscherend vroeg ik Sandra hoe het nou kwam dat ik zo moe was. Het zou toch geen kwaad kunnen? Volgens San kon het geen kwaad en heeft iedereen wel eens dat hij na een uurtje rechtop zitten (en pootjes geven?) totaal versleten van zijn hoeven stort.

Je kunt het weblog vandaag dus rustig een dagje overslaan. Helaas heb je dit stukje nu al helemaal gelezen. Gevalletje mosterd na de maaltijd, deze opmerking.

Zondag 27 maart
MIchel heeft goed zijn best gedaan (zie belendende afbeelding) en ik kan niet anders dan zeggen dat het in ieder geval een klein beetje geholpen heeft. Dat ik gisteravond al voor 7 uur in bed lag en er vanmorgen om half twaalf (wintertijd) pas weer uit was heeft denk ik ook een steentje bijgedragen. Het is nu 4 uur (zomertijd, jeetje wat verwarrend allemaal.) en ik begin een beetje bij te komen.
We hebben paasgebruncht, gepaasbruncht, (beiden komen niet door de spellingscontrole). We hebben een combinatie van ontbijt en lunch op eerste paasdag genuttigd (ja, dit mag van Microsoft). Iris had keurig de tafel gedekt, broodjes afgebakken, koffie gezet en meer van dat soort dingen. Met z’n drietjes aan tafel. Zulks krijg je wanneer de koters beginnen hun vleugels uit te slaan.
Daarnet zagen we een paashaas in de tuin. Die werd door Sandra en Iris overmeesterd en zodoende staat er wild op het menu deze week! Wel vreemd dat we, toen we hem gingen villen, zagen dat er een ritssluiting op zijn rug zat. Hij was zo’n 1,75 meter lang en verzette zich heviger dan verwacht. En sinds wanneer draagt de paashaas ondergoed van de HEMA?

Safari in je eigen achtertuin. Over safari gesproken… De laatste keer dat ik met vrienden op safari ging (in de ‘Beekse Bergen’) zat er ook een Belg in het reisgezelschap. De tweede dag had iedereen eindelijk wat geschoten en ‘s-avonds bij het kampvuur kwamen de eerste grote verhalen. Iemand had een impala geschoten, een tweede had geprobeerd een leeuw te verschalken en had dit er nog net levend vanaf gebracht. Hij liet de schrammen op zijn armen zien. De Belg had bijna een ‘nono’ geschoten. Toen wilden we allemaal wel eens weten wat een nono dan wel was. Dat wist de Belg ook niet. Maar hij vertelde dat hij richtte op iets dat bewoog in de bosjes. Hij hoorde ,,No, no!” en had de trekker overgehaald. De nono had hij niet teruggevonden, alleen een hoop bloed in de bosjes. Dit zal dus altijd wel een raadsel blijven.

Het blijkt vandaag een humorvolle dag te zijn. Dat heeft van alles te maken met mijn vrienden bij de STIN. Van ellende hebben zij de muurkrant maar uit de lucht gehaald. Je kunt nog wel lezen, maar niet meer schrijven. Hoezo ‘lotgenotencontact’? En dat door mij? Als ik zeker wist dat dat zo was dan lachte ik me helemaal gek. Dat kun je je voorstellen. Nu is het alleen vervelend omdat ik iets anders moet zoeken om me te vermaken.
Mooie belangenvereniging trouwens die STIN. Wie zijn namelijk de sponsors van de stichting? De vier grote leveranciers van ICD’-s in Nederland. Is dat niet net zoiets als de Consumentenbond die zich laat sponsoren door Unilever, Philips, Sara Lee en Ahold? Vandaar dat men die defecte Medtronic ICD-‘s liever onder het tapijt geveegd zag; Bijt niet in de hand die je voedt! Ik vond het al niet zo’n geloofwaardig clubje, maar nu is het dan toch echt gedaan met die geloofwaardigheid.
De muurkrant uit de lucht zijnde en dientengevolge niets om handen hebbende heb ik nog even over de website van STIN gesurft. Wat een verzameling zinloze non-informatie. Vooral de voorzitter lult maar wat raak in zijn verklaring waarom hij de STIN oprichtte (je hoort hem op zijn borst roffelen, oh wat vindt die man zich belangrijk). Het betoog raakt echter kant nog wal. Een ICD-verpleegkundige die een ellenlang artikel schrijft over sporten met een ICD en dan zelf besluit met de conclusie dat je het toch maar het beste met je eigen cardioloog kunt hebben over sporten. Waar heb je het dan over? Dat kan iedereen ook zelf wel bedenken!

Ik heb weer lekker even gekankerd, het was fijn! Niet nationalistisch bedoeld hoor, maar ik blijf toch een echte Nederlander. Ik voel me een stuk beter nu. Bedankt voor jullie aandacht.
Sandra en Iris zijn naar het verzorgpaard van Iris. Voor degenen die niet weten wat een verzorgpaard is zal ik dit fenomeen even toelichten; Er zijn mensen die een paard kopen. Zo’n paard heeft een hoop verzorging nodig. Dat kost veel te veel tijd. Dan zoekt de eigenaar een pubermeisje om parttime voor het edele ros te zorgen. Meestal betekent dit dat die kinderen dan de stal uit mogen mesten. Het is dus geen paard dat jou verzorgt, zoals die honden die worden getraind om gehandicapten te helpen. Iris heeft het goed getroffen. Ze mag ook rijden. Dat vindt ze helemaal geweldig natuurlijk.
Vandaag moest Sandra mee om te kijken. Die vond dat nou weer niet zo heel erg geweldig. Maar ze is toch gegaan. BRAVO! Weet je wel hoe groot zo’n knol is? Hebbie die tanden van zo’n beest wel eens gezien? Brrrr…

Morgen heb ik misschien nog wel een verhaal over een bordeel en een olifant. Het is een lang verhaal dat ik helaas niet kort kan maken. Tot morgen dan maar weer?

Maandag 28 maart
Met de Paus gaat het zo te zien weer lekker.

Met mij gaat het wat minder. Een moment zelfreflectie. Ik ben behoorlijk uit mijn humeur, ik heb nergens zin in, onzinnig woorden gehad met Sandra. Het moet niet makkelijk zijn om met mij onder één dak te moeten leven. Vandaag heb ik gewoon een kutbui! Mag ik het ook een keertje eventjes niet meer zien zitten? Wat loop ik nou te zeiken.

Fysiek zit het niet mee. Moe, moe, moe… Op een gegeven moment is de rek uit het elastiekje. Gaat dat moment nu komen? Hopelijk houd ik het nog even vol. Tijd om iets leuks te gaan doen. Maar wat? Lekker naar het strand? Op vakantie? Stukkie fietsen?
Die olifant waar ik het gister over had houden jullie nog te goed. Veel soeps is het niet met me vandaag. Gisteren en eergisteren ook al niet. Morgen dan misschien. Wist ik maar hoe de toekomst eruitzag. Ook al was het maar voor een periode van twee weken. Een geinig stukje houden jullie ook nog te goed. Beloofd!
Ik ga mezelf maar eens zielig vinden. Een beter plan heb ik even niet paraat.

Dinsdag 29 maart
De Amerikanen en het binnenlandse gezag lijken geleidelijk meer greep te krijgen op het terrorisme in Irak. Het heeft er alle schijn van dat Irakese rebellen flink moeten bezuinigen. De eerste fietsbom is ontploft, las ik vanochtend op teletekst. Zijn de verzetsgroeperingen overgestapt op explosieve fietsen omdat auto’s te duur zijn geworden, of moeilijk verkrijgbaar? Fietsfabrikant Gazelle heeft al kenbaar gemaakt per direct te stoppen met het exporteren van fietsen naar Irak. Vooral hun mountainbike model ‘Extreme’ knalt zo lekker weg. Amerika overweegt een fietsembargo in te stellen.

Dit is geen goede ontwikkeling voor de positie van moslims in Nederland. Vooral de goed ingeburgerde medelanders van Arabische afkomst die zich, net als vele autochtone Nederlanders, op de fiets verplaatsen, worden nu direct als terreurverdachten aangemerkt. Vooral wanneer hun fiets is voorzien van fietstassen. Het zal niet lang meer duren voordat de AIVD van alle fietsende Marokkanen een dossier bijhoudt. Wellicht zijn we bij de moord op Theo van Gogh aan een grotere ramp ontsnapt. Mohamed B. was immers met de fiets op de plaats delict aangekomen!

Om niet nog meer olie op het vuur te gooien mogen de kindertjes van Islamitische Basisschool ‘Bedir’ in Uden van de burgemeester niet meer met de fiets naar school gebracht worden. Vandaar dat ze vanmorgen allemaal met de bus naar school kwamen. Na de zwemlessen zijn op deze school nu de fietslessen uit het lesrooster geschrapt. Zo zie je maar hoe ontwikkelingen in een ver land hun weerslag hebben op onze maatschappij. Daar sta je anders toch niet bij stil! Wat zou Prinses Máxima er van vinden? Zij was al hoogst verbaasd over fietsen met daarop moeders met kinderen. Nu moet de prinses zich ook nog in fietsende moslima’s verdiepen. Het kan blijkbaar altijd gekker.
En als de milieubeweging hier lucht van krijgt? Stichting ‘Wakker Dier’ als organisator van fietstochten langs de varkens- en andere fokkerijen van Nederland? Zal de ‘Waddenvereniging’ haar toevlucht nemen tot opblaasbare waterfietsen om de gaswinning in de Waddenzee te verhinderen? Het eind lijkt zoek. Waar moet het heen met ons land?

Ik laat de olifant bij deze zitten. Een veel te lang verhaal. Laat ik het eens over mezelf hebben. Daar was dit weblog voor bedoeld. Nee, dat is een lekker compact verhaaltje.

Wat zullen we vandaag weer eens gaan doen? Ik voel me nog steeds helemaal naar de kloten. De muurkrant van STIN is weer on-line.

Heb ik daar zin in? Nee, niet zo. Het is ook geen mooi weer. Een beetje op bed hangen dan maar weer? Zo raak ik van kwaad tot erger natuurlijk. Ik moet me tot iets zetten en dat dan ook gaan doen. MAAR WAT????? De belastingtelefoon bellen. Dat moet ik ook nog doen. Maar dat is nou precies iets waar ik dan weer geen zin in heb. Oooohhhhhhh!!!!! Ik word helemaal stapelgek van mezelf.

Het mooie weer van de week had ook zijn nadelen. Al die tijd dat ik nu ziek ben heb ik niet getaald naar een biertje of wat dan ook van de etenswaren en dranken die ik niet meer mag consumeren. Toen ik van de week echter lekker in het zonnetje in de tuin zat bekroop me het gevoel dat ik iets mistte; een lekker koud biertje!! Schaaltje borrelnootjes ernaast. En nu? Een glaasje spa rood. En borrelnootjes kan ik helemaal wel op mijn buik schrijven in plaats van ze erin te laten verdwijnen.
Ja, toen had ik het wel even moeilijk. Hetzelfde verhaal als Sandra ‘s avonds lekker een wijntje neemt. Dat ruikt zo dat je denkt van:,,Doe mij er ook eentje.” Maar dat zeg ik dan toch niet. Dat valt me dan weer mee van mezelf. Wie had er ooit kunnen denken dat ik mezelf nog eens zo veel zelfdiscipline op zou leggen? Ik niet. Dat zal van de zomer nog een zware dobber worden.

Hoewel ik me er soms makkelijk overheen lijk te zetten spelen dit soort dingen altijd mee op de achtergrond. Op sommige dagen, zoals nu, word ik er niet vrolijker van. Op dit soort dagen zijn er überhaupt weinig zaken waar ik vrolijk van word. Tweede paasdag hebben we gegourmet. Je kent het wel; zelf aan tafel een beetje klooien met vlees, champignons en weet-ik-veel-wat in van die kleine pannetjes. Heel je huis in de walm, dat werk.
En dat weet-ik-veel-wat valt ook tegen, want ik moet toch verdomd goed in de gaten houden wat ik naar binnen werk. Om te beginnen zijn alle sauzen uit flesjes, potjes en bakjes taboe. De gepaneerde vis laat ik ook maar voor wat die is. En je bent een uur bezig, of langer, en dan heb je nog niks binnen. Niet erg efficiënt; de energie die de het me levert, weegt niet op tegen de energie die het me kost om de maaltijd te nuttigen en te verteren.

Peuken doen me echt nog steeds helemaal niks. In het dashboardkastje van mijn auto ligt nog steeds een pakje Marlboro. Elke keer als ik de invalidenparkeerkaart tevoorschijn haal, zie ik dat pakje liggen. Ik ga het binnenkort maar eens weggooien. Gewoon in het kader van het opruimen van het betreffende kastje. Wie weet krijg ik opeens trek in een sjekkie, een zware, van Van Nelle, de echte.

En nu heb ik een dip! Ik ga lekker een zak chips en een fles cola leegeten en -drinken. (,,En wie heb je daar dan mee?”) Dat stemmetje moet ik echt kwijt hoor!

 

Woensdag 30 maart
Wat een dag, wat een dag. Waren we eerst nog erg blij dat ik een scootmobiel zou krijgen, blijkt dat in de praktijk nogal wat obstakels op te leveren. De scootmobiel komt er in ieder geval. Vanmiddag kwam de ergotherapeute, vergezeld door een onduidelijke jongedame en een meneer van de Thuiszorgwinkel, eens kijken of ik wel geschikt was voor het besturen van zo’n voertuig. Daartoe hadden zij een testmobiel bij zich.
Alsof je je eerste rijles krijgt. Ik had iedereen verboden om buiten te komen kijken. Ik mocht gelijk achter het stuur gaan zitten. Spannend. Waar zit het gas, en de remmen? En ja! Daar zat de knop met het schildpadje en het haasje. Snel de knop naar ‘haasje’ gedraaid en rijden maar. De stoep op en af, vooruit, achteruit, een bochtje maken. Het bochtje maakte ik ook in de stand ‘haas’. Even een beetje opzij leunen om de middelpuntvliedende kracht te compenseren. Gelukt; ik stond nog overeind en ik reed nog. Ik kwam wel bijna onder een auto. De auto van de huisarts. Ik zei ‘bijna’ en ach, we hadden anders direct een dokter bij de hand gehad.
Maar goed, eindelijk een examen waar ik wel voor slaagde. Maar toen… moest de schuur ontruimd worden. Daar komt de scootmobiel te staan. Voor de fietsen die nu ontheemd dreigen te raken komt collega Cor met een leerling een voorziening bouwen. Sandra kon nu alvast flink aan de slag. Het was weer het oude liedje; Sandra met hulp van de kinderen de schuur leegruimen en ik kijken en aanwijzingen geven.
Plotseling klonk er een ijzingwekkend gegil uit de schuur. Wild gebarend kwamen Sandra en Gaby eruit stormen:,,Een heleboel spinnen!! IIIeeekk!!! Hele grote!!! Zulke (de armen wijd uiteen de maat duidend)!!! Meggie!!!!! Ja ja, Meggie is de held die de dag redde. Gewapend met een grote rubberen stratenmakershamer (wat moet een mens daar nou mee?) ging zij het kruipende gespuis te lijf. De schuur is nu spin- en rommelvrij. De scootmobiel kan erin. Sandra is gesloopt, en ik voel me ook niet meer zo fris. Wat een dag!

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de bedrijfsarts die belde, de fysiotherapeut die langskwam en het winkelcentrum waar we heengingen. Dat komt dan morgen misschien nog wel. Voor nu vind ik het wel even gescheten. Het is bijna half acht, ik ga zo naar mijn mandje.

 

Donderdag 31 maart
Ja, ik kan er wel luchtig over doen, over die scootmobiel, maar het zaait wel nieuwe twijfels. En eerlijk gezegd voelde ik me ook behoorlijk lullig om op zo’n ding door de straat te tuffen. Voor Sandra is het in elk geval een zorg meer te weten dat ik, zonder haar begeleiding, dingen kan ondernemen. Anderzijds ben ik er zelf nog niet helemaal klaar mee of ik wel alleen naar buiten durf te gaan. Op zich is dat niet onoverkomelijk, ik kan altijd één van de meiden meenemen op mijn toekomstige avonturen. We komen er wel uit. Hoewel…Sandra was ‘not amused’ toen ik gisteren met bijna piepende bandjes een bochtje maakte. Het is aan mij om haar te bewijzen dat ik veilig met de scootmobiel over straat kan. Zowel in medisch als in rijtechnisch opzicht.

Op het medische aspect heb ik helaas weinig invloed. Gisteren was het echt een nogal drukke dag. Voor mij dan, jullie zouden willen dat al je dagen zo verliepen. Gelukkig voelde ik me goed in staat om de dingen die op mijn pad kwamen aan te pakken. Het mooie weer zorgde ervoor dat ik buiten kon zijn, in de tuin. Maar ja, dan ga je je ongewild toch met kleine dingetjes bemoeien. Kratjes en plastic tasjes met spullen uitzoeken, wat niet meer nodig is weggooien, dat soort dingetjes. Waar heb je het dan over. Ik liep echt niet met zware dingen te sjouwen. Het zwaarste wat ik in mijn handen heb gehad was een vuistje van 500 gram.

Toch te veel gedaan. Daar mag ik vandaag voor betalen. Ik had vanmorgen fikse opstartproblemen. Na het pillen slikken en de derde keer pissen was ik het in bed liggen helemaal zat. Om ongeveer half tien ben ik me maar gaan wassen en naar beneden gegaan. Moe (standaard), misselijk (dat heb nu al een paar dagen elke morgen, ik lijk wel zwanger), iedere keer dat ik opsta hartstikke duizelig (nieuw voor nu)). Het is nu half twee en het begint eindelijk een beetje beter te gaan. Gewoon wat eten, een beetje thee. Ik heb trek in iets lekkers. Genoeg lekkers in huis. Maar niets waar ik nu precies trek in heb. Ik heb een tijdje wezenloos in de keukenkast staan kijken. Waar heb ik nu eigenlijk trek in? Weet ik veel!
Ik lig op Sandra te wachten. Ze is aan het werk en belde dat ze nog even met een collega de stad in zou gaan. Prima toch! Maar zij maakt zich dan zorgen omdat ze bang is mij te lang alleen te laten. Dat gaat denk ik nooit meer over. Dat verwondert me niets. Ik had Sandra al eerder opgebeld om te vragen hoe het met haar ging op kantoor. Ze is iets meer gaan werken (nu twee halve dagen) en ze had zich daar erg druk om gemaakt. Maandagnacht kon ze er niet van slapen. Daar maak ik me dan weer zorgen over. Maar het ging geloof ik wel goed. Dat vertelde ze me tenminste.
Zelf vertrouw ik mezelf onder de hand wel. Eindelijk begin ik de signalen die mijn lichaam me geeft een beetje te begrijpen en naar de juiste waarde te interpreteren. Zo kan ik er gericht actie op ondernemen. Of eigenlijk; stoppen met alle actie.
Vanmiddag wil ik wel nog even naar buiten. Al lopen/rollen we maar even naar de buurtsuper voor een… voor een… Tja, daar moet ik nog even over nadenken. Een fles bitter lemon! En iets lekkers natuurlijk. ,,Ja, wat voor lekkers dan?” Ik hoor het Sandra vragen. Ik vraag het zo vaak als ze boodschappen gaat doen:,,Schatje, wil je wat lekkers voor me meenemen?” En dan weet ik het ook niet. Het lekkers moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen; er mag geen zout in zitten, het mag geen dorst veroorzaken, het mag niet vloeibaar zijn, het moet cholesterolvriendelijk zijn. Nou, succes met boodschappen doen.
Lastige vent ben ik hoor. Vergis je niet. Ik lijk zo aardig, maar soms kunnen ze me hier wel achter het behang plakken, met superlijm. En terecht, vrees ik. Even later vinden ze me toch wel weer lief en krijg ik zelfs cadeautjes. Vanmiddag kwam Meggie onverwacht thuis na een dagje shoppen in Rotterdam. Voor mij had ze een t-shirt gekocht. (zie hiernaast) Is dit de ‘king of cool’ of wat??? Echt wel. Vanaf morgen in ‘t echt te aanschouwen aan mijn lijf! Vanavond wil Meggie Sandra meenemen naar Brielle. Dat vind ik ook wel cool. Je moeder meenemen als je met je vriendinnen uitgaat. Sandra moest er nog even over nadenken.

Een scootmobiel. Wisten jullie dat er ook een Nationaal Kampioenschap Scootmobielen bestaat? Nu wel. Dat kampioenschap is helaas alleen open voor bewoners van verpleeghuizen. Het wordt als team-estafetterace verreden op het circuit van Zandvoort. Het is even een zit maar dan heb je ook wat. Het circuit van Zandvoort heeft een lengte van 4300 meter. Een scootmobiel rijdt ongeveer 12 km/h. Rondetijden van pak ‘m beet 25 minuten moeten dus mogelijk zijn. Ter vergelijking; met een Renault Clio redde Allard Kalff het rondje binnen 2 minuten (1:56.689, baanrecord in de Renault Clio Sport Cup). Grootste probleem bij de races is dat de tijdwaarnemers steeds in slaap sukkelen.
Zou het geen goed idee zijn om ook een open klasse in het leven te roepen. Als daar op de dag nog tijd voor is tenminste. Een open klasse met vrij motorvermogen, geen leeftijdsgrenzen. Gewoon gaan met die scoot banaan. Er is genoeg handel in tweedehands scootmobielen om een hele goedkope vorm van motorsport mogelijk te maken voor een groot publiek. Ik zie de trucks met op de zijkant heel groot ‘TENA LADY RACINGTEAM’ of ”FORMULA ALZHEIMER’ al voor me. Ik zou zelf ook wel willen meedoen. Maar dat wordt nooit wat. Ik moet natuurlijk om de haverklap een pisstop maken. Nee, ik ben geen ‘t’ vergeten