Lunch

28 juni 2013 0 Door robzter

patatHoewel alweer in de steek gelaten door het weer kan ik toch terug kijken op een geslaagde dag. En dat na een gedeeltelijk slapeloze nacht. Het voornemen was er gisteravond wel. Op tijd m’n snaveltje toe en de tv uit. Oogjes ook toe. Het mocht allemaal niet baten. De slaap wilde niet komen. Maar wat wilde ik dan ook? Al dagen pijn in m’n nek, een behoorlijk opstandige spijsvertering met alles erop en eraan. Boeren, winderigheid en maagsappen die de weg kwijt waren. Bah. Dikke spijt van de patatjes, ook al was het dan Raspatat. Raspatat? Met stamboom of zo? Dat zal dan wel wat mogen kosten? Dat valt dan wel weer mee. Om een zuur verhaal kort te maken: Ik was blij dat ik me niet ook nog aan een frikadel of kaassouflé had gewaagd
Zo brak de nieuwe dag aan. Beetje uitslapen, door het gebler van twee nog niet van rustigpillen voorziene kinderen heen, tot ik er toch uit moest. Want afspraak. Een lunchafspraak. Gezellig, bij Fred en Gerda. En laat wat wilde op tafel zetten maar aan Gerda over. Leuk, zo eens met z’n vieren lunchen op zo maar een vrijdagmiddag. Een beetje kletsen over de kinderen, harttransplantaties, de prijzen van de diverse supermarkten, het takkenweer. Van alles passeert de revue.
imageNa de lunch moest ik nog even de assistente van de huisarts met een telefoontje vereren. Niet thuis vond ik dat ik het niet kon maken al mijn verbale kwaliteiten op haar los te laten. Had zij even mazzel. Maandag had ik al een hele waslijst aan medicijnen besteld. Dat moet dan via de receptenlijn. Een antwoordsysteem waarop je dan je bestelling in kan spreken. Wat handig lijkt. Als je het bandje dan ook afluistert. Ja, dat is wel essentieel. Ja toch? Maar voorlopig was het al vrijdagmiddag en had ik nog niks. Geeft niet hoor. Het is maar tegen een ingegroeide teennagel. Oh, wacht. Nee, het is voornamelijk tegen afstoting van mijn ruilhart.
Ik herhaalde het lijstje dus nog maar een keer toen ik iemand aan de lijn kreeg. Een item op mijn verlanglijstje ging ik niet krijgen. Prograft. Want volgens het alwetend orakel had ik nog genoeg tot half augustus. Nou, echt niet. Dat zal ik toch zelf wel weten. Eén aangebroken doosje nog. Dus wil ik in elk geval minimaal nog één doosje op voorraad hebben. Wat me niet onlogisch lijkt. Maar nee hoor. Ging ik niet krijgen. Nu zat ik bij Fred en Gerda, maar maandag ga ik nog een keer bellen. Fred had nog een doosje voor me. Maar het is toch van de gekke dat zo’n tiepgeit gaat bepalen of ik wel of niet m’n medicijnen krijg?
En dan kom je bij de apotheek, hebben ze geen zin om de bestelling in orde te maken. Rot toch op, gekkenhuis! Ik had er geen zin meer in. Schei maar uit. Maandag zal het een en ander bezorgd worden.
Maandag. Maar nu is het weekend. Ik ga er van genieten. Hoe? Dat zie ik nog wel.