Juni
Zondag 1 juni 2008
“Zo… uitgeslapen? Het is al twaalf uur!’ In het echt is er natuurlijk niemand die zoiets tegen me zegt. Was zo iemand er wel dan had hij/zij groot gelijk gehad. De afgelopen dagen heb ik zo’n beetje slapend doorgebracht.
Bijtanken voor de week die komt.
Gisteren ben ik nog wel naar buiten geweest om boodschappen te doen. Na het eten ging ik een tukkie doen. Tot kwart over tien. Er was niet veel op de buis. Dan de oogjes maar weer toe. Zonder pilletjes.
Ik moet toch behoorlijk afgemat zijn geweest want ik heb vannacht goed geslapen. Het douchen sloeg ik maar over. Met het weer hier voel je je na vijf minuten toch weer helemaal klef.
Het was weer zo’n saaie zondag. Hoewel ik weet dat ik mijn rust hard nodig heb, duurt zo’n zondag erg lang. En wat doe ik dan? Nou… slapen of zo. Een klein ontbijtje hielp me niet echt op gang. Sinds tijden voelde ik me flink belabberd.
Ik koos eieren voor mijn geld en bleef lekker op bed. Een beetje doezelen, wat tennis kijken en de krant natuurlijk. Zo sleepte de dag zich voort naar de avond.
In de vriezer lag nog nasi. Om vijf uur zat ik al aan de warme maaltijd. In m’n eentje. Snik snotter… De gebakken rijst smaakte prima maar ik hield het bij één bord. Van niks doen en maar vreten (wat ik graag doe) word ik niet beter. Na de warme hap voelde ik me een stuk prettiger. Beetje laat. Maar beter dan nooit.
Het is weer eens hartstikke interessant dit stukje. Aankomende week zal er wel weer wat gebeuren.
Naar De Dokter. Dat staat me in ieder geval te wachten. Daar verwacht ik weinig bijzonderheden van. Wat zich verder aandient, zien we wel. Ik hoop dat ik maandagavond weer kan zwemmen. Dat lezen jullie dan wel weer.
Maandag 2 juni 2008
Wat een baggernacht zeg; geen oog dichtgedaan. Dat zie je direct terug in m’n gewicht. Dooreten, daardoor weer dorst en dus drinken. Daar kan mijn arme hart, wat daarvan over is tenminste, echt niet meer mee omgaan. Kiezend tussen twee kwaden, wikkend en wegend, nam ik toch maar een half tabletje burinex (plaspil). Aan andere organen denk ik dan maar even niet.
Ik heb mezelf daarmee want toen ik opstond, wakker was ik nog, om pillen te nemen en de poes haar eten te geven voelde ik me zo brak als… nou ja… erg brak dus. Het was zeven uur. Om toch wat uit te rusten, kroop ik terug in bed. Meer dan een hoop gedraai en gewoel leverde dat me niet op.
Een fijne manier om de dag te beginnen. Maar niet heus. Al vroeg kwam Margret om me te douchen. Margret nam me eerst eens in ogenschouw en bedacht dat het waarschijnlijk beter was me eerst van koffie te voorzien. Kijk, dat zijn de betere ingevingen!
Lekker douchen. Dat was niet helemaal onnodig. Inmiddels was Sylvia ook ten tonele verschenen. Die mobiliseerde Iris en zo brak de grote schoonmaak- en opruimwoede los.
Dit ter voorbereiding van het weekend. Dan komen schoonzus Yvon en zwager Jos eens flink aanpakken om de zolder en de tuin op te ruimen. Onbeschrijvelijk blij ben ik daarmee. Het is nu een bende.
Zoals gewoonlijk trok ik in de loop van de dag redelijk bij. En wilde ik toch graag zwemmen. Wel met minstens een zwembroek aan, dat dan weer wel.
Maar dan moest ik nog iemand vinden die mij op wilde halen uit het zwembad en thuisbrengen. (Heb ik een auto, mag ik er niet mee rijden van de kinderen.) Alles is nog steeds gedoe. Dat ben ik ook goed zat. Die afhankelijkheid.
Een chauffeur om me morgen naar het EMC te rijden is ook nog niet zeker. Als zoiets gebeurt, heb ik het er zo mee gehad! Met alles. Als dominostenen tuimelt alles om lijkt het. Net als ik denk dat ik het een beetje voor elkaar heb, komt er altijd wel een kink in de kabel en wordt het allemaal toch weer ingewikkeld. Of zelfs onmogelijk. (Volgden wat krachttermen, vloeken en scheldwoorden welke niet binnen onze richtlijnen inzake betamelijkheid passen. red.)
Ja ja… ik houd het al lang genoeg betamelijk. ik zou het wel eens lekker luidkeels en uit volle borst uit willen schreeuwen! Razen, tieren, schelden. Maar ja, dat doe ik dan weer niet. Liever doe ik of mijn neus bloedt. Dat baart minder opzien. Hoewel? Met al die bloedverdunners.
Wilt u menu??
– Nee, eerst eten!
Opgewarmde bami was het vandaag. De kaart begint een beetje armzalig te worden, vind ik. Daar heb ik natuurlijk zelf de hand in, maar toch. Morgen komt Sandra eten en is er ook minimaal één dochter aanwezig. Daar ga ik wel boodschappen voor doen…
Wilt u een plastic zakje om uw vlees?
– Ik vraag aan jou toch ook niet of je een kartonnen doos wilt!
… en dan weer eens lekker koken.
(Dit schrijfsel wordt weer een rommeltje!)
Na het eten kwam één van de verlossende telefoontjes; Renate wilde me wel ophalen bij het zwembad. Dus kon er gezwommen worden. Het lijkt of mijn conditie een ietsiepietsie beter wordt. Ik heb behoorlijk wat ‘gezwommen’ en voelde me redelijk snel hersteld.
Wel moe maar niet ‘marathongelopenmoe’. Morgen naar dr. Balk. Waarom? Trouwens, ik moet er eerst zien te komen. Dat is nog een probleem.
Dinsdag 3 juni 2008
Ziekenhuisdag. Niet dat ik me ziek voel maar ik moest vandaag toch echt naar het EMC, specifieker: naar De Dokter. Gisteravond was toch m’n ritje nog geregeld. Net als je denkt dat alles reddeloos verloren is, komt de cavelerie je redden. Bij wijze van dan hè. Heel de straat vol met tanks. Dat gaan de buren niet fijn vinden. Alle keien uit de straat, omvergereden lantaarnpalen, platgewalste auto’s.
Toevallig moest Sandra tegelijkertijd elders in het ziekenhuis zijn. Mooi. Ik had een ritje. Gladjes laverend door de ochtendspits bereikten we op tijd de polikliniek.
De koffie die ik uit de automaat tapte, was nog niet afgekoeld tot een niet-blaartrekkende temperatuur of ik werd door dr.B. meegetroond naar de spreekkamer. De koffie mocht ik meenemen. Als ik maar niet knoeide in de gang. (Ja, ik heb geen Parkinson hoor. Dat moest er nog bijkomen.)
Goed gemutst en volkomen onbevangen betrad ik de ruimte waar het lichamelijk onderzoek gewoonlijk plaatsvindt. Het lichamelijk onderzoek had weinig om het lijf. Een paar porren in mijn buik (‘Ontspan eens even.’), drie keer zuchten en dat was het.
Blijkbaar was het De Dokter opgevallen dat ik even terug alleen in de wachtruimte zat. Ze wilde weten hoe ik dan wel in het ziekenhuis was geraakt. Ik legde uit dat m’n ex (Sandra) met me meegekomen was. Recht op de man af vroeg ze me of ik nog seks met haar had. Zonder blikken of blozen. Dat is dr. Balk ten voeten uit.
Ik moest het ontkennen. Of ik daar geen behoefte aan had dan? (Niet per se met Sandra maar in het algemeen.) Eerlijk antwoorde ik dat er dan door mijn verbeterde conditie wel fysiologische mogelijkheden zijn maar dat mijn hoofd er echter nu even niet naar staat. Is dr. Balk in haar vrije tijd seksuologe? Van dr. B. verbaast niets me meer.
De vooruitzichten op een ruilhart zijn niet zo goed. Volgens De Dokter is er (in Rotterdam) sinds januari niemand getransplanteerd en ligt Utrecht ‘vol’ met steunharten die voorrang krijgen. Ik zal een keer mazzel hebben. Moet ik maar niet zo levendig doen/zijn.
De lichamelijke en psychische evaluaties verliepen verder naar beider wens. Alleen nog bloed prikken om de niertjes in de gaten te houden. En naar huis met een APK voor maar liefst zes weken. Onder voorbehoud van eventuele tussentijdse storingen.
Thuis stortte ik me op m’n andere hobby; koken. Iris wilde graag poule des Frères Chimaysoises de l’Abbaye Notre-Dame de Scourmont eten..Met choux rouge aux pommes du patron. Een gestoomd aardappeltje erbij en zo zaten Sandra, Iris en ik aan het eind van de middag aan aan de table du chef. Een fles smakelijke rode wijn maakte het helemaal af.
De maaltijd was wat mij betreft het eind van een drukke en daardoor bijzonder goede dag. Sandra en Iris gingen nog paardrijden. Dat genoegen liet ik aan mij voorbij gaan. Uitbuiken en als de dames terug zijn een kopje koffie. Einde oefening.
Woensdag 4 juni 2008
Slapeloze nachten heb ik ervan. Nou nog uitzoeken waarvan en dan kan ik er wellicht iets aan doen. Na een goede dag als gisteren weer zo’n klotenacht. Gatverdamme. Of ik al dan niet een temazepammetje voor het slapen neem, maakt vaak ook niets uit.
De nacht en de ochtend kruipen voorbij. Uit gekkigheid begin ik maar vast met de mise en place voor het koken vanmiddag. Groente snijden en blancheren, rijst koken, boemboe en een marinade maken. Dat soort dingen. Om maar bezig te zijn. Uiteindelijk moet alles bij elkaar nasi met ajam ketjap worden. Ik heb nog kip over van gisteren.
Terwijl ik al fröbelend uit het keukenraam kijk, rijden er opmerkelijk veel wagens van SelectVracht en andere bezorgdiensten door het straatje. Vol met breed-breder-breedstplasmaschermen en HD-DVD-recorders? Er lopen steeds jongens met oranje shirts aan en flinke dozen van al dan niet bekende bruingoedmerken torsend naar huisnummers te zoeken.
Het is inmiddels bijna midderdag en ik voel de behoefte om het vieze, klamme en kleffe zweet van me af te wassen. Deze gedachte tolt nog wat na door m’n hoofd als de wijkverpleegster binnen komt. Ik word niet elke dag afgedroogd door een leuke jonge blonde meid. Vandaag wel. Alsof dat iets uitmaakt.
Het is één uur als mijn pillenwekker gaat voor de lunch. Het roeren in de nasi onderbreek ik even om; 1. mijn pillen te slikken en 2. om het vreselijk irritante alarmsignaal uit te zetten. De nasi ruikt goed. Alleen, met het eten voor vanavond zo goed als klaar, de kip staat ook al in de marinade; wat ga ik de rest van de dag doen?
‘Wat dacht je van lekker op je gemak uitrusten? Je hoeft niets!’ Dan schakel ik maar over naar de stand ‘lamlendig’. Nee, da’s ook niks. Hè, gister ging het zo lekker. Nou, als je even niets leest dan ben ik hoogstwaarschijnlijk in slaap gevallen.
Nee, ik was niet slaap gevallen. Het was uit het vergiet dat ik mijn geheugen noem weggelekt dat woensdag tegenwoordig niet alleen gehaktdag (Waarom dan kip eten?), maar ook en vooral Wiesdag is. Met Wies erbij schoot de middag wel op.
Plotseling is het vier uur geweest en is Wies weer naar huis. Ik moet even bij-ademen van de wederom sprankelende conversatie. Als je zelfs van een goed gesprek al moe wordt. Nee, dan gaat het goed met je. Goed, even weer een tandje terug. En wat drinken, want dat vergeet ik helemaal.
Ex-schoonpapa en -mama vertrekken zeer binnenkort voor zes weken naar de Verenigde Staten. Straks bel ik ze even om een goede reis te wensen. Maar eerst las ik een meditatief momentje met mezelf in.
Volgens Iris staat Federer te soepkippen tegen Gonzalez. ‘Gonzalez komt terug’, meldt de commentaarstem. Kun je nagaan hoe goed ik de partij volg; ik had niet eens in de gaten dat ‘ie weg was! Komt door de vermoeidheid. Als het ware. Trouwens; aan welke eisen moet een kip voldoen om als soepkip geclassificeerd te worden?
Het voer smaakt prima. Met twee bescheiden bordjes opgevrolijkte rijst zit ik vol. De kip bewaar ik voor vanavond. Federer wint toch nog. Wij waren voor Federer, Iris en ik. Dus hebben wij ook een beetje gewonnen. En weer laat mijn pillenwekker weten hoe laat het is. Zes uur, tijd voor het toetje.
En wat zie ik daar aankomen? De lijn des doods! In goed Nederlands: de deadline. Nu al? Nu al.
Dit is ‘m!
Donderdag 5 juni 2008
Ik kon wel janken vannacht. Ik was zo moe en wilde zo graag slapen. Het leek wel of heel mijn lijf tegen me samenspande. Wat nou slapen? M’n benen deden zeer, ijskoude krampende voeten, zweten, woelen. Dus maar uit bed, campingsmoking en de TV aan. Zelfs op de educatieve kanalen was niets de moeite van het kijken waard.
De krant lag nog ongelezen in de vensterbank. De letters dansten voor mijn ogen en me concentreren lukte voor geen meter. Ik ging me steeds ellendiger en alleen voelen. Tot jankens toe dus.
Een volgende poging om te slapen strandde in nog meer psycho-somatische pijntjes en ongemakken en het tafereel herhaalde zich. Op een gegeven moment zal ik toch in slaap zijn gevallen want vanochtend werd ik gewoon in bed wakker.
Nou ja? Gewoon? Koffietijd met Sylvia en Margret. Als die twee elkaar bij mij thuis treffen, ben ik steeds de lul want hun geliefde mikpunt. Vanmorgen ging het opeens over seks. Of beter; het gebrek daar aan. Mijn gebrek. Vandaag begon in ieder geval in een uitmuntende sfeer.
Dat ik meer uren huishoudelijke hulp heb, begint zijn vruchten af te werpen. Sylvia komt nu echt aan dingen toe. Het huidige project behelst het weg werken van het surplus aan wasgoed. Na twee dagen begint er goed lijn in te komen. Ik beschik weer over voldoende sokken en onderbroeken.
Morgen komt er voor de uren die niet door Sylvia gevuld worden een andere dame, Ina. Mij benieuwen. Morgen weten we meer. Lees er hier alles over!
De middag bracht geen verbetering in mijn welbevinden. Ik bleef maar moe. Erg moe. Te moe om nog leuk te zijn. Misschien zit het tussen m’n oren? Gister belde Ymkje namelijk; m’n HB en kalium waren (veel?) te laag. Door een te laag HB kun je moe en lusteloos worden. Maar je kunt mij niet wijs maken dat zo’n tekort in een dag ontstaat.
Dan voeren we het aantal pillen maar weer op. Doe er ook maar ijzertabletten bij. Wel ja, ik slik nog niet genoeg. Maar ik heb geen keuze. Met recht slikken of stikken.
Na het eten, de meiden allebei een kant-en-klaarmaaltijd en ik… geen trek, moest ik echt nog even naar de super voor schoonmaakspullen. Zodoende trof ik buurman Pim. Hij was druk bezig met het snoeien van de struiken naast mijn huis.
Nu kan iedereen weer door het steegje. Dat is toch wel heel wat. Aanstormend weekend komen Jos en Yvon de tuin opruimen en reorganiseren. Zit ik er straks weer netjes bij. Het is echt top, alle hulp die ik nog steeds van alle kanten krijg.
Vrijdag 6 juni 2008
Gisteravond heb ik me na alle activiteiten beraden op een tactiek om te kunnen slapen. Tijd voor de botte bijl. Terwijl Iris me in de gaten hield, nam ik een douche. Ontdaan van vuil en zweet was ik bijna klaar voor de nacht. Dan het pièce de résistance; de inhoud van het medicijnlaatje.
Zorgvuldig als een duellist koos ik mijn wapens. Gewapend met twee temazepammetjes en twee tabletten paracetamol betrad ik het strijdperk; mijn bed! En aha! Mijn was de victorie. Het slapeloosheidsmonster verslagen.
Dit kan ik natuurlijk niet elke avond doen. Vanavond probeer ik clean in slaap te komen.
Een nachtje lekker slapen heeft me goed gedaan.
Jammer dat Ina, de nieuwe huishoudelijke hulp, al om negen uur arriveerde. Meer valt er niet over haar te vertellen. Het huis wordt stukje bij beetje schoner en opgeruimder.
Iris deed boodschappen voor me. Morgen blijven Yvon en Jos eten. Dan kan ik me er niet met een Jantje van Leiden vanaf maken. Het dagmenu voor morgen bestaat uit varkensreepjes in tropische vruchtensaus met nasi of bami goreng en atjar ketimoen.
De nasi had ik gistermiddag al gemaakt. Ook al om te ontsnappen aan de lethargische bui die op me loerde. Dus had ik vandaag de hele middag voor het vlees, de saus en de bami. Voor een restaurant ben ik vast geen geschikte kok.Om twee uur begonnen, legde ik zo rond half zes het laatste kookgerei in de vaatwasser.
De avond was gereserveerd voor een moment van ledigheid. Ledigheid, dat verrukkelijk kussen om het moede hoofd op te vleien.
Zaterdag 7 juni 2008
De GezondheidsApotheek. Ja, wie het verzonnen heeft? Je weet het niet. Maar zo heet mijn pillenboer toch echt. We wachten nu in Hellevoetsluis op de opening van de KankerSigarenboer en de ObesitasSnackbar. Er schijnt al een SOAHoer te zijn. Naast de supermarkt zit de KorsakovSlijterij.
Afgaand op personeel dat er werkt hadden ze de pillenwinkel trouwens beter de Pillendoos kunnen noemen.
Maar dit terzijde. Je bedenkt zo eens wat terwijl je schoonzus en zwager je tuin opruimen.
De takken die Pim gesnoeid had, zijn opgeruimd. Ik werd er helemaal blij van en wat me opvalt is dat ik er tegenwoordig stukken beter tegen kan als anderen mijn klusjes doen. Eindelijk een stukje acceptatie?
Jos en Yvon zijn de hele dag druk bezig geweest. Twee aanhangervrachten vol afval, snoei of anders, verdwenen richting gemeentewerf. Ik zag de tuin onder hun handen veranderen.Wat een kwastje beits niet met een verweerde schutting kan doen.
Buiten dat er hard gewerkt werd, vond ik het ook heel gezellig. Een wijntje en een borrel erbij en we sloten de middag met eten af. Lekker in de tuin. Jos en Yvon; bedankt voor een fijne dag.
‘s Avonds ben ik op visite geweest bij Renate. Voor het eerst in… weet ik veel hoeveel tijd… Dochter Anneke was jarig. De meeste mensen daar ken ik wel en zij mij. Groot was de verrassing dat ik de huiskamer in kwam gelopen.
Gaby had me weggebracht en haalde me weer op. Thuis ben ik gelijk in bed gekropen. Redelijk afgemat. To put it mildly.
Wat een dag. Morgen maar weer eens rustig aan. Heel rustig.Dit was weer zo’n dag die het allemaal de moeite waard maakt.
Zondag 8 juni 2008
Roestdag. Ik heb een rare nacht achter de rug waar ik me slechts wazige flarden van kan herinneren. Ten eerste kon ik ondanks een slaappilletje niet in slaap komen. ‘Dan maar niet’, dacht ik bij mezelf en zette de TV maar weer aan. Niet slapen. Of toch wel? Ik raakte steeds de draad van het TV-programma kwijt. Alsof er telkens iemand op fast forward had gedrukt.
Dat Iris thuis kwam van het stappen pikte ik ook nog mee. En dat zal niet vroeg geweest zijn. (Zonder bril kan ik de klok niet goed zien.) Omdat ik het koud had kleedde ik me weer helemaal aan en schakelde mijn electrische dekentje in. De binnenkant wilde ik opwarmen met een mok thee.
Vanmorgen werd ik wakker in alleen mijn onderbroek en de thee stond onaangeroerd naast me in de vensterbank. De TV stond nog aan.
What had happened?
Een kopje koffie en een broodje zetten mijn dag in gang. Mijn rustdag waar verder weinig over valt te vertellen. Dat de zon ‘s middags ging schijnen en ik lekker in mijn onderbroek in de tuin ben gaan zitten. Tja, rustdag hè. Ik had geen zin om boven een korte broek te pakken.
Decorum? Ik zat in mijn eigen tuin hoor. Alleen vond Gaby, die uit haar werk kwam, dat ik dan toch in elk geval wel m’n sokken uit kon doen. Daar had ze wel een beetje gelijk in.
De drukke dag, die gister was, had weinig schade aangericht. Zo moe was ik vandaag eigenlijk niet. Preventief rusten voor de week die komt. Dat is het.
Maandag 9 juni 2008
Hoewel de dag gezellig begon en eigenlijk ook wel verliep, was het geen toppertje.
We trapten af met koffie, Margret, Sylvia en ik. In de tuin, wat heel goed te doen was. De persoonlijke hygiëne werd even uitgesteld. Het beloofde een mooie dag te worden.
Nou, daar dacht mijn lichaam anders over.Het was de hele dag moe en buiten adem. En waarvan? Ja dûh… De hele dag heb ik niets uitgevoerd. Het koken later in de middag verdiende die naam niet eens; vis, sla en gebakken kant en klare krieltjes.
Veel in de opgeruimde tuin gezeten heb ik niet. Het was meer een op bed lig dag. Om me heen gebeurde ook niet veel.
Er kwam een servicemonteur van Revacore. Het weekend liep ik een lekke band op. Balen. De mekanieker liep meteen het hele voertuig langs. Alleen voor de loszittende stoel moest hij een onderdeel bestellen.
En nu? Nu zit de dag erop. Het voelt alsof hij op mij zit.Midden op m’n borst. Als er iemand nog wat lucht over heeft, houd ik me aanbevolen.
Nog even een foto shoppen en dan zien we morgen wel weer.
Door de verschillende blogs struinend viel het me op dat er veel foto´s worden gemaakt. Dat moet ik ook maar eens gaan doen. Zodra het uitkomt zal ik de Hellevoetse dreven vastleggen met mijn trouwe Samsung SGH-D900.
Dinsdag 10 juni 2008
Na een vermoeide dag had ik verwacht wel goed te slapen. Groot was mijn teleurstelling toen bleek dat ik dat wel op mijn buik kon schrijven. Ik heb weer eens de hele nacht lopen spoken. En dat is funest voor mijn vochtbeperking. Vanmorgen wees de weegschaal 98,2 kg aan. Dit is niet leuk meer.
Dan toch maar mijn toevlucht gezocht in extra burinex. Te beginnen met een halve. En dan maar even aanzien hoe ik me vandaag zal voelen. Het drukkende gevoel op mijn borst is er nog steeds. Zorgen maak ik me nog niet. Misschien dat dat nog komt.
Jeetje, het is pas acht uur. Idealiter lig ik nu nog te maffen. Helaas heb ik al tijden niet meer mogen genieten van een ideale situatie. Toch blijf ik met de moed der wanhoop tegen de stroom in roeien met de riemen die ik heb. Desnoods peddel ik met mijn beide handen verder!
Eigen schuld, dikke bult voel ik me als dweil. Misschien dat ik me na een ontbijtje wat beter ga voelen. De oven staat voor te verwarmen. Nog even geduld en dan heb ik een lekker vers broodje. Als je jezelf niet kietelt, doet niemand het. Nog heel even en dan kan ik in de tuin in het zonnetje zitten met m’n broodje.
Ik heb het eigenlijk toch wel een beetje benauwd. Da’s niet lekker. Nee, vandaag gaat het niet worden, ben ik bang. Nou ja, dan toch niet. Ik voel me best wel niet zo goed. Dat gevoel valt erg tegen als het een tijd zo lekker ging.
Poepen gaat ook al niet zonder slag of stoot. Ik zie letterlijk sterrretjs. Dat is nou ook al een paar dagen zo. Weet je wat? Ik gooi er nog wel wat extra magnesium in ook. Dat ga ik gelijk doen. Magnesium onttrekt nog vocht aan je systeem ook. Zal je zien dat vanavond aan de race ben.
Met alle genomen maatregelen weeg ik om negen uur nog ‘maar’ 97,4 kg. Het werkt! Een beetje. Al die pillen. Net werd ik gestoken door een mug. Het insect zwabberde nog heel even door de lucht en viel toen dood neer.
Deze dag gaat nog heel lang duren. Dat voel ik aan m’n water. Aan m’n douchewater. Daar dacht ik, tegen beter weten in, wel van op te knappen. Nou, echt niet. Nu voel ik me helemaal zo ziek als een hond en ik was bijna van het douchekrukje gelazerd.
96,4 kg. Ik blijf naar de plee lopen. Allemensen… ik lijk wel lek. Lekgeslagen op een ijsklontje in mijn limonade als een menselijke Titanic. (Alleen dan zonder Leonardo di Caprio.Of dat liedje van Celine Dion! Het is de bedoeling dat ik ga pissen, niet braken.) Dat ik een zeikerd ben, oké. Maar zo erg?
Zo, genoeg over kilo’s en grammen. Dat begint toch wel een beetje obsessieve vormen aan te nemen.
Waar zal ik het dan over hebben? Oh ja, straks komt de kapperinneres. Ik heb nog een half uur om over mijn nieuwe coupe na te denken en dat ga ik in de tuin, in het zonnetje, doen. Om half vijf verwacht ik haar.
Ik heb echt een onwijs goeie kapster!
Goh… onverwacht gaat de dag toch nog aardig snel. Gekookt heb ik ook al. Vorige week. Goed ding, zo’n vriezer! En wat dacht je van een magnetron? The Dynamic Duo! Redders van studenten en alleenstaande vaders. Vandaag heb ik in veel dingen geen zin en koken is er een van.
Zometeen een cafeïnehoudende warme drank en dan ga ik op een nog lager pitje.
Houdoe!
Woensdag 11 juni 2008
De klink van het tuinhek, voetstappen in het grind. De geluiden van het wakker worden. Half twaalf en niet voorspeld schijnt toch de zon. Een nieuwe dag, een nieuw gezicht naast mijn bed.
Daar had ik nou net zin in. Ik hield het maar bij koffie drinken. Het was een vriendelijke mevrouw hoor, die de thuiszorg gestuurd had. Daar niet van. Maar om m’n broek te laten zakken voor weer een vreemde? Vandaag niet in ieder geval.
Wat dan wel? Cees die op een geleende scootmobiel langskwam. Of ik mee ging naar het winkelcentrum. Nou… niet vandaag. Een ander keertje dan.
Tuinhek, grind… daar was Wies. Een fijn gesprek volgde en voordat ik het in de gaten had was het alweer bijna vier uur en ging Wies weer naar huis. Mij achterlatend met de nog ongelezen ochtendkrant.
De meiden waren naar hun werk en zelf had ik geen animo voor het doen van boodschappen. Vriend vriezer bracht (alweer) uitkomst.
Wat nog meer? Ik voelde me in ieder geval een stuk beter dan gisteren. De kilootjes zijn er weer af. 3,8 om precies te zijn. En dat merk je. Wees wijs met water.
Meer? Een restje van gisteren dan. Bezoek van een jongedame van de gemeente. Ze kwam informeren of de gemeente nog een steentje kon bijdragen aan mijn welzijn. Binnenkort kan ik steunen op vrijwilligers en maatschappelijk werkenden van de gemeente. Alle hulp is nog steeds welkom.
Dat was het wel zo’n beetje.
Iemand een peentje?
Donderdag 12 juni 2008
to: brieven@ad.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
Op Voorne-Putten, waar ik woon, hoor je regelmatig het volgende raadseltje: ‘Wat is groot en groen en brengt je honderd jaar terug in de tijd?’ Het juiste antwoord? De bus naar Stellendam. Vooroordelen zijn er om bevestigd te worden en CDA-minister Klink, geboren en getogen in Stellendam, draagt hieraan graag zijn steentje bij.
Stijfkoppig, recht in de leer en vooral oogkleppen die, heel geruststellend, de dagelijkse realiteit van velen uit zijn gezichtsveld houden.
Volgens de minister werkt het huidige systeem van donorregistratie prima. Als hij dat al wist, waarom dan een dure commissie onder leiding van Jan Terlouw, die dit voorzitterschap waarschijnlijk niet voor een reiskostenvergoeding en een consumptiebon op zich nam?
We gooien voor een leuk bedrag nog maar eens een voorlichtingscampagne in de strijd tegen het tekort aan donoren. Dat werkte vorige keren ook zo goed. Ik heb het gemerkt. Al vier jaar acht ik op een harttransplantatie. Wat dat met zich meebrengt op psycho-sociaal gebied zal ik hier niet uiteenzetten. Lezers kunnen zich er misschien zelf wel wat bij voorstellen. Ik ben ben ook een dure grap voor de gemeenschap. Als ik (waarschijnlijk binnen afzienbare tijd) overlijd, gaat bij mijn zorgverzekeraar de vlag uit.
Nee, de minister heeft er verstand van. Terwijl hij alleen maar bij de zuiderburen hoeft te kijken hoe het daar werkt. Iedere Belg is automatisch orgaandonor tenzij… en moet dus bewust een keuze maken. De Belgische minister van volksgezondheid wil onze minister vast wel een conceptje van zijn wetgeving mailen. Knippen en plakken, uurtje werk, kost bijna niets, probleem opgelost.
Het ontbreekt me aan energie om me net zo druk te maken of pissig te worden als voorheen. Maar je zou er als potentieel transplantant toch van uit je vel springen! Nou ben ik feitelijk niet zo bang dat mijn einde nabij is. Toch zou een beetje meer functionaliteit van mijn lichaam zeer welkom zijn.
Maar nee, die confessionele rakkers in Den Haag denken daar heel anders over. Het onheil komt zoals gebruikelijk weer voort uit door religieuze overtuigingen vertroebelde gristelijke breinen. Wedden dat Klink stiekem een TV in het gootsteenkastje heeft verstopt?
Abraham Klink, onthoudt die naam. De man is in zijn eenje gevaarlijker dan alle radicale moslims in Nederland bij elkaar. De dreiging die van hem en zijn volgelingen uit gaat heeft inmiddels de status ‘kritiek’ behaald. En toch taal nog teken van de nationaal coördinator terrorismebestrijding. Terwijl het aantal dodelijke slachtoffers explosief stijgt.
Het wordt tijd dat de AIVD infitreert in de kerken waaruit Klink’s terroristische cellen opereren. Of zou de AIVD zelf al geïnfitreerd zijn door geradicaliseerde christenen? Dat zou het één en ander verklaren.
Maar daar ging het niet over. Om een nog langer verhaal kort te houden; ja, ik ben boos. En verdrietig.
Verder ging het wel goed vandaag. Zoals gewoonlijk gebeurde er weinig bijzonders en begon de dag met koffie. Ik had een huis vol; Sylvia, Iris, Margret en dokter Gijs (?) (foto links). De laatste was met Margret meegekomen om eens over haar schouder mee te kijken in de wereld van de wijkverpleging.
Duidelijk een ouderejaars of co-assistent. Dat hoorden Iris en ik gelijk. Gijs was behept met het universele universiteitsaccent.
Ik heb niet gestudeerd dus ik weet het niet zeker. Maar volgens mij krijgen (vooral medische) studenten logopedie om zo te leren praten. In de dagelijkse praktijk leren ze het accent al snel af en klinken ze soms net als gewone mensen.
Nou ja, het gaat nu allemaal helemaal nergens meer over. Laat verder maar zitten. Ik ga me opmaken voor een maaltijd en een avondje TV kijken. In m’n eentje. Alleen. Eenzaam.
(Even voor de goede orde; Nee, ik heb geen hekel aan christenen. Ik heb er zelfs een paar in mijn vrienden- en kennisenkring.)
Vrijdag 13 juni 2008
Da’s ook lekker. Dachten Cees en ik ons eens gezellig bij de andere hangouderen in het winkelcentrum te voegen, was er niemand. Daar stonden we dan met ons goede gedrag.
En met z’n tweetjes is het lastig de ingang van de Blokker te blokkeren. Wat een tegenvaller. We hadden ons zo op het treffen verheugd en al flink ingedronken bij ‘t Verschil.
Dan niet. Het was inmiddels al half vijf en ik vond het welletjes. Naar huis. Zo zat de dag er eigenlijk al weer op.
Wat eerder op de dag gebeurde was niet echt spectaculair. Eerlijk gezegd was ik zo moe dat ik na het ochtendritueel min of meer verder ben gaan maffen. Terwijl ik ‘s nachts toch goed had geslapen.
Ach ja, de dingen gebeuren ook wel als ik me er niet mee bemoei. Ik heb wel kaboutertjes.
Vanavond kruip ik lekker vroeg onder m’n dekbedje. Voetbal is er niet bij, Iris gaat bij vrienden kijken. Op Nederland twee komt een Engelse detective. Dat vind ik leuker. Iets te drinken, ik heb nog radijsjes om te knabbelen. Komt best goed. Wat een leventje hè?
Zaterdag 14 juni 2008
Aan het avondeten ben ik gisteren niet eens toegekomen. Ik heb ook geen flauw idee meer wat er te eten was. Als er al eten was. Goed, brood is er altijd.
Het uitje met Cees was misschien toch iets te veel. Een tukkie doen dus. Wat ik nog weet, is dat ik rondom 10 wakker werd. Iris was al lang weer weg en de detective ruim halverwege.
Geheel tot mijn verrassing viel ik na tijdje weer in slaap. Vanmorgen werd ik gewekt door Margret. Ik kreeg koffie in mijn rode bekertje van haar en daarna wilde ik graag douchen.
Ach ja, weer zo’n zaterdag; Gaby bij Marcel, Iris werken en alleen de kat om me gezelschap te houden. Om wat om handen te hebben ging ik maar boodschappen doen. Niet dat ik bij het idee erg enthousiast werd, maar er moesten toch dingen in huis gehaald worden. Veel dingen dus nam ik een grote tas mee.
Wat een drukte in het winkelcentrum. Normaal maakt dat me niet uit maar vanmiddag werkte het op mijn zenuwen. Omzichtig laveerde ik mijn scootmobiel door de menigte. In de Jumbo was het al net zo druk. Na wat ongestructureerd, want geen boodschappenlijstje, crossen door de super had ik een mandje (Zeg bij de Jumbo maar gerust ‘mand’.) vol en nog wat in de mand van de scoot.
Fijn dat ze bij de Jumbo helpen met inpakken. Dat had ik zelf niet meer gered denk ik. Ik was blij toen ik thuis was en de boodschappen in de keuken stonden. Even uitblazen. En daarna nog even. De gedachte dat mijn ICD af zou gaan spookte door mijn hoofd. Ik zat helemaal stuk.
Een beetje bijgekomen maakte ik chili con carne. Niet dat iemand hier dat lust maar ik had er zo’n trek in. Wat overbleef (ruim een kilo) ging de vriezer in. Dwaas toch? Al die moeite voor een bordje chili. Rijst erbij. Waarom altijd maar dat doorgaan? Die chili kon toch wel een dagje wachten?
En nu lig ik in bed. TV kijken. En weer alleen. De tranen staan in m’n ogen. Het kan niet altijd leuk zijn. Morgen waarschijnlijk meer van hezelfde.
Maandag 16 juni 2008
Om elf uur zat ik fris gewassen beneden. Goed geslapen, wat niet hetzelfde is als uitgeslapen, dus ik was er klaar voor. Een hele nieuwe week ligt voor me. Het dodelijk saaie weekend kon ik eindelijk van me af schudden.
Er heerste weer volop bedrijvigheid om me heen.
Waar aan ik me natuurlijk op slinkse wijze aan wist te onttrekken. Flauw, om me achter mijn ziekte te verschuilen.
Ziekte… Met dat woord heb ik nog steeds een beetje moeite. Ziek is koorts. Ziek is hoofdpijn of misselijk. Buikpijn. Dat soort dingen. En die heb ik niet. Ik voel het meer alsof er iets defect is. Iets dat gerepareerd moet (en zal) worden. Ondanks alle mankementen krijg ik toch telkens een nieuwe APK van de keurmeester.
Ik ben net een oud autootje; zolang het rijdt niet te veel aan doen. Zo nu en dan olie bijvullen of een lampje vervangen en dan kan ‘ie weer even voort. En als het motortje even niet soepel loopt stel je hier en daar iets bij.
Vandaag liep het motortje wel aardig. Wat mooi uitkwam want Gaby wilde met me op stap. Wat ook goed uitkwam omdat ik graag een broek wilde kopen.
Maar eerst naar de fietsenboer om de banden van m’n rolstoel op te pompen. Die waren zo zacht dat Gaby me bijna niet vooruit kreeg. Met verse lucht begonnen we onze kooptocht door het winkelcentrum.
De missie liep al bijna direct een fikse vertraging op. Dat was de schuld van de nieuwe ijssalon in het winkelcentrum. Die maken zulk lekker ijs. Daar konden we niet voorbij lopen. Op een muurtje, in het zonnetje, aten we onze ijsjes op.
De broek kwam er ook. Een witte bij de Koele Kat. Goedgekeurd door Gaby en nog 50% afgeprijsd op de koop toe. Bij de vreemde winkel haalden we twee olielampen voor in de tuin. En een asbakje. Ook voor in de tuin. Hier thuis geldt al veel langer een rookverbod.
De dag was pas halverwege en ik vond hem al geslaagd.
Even uitrusten voor het eten. Dat overigens bestond uit bijna kant en klare voedingsmiddelen. Gaby ging aan haar nagels tutten en ik viste de krant uit de bus.
In de editie van afgelopen zaterdag stond mijn ingezonden ingekorte brief afgedrukt. Wat schetst mijn verbazing toen ik zag dat iemand er met mijn grap aan de haal was gegaan.
Ja, zo kan ik het ook!
Nadat Gaby en ik uitgetut en -gerust waren en de warme hap naar binnen was geschoven gingen we zwemmen. Lekker. Wies kwam me na het poedelen ophalen en bracht me veilig thuis.
Resumerend was het een leuke dag. Wat kan ik zeggen? Ze zijn er nog wel.
Dinsdag 17 juni 2008
Dat ging weer lekker vanacht. Temazepam of niet, slapen ho maar. Schaapjes tellen, iets wat ik niet ga vertellen, warme melk. Gek werd ik. En moe! ‘Dat is normaal’, zou je zeggen. Ja, ammehoela. Zoals ik me vanmorgen voelde dat was fucking niet normaal.
Dan maar knutselen bij het ochtendgloren. Voor de langere zomerse ritten heb ik een bidonhouder gemonteerd. Stel je voor dat ik verdorst onderweg. Dat kan niet hoor.
Nog maar een koffie dan. Het was tenslotte al half negen en ik woog toch al ruim twee kilo zwaarder dan gisteren. Ik werd er niet beter op. Het was een klotedag. Moe, benauwd, gammel. Ik wist me de hele dag geen raad met mezelf.
Van zitten werd ik… nou ja, het voelde niet lekker. Als ik ging liggen wilde ik weer zitten. IJsberen door het huis en de tuin. Daar werd ik dan weer moe van. M’n benen deden zeer en wilden eigenlijk niet meer. Weer zitten. Nee, toch maar niet.
Dolblij was ik toen Fred belde dat hij een bakkie kwam doen. Dat was dan ook m’n enige afleiding vandaag. Nou ja, en een salade maken. Maar dat was zo gebeurd.
Dus daar ging ik weer. Ik wist echt niet meer wat ik moest doen. Wat een dag.
Nou ga ik lekker even zeuren tegen jullie. Er is even niemand anders. Voor de verandering zit ik weer alleen. En ik kan niet eens m’n nieuwe lantaarns in de tuin aansteken. Ik heb geen aansteker. Je zou godver weer gaan roken.
Ik wil ‘n leven terug. En geen vochtbeperking. Ook geen plaspillen of rotzooi waar je schildklier aan bezwijkt. Ik wil gewoon een biertje drinken. Eén of twee. Iets lekkers eten bij de Chinees. Gewoon gewoon.
Eens een keertje een dag doorbrengen in het gezelschap van andere volwassenen. Geen zin hebben om naar m’n werk te gaan. Niet de hele dag in en om het huis hangen. Het doen van boodschappen het hoogtepunt van de dag.
Spuugzat ben ik het allemaal. Spuug- en spuugzat!!! Het zal me allemaal aan me reet roesten. Oh nee… laat ik dat nou niet zeggen. Dan ben ik weer labiel en geen geschikte transplantatie… ik wil het t-woord even niet meer horen …kandidaat. Dat wil ik dan ook weer niet.
Wat moet ik nou? Even lekker Ab Klink voor z’n melkmuil rammen. Of naar de hoeren gaan. Afreageren.
Ik heb ook niet alle antwoorden. Weet je wat? Dat biertje… ga ik gewoon zo nemen. In de tuin. Als ik chips in huis had, nam ik die er ook nog bij. Tsss… aan wie of wat heb ik nou schijt? Onder de streep, alles bij elkaar; mezelf. Kut!
Eén lichtpuntje; ik ga Michel helpen met een opdracht. Daar kijk ik dan wel weer naar uit. Dat moet ik aan kunnen. Een beetje grafisch werk. Poster, flyer. Dat soort dingetjes.
En de chili con carne met eigenhoofdig bedachte salade vielen in de smaak. Ach… het viel eigenlijk wel mee. Ik vond een aansteker, er was nog houtskool zodat ik bij wijze van kachel de bbq aan heb gestoken. M’n lampjes brandden. Het was tot laat lekker buiten. Dit laatste gedeelte heb ik in de tuin geschreven.
Maar… ik heb ook een borrreltje genomen. Een klein laagje in een lowball met veel ijs. En een petieterig stukje jonge kaas erbij. Vooruit; je bent maar één keer wat depri.
Aan de buitenkant van de schutting ga ik een Franse vlag ophangen. Dan zit ik in mijn tuintje en dan voel ik me weer als god in Frankrijk. Eigenlijk.
Ik hoop dat het morgen beter gaat. En dan houd ik het bij een beperkte hoeveelheid limonade en de salade die over is.
Woensdag 18 juni 2008
Ik heb een nieuw speeltje en dus niet veel tijd om te schrijven. Op zoek naar extern geheugen zag ik bij een bekende electronicawinkel een passend apparaat. Een MP3-spelert met 30 GB opslagcapaciteit voor een prijs waarvoor je zoveel geheugen niet eens ‘los’ kunt kopen.
M’n laptop moet leeggehaald worden om fatsoenlijk grafische toepassingen te kunnen draaien. Dat moet nu wel lukken, dacht ik. En altijd al mijn muziek en foto’s bij me. Ik ben heel erg blij.
En het was al zo’n blije dag. (Bipolaire stoornis noemen ze dat toch?) Lekker geslapen. Nog iets te veel gewicht naar m’n zin maar dat had geen merkbaar effect op hoe ik me voelde. Dat was prima. Behalve dan de spierpijn in m’n benen. Van dat beetje dobbertje-duiken? Watje!
Goed genoeg om ‘s middags gezellig met Wies te gaan shoppen. Kijken voor een opslagmedium, wat dus een MP3-spelert werd, thee op een terras en boodschappen voor het eten doen. Toen we in de auto stapten om naar huis te gaan, zagen we dat het al half vijf was. Dat was snel gegaan.
Gauw koken want de meiden hadden weer een druk avondprogramma voor de boeg. Ik niet. Ik ga fijn spelen met m’n nieuwe gadget. Met de online gebruiksaanwijzing op het scherm moet het me lukken. Het zal me niet gebeuren dat de meiden me moeten helpen. Ik ben toch niet gek! Ik wil vanavond nog naar m’n draagbare muziek luisteren.
Niet echt een bijzondere dag, wat ook niet elke dag zo hoeft te zijn. Zolang ik het maar naar mijn zin heb. En dat was vandaag zeker het geval. Het kan verkeren.
Donderdag 19 juni 2008
Vandaag schrijf ik lekker niets! Alles gaat goed, ik voel me toppie en ik neem m’n gemak er van. Vandaar dat ik de hele dag en niks heb meegemaakt en niks gedaan heb.
Vrijdag 20 juni 2008
Plof! Daar lag hij op de mat. Een aan mij gerichte envelop van het Centraal Justitieel IncassoBureau, onze vrienden in Leeuwarden.
Nog voordat ik de post had geopend, was mijn conclusie al getrokken; Gaby, te hard gereden (niet ondenkbaar!) of door rood of zo. Dat zou ik haar wel eens op cynisch/humoristische wijze inpeperen.
Vol van voorpret maakte ik de briefomslag open. Eens kijken waar en wanneer mijn wegpiraatje de overtreding gemaakt heeft; Rotterdam, Maastunnel, 3 juni, 9.40 uur. SHIT!! Heb ik dat godverdegodver weer? Ja, dat heb ik weer.
Heb ik al zo’n drie jaar geen auto gereden (de enige manier om in dit land géén bekeuring te krijgen), rijd ik één keer met Sandra naast me zelf naar het EMC, word ik geflitst. %$@@#*!! Wel vier (4) hele #>@M#-kilometers te hard. Negentien euri! Daar zou je het toch van aan je hart krijgen? @$$^&*@%!!!…tzakken!
Nâh ja… onverdroten ging ik verder met de dag. Om over de schrik heen te komen eerst nog maar een kop koffie. Douchen en daarna met Sandra naar het winkelcentrum met als belangrijkste doel een babykleedje kopen.
Richard en Anja waren het weekend terug uit China met hun (adoptie)dochter Joy. Zo noemen ze haar. Ik ben er nog niet achter hoe je haar Chinese naam, Fu Wen Hui, moet uitspreken. Daar kom ik wel achter wanneer ik het kleintje ga bezichtigen.
Vandaar.
Secundair doel was het scoren van een ijsje. En eigenlijk wilde ik ook nog boodschappen doen, maar daar zag ik van af. Dat kon eind van de middag wel en ik moest op tijd terug zijn voor fysiotherapie.
De dag ging snel voorbij. De hele week trouwens, het is alweer bijna weekend. Verplicht uitrusten. En ‘kraam’visite. Ah joh, misschien wordt het nog wel wat.
Ter compensatie voor lezertjes aan de overkant van het Haringvliet en op de Veluwe;
Zaterdag 21 juni 2008
De wijkzuster kwam bijna voor niets. Ik lag zo lekker te slapen dat ik deze activiteit graag voort wilde zetten. Elly gaf de poes eten en ik sliep verder. Tot drie uur, met een onderbreking om te plassen.
Drie uur. Ik moest m’n bed wel uit omdat er boodschapjes gehaald moesten worden. Het was mooi vakantieweer zodat ik, vermomd als toerist, met de scootmobiel naar het centrum reed. Zodra ik het winkelcentrum bereikte matigde ik mijn snelheid.
Als een van de weinigen. Me aanpassend aan het tempo van het winkelende publiek werd ik links en rechts ingehaald door ongeleide projectielen met grijze permanentjes en hun mannelijke equivalenten. Levensgevaarlijk.
De boodschappen, voornamelijk limonades en ijsthee, waren snel gedaan en ik ging gauw weer naar huis. Een kussen lag zo in een tuinstoel en met de krant erbij was het wat mij betrof helemaal af. Rond etenstijd, welke hier in huis niet echt strak is gedefinieerd, nam ik een broodje.
Het was goed toeven. Morgen wordt het nog warmer. De parasols kunnen dan weer uit de schuur. Tot morgen, ik moet nu even verder spelen met m’n MP3-spelert.
Zondag 22 juni 2008
Wat een amazing weekend! Meestal kijk ik als een berg tegen de weekends op. Maar deze dagen viel het reuze mee. ‘Watte?’ Oké, het was gewoon leuk. Ja, het weer viel een beetje tegen maar was vanochtend al goed genoeg om in de tuin koffie te drinken met de wijkzuster.
Na het douchen bakte ik een broodje, deed er beleg op en at het smakelijk op. Een goed begin van de dag. Van een leuke dag.
Het leukste was het kraambezoek aan Richard en Anja. Wat een snoepie die kleine. Ongelogen het leukste afhaalchineesje dat ik ooit gezien heb. Ik ben niet zo van de baby’s maar Joy is erg schattig. Richard en Anja zijn zo trots als een aap. Terecht.
Gesprekstof genoeg. Enthousiaste verhalen over China, over het eten (Chinees eten komt beslist absoluut nooit never niet uit een zakje van Conimex, ook al wil Dennis v.d. Geest ons dat nog zo graag doen geloven.), de mensen daar en natuurlijk Joy.
Hoewel een beetje vermoeiend was het bezoekje erg gezellig. Tegenwoordig kom ik weer eens ergens. De middag vloog om en toen Joy slapie moest gaan doen, ging ik naar huis. Niet eens heel erg moe, wel zeer voldaan.
Als morgen blijkt dat het weekend te veel van het goede was, kan dat me geen bal schelen. Maak ik van morgen toch een uitrust- en bijkomdag?
Maandag 23 juni 2008
De dag begon al niet helemaal lekker maar met zo’n vaag maandagmorgengevoel. Zelfs Sylvia kon eerst wel wat koffie gebruiken, net als ik. Nou ja, het moest maar dus aan de slag. Dat betekende voor mij dat ik ging douchen.
Inmiddels had Rita zich aangekondigd. Net toen de koffie op was. Elly had het laatste koffiepad gebruikt. Niet voor één gat te vangen maakte ik als een ware barista twee kopjes espresso, Syl was er wel weer aan toe. Zelf bedankte ik. Van mijn espresso krijg je echt gierende hartkleppen.
Ik belde Sandra om te vragen of en wat ze wilde eten. Dat mocht ik zelf uitzoeken. Pasta met een salade leek me wel wat. Bij de Jumbo bleek de ingeblikte tonijn in de aanbieding. Pasta met tonijn en een zelfgemaakte tomatensaus.
Nou nog de salade. Veel zin om veel tijd aan het eten had ik niet. Geheel tegen de gewoonte haalde ik alle ingrediènten uit de vers gesneden groentenkoeling. Lekker makkelijk.
Het huis was helemaal aan kant toen ik thuis kwam met de boodschappen. Even uitrusten en dan koken. Poeh…koken… Het enige dat gekookt diende te worden, was de pasta. Oh ja, en de saus moest even reduceren. Binnen twintig minuten was alles klaar en in bakjes geschept voor Sandra. Op maandag kook ik meestal voor haar.
En toen? Toen ging het zwemmen vanavond niet door, was iedereen de deur uit en zat ik weer tegen een allenige middag en avond aan te koekeloeren. Waar ik het heel moeilijk mee had. Daar stond mijn eten kant en klaar op me te wachten. Moest ik dat nou alweer in mijn eentje opeten? De lust tot eten verging me. Omdat ik toch iets moest eten schoof ik toch maar wat voer naar binnen
Het huilen stond me nader dan het lachen. Ik merk dat ik steeds slechter met tegenslagen, hoe klein ook, kan omgaan en dat de eenzaamheid aan me begint te knagen. Het rotgevoel overstemt zelfs de vrolijke nagalm van het weekend. Een mooi moment om maar eens te gaan zwelgen in zelfmedelijden want het zou vast geen leuke avond worden.
Dat viel uiteindelijk nog wel mee. Sandra en Roon kwamen na hun dansles een bakkie doen. Werd het toch nog gezellig. Toen ze weg gingen was het bijna 10 uur en even later kwam Iris thuis. Moe en hongerig. Voor mij was het pillentijd. Zo ging de avond toch nog snel voorbij. Enne… het eten was in de smaak gevallen.
Dinsdag 24 juni 2008
Er is niet veel nieuws te melden van het Hellevoetse front. In dit geval is geen nieuws, goed nieuws. Dat ik slecht en weinig had geslapen afgelopen nacht schoof ik blijheidshalve snel opzij. Margret droeg daar vanmorgen flink aan bij met haar rode mokje koffie. Pardon… mijn rode mokje koffie.
Altijd krijg ik van Margret koffie in het rode mokje uit mijn mokkenboom. Al moet ze het uit de vaatwasser vissen en het zelf omwassen. ‘Nou en? Ieder z’n ding.’ Nou en? Nou en? Dat ze Ina, de nieuwe huishoudelijk hulp, heeft wijsgemaakt dat ik per se uit dat rode kopje, en geen ander, koffie wil drinken. Is het plotseling mijn afwijking! Sta ik er weer gekleurd op.
Buiten de normale routine van boodschappen doen en koken heb ik vandaag voornamelijk onder een parasolletje in de tuin gezeten met een glaasje*, een hapje** en een krantje***. Omdat de apotheek nogal ver weg is, worden mijn pillen thuisbezorgd. Zoals vandaag. De bezorger zal ook wel gedacht hebben. Nou, laat de mensen maar denken. ‘Ruilen?’
Ik had natuurlijk weer eens voor een heel regiment dragonders bami met saté gemaakt. Sandra wilde wel komen helpen met opeten. Niet dat haar mee- eten zoden aan de dijk zette. ‘Mag ik een doggybag?’ Wel twee.
Na het eten ging Sandra snel naar huis. Douchen en voor de buis hangen. Dat leek mij ook een prima idee. Dat kon ik ook wel eens gaan doen. Na de koffie in de tuin.
Zo zie je maar; het ene moment kan ik wel janken en een dag later schijnt het zonnetje weer in m’n hoofd. Om niets bijzonders eigenlijk. Om het leven zelf. Soms is dat genoeg.
* water **radijsjes ***Algemeen Dagblad
Woensdag 25 juni 2008
Je kunt de wind mee hebben. Er kan een frisse wind waaien. Sommige mensen waaien met alle winden mee. Ik laat wel eens winden en krijg dan de wind van voren. Het is vervelend als je de wind tegen hebt. Zit er echt wind in een windei? Eilanden kunnen boven of onder de wind liggen.
En ik kan me vreselijk opwinden. Hoewel dat net even iets anders is. Wat er gebeurde; lag ik lekker te slapen/wakker te worden stapt Greta Mooijbroek opeens binnen. Binnen zonder afspraak. Nee, daar had ik zin in.
Om even het geheugen op te frissen; Greta is degene die me de brief schreef dat ik niet meer terminaal was en dat daarom de buddies werden terug getrokken.
Wat ze nou kwam doen? Geen idee. En het mens is dom… dom. Als je in de zorg werkt en je weet niet wie minister Ab Klink is, is het niet echt goed op zolder.
Dus Greta…
… dit is ‘m nou! Ab Klink. Leuke vent wel hè? Qua domheid zouden jullie goed bij elkaar passen.
(Er wordt hier en daar stiekem gefluisterd dat Ab, zoals zoveel.grefo’s, het resultaat is van een incestueuze relatie. Dat zou zo te zien best eens kunnen en veel verklaren. Maar ere wie ere toekomt; toch knap dat hij het van dorpsgek geschopt heeft tot Binnenhofnar.)
Morgen ga ik haar er maar eens even over bellen. Of haar baas. Je kunt toch niet zomaar bij iemand binnenvallen. En als ze nou nog een opbeurend en inspirerend tiep zou zijn. Na vijf minuten aanhoren van haar oeverloos gezwets krijg je acuut een ongelooflijke drang om van de Euromast te springen. Zonder touw, parachute of vangnet.
En in die mening sta ik niet alleen.
Verder gaat het goed met me hoor. Nergens last van. Beetje zonverbrand. Da’s alles. Zolang het geen zonnesteek is.
Donderdag 26 juni 2008
Je zal toch maar ernstig ziek zijn. Dat je een harttransplantatie nodig hebt of zo. Dan moet je haast wel een kutleven hebben. Wat een ellende zeg.
Nou, soms wel. Maar vandaag eventjes niet. Voor mij geen Ibiza, Alanya of Isla Margarita ‘to work on my tan’ maar gewoon lekker zweten in Traspatio de Mar met een flesje ijskoud bacterievrij Hollands gemeentepils binnen handbereik.
Niet de krant van eergisteren lezen, geen raar eten waar je toch alleen maar buikloop van krijgt. Geen file op de autostrada of uren wachten op je koffer. Geen dronken Engelsen en irritante Russen. (Russen zijn de nieuwe Nederlanders in vakantieoorden.)
Ik doe wat iedere Nederlander het liefst zou doen; vakantie vieren in eigen land. Hier hebben ze wel pindakaas, aardappelen, appelmoes en hagelslag en kun je het meisje achter de kassa gewoon verstaan (‘Ça fait trente-six et quinze euro’. -”Watte?’ ), zodat na drie keer afrekenen je foute korte broek niet afzakt door een portemonnee (ja, zo schrijf je dat) vol kleingeld.
Voor het natuurschoon hoef ik ook de deur niet uit. Mijn reusachtige yuca staat weer riant in bloei dus kijk ik daar af en toe naar. Moet ik wel omhoog kijken want het plantje dat vroeger het interieur sierde, torent nu boven het schuurtje uit.
En mobiel bellen en sms’-en is hier niet zo schrikbarend duur. Als echte Hollander, altijd in voor een voordeeltje, belde ik daarom Ymkje, de polizuster, op. Ja, anders heb ik niets aan dat goedkopere bellen.
Of ze even tijd had voor een patiënt die niet ziek, zwak of misselijk is. Want dat is dan weer wel zo; het is heel erg ontzettend te rustig op mijn vakantiestekkie. Ymkje had wel wat tijd voor me.
Een mooie dag als vandaag verdient het afgesloten te worden met een paar baantjes in het zwembad. En een frisse duik is nooit weg. Heel rustig dreef ik mijn baantjes in een bijna privézwembad. Daar zal ik wel weer spierpijn aan overhouden. Na een uurtje hield ik het voor gezien. Badjuf Gaby vond het ook welletjes geweest.
Naar huis, tijd voor koffie. En oh ja, ik kan hier gewoon al mijn favoriete zenders bekijken. Dat ga ik nu dus doen.
Hasta la pasta!
foto’s bij deze column door Iris Oosterboer
Vrijdag 27 juni 2008
Ben ik nou zo slim… of zijn ze in Den Haag nou zo dom?
Beste Camiel, het carnaval is al lang voorbij. Je mag nou wel weer eens nuchter worden. En de vrimibo is alleen op vrijdag, zo aan ‘t eind van de middag. Dus niet op andere dagen en dan nog niet van 9 tot 5.
Vandaag had ik het een beetje te druk om veel te schrijven, vandaar een samenvatting van de hoogtepunten.
De dag begon al vroeg met het verschijnen van huishoudelijke hulp Ina. Zij begint al om 9 uur met schrobben, boenen, kleden kloppen en koper poetsen. Voor mij is dat tamelijk vroeg.
Ik had een fantastische nacht achter de rug. Gisteravond was ik toch wel moe van het zwemmen. Lekker moe, niet bwâhh-moe van het lamlendig zijn. Geen rare dromen, nat of droog, geen zweetfestijnen, geen gezeik.
Tja, en verder… Verder ben ik met Gaby naar de huisartsenpraktijk geweest. Ze werd de hele week al afgewimpeld door de assistentes. Helaas voor de dames laat ik me niet zo makkelijk met een kluitje in het riet sturen. ‘Hoezo is het je lunchpauze? Eet je je boterhammetje zo meteen maar op.’ Probleem opgelost.
Maar toen de apotheek. Laat ik daar maar over ophouden. Alleen dat het me alles bij elkaar meer dan een uur kostte om naar de apotheek te rijden (3 minuten), wachten op mijn beurt en daarna naar het zwembad om de spulletjes bij Gaby af te leveren. Het laatste duurde vijf minuten.
Na het eten haalde ik snel nog wat melk en beleg bij de buurtsuper.
Even wat rusten en toen ging ik naar Michel en Ellen, bij wie ik mezelf had uitgenodigd. Ik had Michel al een tijd niet gezien. Maar hij belt me bijna elke dag. Het werd heel gezellig. Tot ik bijna in slaap viel, maar dat was al twee uur verder.
Bijna tien uur. Ik lig in mijn bedje, schrijf dit nog, kijk wat TV. En dan vind ik het wel gescheten. Het was alweer een leuke dag. Wow!
Zaterdag 28 juni 2008
Kwart over drie. En ik moest nog boodschappen doen. Uitvluchten waren niet mogelijk. Iris en ik moeten toch eten en drinken. De koelkast was akelig leeg. Ik sprong uit bed (lees: steunend en kreunend, m’n ogen nog driekwart dicht), broek en shirt aan, zonnebril en pet op. Klaar om de deur uit te gaan.
Bij de Goembo waren mijn ogen wel open. Ik trok het meest noodzakelijke uit de schappen en rekende af. Op weg naar huis kwam ik langs de toko. Alle alarmbellen van mijn gezond verstand begonnen te rinkelen. Maar… ik was zwak, had nog niets gegeten of gedronken.
Bijna was het me gelukt de toko voorbij te rijden. Ware het niet dat het duiveltje op mijn schouder me een plotse u-turn liet maken. Tien minuten later zat ik in het zonnetje met een o zo heerlijke, goedgevulde risolles en een blikje Fernandes.
Ik zag zuster Marjo uit het EMC nog. Ze liep me rakelings voorbij maar zag me niet. Dit maakte dat ik me nog schuldiger voelde over m’n snack. Snel de risolles opgegeten en naar huis, voor dat ik gesnapt zou worden.
Zo zat de dag er eigenlijk wel op. Thuis een broodje verantwoord en toen was het einde oefening. Ik bereidde me voor op een rustig avondje voor de buis. Vrijwillig. De vage plannen die ik had, zette ik aan de kant. Bek af was ik van de drukke week.
Zondag 29 juni 2008
Vanochtend was ik al vroeg wakker. Uitgeslapen. Jammer dat ik me niet zo lekker voelde. Een ongebruikelijk degelijk ontbijt maakte het niet echt beter. Ik was ook iets te zwaar. Als dat gewicht uit vocht bestond moest ik er iets aan doen. Een half pilletje bumetanide zou uitkomst kunnen bieden.
Dat deed het dan ook; twee uur later was er een kilo af. Het is allemaal niet zo schokkend. Gelukkig maar.
Rustig aan dan maar. Dat het weer niet je van het was, deerde niet. Volgens de amiodaron heb ik toch al veel te veel in de zon gezeten. Vooral m’n armen. Tering, wat jeukt dat. Het doet af en toe zelfs zeer. De t-shirts met lange mouwen zijn weer uit de kast.
En bijna allemaal te klein. Dan loop ik voor lul. Van de week maar eens langs Cool Cat, neuzen in het rek met afprijzertjes. Misschien wil Gaby wel met me mee. Zelf weet ik nooit zo goed wat wel of niet leuk is, of wat nog kan voor een man op leeftijd (ouwe lul, volgens de meiden) als ik.
Eerst moest ik vandaag nog door zien te komen. Ik was nog steeds erg moe, maar voelde me ‘s middags wel een stuk beter. Michel kwam heel even aanwippen met flyers. Om toch nog een frisse neus te halen scootmobielde ik ook nog naar het winkelcentrum (??). Oké, al goed; ik had te weinig brood in huis gehaald en Michel wist te vertellen dat het koopzondag was. De frisse neus was bijvangst.
Tegen zeven uur kwam Iris uit haar werk. Samen aten we een broodje. Ik had er curryburgers naar eigen recept bij gemaakt. Smullen.
Wat mij betreft zit deze zondag er op. Alleen nog verplicht voetbal kijken.
Maandag 30 juni 2008
Zo, de kop is er af en het was weer maandag. Maandag, dinsdag, woensdag… één pot nat. Hoewel deze maandag behoorlijk gezellig uitpakte. Eerlijk gezegd was ik blij dat het weer maandag was.
Niet gelijk natuurlijk, dat duurt even en het kost minimaal twee mokken koffie. Standaard. Of nee; vandaag was het één koffie en een thee. Daarna brandde ik los.
Een klein schoorsteenbrandje maar hoor. Met Gaby op de fiets naast me naar het winkelcentrum. Er moest echt een shirt met lange mouwen komen. En als we toch in het winkelcentrum waren, konden we ook wel een boodschapje voor het eten doen. Gezellig op stap met m’n dochter.
Terwijl Gaby naar het huis van Marcel was, begon ik aan het eten. Spaghetti Bolognese. Makkelijk. Lekker makkelijk. Voordat we zouden gaan zwemmen kwam Gaby eerst bij papa eten en op de bank hangen.
Om zeven uur lag ik in het water. Onder begeleiding van Gaby werd het poedelpartijtje zo’n beetje een uurtje aquafitness. Ze haalde er allerlei attributen, zoals dumbells, een wetbelt en feetcuffs, bij. Dumbells die drijven. Daar kun je nog kekke oefeningen mee doen.
Spetter pieter pater, lekker in het water
De spierpijn komt wat later
De oefeningen die Gaby me liet doen vielen nog niet mee. Met sommige dingen moest ik na drie of vier hehalingen al stoppen omdat ik sterretjes begon te zien. Ik voelde spieren waarvan ik het bestaan niet meer vermoedde.
Trots op mijn sportieve prestaties scootte ik naar huis. Ik moest Gaby beloven dat ik zou sms’-en als ik thuis was. Dat heb ik gedaan. Dan is ze weer gerust.
Nu lig ik een beetje TV te kijken en bij te komen. Alles doet me nou al zeer. Dat wordt morgen wat.