Juli

3 juli 2010 0 Door robzter

I Am Sailing.

dinsdag, 06 juli 2010 19:03

Nâh! Is het opeens alweer ver in juli. Voor het zoveelste jaar op rij wordt dit weer een ‘vakantie’ met weinig mogelijkheden. Autorijden kan niet. Fietsen? Ja, op een hometrainer, 2 maal per week, 5 minuten bij de fysiotherapeut. Maar ja, zo gaan de dingen. Ik kan dan wel weeer lekker uitslapen als ik dat wil. Met niemand iets te maken en werken doe ik ook niet meer. Ben ik misschien niet meer van plan ook. Ik schaar mij bij het leger der onrendabelen en laat mij vertroetelen door de maatschappij. Ik werk al vanaf m’n vijftiende. Ik vind het wel mooi geweest. Ik stel me zo voor dat Agnes gaat werken (full-time + overuren) en dat ik dan huisman word. De kinderen naar de overblijf en de BSO. Oh happy days!
Droombeeld of schrikbeeld? Ik ben het thuiszitten al weer goed zat en ondanks de huidige beperkingen zit ik te springen (figuurlijk dan) om wat actie. En voorlopig kan ik niks. Het is de bedoeling dat Agnes en de kinderenn bij me intrekken binnen afzienbare tijd. Dus moet er nog een hoop gebeuren in mijn kabouter Plophuisje. En ik kan nog geeneens stofzuigen. Laat staan de zolder opruimen. Maar ja … We zien wel. Ik voel me wel een beetje onpraktisch. Nou ja, ik ben dan wel weer goed in in de weg lopen.
Niet dat ik niet genoeg meemaak. Ik heb me weer lekker boos gemaakt op instanties. Zo moest Iris naar de bedrijfsarts omdat ze last heeft van haar rug. Moest ze helemaal naar Den Haag, terwijl dat bedrijf ook een kantoor heeft in Capelle ad IJssel. Met het Onrendabel Vervoer van Hellevoet naar Den Haag v.v. Drie-en-een-half uur heen en net zolang weer terug. Nou, dat ging het wat mij betreft niet worden. En Agnes kon niet rijden vanwege verplichtingen. Het werd een leuk ouderwets Ritalinloos gesprek met een gleuf van het arbobedrijf. Na veel gezeur en gedoe kon de afspraak verplaatst. Maar het bleef op de locatie Den Haag. Wat kansloos! Drie uur rijden voor een gesprek van nog geen 5 minuten. Tierend verliet iris de spreekkamer. Maar daarna trakteerde ze wel op lunch op mijn eigen Loosduinen. Daar was het vroeger wel leuk. Het is er nou een beetje een griebus.
Verder bleef het wel rustig. Gewoon, leuke dingen. De eindmusical van Jirina was een groot succes. Op de valreepgesprekken op scholen vanwege de schoolwissel van Mathijs. Die, dankzij zijn hoge EQ nog net niet tegen de juf had gezegd dat de nieuwe school MEGALEUK is. Hij was een ochtendje wezen snuffelen en had het helemaal naar zijn zin gehad. Dat hij op een gewone school even wat harder moet werken dan op de Montessori, dat deerde hem niet. Dat ze op de nieuwe school wel streng zijn uiteindelijk ook niet. Daarvoor moest ik Mathijs wel eerst uitleggen dat streng niet betekent dat er geschreeuwd, geslagen, gescholden, gekleineerd en aan oren getrokken mag worden, zoals Mathijs streng definieert, maar dat er gewoon regels gelden en dat je daaraan gehouden wordt. Vriendelijk doch beslist. ‘Dus dan gaan ze niet schreeuwen en zo?‘ Tsja… een typerende reactie. Onmacht, woede en frustratie verkocht als strengheid. Respect verward met angst. Kinderen als gehoorzaam pronkobject. Neem dan een hond! Labradors zijn heel geschikt.
Of een Mathijs. Na wat gesprekjes met mij en Agnes wilde hij z’n vader wel weer bellen. En dan wilde hij ook wel iets afspreken. ‘Nou, dat moet je doen!‘ Het werd een dagje zeilen en met alweer goede moed vertrok Mathijs vanochtend met z’n vader. Awel, het was weer een succes. NOT! Hij zat te huilen op de bank toen ‘ie weer thuis was. Hij was zo bang geweest in de boot. Hij had zelfs van angst in z’n broek geplast. Kapitein pa kon volgens Mathijs niet zo goed zeilen. aan de grond gelopen, de boot helemaal schuin ( Nee, hij had geen zwemvest aan gehad!!), de bootjesverhuurbaas in een motorbootje achter ze aan, godverdommend dat z’n bootje zo naar de klote ging. Als je ‘t zou hebben gezien zou je je gek gelachen hebben. Maar nu even niet. ‘En hij zei tegen me dat hij nooit wat aan me had en dat ik niet kan zeilen! Dat kan toch ook niet als ik dat nooit geleerd heb?‘ Tranen met tuiten.
Laten we t maar ovver voetbal hebben. Da’s, vind ik nu ook, veel leuker. We hebben nog gewonnen ook.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (dinsdag, 06 juli 2010 22:46)

De Dominee

woensdag, 07 juli 2010 21:05

Weet je waar ik nou eens zin in heb? Om weer eens zo’n ouderwets lekker villein stukje over deze of gene te schrijven. Het is al lang geleden dat ik iemand voor NAZI heb uitgemaakt. Maar ja… dat was dan ook in wat ik nu mijn ‘boze periode’ noem. En het ging over de een of andere dominee. Die had het verdiend. En ik kende hem ook. Hij e-mailde weleens mensen die met zijn patiëntenbelangenclubje in aanraking kwamen. Mij ook. En als de dominee je e-mailde dan werd je niet blij. En al helemaal niet als je het gedurfd had kritiek op hem of zijn clubje te hebben. Het belangenclubje was niet voor de patiënten, maar van hem. Eifgenlijk denk ik nu dat hij vond dat de patiënten ook van hem waren. Maar dat kon hij natuurlijk niet hardop zeggen. Ondanks zijn verwrongen persoonlijkheid kon hij nog wel bedenken dat dat niet goed zou overkomen bij anderen. Helemaal verbergen kon hij dit toch niet omdat mensen die niet, of niet meer, in zijn mooie, doch loze praatjes trapten gedragingen of uitlatingen opvielen die sterk wezen op de opvatting van de dominee dat bepaalde mensen zijn bezit waren.

Het lukte de dominee steeds weer om mensen te laten geloven in zijn bedoelingen. Dat moest ook wel, want het gebeurde regelmatig dat de mensen om hem heen door kregen dat hij eigenlijk helemaal niet zo goedbedoelend was. En ook dat hij ze helemaal niet begreep of wilde helpen. Soms werd de dominee nog weleens het voordeel van de twijfel gegeven en probeerden mensen het nog een keer met hem. Tevergeefs. Zij kregen direct het lid op de neus en dropen vaak met de staart tussen de benen net zo snel weer af.
De realiteit van de dominee was de enige. En daar viel niet aan te tornen. Wie iets anders zag was gek, gestoord! En dat liet hij je dan ook weten. De dominee schoffeerde iedere andersdenkende. Hij deinsde er zelfs niet voor terug mensen die volhardden in hun zijnsziens defiante mening mentaal aan te vallen door te zeggen dat als ze zijn weg niet volgden er dan geen toekomst voor hen zou zijn Die mensen bleven dan gedesilusioneerd achter. Teleurgesteld. De dominee zat daar in zoverre mee dat het afbreuk deed aan zijn nauwkeurig gebeeldhouwde imago. Wat hem het dierbaarste was.

Wanneer de dominee geen uitkomst meer zag in het vasthouden van zieltjes of als bedreigingen geen indruk maakten op querulanten (zoals ik) kwam hij met kadootjes en beloften die hij onmogelijk na kon komen. Mij, inmiddels zijn Nemesis, beloofde hij zelfs dat hij zou regelen dat ik snel in Leuven getransplanteerd zou worden. Als ik maar … Je begrijpt het al; zijn kant zou kiezen. Ik ben er niet ingetrapt. Hoeveel anderen misschien wel. Want manipuleren dat kon hij. Als de beste. Verscholen achter een keurig pak en een attachécase. Gevuld met pakje brood, een appeltje een een kartonnetje melk?
Want dat was natuurlijk de enige inhoud van de man.
Op de website van de dominee verschenen ook geregeld berichten die dan begonnen met ‘van –naam van eeen medisch multimiljardenbedrijf– hebben wij (let op de pluralis majestatis) vernomen dat…. volgt een uit een persbericht geknipselt artikel. Ja, als hij maar belangrijk leek en in het middelpunt kon staan. Dat dit nogal doorzichtg was omdat natuurlijk geen zinnig mens geloofde dat de een of andere miljoenen verdienende CEO even de dominee zou bellen.
Ach, naderhand denk ik dat ik wel wat aardiger voor de man had kunnen zijn. Dit soort mensen, ik heb er van meer gehoord, krijgen uiteindelijk nooit wat ze echt willen. Eigenlijk zijn ze zielig. Narcisten. Aan het eind van de rit staan ze alleen en kunnen ze alleen nog terugkijken op de rokende puinhopen die ze achter hebben gelaten.

Hè, weer geen villein stukje. Jammer

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (woensdag, 07 juli 2010 23:13)

Lekker belangrijk

donderdag, 08 juli 2010 10:03

Er zijn zoveel dingen waar ik geen verstand van heb. Meer dan waar ik wel verstand van heb. Politiek bijvoorbeeld. Daarom ga ik ook bijna nooit stemmen. Voor alles in dit land heb je een vergunning, diploma of één of andere andere Ausweiss nodig, behalve voor stemmen. Zolang je in staat bent een vakje min of meer binnen de lijntjes rood te kleuren mag je stemmen. Zonde van m’n tijd. Of ik raak m’n stemkaart kwijt. Of ik zie geen leuk iemand om op te stemmen. Dat doen ze dan in Italië weer beter. Daar zitten er bijvoorbeeld pornosterren en lichtekooien in de politiek. Dat maakt het kiezen veel aantrekkelijker. Wat denk je van de affiches in de campagnetijd? Een slap handje van de maar niet aan de vrouw/man te krijgen Rutte of een lapdance van Milly D’Abraccio (afb. links!)? Voel je ‘m? Ik wel!
Al die partijtjes in Nederland vind ik ook zo verwarrend. En ze gaan meestal nergens over. Neem nou Groen Links. Die partij voor linkshandige marsmannetjes. Oh, die zijn voor het milieu? Sorry. Lekker belangrijk zou ik zeggen. En een beetje kansloos toch. Ooit een bijna uitgestorven groen-gele breedbekkikker of een dubbelgelobd pantoffeltjesblad in een stemhokje gezien dan? – Jij wel??? Ja? Hahahahaha! Hé jongens: Weer zo’n GL-stemmert! – Ja, ik zie zo’n Halsema (die dan weer wel in de buurt van een lekker ding komt) wel met haar volgelingen in hun blote kont om de oude eik in het Elfjesbos dansen, de lokale sjoelclub of laat staan dit toch al krankzinnige land besturen zie ik haar en de haren toch liever niet doen. Het milieu. Wie komt er wel eens in het milieu. Jij? Ik niet. Ja, vroeger, in de Haagse binnenstad had ik wel wat vrienden die uit het milieu kwamen.
Rare jongens. En volgens mij hadden ze niet veel op met plantjes en beestjes. Tenminste… ze reden stuk voor stuk in van die asociale Amerikaanse pooierbakken. Net als die Halsema trouwens; die rijdt liever rond in een stinkende ouwe Mercedes Benz dan in een door haar geestverwanten gedurende verkiezingstijd zo bejubelde (Als je dan toch per se auto wilt rijden…) Toyota Prius. Zoals meer Groene Linkerts. Als het maar oud is, flink grijs/bruin rookt en een kekke olievlek achterlaat op de parkeerplaats.. Natuurlijk hebben ze ook hiervoor een kulverhaal om krom recht te praten. Een onbetrouwbaar stelletje kiezersbedriegers. Daar zal je op gestemd hebben! Dan liever de SP. Die van de tomaten. Die hebben in elk geval dan nog een clublied en… een hopman met een wijnglas als achternaam en een CeeDeetje van de minimoppentrommel in z’n door de fractieleden betaalde autoradio. Een gezellige bende lijkt me dat.
Heel die formatie, daar komt natuurlijk ook niets van terecht. Op deze manier. Als iedereen zich er mee mag bemoeien. Politiek Nederland is hard op weg terug te gaan naar het Athene van Clisthenes. Dat doen ze in andere landen toch efficiënter. Iran, China, Noord-Korea; daar snappen ze het. Eens in de 20 jaar een fopverkiezing en ze kunnen weer even voort. Zonder gezeik. Slagvaardig. We moeten ons diep schamen dat wij, Nederlanders, het poldermodel hebben uitgevonden. Het poldermodel; net zo lang ouwehoeren tot een beslissing niet meer nodig is en je je als bestuurder niet meer druk hoeft te maken over je achterban. Tenzij… er iets te verbieden valt. Daar wordt wel steeds vaart achter gezet. In de gracht pissen tijdens kroegentocht. Verboden. Je met meer dan 1,5 personen ophouden op een openbare plek. Verboden. (Tenzij het prachtjongeren van Noord-Afrikaanse afkomst betreft. Die een strobreed in de weg leggen is namelijk ook verboden!) Zeggen dat je op Geert Wilders hebt gestemd. Verboden. Roken. Verboden. Of niet? Ja wel. Toch? Oké, hier moet nog even geldverslindend over gesteggeld worden. Glijpalen in brandweerkazernes. Verboden. Varkensvlees op de barbeque bij een Haags gemeentefeestje. Verboden.
Wat dat laatste betreft verbaast het me dat de Partij voor de Dieren ( Hoe gek kan je zijn?) niet dichter tegen de PVV aan schurkt. Een geit vind het echt niet fijn om halal geslacht of seksueel misbruikt te worden, kan ik me zo voorstellen. Een varken kan zich ook gediscrimineerd voelen hoor.
Je snapt het al; ik snap er geeen reet meer van. En ik ben niet de enige. Wie zich wel eens op het Binnenhof begeeft, loopt grote kans aangesproken te worden door een buitenlandse correspondent met de vraag of je weet waar hij Prozac kan scoren.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (donderdag, 08 juli 2010 21:44)

Ego

zondag, 11 juli 2010 16:29

Mijn ego werd zaterrdagavond flink gestreeld. Ten overvloede natuurlijk. Ik ben al zo overtuigd van mezelf. Hey, look at me; Brains and looks! -Nou, zo kan ‘ie wel weer. –
Mozeskriebel… wat is het warm! Ik denk dat er in de maanden maart en april van volgend jaar weinig geboortes te vieren zijn. Zo warm is ‘t. Lekker hoor. Zomer zoals het hoort. Volle stranden, het straatbeeld bepaald door meiden in net te weinig textiel voor het fatsoen maar daarom wel zo leuk, de onvermijdelijke witte sokken in sandalen aan de net zo onvermijdelijke bleke Duitse benen, rijen bij de ijssalon, tot laat op het strand. Van mij mag het zo nog wel een tijdje blijven.
Ik heb al een lekker kleurtje, ondanks dat zonnen niet de goedkeuring van de cardioloog heeft. Ach ja, een beetje vloeibare stikstof doet wonderen. En tot nu toe gaat ‘t goed. Ik ben dan wel aan ‘t vervellen maar daar komt alleen maar meer bruin onder vandaan. En met deze temperaturen kom je hier in Hellevoet echt niets tekort qua vakantiegevoel.
Een zonnige zaterdag en een uitnodiging van Fred en Gerda in de mailbox om de verjaardag van eerstgenoemde te vieren. Fred, oude vriend, hartpatiènt, doodziek. Wachtend op een donorhart. Weten van elkaar hoe dat is. Fred is op de wachtlijst gegaan nadat ik getransplanteerd was. En volgens mij heeft dat Fred wel een duwtje gegeven om er ook voor te gaan. Want ondanks dat een transplantatie levensreddend kan zijn, een laatste redmiddel omdat anders slechts de dood rest, neemt niemand die beslissing lichtvaardig.
Dus naar Fred op een zonnige zaterdag. Het was er gezellig druk. Gezellige mensen, genoeg bier en lekker eten. Het was ontroerend te zien hoe Fred van alles genoot. En Gerda ook. Want je bent ziek met z´n tweeèn. De angst, de spanning, de wanhoop en het verdriet. beleef je samen. Maar natuurlijk ook de vreugde, leuke dingen ook al zijn die nog zo klein. Dat elke dag de laatste kan zijn geldt voor iedereen, maar in het geval van Fred en mensen zoals hij, is de laatste dag toch een stuk dichterbij dan voor anderen. En dan kun je nog weer een verjaardag vieren. Geen dag erbij, maar weer een jaar. Met al je vrienden en familie om je heen.
Gerda greep me bij de arm± ´Ik wil je aan iemand voorstellen!´ En zo was ik plotseling in gesprek met twee andere hartgetransplanteerden. Uit Hellevoetsluis. Door omstandigheden (ziek, geblesseerd, werken) heb ik nog geen activiteit van Harten2 meegemaakt. En de enige met wie ik dan (te weinig, mijn schuld) contact heb is Eric van L. Het was dus een bijzondere ervaring. een soort feest van herkenning. Mensen die het zelfde hebben doorstaan als mij. Beiden waren een jaar na mij getransplanteerd. Je hebt dan aan een half woord genoeg. Er hoeft niets uitgelegd. Met enige gêne nam ik de boodschap aan dat Fred’s verhalen over mij hen steeds hadden weten te motiveren om verder te gaan. Ze hadden er heel veel aan gehad. Hoop, kracht. What ever. Hoe het kan zijn voor en na een transplantatie. Hoe je weer op kunt klimmen. Schijnbaar heb ik dat effect op mensen. Fred deed nog een duit in het zakje door nog eeens te vertellen over mijn Off-Road fietsavonturen in bergachtig Frankrijk nog geen jaar na transplantatie.
Daar sta je dan met z’n drietjes. Hollands welvaren. Met hooguit wat te verwaarlozen dingetjes als diabetes, trillende handen, circulatieproblemen in voeten. Het weegt allemaal niet op tegen dat wat we gekregen hebben; leven. Een tweede kans. Een doorstart zeg maar. Met niet eens echt in het achterhoofd, maar meer vooraan, de hoop dat de jarige ook gauw aan de beurt zal zijn.
Een bijzondere avond. Ik heb dat toch altijd wel als ik bij Fred ben geweest. Dat alles weer boven komt. En dat is niet altijd makkelijk of prettig. Maar steeds komt dan weer sterk het besef boven dat ik ontzettend mazzel heb gehad.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zondag, 11 juli 2010 21:14)

 

Aan de bak

maandag, 19 juli 2010 15:01

Verhuizen. Geef mijn portie gerust aan Fikkie! Karrenladingen (met heel veel dank aan Fred!!) zooi worden er uit de huizen van Agnes en mij gesleept. Hoe kom je aan die zooi? Wat moet je ermee? En ja; Hoe kom je er nou weer vanaf. Zegt u het maar! Voorzichtig en eigenlijk ook wat stiekum stap ik in m’n, inmiddels door de Wegenwacht weer tot leven gebrachte, auto om een stukkie te rijden. Kijken hoe dat gaat. Dat valt niet tegen. Dankzij moderne voorzieningen als climate control, powersteering en achteruitkijkspiegels houd ik het hoofd koel, hoef ik niet hard te werken en omdraaien blijft binnen de perken. Een witte nummerplaat ligt al een tijdje in de kofferbak. – Jammer alleen dat ik die later op de aanhangwagen vergeet te bevestigen. – De sleutel van de garage van Fred zit zo’n beetje standaard aan mijn sleutelbos en ik kan beschikken over een handig jongetje van 10.
Als het onvermijdelijke, vertegenwoordigd door Agnes, dan aandringt om te gaan gebeuren halen Mathijs en ik de aanhanger van Fred op. De garage is vlakbij mijn huis. Mathijs is er lopend sneller dan ik met de auto en staat me vol enthousiasme op te wachten. Getweeën sleuren we het gevaarte naar buiten en achter de auto. Mathijs weet wel hoe het moet. En jawel hoor; niet veel later hangt er twee-en-een-halve meter opbergruimte aan de haak. Mijn handen nog schoon en rug nog heel. De verlichting werkt en we rijden terug naar mijn kabouter Plophuisje. Of, volgens de kinderen: Kabouter Wesley huisje.

Rijden met een kruiwagen schijnt ook heel leuk te zijn en voor ik een glas spa naar binnen heb ligt er een kuub afgedankte bende in het bakkie. Of ik effe op wil schieten en zo zit ik weer achter het stuur, op weg naar het milieustation. Met enige schwung parkeer ik de combinatie boven op de helling naast de metaal-, hout- en huishoudelijk afvalcontainers. Handig die helling want zo’n container is heel hoog! Het touw los en, zo schiet het lekker op, hup, hoe meer herrie hoe beter, zoverdwijnen de ooit waarschijnlijk erg nuttige en/of gewaardeerde bezittingen in de diepte. – Wil iemand met een bugel even ‘The Last Post’ inzetten? Dank u! –
Ja, heel handig die helling, alleen heeft niemand ooit bedacht dat je er ook weer af moet, naar beneden dus, met je al dan niet van aanhang voorziene auto. Er zit niets anders op dan achterwaarts het plateau te verlaten. Een aanrader op een wat verloren dag; Een uurtje wanhopig zwetende huisvaders, (bijna) aanrijdingen, geschaarde dan wel over de rand gemanoeuvreerde aanhangers, vrouwen die er met de SUV van hun man maar helemaal niet aan beginnen en alles naar boven sjouwen kijken. Kost niets en toch heel leuk.
Ik maak aanstalten in te stappen. Mathijs kijkt me met een argwanende blik aan:’Ehhh… ik wacht beneden wel terwijl jij naar beneden rijdt…‘, klinkt het twijfelend. Mathijs spoedt zich naar beneden. Op veilige afstand blijft hij staan kijken. Hij heeft er zichtbaar weinig vertrouwen in. Gelukkig heb ik vaker met dit bijltje gehakt. Hoewel, ik moet zeggen dat ik liever met een grote caravan aan de haak rijd dan met zo’n aanhanger waarvan ik alleen het kophek echt kan zien.
Kalm aan en met een paar kleine stuurcorrrecties rolt alles soepel in een rechte lijn achteruit, dan soepeltjes een bochtje naar links om de neus in de goed richting te krijgen en met een inwendig ‘tadaaaaaa!‘ trap ik op de rem. Mathijs ploft naast me in z’n stoel en doet z’n gordel om. Hij kijkt me aan. ‘Ja, wat nou?‘, vraag ik lachend. ‘Dacht je dan dat ik net zo goed kan autorijden als je vader zeilen?‘ Oké… niet helemaal comme-il-faut, maar mijn mond werkt wel vaker wat sneller dan m’n brein. Gauw naar huis. Iets eten en drinken. Het is warm.

Zondag. Half negen is het pas en de wekker gaat. KUT! Nee, oh nee, we gaan wat leuks doen. Denk ik. Dat maakt het benen over de rand van het bed zwaaien een stuk makkelijker. De rest heeft wat meer moeite maar na enige wankele schreden sta ik toch onder de douche. Lekker. Ik douche me met een of ander wijvendouchegelletje en merk te laat dat ik hierdoor naar bosviooltjes of zo ruik. M’n velletje voelt wel zijdezacht aan. Ik zoek en vind m’n kleren en meld me beneden waar de rst al veel wakkerder dan ik me ooit voel al druk bezig is.
We gaan naar Jan en Caroline. Iris gaat ook mee. Die halen we op in Oudenhoorn. Ik rij. Dat kostte wel wat wat overredingskracht en heel charmant kijken. Op m’n gemak koers ik richting Utrecht. Het is ongewoon rustig op de A12 dus het gas kan er op zonder dat het rijden vermoeiend wordt. Armleuninkje naar beneden, airco op 20 graden, het achttienhonderdje voorin doet bijna onhoorbaar zijn ding. Alleen cruisecontrol en een automatische bak missen nog. En snoepjes, ja, want die liggen per abuis in de kofferbak. Niets is perfect.
Het is heerlijk bij Caroline. In de tuin voor het tuinhuisje terwijl de paarden over het hek kijken wat je in je koffie doet en of er misschien nog een biscuitje overschiet. Onverklaarbaar rap hebben Jirina en Mathijs hun zwemkleding aan. Nee, het water is helemaal niet koud hoor! Jan, Sara en Iris zetten Lord, de schimmel van Saar, op een trailer en rijden naar Hollandse Rading voor een dressuurwedstrijd. Daar rijd ik niet veel later ook heen met Jirina. Maar helaas… het is een zooitje op de route erheen met omleidingen, opbrekingen en andere ellende. Na heel Hilversum om te zijn geleid – wel mooi hoor – komen we nog net op tijd voor de prijsuitreiking. Lord staat al in de trailer.
Achter de kont van het paard aan rijden we terug richting Zeist. Het bier is koud. Ik plof neer en Jan, als altijd niet te stuiten, begint met de volgende activiteit. Ponyrijden. Sammy gaat onder het zadel en Iris bijt het spits af. Ze moet en zal een cap op van Caroline. Nou, daar zit ze dan. Te paard. Met cap! Nog nooit vertoond in al die jaren dat ze paard rijdt. Ja, in de lessen op de manege. Maar daarbuiten niet. Ze rijdt een paar rondjes terwijl Sara foto’s maakt. Daarna mogen de kleintjes een paar rondjes over de hoefslag. Ook op de foto. En dan weer snel op de trampoline. Jezus, wat voor batterijen zitten er in die gasten? En ik? Ik mag een rondje op de minitrekker van Jan door de bak. Foto!

Als het wat afkoelt steekt Jan de barbecue aan met Mathijs. Die baalt. Het is een gasbarbecue! Jammer de pammer voor ons pyromaantje. Maar wel lekker eten. Als we klaar zijn met eten, een ijsje voor de kinderen en de koffie na is het half tien of zo. Agnes zoekt de spullen bij elkaar en met een op een de valreep nog met brandhout gevulde kofferbak rijden we na een hoop zoenen en zwaaien weg. Terug naar de Botlek. Dag bomen, dag bloemen, dag dieren!

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (maandag, 19 juli 2010 20:52)

Groot Hart

dinsdag, 20 juli 2010 20:50

Als reactie op het blog van Hartsvriendin Wilma

Een groot hart…ja, dat moet je wel hebben als je de beslissing kunt nemen om Donor te worden. De reactie van Rietepietz heeft me geraakt. Meer dan ik had gedacht en ik ben dan ook heel blij dat zij de stap heeft genomen om e.e.a door te sturen naar de Libelle. Er wordt te weinig bij stil gestaan denk ik, bij de nabestaande. Ik zal dit dan ook zeker meenemen naar de eerstvolgende bijeenkomst die we hebben. In September is dat. En het lijkt me meer dan nodig.1 moeder die het er zo moeilijk mee heeft is er één teveel. Wij ( getransplanteerden) staan echt stil bij onze Donors, elke 2 jaar is er een speciale samenkomst in een kerk in Naarden, waarin we onze Donors gedenken en hun nabestaanden. Helaas weten blijkbaar niet genoeg mensen van het bestaan hiervan. Een taak voor deze club dus om hier meer info over te geven. Ik zal er mijn best voor doen om dit door te geven en zo proberen mee te werken dat rouwverwerking een grotere plek krijgt , een plaats die het verdient.


Een Groot Hart. Huub v.d. Lubbe en z’n mannen. De Nieuwendijk Horns – vroeger The Hot Haarlemmerdijk Hornblowers -. Ik ben fan. Nu gaat Een Groot Hart meer over lust dan over iets anders. Maar vooruit. Aan een hart kleven zoveel associaties: liefde, haat, compassie,vriendschap verdriet. Volgens sommigen huist er zelfs zoiets als de ziel in. Dichters bezingen het, geliefden stelen het om het daarna te breken. Het kan van goud zijn of hard als steen.
Ik… ik mis iets. Minder poëtisch misschien. Maar niet geheel zonder belang. Een hart betekent voor mij vooral leven. Je hart. Zo als vanzelfsprekend aangenomen dat niemand er bij stilstaat. Tot het stilstaat. Elke hartslag die het bloed door mijn aderen stuwt, herinnert me eraan dat ik leef. Weer leef.
Leven. Staat ‘mijn’ hart dan slechts daarvoor? Was het maar zo eenvoudig. Het confronteert me, hoewel steeds minder heftig, ook met de dood. Leven en dood. Daar moet iedereen het mee doen. Geven en nemen. Daar gaat het om. In moeilijke tijden vol wanhoop, angst, woede, pijn, afscheid en andere emoties die een keihard gevecht om voorrang strijden. Beslissingen die bijna te moeilijk zijn om te nemen.
Gaat dit over mij? Ja. En nee. Het gaat mij vooral om anderen. Een gezin, een familie en vrienden die afscheid hebben moeten nemen van mijn held. Zij zijn net zo zeer helden. Ik ken ze niet. Zij kennen mij niet. Perfecte vreemden. De nabestaanden die het goed hebben gevonden dat hun verloren geliefde na een ontijdige dood zijn organen ter transplantatie afstond. Om, ook al wisten ze dat niet, mijn heengaan te voorkomen. Hun verlies voorkwam dat van anderen. Zomaar door onbaatzuchtigheid en menslievendheid. Bijzonder? Absoluut.
Mijn hart. Mag ik het zeggen? Ik zal er goed voor zorgen en er voor altijd blij mee zijn. Ik zal het bezingen en bejubelen. Maar vooral zal ik er leuke dingen mee gaan doen en genieten van het leven dat het me gegeven heeft. Bedankt!

Reactie toevoegen

Happy Feet

zaterdag, 24 juli 2010 20:41

Hoe hang je een paar geluidsdozen aan de muur? Vraag het niet aan mij. Doe ik eens helpen monteer ik een paar op het oog simpele steunen verkeerd om. Ze pasten niet op achterkant van de boxen omdat elke speaker in de boxen een aparte terminal heeft. Ja, vanavond, toen zag Agnes het licht. Op de website van beugelboer Vogel. Morgen gaan ze weer van de muur. Nieuwe poging. Plamuur genoeg. Dus een gaatje meer of minder…
Voor de rest dreig ik steeds verder in te storten. Ik voel me wezenloos moe. Dat begintt al op het moment dat ik ‘s ochtends m’n ogen open doe. Het liefst zou ik ze dan meteen weer sluiten en dat een paar dagen zo laten. Maar alles gaat door en het minste wat ik kan doen is dan toch tenminste aanwezig zijn bij het gehannes met interieurelementen. Om over zonneschermen maar te zwijgen. Maar goed.
Het is is wel leuk. En kleine klusjes lukken nog wel. samen met Mathijs. Geef een jongetje van 10 een stuk gereedschap en je hebt er geen kind meer aan. Er moesten planken in een kast gemaakt worden. Gewapend met een zaag en een rolmaat togen we aan de slag. Met als resultaat dat Agnes eindelijk spullen kwijt kon in de kast. Oké, het duurde wat langer en hier en daar iets en beetje scheef. So what? Dat gaan we verder niet vertellen en Mathijs had voor mama planken in de kast gemaakt.
Niet veel later moest het onkruid in het voortuintje eraan geloven. Dat was dan weer niet zo’n leuk klusje. Maar ook dat losten we wel op. Ik op een stoeltje op de stoep en Mathijs die met de elektrische heggenschaar als een soort ninja met zijn zwaard het groen met zijn te lijf ging.
Totaal gevloerd zaten we ‘s avonds met z’n allen op de bank. De kinderen op tijd naar bed. En wij ook. Dacht ik. Ik deed m’n sokken uit en bedacht me dat ik nu toch eindelijk m’n teennagels moest knippen. Waar bij kwam dat ik twee schimmelnagels had, op elke grote teen één. Ik had! Tot mijn schrik, dit soort dingen daar kan ik echt niet tegen, gatver… zat de rechternagel nog maar aan een klein puntje vast. Ieeeeeek!! Wat nu? Er helemaal afrukken met een combinatietang dan maar? Nou, dat mocht niet van Agnes. Ze kwam zelfs naar beneden om te tsjekken of ik dat toch echt niet aan het doen was. Gekkie.
Zo goed en kwaad al het ging, ik kan er niet goed bij en had geen goeie schaartjes of tangetjes, knipte ik er zo veel mogelijk af. Ik had zelf liever voor de extractiemethode gegaan. Maar ja. Daarna was m’n andere voet aan de beurt. Ook daar hing de nagel er voor het grootste gedeelte nogal losjes bij. In plaats van nagels zitten er nu pleisters op m’n grote tenen. Lastig lakken.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zaterdag, 24 juli 2010 22:02)

So you’re a rocketscientist?

dinsdag, 27 juli 2010 21:48

That don’t impress me much! (Shania Twain) Al een jaar of zes, iets minder dan, mag ik mezelf blogger noemen. Dat is een soort vrij beroep. Iedereen met een accountje bij wazzup.nl of zo mag zich zo noemen. Net zoiets als ‘adviseur’ zeg maar. Je hoeft er niets voor te kunnen, kennen of weten. Gewoon, je zet een ideetje op papier of op de mail en als er een gek is die het leest en er iets mee doet dan is het al wel goed. En gelukkig zijn er op de wereld zat mensen die menen iets te moeten met mijn bijdragen aan de samenleving. Anders is er geen reet aan. Aan het bloggen. Dat ik ooit begon om m’n eigen shit van me af te schrijven.
Leuke schattige blogs schrijven anderen maar. Ik zeik liever. Over instanties die niet functioneren maar ook over personen die van het zelfde last hebben. Maar ook over mezelf. Als er iemand de laatste jaren tamelijk disfunctioneel door het leven is geegaan ben ik het wel. Maar dat is aardig opgeknapt. En dat is jammer. Boos vonden veel mensen me veeeeeeel leuker. Om te lezen dan. Hoe harder je tegen de haren van de een in strijkt, hoe leuker de ander het vindt.
En dan heb je ook nog de categorie lezertjes die er niet tegen kunnen als mijn observaties niet helemaal stroken met hun zelfbeeld. Die worden dan boos. En waarom snap ik dan niet zo goed. Het niveau van Wilders ga ik niet halen, die man is echt een artiest, maar ook mijn mailboxen vulden zich met enige regelmaat met verwensingen of zelfs doodsbedreigingen. Gieren natuurlijk. Ga maar een nummertje trekken want er zijn er nog een paar honderd voor je. Van die buitenzinnige types die niet meer weten wat ze schrijven. En die mails dan weer publiceren. Zo vulde mijn blog zich regelmatig vanzelf.
Desalniettemin, op m’n oude dag ben ik behoorlijk mild aan het worden en raken de scherpe kantjes er een beetje af. En waar gaat dit dan over?
Aanstaande vrijdag is Jirina jarig. Dertien wordt ze. Al een hele dame. De middelbare school lonkt. En ja, wat wil je dan als slim kind van gescheiden ouders? Juist! Je verjaardag ook bij papa vieren. (Toen Sandra en ik gingen scheiden hadden we zoiets van dat we gewoon samen een kado bleven kopen. Nou, dat werkt na een tijdje in de praktijk dus niet.) Ieder nadeel heb zo dus inderdaad een voordeel. En bovendien is het ook nog gezellig om de andere kant van de familie ook weer eens te zien. Mathijs wilde dan ook wel mee. Papa blij dat de kinderen eindelijk weer eens willen komen. En mama ook een dagje voor zichzelf. Een win-win-win situatie zou je dus zeggen.
Dus stapten de kids zondagochtend bij papa in de auto. Een dagje verjaardag vieren. Ook al was het dan een beetje te vroeg. Dat mocht de pret niet drukken. Ergens in de middag kwam er een SMSje: de kinderen wilden blijven logeren. Nou ja, prima. Niks mis mee. Wat Agnes betreft, en wie ben ik om daar wat over te zeggen, ligt die keus volledig bij de kinderen. Tsja, ze zijn tien en dertien. Dat kunnen ze heel goed zelf bepalen. Daar heb je als ouder dan nog maar heel weinig invloed op. Tot morgen om één uur dan.
Ondanks het vele werk dat ligt te wachten maken Agnes en ik er een niet te drukke dag van. Kleine dingetjes in mijn huis. Speakers verkeerd ophangen en zo. Mathijs belt met de mededeling dat ze pas om vier uur komen omdat ze nog naar de bios gaan. Nou nou! Het is feest. Dan veranderen we de plannen wel. We zijn toch nog wel even bezig en dan kunnen we als ze terug zijn nog wel boodschappen doen en koken. Dan eten we tenminste een beetje op tijd. Het is dan wel vakantie, maar een beetje structuur kan nooit kwaad. De kinderen zouden dus om vier uur bij mijn huis afgeleverd worden.
Maar helaas. Rond vier uur verschijnt er van alles in de straat; de folderbezorger, 7 mensen die hun hond uitlaten, de overbuurman die thuiskomt, een politieauto (Een politieauto??? Blijkt dat er nogal wat dienders in de straat wonen). Maar geen kinderen. Ja, dat is toch geen afspraak? Ik maak af waar ik mee bezig ben en dan vind ik het mooi. Het is bijna half vijf. Zoek ‘t uit, kleur de plaatjes, maar ik, en Agnes dus ook, ben weg. Als ze dan toch thuis komen hoeven Mathijs en Jirina niet meer te eten want bij MacDonalds geweest. Ja, communicatie is papa’s sterkste punt niet. Misschien even bellen of SMS-en de volgende keer? Of je gewoon aan de afspraak houden. Tip voor de volgende keer.
Want die komt er. Die afspraak hebben de kinderen al gemaakt. Over twee weken gaan ze weer. Het was leuk. ‘Nou, hè hè… zien jullie nou wel?’ ‘Ja’, zegt Mathijs;’We mogen het van papa alleen niet over jou (mama) en ‘die vent’ (ik blijkbaar) hebben. Dat vindt papa niet leuk. Ik denk dat papa jaloers is.’ Kinderen trekken hun eigen conclusies wel. Volwassenen zorgen voor het gezeik. Voor mij schijn je helemaal op te moeten passen! Ik ben een hele enge man die hele rare blogs schrijft.

En dan ligt er vanmiddag een brief bij de post. Van een advocaat. En hé, wat leuk! Met afdrukken van blogs die ik heb geschreven. Geinig om je werk zo terug te zien. Er hoort ook een brief bij. Van papa. Boos. Dat hij omgang wil met de kinderen. Dat hij ze wil zien en dat Agnes en ik de kinderen tegen hem opzetten zodat ze hem niet willen zien. Dat zou dan moeten blijken uit de blogs. Er moet maar eens over de omgangsregeling gesproken worden, want anders… Nou ja… Schiet mij maar in een kapotje. Wat een eikel! Wat is nou de bedoeling van het schrijven? Een beetje zielige vertoning hoor. En een omgangsregeling? Als die niet bevalt, dan kan die toch altijd aan de rechter voorgelegd worden. Impressed? Not really. Maar wel een blog gevuld.

Ach ja, weer zo’n scheiding waarin dingen niet losgelaten kunnen worden. Het kan allemaal zo makkelijk zijn. Maar waarom als het ook moeilijk kan? Zucht… Ego’s… Ja, shit. Ik ben ook gescheiden, met kinderen. Het enige waar Sandra en ik ruzie over hebben gehad was wie de kat hield. Ik heb verloren. Kutbeest! En allebei een kind. Niet zeiken!

Reactie toevoegen

 

Verjaardag, Eten dus!

zaterdag, 31 juli 2010 21:59

En dan beloof ik iedereen maar vooral mezelf iets eetbaars op tafel te zeten op het verjaardagsfeest van Jirina. En ook van mijn eigen Iris, dinsdag echt jarig, maar dat was er in mijn hoofd niet helemaal van gekomen. Fijne vader ben ik. Grootse plannen en geen tijd. Eerst moest mijn huis klaar zijn om visite te kunnen ontvangen. Het werd een soort Hellendoorn. Op het eerste gezicht aardige decors, maar verder moet je niet kijken want erachter is het een bende in aanbouw. Nergens aankomen en vooral geen kastjes openmaken! Dus. Dat realiseren was al een klus. (Nee… niet naar boven!) BV Haastklus. Met verkrachte eenden, ehhh.. vereende krachten, – ja, eh, het was een beetje drukke dag maar wel heel leuk – lijkt het nu heel wat. TUINFEEST!
Agnes had zo haar twijfels over het welslagen van de operatie. Ik niet. Dertig monden voeden op een feestje? Kom maar op! Nou ik erover nadenk; Agnes twijfelt wel vaker over mijn capaciteiten. De flatscreen aan een beugel tegen de muur. – Maar dat valt er zo toch af? – Een plank aan de muur. – Dat wordt toch scheef? – Een stopcontactje monteren. – Krijgen we zo geen kortsluiting? – NEE! Bij deze klusser blijft het hangen, gaat het niet lekken, sluit het niet kort en vliegt het ook niet in de fik. Ik geef wel toe dat ik de flagstones op de fontein zo had neergelegd dat deze leeggepompt was door de vijverpomp. Niets dat Mathijs niet weer kon maken.
De planning voor het eten en het menu zat al in m’n hoofd; Blauwe hap met barbeque en koken aan tafel. Nasi, lon tong, saté, gado-gado, loempiaatjes, kippepootjes, foe yong hai en alles wat daarbij hoort. Zo stond ik gistermiddag al in de keuken. Zo gaat dat. Samenzijn op z’n Indo’s. Genoeg eten voor ook de onverwachte gasten. En niks uit pakjes, blikjes of zakjes.Alles zelf maken. Ehhh…. behalve de kippenpootjes dan. Diepvries, gemarineerd. Van de LIDL en toch lekker.

Zaterdag. Om 14.00 deur open. Het publiek stroomde toe. Samen met de kadootjes. Het weer ging nog net en al snel zat de tuin aardig vol. Al dan niet aan komen waaien opa’s en een oma, familie, vrienden en vriendinnen terug van vakantie. En een hoop kinderen, ook dat. Er werd volop gekletst en de kinderen liepen in en uit om te spelen, de koelkast te plunderen en te kijken wat er verder te snaaien viel. De barbeque ging aan, de elektrische wok op tafel. Hennie, m’n broer, werd door mijn neefje Oliver (5) gebombardeerd tot chef grill. Iedereen moest weten dat zijn papa dat heel goed kan. En hé… met een originele Weber in de schuur ben je natuurlijk bijna een pro! Opa Koos mocht in de pan nasi roeren. In de ene hand een biertje en in de andere een spatel. Dat ging ook goed. De hele tafel stond vol met etenswaar. Letterlijk een rijsttafel.
Iedereen, de kinderen ook, – Mathijs (‘Eten we patat vanavond?’) had zelfs een heel bord nasi op! – at zich vol. Dat vind ik nou leuk. Het gaat niet om het koken, maar om de leuke mensen om me heen die daarna lekker ziten te genieten van een goede maaltijd.
Wat mij betreft was het een topdag. Ik ben kapot, maar het was zeker de moeite waard. Jirina nog en keer haar verjaardag gevierd. En ik denk een leuke dag gehad. Leuk weer eens een huis vol. Binnenkort (17 september) ben ik zelf jarig. Zal ik het vieren? Het lijkt wel leuk. Ik vier m’n verjaardag eigenlijk nooit. Maar tegenwoordig? Toch anders. Ik denk erover.