Januari

3 januari 2011 0 Door robzter

Expat

zondag, 16 januari 2011 19:50

Ik ben het gezeik nu helemaal zat! en denk eraan de wijk te nemen naar België of Duitsland. De gezondheidsszorg in Nederland is wat mij betreft gewoon helemaal RUK. Hoe moeilijk kan het zijn om een fatsoenlijke planning te maken om een patiënt binnen een redelijke termijn te helpen? In het EMC lijkt dat voor wat de pijnpoli betreft niet moeilijk maar onmogelijk. Alleen al het fatsoenlijk maken van een afspraak behoort niet tot het arsenaal van die afdeling. Mooi praten wat lelijk is en de patiënt dom houden. Daar zijn ze wel goed in. Een beetje projectmatig nadenken zit er helaas niet in. Procedures stroomlijnen? Moewahahahahaaaaa… Om uiteindelijk te komen tot de implantatie van een neurostimulator moeten er tot zovver ik nu weet nog de volgende obstakels geslecht worden; een gesprek met een psycholoog, nog één met de arts en ook met een verpleegkundige. En als er een god was, weet zij misschien wel wat nog meer.

Na het laatste treffen met dr. Elangovan, die het over eeen tijdpad van zo’n drie maanden had om het Project Oosterboer te verwezenlijken, werd er een volgende afspraak op de poli gemaakt. Met wie vermeldde de uitnodigingsbrief die ik twee dagen later kreeg niet. Misschien wel met de chef kapotte TL-buizen. Alleeen een datum werd genoemd; 3 februari. Da’s toch al ruim drie weken verder. Dat schoot lekker op. En waarom weet ik niet, maar ik had het donkerbruine vermoeden dat op die dag niet in één keer de dokter, de psycholoog en de verpleegkundige klaar zouden zitten. Nee, iets in me opperde dat daar dan ook wel steeds een maandje tussen zou zitten.
En toen weer een brief; De afspraak op 3 februari afgezegd en een nieuwe gepland op, jawel, we gooien er nog 3 weken bovenop, je verrekt maar met je pijn in je rug, 23 februari! Zijn ze niet goed wijs daar? Ik kan helemaal niks meer. M’n rug doet zeer tot in m’n kloten. Even m’n meissie een goeie beurt geven zit er zo ook niet meer in. Ik slaap niet meer, lig maar boos te zijn en te bedenken welke vreselijke dingen ik de verantwoordelijke voor deze waanzin aan zou kunnen doen en ben bovenal erg verdrietig. Drie maanden?

M’n reet! Ik ben helemaal over de zeik. Al een jaar bezig met die rug en het gaat alleen maar van kwaad tot erger. Ik ben echt helemaal over de zeik en dat ga ik ze daar in Rotterdam morgen ook niet zo heel erg fijnzinnig duidelijk maken. Als dat telefonisch niet overkomt rijd ik er desnoods heen. Met alle toestanden van dien. Dat heb ik er dan wel voor over. Zoals nu gaat het gewoon niet langer. Dat ga ik niet heel lang meer trekken. En de mensen om me heen ook niet.
Agnes heeft al gemailt naar een ziekenhuis in Antwerpen. Dan ga ik daar m’n heil wel zoeken. Volgens ingewijden is de zorg daar stukken beter, de artsen deskundiger en vooral… het duurt niet zo achterlijk lang. Dan maar een eindje rijden. Zo ver is Antwerpen nou ook weer niet. En anders is Duitsland maar net over de grens bij Arnhem. Schijnen ze ook goed bezig te zijn. Wat ‘rugpijn’ is in het Duits, daar kom ik dan nog wel achter.


Is er dan niks meer leuk? Ach ja… Janken bij de keuringsarts van het UWV omdat ook die deskundige mijn medische toekomst somber inziet. Niet leuk? Oh nee. Janken bij de psycholoog van Psyq na de constatering dat het prettig invullen van m’n dagen wel heel lastig wordt omdat een cursus punnikken bij gebrek aan fysieke actie niet echt iets is voor een gecertificeerde ADHD’-er dan? Ook niet leuk? Nee, niet echt.
Van Agnes een Ie!-Rieder gekregen zodat ik lekker kan lezen. Wat weer redelijk lukt. Met m’n nieuwe koptelefoon op m’n oren is het heerlijk relaxen met een goed boek. M’n eerste digitale roman heeft iets met Tempeliers en de Steen der Wijzen. Heerlijk, weer lezen. Samen zitten lief en ik heel saai met beiden ons electronisch leesvoer op de bank als de kids in bed liggen. De nieuwe stereo die Michel heeft helpen aansluiten zachtjes aan op Radio 2. Huismussen. Nou en, ik hou er van.
Een uitnodiging van Fred en Gerda voor een etentje buiten de deur. Nieuwe kleren voor die gelegenheid gekocht. Modern maar toch beschaafd. Ook leuk. Behalve het passen wat natuurlijk een bezoeking was. Maar er wel weer knap bij zitten.

Deze diepe put kruip ik echt wel weer uit. Ooit. En dan word ik wel weer leuk. Denk ik.

Laat mij maar heel even

maandag, 10 januari 2011 16:48

Dus dan rijd je naar Rotterdam, op een hemeltergend vroeg tijdstip, om eens te horen wat de geleerden besloten hebben. Moet je eens proberen; In de spits naar Rotterdam. Leuk joh! Na een rit van bijna anderhalf uur vonden we eindelijk een parkeerplekje in de garage van het EMC. En ik zat me maar te verbijten. Wat kon er zo belangrijk, ingewikkeld, gevoelig liggend of wat dan ook zijn dat het niet over de telefoon medegedeeld kon worden? Moest m’n rug geamputeerd? Was er een revolutionaire methode gevonden die aan alles een eind zou maken? Had ik soms kanker wat aan alles een eind zou maken? Moest ik me zorgen maken? Of juist niet? Had ik een verschoninkje mee moeten nemen? Ik was op van de zenuwen.

Slechts vijf minuutjes te laat meldde Agnes me aan bij de balie. Deed ze liever zelf uit angst dat ik de eerste de beste administratieve tegenwerkster die binnen gehoorsafstand zou komen helemaal de vinkentering zou schelden. Niet onterecht. Waarom ik zo stil was geweest onderweg? Ik had mijn tirade stilletjes voor mezelf al een paar keer geoefend. Ik wilde vooral niet struikelen over ‘spinaziekutportiekhoer’, een helaas in onbruik geraakt traditioneel oud-Haags scheldwoord. Het wachten werd nog eens een minuut of twintig gerekt door de efficiënte planning van de polikliniek.
En of het wachten de moeite waard was? Nou! Wereldschokkend nieuws viel ons ten deel. In hun onmetelijke wijsheid hadden de medicijnmannen en -vrouwen besloten dat ik in aanmerking kom voor een neurostimulator. Ze hadden een mooie uitgezocht bij Medtronic. Die zou het worden. Nee, de prachtige full-color glossy brochure mochten we niet meenemen. Er was er maar één. Medtronic heeft die ook wel op de website staan. Er viel trouwens toch ook niets meer te vertellen dan we zelf al op internet uit hadden gevogeld. Ik moet wel nog langs een psycholoog. Ooit ergens in de relatief nabije toekomst, pak ‘m beet over een week of twee, drie. Wat een psycholoog dan aan rugpijn kan doen blijft een raadsel voor me. Maar goed. Nog geen vijf minuten. Niet eens de jassen uitgedaan. En dat kon niet telefonisch?
Aan de wandel richting afsprakenbalie kwam tussen neus en lippen ter sprake dat er ook nog een gesprek met de dokter en een gespecialiseerd verpleegkundige plaats zou vinden. Ik denk over de procedure of zo. En vroeg me dan af waarom dat dan niet vanochtend had gekund. Nee, dat zou te logisch zijn. Gewoon nog een paar keer rijden en wachten. Ik zei maar niks meer – dat komt nog wel – en prees me gelukkig dat de cardiopoli een verdieping onder de pijnpoli zit. Hartfrequentie en bloeddruk rezen behoorlijk de pan uit. Snel, voor ik de kans kreeg uit m’n stekker te gaan, reed Agnes me naar het restaurant waar we voor 5 euro een bak gore automaatkoffie en lauwe chocolademelk nuttigden.

Thuis was het koud. Het gas was afgesloten. Ik had wel op tijd betaald maar één of andere mongool had bedacht dat de winter wel een goed seizoen was om in de straat aan de gasleidingen te gaaan werken. Dat vond ik dus niet. Een lekker gebakken eitje bij de lunch zat er dus niet in. Kouwe poten wel. Toen het werk buiten geklaard was, poogde ik de ketel weer aan de praat te krijgen. tevergeefs. Pokkending. Zo’n kutketeltje dat er per minuut zo’n twee druppels warm water uit weet te persen en dan gewoon niet opstarten. Was het zolderklapraampje niet zo klein geweest had ik het ding van de muur gerukt en zo naar buiten getieft. Dat kon er ook nog wel bij! M’n GSM bleek ook al kapot, net zo als de reserve die Agnes voor me had opgeduikeld. Ik werd steeds vrolijker en belde de woningbouw. De monteur die al snel kwam was zo weer beneden en het werd warm.

Een fijne dag weer.

Nou ja, één ding dan; Na een jaar gezeik en gedoe kwam de door Agnes ingehuurde deurwaarder eindelijk een zak(-je) met achterstallige alimentatie brengen. Hè hè… Het bestellen van een 127 centimeter Panasonic plasmascherm met 3D en THX maakte een en ander nog een beetje te harden. Ik heb heel feestelijk een nummertje van Led Zeppelin gedraaid met slechts 20 dB demping op 560 Watt terwijl lief met de vingers in haar oren schuilde onder de zonnebank boven. En toen was ik er helemaal klaar mee.

We gaan voer bestellen bij Shoarma Dave. Agnes heeft het ook wel gehad. Wanneer houd de gekte op? Als Iris haar verloren telefoon heeft gevonden? Ze is nu aan het zoeken in en om de Formido. Kortom…

Update: De telefoon is gevonden.

Razend

donderdag, 06 januari 2011 15:15

Ik heb er m’n buik van vol. Gister ging ik al in opperste stemming naar Psyq. Na twee maanden al niks van ze gehoord te hebben, de psycholoog die het geval Oosterboer in portefeuille had en het subject toch al één keer voor een oriënterend gesprek aan haar bureau had, vond ander emplooi en zo was het flinterdunne dossiertje in een aan niemand toebehorende lade terecht gekomen, en zodoende zelf maar eens een telefoontje gepleegd hebbende kon ik eindelijk terecht bij alweer iemand anders. Nou, het benieuwde mij zeer en ik had me ‘s nachts al in levendige beelden voor de geest gehaald hoezeer die persoon (M/V, maakte me in deze geen reet uit) ontzettend de Sjaak zou zijn als ik weer m’n hele verhaal zou moeten vertellen.
Dus na een welhaast slapeloze nacht stapte ik, me ergens verheugend op de confrontatie die komen zou, in m’n Rovertje. Al op de Kanaalweg, waar je 80 mag maar zeker 100 kunt, zat ik achter een of andere lamlul in zo’n enorme Dodge pick-up-truck met een aanhangertje die 20 kilometer te langzaam reed. Na het betere irritante seinwerk haalde ik de eikel ondanks de doorgetrokken streep luid toeterend en met opgestoken middelvinger in. Dit kwam mijn gemoedstoestand zeker ten goede. Zonder verdere ongemakken, het passeren van een flitser met iets te veel vaart daargelaten, reed ik bij Psyq de straat in.
Ik stopte bij een parkeerkaartjesautomaat en trok een kaartje voor anderhalf uur en zocht een plekje. Het liefst pal voor de deur, anders had ik een probleem; Hoe kom ik dan binnen? Niet dus. Dan werd het bellen en het gesprek in de auto houden. Gelukkig vond ik parkeerruimte binnen loopafstand van de ingang. Ik was er eigenlijk alweer helemaal klaar mee. En dan moest het gesprek nog beginnen. Het viel alles mee toen bleek dat het jonge ding dat mij als hulpverlener toe was gewezen zich in ieder geval had ingelezen. Dat bespaarde haar dan weer ‘a bad, very bad, day at the office‘. Er vloeiden zelfs wat tranen (Ik zit echt aan m’n eindje.) en ik hield het voor mijn gevoel redelijk netjes. Ondanks alle opgekropte boos, frustratie en verdriet.

‘s Middags had ik een belafspraak met de dokter van de pijnpoli. Toen die belde lag ik boven in bed muziek te luisteren en zat m’n GSM in de carkit. Gemist gesprek, maar wel de voicemail ingesproken. Wat mevrouw de dokter te melden had wilde ze niet over de telefoon bespreken. Ik moest maaar een afspraak maken voor een bezoek aan de poli. Ja Kut! Waarom kon er dan 3 weken geleden niet gelijk een polibezoek afgesproken worden als ze toch geen zaken over de telefoon wilde bespreken? Agnes belde voor een afspraak, ik lag vanochtend nog depressief te zijn in bed. Nou, dat was mogelijk. Op 31 januari aanstaande. WAT! Zijn ze daar nou helemaal van de pot gerukt? Ik ben daar al bijna 3 maanden bezig en er is nog geen ene zak gebeurd. Als doekje voor het bloeden zou de dokter komende maandag nog eens bellen. En dan? Zeggen dat ze niks gaat zeggen? Ik zie u de eenendertigste? Pleurt op. Zijn ze daar helemaaal gek of zo? Wat een dom gelul zeg. Ik werd steeds kwaaier.
Helemaal over de zeik belde ik zelf. De mevrouw die ik aan de telefoon kreeg van mij een klotedag op kantoor op een presenteerblaadje aangereikt. Hoezo ‘Je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn’? Na flink wat kankeren had ik plotseling een afspraak op de poli. En niet op de 31e, maar maandag al! Wat nou stroop? Zo doe je dat. Wat denken ze nou? Klootzakken. Ik zit toch thuis met een gratis vaste nummers bellen abonnement en ik was ze echt om de tien minuten gaan bellen totdat een en ander naar mijn tevredenheid zou zijn geregeld. Ze gaan maar iemand anders fucken. Maar niet mij! No more mister nice guy.

Volgen nog de WMO-voorzieningen. Die ambtenaren kunnen da’lijk ook hun lol op. De formulieren zijn de deur uit.

Zeilmeisje

zondag, 02 januari 2011 22:48

Zo’n zelmeisje. Ik ben voor hoor. Laat zo’n kind doen wat het niet laten kan. Ja, natuurlijk kunnen we disccussiëren over projectie en onbenut gelaten kansen en tekortkomingen van ouders. Maar laat maar, ik steek direct van wal. Met te zeggen dat ik van het hele verhaal geen reet meer snap. Nu is het geld op? Geld waarvoor? Ze heeft een boot. Dus ik zeg:”Varen met die badkuip!”
Dat ding is betaald, neem ik aan, het is een ZEILboot en wind is gratis. Een paar blikken voer aan boord en het ruime sop gekozen. Hoe moeilijk kan het zijn? Is de wind op? Gaan liggen en niet meer opgestaan? In dat geval stel ik voor dat we met z’n allen op het strand bij Scheveningen gaan staan en met z’n allen tegelijk een lekkere frisse wind laten. Misschien komt dit voorstel wat te laat en had dit dan met de nieuwjaarsduiken van die worstenfabriek moeten samenvallen. Gratis een bak erwtensoep en het zeikkind zeilkind is weer een aantal nautische mijlen verder.

Dat kan het probleem dus niet zijn. Blijft over het eten aan boord. Een puber op een zeilboot. Wat wil die? Juist! MacDonald’s! En geen ingeblikt proteïnerijk en gezond spul uit blik. Jammer, maar de snacktent met de gouden bogen heeft nog nergens een Mac-Sail. Gewoon vreten vreten wat de kombuis schaft. Dan is het natuurlijk ook nog eens zo dat op zee het eten nooit op is. Een beetje zeezeiler gooit z’n hengeltje uit en vangt een vers visje. Krijg je natuurlijk dat zo’n verwend nest dat zielig vindt en/of het verschalkte zeebanket niet van het haakje durft te halen. Ja, dat is dan wel weer zo. Ik ben ook anti-vissen, van zielig en zo. Maar nood breekt principes* hoor. Al moet ik een inktvis levend z’n kop afbijten. – Wat trouwens wel de efficiëntste manier is om een inktvis om te brengen. –

Nog een mogelijk probleeem geëlimineerd. Hoe deden mannen als Columbus dat vroeger dan? Een telegram naar Spanje:”Beste Ferdinand en Isabella – stop – Lig voor Islas de Arena – stop – Geld is op – stop – stuur meer met Western Union – stop -“? En al die Vietnameze bootvluchtelingen toentertijd? Die hadden ook niet meer dan het recept voor loempia’s op zak toen ze de oversteek waagden. En toch staat er heden ten dage op elke markt of braderie een loempiakarretje. Hoe hebben die lui dat dan gedaan?

En dan nog. Dat kind is al zo mediageil en zit elleboogdiep in de kindermediaprostitutie. Een stap verder lijkt een voor de hand liggend klein stapje. In het surfwereldje is daar een term voor:’Shorewhore‘. Aanleggen bij een strandje waar de klandizie al op je ligt te wachten, na gedane zaken een piña-colada met sushi bij een strandtentje om de smaak uit de mond te spoelen en je kunt weer voor een maand rode diesel bunkeren.

Waar mensen al niet een probleem van willen maken zeg. Laat mij daar lekker buiten.

* Ja, voor hen die denken bijdehand te zijn: De uitdrukking luidt natuurlijk ‘nood breekt wetten‘. DûH!