Januari

3 januari 2008 0 Door robzter

Woensdag 16 januari 2008
Een kort stukje vandaag hoor. Wat een %#@dag! Elke dag neem ik me voor dat het morgen beter gaat. En ik wil zelf naar de supermarkt en toko omdat ik een beetje door mijn kruiden en specerijen heen ben.
Ach… van koken komt ook weinig. Maandag heeft Cees al het werk gedaan en vandaag stond Rita voor me in de keuken. Oh ja, ik heb de gehaktballen in de pan gegooid en het bier erbij gedaan. Gehaktballen met bier? Ja, gehaktballen met bier.
Dat was mijn hoogtepunt vandaag; dat het eten lekker was. Maar voor de rest ga ik lekker depri doen. Kan mij het schelen. Je kunt niet altijd leuk en gezellig zijn.

 

Zaterdag 19 januari 2008
En dan is het op. Na een druk nachtje is het slecht ontwaken. Het één is nog niet eens over of het volgende dient zich alweer aan. Was ik blij dat ik niet meer zo lig te blaffen, alleen mijn neus is af en toe nog een beetje waterig, was ik vannacht aan de slingerschijt. Dan komt er van slapen erg weinig. Je zal slecht ter been zijn.

Op het toilet sliingert altijd wel wat meisjeslectuur. Zo ben ik in één nacht weer helemaal op de hoogte van het wel en wee van Britney, Paris, Nicole en Amy. Zwanger, altijd dronken, constant stoned, party’s, mooie auto’s en wat er nog meer hoort in het leven van een celebrity.
Nee, zo’n leven heb ik niet. Dat zou ook een beetje te veel van het goede zijn. Ik heb even genoeg aan het leven dat ik nu leef. De hele week heb ik veel aanloop. Of het nou uit professionele hoek is of persoonlijk. Het is hier druk in huis.
Vanmiddag kwam Sandra plotseling binnenstappen. Ze was bezorgd door de bezorgdheid van iedereen om me heen en kwam zelf eens poolshoogte nemen. Dat vond ik helemaal niet erg. Ik sliep nog toen ze binnenkwam maar werd wakker van haar hakken op het laminaat.

Ik voelde het leven een beetje in me terugkeren. We dronken een beker thee en Sandra ruimde de kamer op. Ik moest haar wel helpen. Een beetje activiteit. Maar helaas, zoals bij elk bezoekje was mijn kruit al snel verschoten. Beetje jammer. Sandra deed nog war boodschapjes voor me en ging naar huis. Zelf kroop ik onder de vezeltjes en viel weer in slaap.

Wat een leven.

 

Zondag 20 januari 2008

De nacht verliep niet helemaal vlekkeloos maar ik heb het grootste gedeelte toch wel geslapen. En dat is wel eens anders. Na een potje uitslapen voelde ik me eindelijk eens een keertje uitgerust bij het wakker worden. Heel apart!
Vooruit, eruit! Wegen. Huh? Aangekomen. Ik wist het even niet meer. De kilo’s komen en gaan. Zal dokter B. wel weer erg vrolijk van worden.

Komende dinsdag moet ik trouwens weer eens naar De Dokter. Ik ben benieuwd. Tussendoor is er nog ergens bloed afgenomen om te kijken hoe het met mijn nieren gesteld is. Dat zal ik dinsdag dus ook wel te horen krijgen. Volgens de polizuster waren de waarden iets slechter geworden.
Voor mijn gevoel gaat het toch niet slechter met me.

Vandaag is echter aan de orde. Ik heb een beetje in huis gescharreld. Wat licht huishoudelijk werk gedaan. De frietpan zo goed en zo kwaad als nog mogelijk was, schoongemaakt. Als Rob van de smaakpolitie het apparaat zou zien… Maar wel vanavond lekker een bordje patat gegeten.

Verder was het rustig. Alle kinderen waren naar hun werk. Dus een beetje gehuishoud, zoals gezegd, de krant had ik nog lang niet uit, beetje over het web surfen. Een lekker dagje.
En zo zit het weekend er al weer bijna op. Het is alweer donker. Bedtijd. Maar eerst nog een DVD’-tje

 

Maandag 21 januari 2008
Zelfs minister Eurlings zal zich nu moeten gaan bemoeien met het beleid inzake vreemdelingen. Door de steeds gekker wordende toelatingen van nieuwe EU-lidstaten weet je maar nooit. Laten we Kroatië dus nog maar even buiten de deur houden.
Wat is de volgende stap? Motorrijders met hun helm op gefotografeerd? Te lelijke mensen met een zak over hun kop. Zijn we wel van dat pasfotogezeik af. (Daar hoor je trouwens nooit meer iets over.) Wilders die in het volgende kabinet de portefeuille van Verkeer en Waterstaat opeist?

Legio mogelijkheden! (Bertus bedankt.)

Jojoën. (schrijf je dat zo?) Sommige mensen zeggen dat ze jojoën als ze het over hun gewicht hebben. Oh, je kent het? Nou, mijn gewicht jojoot (?) niet. Mijn gewicht heeft flink ADHD! Als een overspannen stuiterbal raast het onvoorspelbaar voort.
Middels dat hysterische grafiekje van gister probeerde ik dat al duidelijk te maken. Het bord patat had ik gevonden met de plaatjeszoek op internet. Die hoeveelheid was dus tamelijk overdreven. Neemt niet weg dat ik gister toch behoorlijk wat gegeten had. Vanmorgen ben ik wel drie keer opnieuw op de weegschaal gaan staan. Het was écht waar; een kilo er af! Hoe kan dat nou? Hang m’n ballen in de sambal! (Uitroep van verbazing. Vrij naar Bertje Vis, om wie ik gisteren weer veel te hard heb gelachen.)

Het was wel een goede dag deze maandag. Omdat ik nou ein-de-lijk wel eens een nacht door wilde slapen had ik een daarvoor bestemd pilletje genomen. En die deed zijn werk uitstekend. Redelijk uitgerust zat ik onder de douche en rondde ik het ochtendritueel af. Lekker een bakkie koffie en een beetje lui op bed liggen met m’n krantje.

Cees kwam. Hij deed de boodschappen en samen maakten we Spaanse tortilla’s op z’n Robs. Maandag is altijd een rare eetdag. Dus ik maakte twee tortilla’s, één met tonijn en de ander met champignons. Van beiden nam ik een kwart en de rest konden de meiden meenemen naar hun werk. Smullen.

En weer eens zelf in de keuken gestaan.

En dan nog Gaby! Altijd commentaar op alles en vooral mij. ‘Pap, je bent helemaal grijs.’ Nee, dat wist ik nog niet. Wrijf het er maar in. Naar kind. ‘Je moet je haar verven. Paars of zo.’ En maar zeuren. Vanmiddag kwam de kapster en Gaby begon er gelijk over. Toen kon ik me niet meer laten kennen en ik ging overstag. Zo blond als nu ben ik nog nooit geweest. Ik ben 50 % dommer geworden. In no time van een éminence gris naar een blonde bimbo.

Je hoeft de deur niet uit om spannende dingen mee te maken. Kom maar eens bij mij langs.

 

Dinsdag 22 januari 2008
Vroegâh,toen alles beter was (dus niet) werd ik ‘s morgens gewekt door het rinkelen van de wekker die ik de avond te voren had opgewonden. Kon ik op m’n werk nog zeggen dat ik vergeten was dat te doen.
Tegenwoordig komt er een irritant riedeltje uit m’n mobiele telefoon om me er van te verwittigen dat ik wakker moet worden. En ik heb twee telefoons in gebruik. Twee k*tmuziekjes!
EN VROEG!! Alle mensen. Daar ben ik niet geschikt meer voor. Maar ja, ik moest naar dr. B. En dan wil ik wel opstaan hoor. Bij haar durf ik niet te laat te komen met een smoes. Wie wel?
Gaby reed me naar Rotterdam. De rit verliep gladjes en zo waren we veel te vroeg in het ziekenhuis. En dat had niets te maken met het feit dat Gaby een nogal zware rechtervoet heeft hoor. Tijd voor een bakkie. Hallo hier, hoi daar en wachten op De Dokter. Die me precies op het afgesproken tijdstip binnen riep.

‘Goedemorgen meneer Oosterboer. Nog iets veranderd de laatste tijd, behalve uw look?’ Blijkbaar maakt het in de cardiologie ook niet uit; als je haar maar goed zit!. De controlebeurt was snel voorbij. Behalve m’n haar zat de rest blijkbaar ook wel goed. De niertjes deden het dus nog naar verwachting en ook dr. B. was tevreden over de resultaten van de drukmeting. Niets in de weg voor een transplantatie dus. Hoera. Veel te bespreken was er verder niet. Dag dokter, tot over twee maanden.

Na een broodje en iets te drinken, bracht Gaby me weer veilig thuis. Helemaal afgedraaid zou je denken. Dat viel erg mee.

Een rustmomentje verder begon ik aan het eten. Met de inhoud van de (koel-)kast kwam ik al een heel eind. Gaby deed nog wat boodschappen om mijn culinaire creativiteit op bot te vieren. Ik heb me wel vermaakt.

Het koken verliep een beetje chaotisch. kon mij het schelen. Uiteindelijk had ik twee menu’s voor elkaar. Een schotel met aardappels en spinazie (plus de rest) en pasta met groenten. De pasta was voor Sandra. Heeft ze wat in de vriezer staan. Gaby en Marcel zouden bij San eten en namen ook de spinazie mee. Ingewikkeld zeg. Ja, Want voor Iris en mij had ik hetzelfde in kleine ovenschaaltjes gemaakt.

Het werd weer vroeg donker. Bij het licht van mijn kapsel genoten Iris en ik van mijn kookkunsten.

Al met al was het een goede dag. APK’-tje voor twee maanden en lekker gekookt. Goed, het opstaan was minder maar daar heb ik me dapper overheen gezet. Nu alleen nog een beetje TV kijken en dan zit de dag er weer op. Op naar morgen.

 

Woensdag 23 januari 2008
Vannacht lekker geslapen zeg. Als een blok. Zonder chemie of vreemde theetjes. Gewoon lekker slapen; TV uit, licht uit, nog even plassen en ronken maar. Wat zo vanzelfsprekend is voor de enen is zo bijzonder voor de ander.
De dag ging lekker vlot van start toen Riet me om half elf terugriep uit dromenland met een hete mok thee. Ik besloot nog heel even te blijven liggen met m’n krantje en een boterhammetje.
‘s Middags meldde Michel zich voor een bakkie koffie en niet veel later dan hem arriveerde Rita ook. Fijn dat Michel eindelijk eens langs kwam. Hij belt me zo’n beetje elke dag maar we zien elkaar nooit. Het leuke van MIchel is dat (hij doet alsof) hij mijn ziek zijn in het geheel niet serieus neemt.
Michel was vier jaar geleden heel erg nauw betrokken bij mijn hartinfarcttoestanden. Hij weet dus heel goed hoe alles zit. Da’s ook prettig. Ik hoef hem eigenlijk nooit wat uit te leggen en gesprekken over mijn ziekte weet hij steeds weer in hele andere banen te leiden.

Er wachtte thuis een computer waarbij nog wat puntjes op de i gezet moest worden dus Michel ging dat klusje dus even klaren. Rita en ik stortten ons op de avondmaaltijd. Chili con carne. Mijn recept bestaat voornamelijk uit carne en chili. Wat maïs en bruine bonen erbij. Speklapjes van de grill, rijst of gebakken aardappeltjes. Het lijkt hier af en toe wel een restaurant. Willen jullie de kaart jongens? Er stond ook nog vis en pasta op het menu.
Na het eten ben ik uit m’n slof geschoten tegen Marcel. Hij kwam al later uit zijn werk zonder even te bellen of zo. Gisteravond had ik gevraagd of hij ccc lustte. Iedereen zat dus lekker te eten, behalve Marcel. Zijn bord kon ik zo in de vuilnisbak flikkeren. Hij zal wel weer patat hebben zitten vreten op z’n werk. Daar overleg je dan voor en sta je de hele middag in de keuken. Ik was flink pissig.

Mijn fijne dag werd zo mooi verkloot. Terwijl niemand het zag, heb ik echt kortstondig liggen janken. Zo is er voor mij geen lol meer aan. Mijn gemoedstoestand is toch al zo labiel. Om mezelf te troosten heb ik Iris een bak ijs laten kopen. Dat wilde ze wel voor papa doen.

Nu is het negen uur en iedereen is weg. Marcel en Gaby naar Zeeland en Iris naar Oudenhoorn. En geen fuck op TV. Ik neem nog wat ijs!

 

Donderdag 24 januari 2008
Druk, druk, druk. Wel gezellig. Wies kwam koffie drinken en daarna ging ik computeren en toen was het al negen uur. Doei! Oh ja; nu ben ik wel een beetje moe hoor.

 

Maandag 28 januari 2008
Chilipepers als pijnstiller

Meestal gebruik je chilisaus om je eten pittig te maken. Maar wetenschappers druppelen het nu in open wonden. Het blijkt de pijn te stillen. In chilipepers zit de stof capsaïcine, die ervoor zorgt dat de peper ‘heet’ is en brandt. Onderzoekers in verschillende Amerikaanse ziekenhuizen testen het spul nu als pijnstiller. Bedoeld om de zenuwen te verdoven tijdens herstel van extreem pijnlijke operaties. De eerste resultaten zijn positief. In een studie onder 41 mannen die een herniaoperatie ondergingen, hadden degenen met capsaïcine minder pijn. Bij een ander onderzoek naar knieoperaties, daalde de vraag naar morfine.

Vandaar dat ik zo’n hoge pijngrens heb! Een beetje pittig eten laat ik niet aan mijn neus voorbij gaan en anders maak ik het zelf wel. Zoals mijn chili con carne. Dat aten we afgelopen woensdag. Nou, de volgende dag tijdens toiletbezoek veranderden mijn aambeien spontaan in brandblaren. Gelukkig deed het geen zeer! Maar dat lijkt nu logisch te zijn.

Doe mij dus na de operatie een schaaltje vlammetjes met saus. Een infuusje met chilisaus is ook goed.

Je begrijpt dat het weer een weinig enerverend weekend was. Oh, ik heb me niet verveeld. Ik had bedacht me ook eens nuttig te maken. Wassen draaien en ophangen, de vaat, koken, loempia’s maken.
Oftewel, teveel van het goede. Het bleek hartstikke vermoeiend. ‘Dan slaap je ‘s nachts goed!’ Dat dan weer niet. Vooral afgelopen nacht was weer eens een drama. Slaap en klaar wakker zijn wisselden in rap tempo.

Vanochtend werd ik dus tamelijk brak wakker (wakker met een groot vraagteken!). Ondanks alles, zoals het heiwerk honderd meter verderop waarmee ze om half zeven beginnen, probeerde ik toch nog een beetje te slapen.

Het was me niet gegund. Eerst kwam Sylvia. Da’s niet zo erg. Die weet inmiddels wel een beetje hoe ik werk. Sylvia gaat aan het werk en laat mij met rust. Zo word ik dan langzaam wakker. Maar toen… De wijkverpleging diende zich aan. En Hoe. Met z’n tweeën waren ze. De dames waren hier beiden al eens geweest zodat ik ze wel kende. Alleen het binnenkomen. Eentje praat vreselijk hard en de ander is chronisch vrolijk. Dat zijn twee dingen waar ik, vooral in brakke toestand niet tegen kan; hard praten en te vrolijk.

De lust voor een bakkie thee en een douchebeurt verging me direct. En ik kon toen helemaal niet meer slapen. Bah. Ik verwachtte niet dat de dag nog goed zou komen. En dat werd ‘ie ook niet echt. Morgen beter. Dat beloof ik mezelf.
Woensdag 30 januari 2008

Oké, ik doe wel stoer maar in real life valt het erg tegen. Vandaag heb ik de hele ochtend alleen maar gejankt. Ik voel me al dagen zo slecht en ziek. Maar ja, ik houd me groot voor de kinderen. Ik moet wel. Die trekken het ook niet meer zo goed en doen door hun zorgen om mij ook geen oog meer dicht.

Slapen doe ik niet meer. Ja, overdag een half uurtje hier en daar. Om daarna totaal gefrustreerd weer wakker te worden. Daar ga ik me niet beter door voelen. Het gaat per dag rotter. Nachten lang al loop ik te spoken.

Ondanks dat de kamertemperatuur zo rond de 22 graden schommelt lig ik te sterven van de kou in mijn bed op mijn electrische onderdeken. Sokken aan, een trainingsbroek, een T-shirt en ook nog eens een dikke trui. Het is alsof mijn ledematen van mijn lijf vriezen. Handen en voeten eerst. Het doet gewoon zeer. Dus wakker en maar weer een stukje door de kamer banjeren.
Ik banjer niet alleen, de inhoud van de voorraad- en koelkast heeft er ernstig onder te lijden.

Aan het eind van de ochtend heb ik toen ten einde raad de huisarts maar gebeld voor een paar tabletten dormicum. Wellicht dat een pilletje me helpt eens een paar nachten helpt door te slapen. Van dat spul ben ik overdag wel wat suf, maar dat moet maar even dan. Zo is het ook niets.

En maar misselijk. Brakend en kokhalzend kom ik de dagen door. Gisteren wilde ik per se met Gaby naar het winkelcentrum voor sokken, washandjes en boodschappen. De sokken waren in de aanbieding bij een sportwinkel. IK was blijer dat ik weer snel thuis was dan met mijn sokken. De Zeeman onderkotsen is toch maatschappelijk nog niet geheel aanvaard. En het is hier een dorp, dus binnen een dag hang je aan de spreekwoordelijke schandpaal.

Gaby en Marcel zijn naar Ajax-PSV en Iris is druk met haar huiswerk voor de toetsweek. Ze wil graag naar het HBO. Nog even blokken dus. We hebben lekker een muziekje aan staan. Straks mag ze nog even naar haar vrienden in Oudenhoorn.
Ik hoop op een rustig avondje en nog meer op een nacht flink slapen.

En oh ja. Het is me gelukt. In het kader van doe maar stoer heb ik vanmiddag nog wel gehaktballen gemaakt. Op z’n Oosters. Veel kruiden en specerijen en Madam Jeannetjes. En toen plassen. Shit!