Januari
vrijdag 11 januari 2007
2004, 2005, 2006 en nu 2007. Jaar 4. Je kunt het zo erg maken als je wilt. Met alle goede wensen die ik heb gekregen moet het wel wat worden dit jaar. Beetje jammer dat 2007 begint met me niet lekker voelen. Al die drukke dagen eisen nu toch echt hun tol. Ik houd m’n mond.
Nicht Priscilla (die van All You Need Is Love) is op bezoek geweest met haar entourage. Geliefde Raoul, Yvon en Jos. Geweldig leuk.
Afgelopen week heb ik gebruikt om eens goed bij te komen van alles. Erg gelukt is dat tot vandaag niet. Weer na het eten in slaap gevallen en drie uur later pas wakker geworden. Dat wordt waarschijnlijk weer chemisch slapen vannacht. Toch ben ik met hulp zo actief mogelijk geweest. Een paar keer winkelen of boodschappen doen. Naar het ziekenhuis. Oké, dat was verplicht.
AM heeft me gebracht. Het was erg gezellig. Ja, zelfs in het ziekenhuis ben ik leuk. (Ahum…) Alles verliep soepeltjes. Er diende zich slechts één (eigenlijk twee) obstakels aan; mijn maat 45. AM zag door haar onervarenheid met rolstoelen kans om alles, maar dan ook alles te raken wat mogelijk was; andere mensen (waarbij ze een duidelijke voorkeur voor hielen bleek te hebben), prullenbakken, balies, liftdeuren.
Aan het eind van het avontuur, alles werd vlot afgehandeld, was ik weer in het bezit van een APK-tje voor een maand.
Wat een een mooi bruggetje. We zijn genoodzaakt geweest ons autootje naar de slager te brengen. (Om even een hippische term te bezigen.) Wat nu? Geen auto. Niet gewanhoopt, Sandra heeft dit met elan opgelost. Ze vertelde een zielig verhaal bij de garage. Nou, volgens mij heeft ze uitgehuild op de schouder van de eigenaar. Ze kwam thuis. Om het huishoud budget controleerbaar te houden meldde ik haar het luttele bedrag dat ik aan boodschappen uit had gegeven. ‘Da’s keurig. Ik heb een auto gekocht.’ Ja.
Voor een zacht prijsje rijden we van het weekend Peugeot. En ze wilden nog wel wat geven voor de gedeukte Colt zonder versnellingsbak. Omdat de mediator kwam had Sandra een dagje vrij genomen. Vanmorgen kreeg ze (ik sliep nog of zo?)een telefoontje over het autootje. Dat kon ik herleiden uit wat krabbels op het schoolbord in de keuken; remschijfies, ontluchtingsslangetje en oliepeilstokkie, las ik. Ik hoorde het de man van de garage zeggen en zag het Sandra opschrijven.
Weer een probleem minder. Nu nog… (volgt een eindeloze lijst)
En met mij? Alles gaat redelijk. Erg moe, slecht slapen. En iedereen die ik dat vertel maar vragen of ik dan lig te piekeren. En ja, dat doe ik ook. Maar niet over voor de hand liggende dingen. Vannacht bijvoorbeeld bedacht ik in een flits dat ik vandaag sla wilde eten. En dan lig ik uren te bedenken hoe ik die sla dan wil maken. En wat er dan bij moet. Aardappelen of pasta? Vlees of vis? Of vis door de sla? En wat voor sla dan? Heb ik nog rode wijnazijn? Te belachelijk voor worden. Mijn culinaire creativiteit staat mijn nachtrust in de weg.
En dat ik overdag steeds in slaap val ook natuurlijk. En uiteindelijk heeft Sandra lekker bami staan maken. Wat een stomme eikel ben ik zeg. Maar wel lekker gegeten. Heel belangrijk!
woensdag 17 januari
Wat is ‘ie lui… Weer een hele tijd niets geschreven. Terwijl er toch wel het één en ander te gebeuren staat en bezig is te gebeuren.
Hottest item op de lijst is toch wel de nu toch echt op handen zijnde verhuizing van Sandra. Ja, je leest het goed; Sandra heeft ein-de-lijk een huisje toegewezen gekregen. Een leuk eengezinswoninkje in Nieuwenhoorn. Dat is volgens de lokale autochtonen een dorp. In de praktijk hoort het gewoon bij Hellevoetsluis. Ver weg gaat ze dus niet. Het is een kleine tien minuten fietsen.
Zodoende leven we nu even tussen de dozen. Dat hoort erbij.
Het is niet zo dat ik in een onttakeld huis achterblijf. (Het voelt niet eens als ‘achterblijven’.) Kringloopwinkelen en goed letten op aanbiedingen doen wonderen voor een nieuwe inrichting. Krijgen ook trouwens.
In de praktijk zal er weinig veranderen. We blijven gezamenlijk eten, om mij te helpen en anders staan we allebei voor onszelf te koken. Nu wisselen we het koken ook af. Boodschappen en dat soort dingen blijft Sandra ook voor ons doen. En verder houden we het ook gewoon gezellig. Een beetje zoals nu. Alleen kunnen we naar huis als we daar zin in hebben..
Wat er wel zal veranderen is dat het voor iedereen een stuk duidelijker zal worden. Niet alleen voor mij, maar vooral voor de kinderen. Gaby, Iris en ik wonen in Hellevoet, mama en Meggie in Nieuwenhoorn. Iedereen z’n eigen plek en privacy. En genoeg ruimte. Er wordt door G&I al gestreden om de ‘masterbedroom’. Ja, daar ga ik natuurlijk weer slapen. Ha, wat denken ze?
Als er nou ook nog een operatie aan zat te komen, was het helemaal top. Maar ja. Ik begin te geloven dat die transplantatie een beetje wishful thinking aan het worden is. En hoe zit het eigenlijk met mijn uiterste houdbaarheidsdatum? Komt die nou echt al zo dichtbij. Nog een paar maandjes en het is drie jaar sinds… De prognose die toen gehanteerd werd. Drie jaar.
Eerlijk gezegd begin ik ‘m nu toch weel een beetje te knijpen. Begrijp me goed dat ik niet bedoel dat ik opgeef als ik zeg dat ik me er niet zo druk meer om kan maken. Alles wordt alleen zo moeilijk; diëten, vochtbeperking, geen alcohol. Wat nou als ik binnenkort toch het tijdelijke voor het eeuwige verwissel.
Moet ik dan toch maar volhouden geen alcohol te drinken? En soms heb ik opeens zo’n trek in … iets met zout en vet in iedere geval. En dan het drinken. Wat zou ik graag eens een fles tonic zo in één keer achterover slaan! Het wordt nu wel een hele opgave. Nou ja, laat ik me overal maar zo goed mogelijk aan houden, dan komen we misschien nog wel ergens.
Mijn motivatie kent dan ook pieken en dalen. Gek genoeg zit ik nu niet in een dal. Eigenlijk gaat het wel goed nu alles weer een beetje vorm begint te krijgen. Ik zit een beetje op de helling zullen we maar zeggen. En of ik nou aan het dalen of aan het stijgen ben, geen idee.
Meer bespiegelingen op mijn leven heb ik nu even niet. In zoverre, ik kan ze nu even niet formuleren. Het leven mag me echter wel even iets harder toelachen. Toch? Dat zou ik wel kunnen gebruiken. En het moet mooi weer worden. Zondag hadden Richard en Anja me mee uit wandelen genomen in de Vesting. Lekker langs het Haringvliet terwijl de zeilclub wedstrijden hield. Dan glimlacht het leven heus wel even naar me. Het is allemaal best wel erg. Soms is het alleen erger en soms wat minder erg.
dinsdag 30 januari
‘Klagen, klagen wiede wiede wagen
Rob zat thuis om medelij te vragen’
Maar ja, het gaat dan weer een tijdje wat minder. Een stuk minder. Niet ziek of zo hoor. Het zat/zit gewoon tussen mijn oren. Nergens zin in, geen fut, veel slapen, dag en nacht die als één voorbijgaan. Da’s niet goed natuurlijk. Afgelopen vrijdag heeft Sandra me met gepast geweld mee naar buiten genomen. Voordat ik het goed en wel in de gaten had, werd ik door het winkelcentrum geduwd. Ook lekker passief natuurlijk, maar wel even buiten.
En dan nu? Ik probeer een afspraak te maken met de maatschappelijk werker van het EMC, om fijn tegenaan te zeuren. Ik vind dat dat zo nu en dan even moet. Jan kan goed luisteren en laat zich niet meeslepen in mijn gezanik. Die lul ik niet om. Daar heb ik dus wat aan. Aan Sandra ook, die laat zich ook niet door mij in de luren leggen, maar dat is toch anders. Bovendien heeft zij bijna dezelfde sores als ik. Daarnaast kan ik wel een afspraak maken met de psycholoog, maar daar heb ik niet veel aan. Die vertel ik ook al snel wat hij wil horen.
Het is ook kloteweer. Daar komt het ook door. Ik laat me gewoon kisten door de weergoden. Wat is de lol om buiten te zijn? Vanmiddag heb ik mezelf even bij kop en kont gepakt om naar de buurtsuper te tuffen met de scoot. KOUD!! KOUD!! Ja, het is nooit goed. Of ik vind het te warm, en nu weer te koud. Ontevreden tiepje. Niets meer gewend tegenwoordig.
Iets meemaken kan ik zo ook wel vergeten. Wat een saaiheid. Daarom heb ik bedacht binnenkort toch maar weer eens naar Caroline en Jan te gaan. In de voorjaarsvakantie. Iris gaat in elk geval. Zelf besluit ik op het laatst of ik al dan niet meega. Dat ligt aan hoe ik me voel. De Dokter zal het er wel niet mee eens zijn. Soms mag ik toch ook inzake dr. B. wel eens wat recalcitrant zijn toch. Hoewel; als ik er voorsta en De Dokter geeft een ‘order’ dan trek ik het voorstaande direct terug!
Goed, ik hoef pas de 27e februari op controle. Dan hoort ze het wel achteraf. Hoef ik ook niet dwars te lijken. (‘Ja ja… doe maar lekker stoer.’) Ha ha, mijn andere ik weer. Nare vent; zit me altijd uit te lachen.
Ik heb er wel zin in. Even een andere omgeving, lekker kletsen met Jan, misschien kunnen we nog iets slopen, de kinderen en honden pesten. Dan maar weer even versleten zijn bij terugkomst. Dat is dan heel jammer. Het is wel altijd gezellig.
Sandra heeft nog steeds de sleutel van haar huis niet. De woningbouw renoveert de badkamer en het toilet nog. Nieuw sanitair en een frisse betegeling. Het duurt wel lang hoor. Zijn ze de muren aan het mozaïeken of zo?
Oh, ja… ik heb nog een wortelkanaal gehad bij de tandarts. Nee, daar wordt je vrolijk van. Schei uit zeg. De tandarts heb ik nou wel weer even gezien. (‘Mmmmm…. er zijn nog toffees! Lekker’) Nee, echte Engelse fudge of Oud-Hollandsche borsthoning, da’s pas lekker!
Onzin. Nou ja.
Vannacht heb ik eindelijk eens goed geslapen. De Dokter had me met frisse tegenzin temazepam voorgeschreven, maar dat hielp ook geen zak. Sandra wel. Die wilde wel naast me op de bank slapen. Ehhhh… ik in mijn bed en San op de bank. Dat jullie dat goed begrijpen. Vanochtend maakte San me wakker voor een bakkie voordat ze naar haar werk ging. Oké, ik heb de ochtend en een stuk van de middag verslapen. Daarna ben ik wat actiever geworden. Nu nog even volhouden. Morgen en overmorgen komen mijn buddy’s. Dan heb ik in elk geval afleiding. Ik verveel me zo. Luister een beetje naar muziek, kijk wat TV en wacht op het mooie weer zodat ik lekker in de tuin kan liggen. Da’s ook nutteloos maar wel aangenaam. Krantje of boekje erbij, een drankje, parasolletje boven mijn hoofd en hangen maar. Een hangoudere in mijn eigen tuin.
Nu ga ik CSI Miami kijken en het menu even aanpassen in de hoop dat ik nog lezers heb!