Ikkookook
Het was al weer even geleden dat ik de potten en pannen beroerde. Vanmiddag kwam daar verandering in. Of ik nasi wilde maken. Nou, prima, doe ik. Ik kook graag uit de losse pols en terwijl Agnes op boodschappen uitging, haalde ik alvast de voorhanden zijnde ingrediënten en benodigdheden uit kastjes en laatjes. Met ingrediënten kwam ik niet verder dan een ui en m’n kruiderijvoorraad liet ook wel te wensen over. Binnenkort maar eens langs de toko in Spijkenisse. Daar zijn we ook al lang niet geweest. Het is altijd wel leuk neuzen in zo’n exotische winkel. Vind ik.
Koken dus. Leuk. Vermoeiend, maar leuk. En als het lukt ook lekker. Nog even wachten. De snelheid is er wel een beetje uit. Dat ligt voornamelijk aan m’n coördinatie. Een goede timing vind ik tegenwoordig erg lastig. Vandaar dat ik alle componenten van de maaltijd een voor een bereidde. Nasi maak ik dus helemaal zelf, pindasaus ook. Niet zoutloos, maar wel zoutarm. Wat ik interpreteer als er zelf geen zout aan toevoegen. Voor Agnes en de kids was dat even wennen. Nu zijn we het allemaal gewoon.
Het enige pakje dat ik gebruikte was een soort kruidenmix voor Aziatische gehaktballen van de Aldi of zo. Aziatisch, ammehoela. Twentse gehaktballetjes werden het. Boekelose Balletjes. Gatver! Wat ranzig. Eentje heb ik er opgegeten want die had ik al in m’n mond en wat moet je er dan nog mee. Ielk! Errug man! Bij Aziatisch denk ik aan subtiele en toch rijke smaken. Dat wordt deze week nog maar eens m’n nierfunctie prikken. Die arme organen kregen de schrik van hun leven. Ik voel nu nog hoe ze liggen te stuiteren. De Boekelose Balletjes vonden een oneervol einde in de vuilnisbak. Tabee en adieu. Jammer.
De nasi en pindasaus bleken bij consumptie wel redelijk gelukt te zijn. Gelukkig. De rammelende buikjes konden gevuld worden.
Dit gekook was gelijk ook wel het enige wat ik vandaag gedaan heb. Een welkome afleiding van m’n tandpijn was het ook. Tandpijn? Ja, verdulleme. Braken er gister twee schilfers van een voortand af. Ja, daar ben ik wel weer blij mee. NOT! Nu moet ik morgen morrend naar de tandarts. Alsof ik daar zin in heb. We zouden eigenlijk gezellig gaan lunchen bij Fred en Gerda. Wat natuurlijk veel en veel leuker is. Alles is leuker dan een bezoek aan de smoelensmid.
Jammer ook. We hebben Fred en Gerda al een tijd niet gezien. Ze zijn nogal reislustig. Maar dat is niet de reden van mijn terughoudendheid. Fred is ook hartgetransplanteerd en mijn angst is dat mijn terugval, nou ja, weer terug bij af zijn, misschien te confronterend is. Ja, ik snap het. Dat vul ik zelf voor hen in en dat is niet goed. Het is mijn gevoel dat spreekt. Terwijl het altijd gezellig is. Over ziek gaan de gesprekken nagenoeg nooit. Muziek, kinderen. Van alles komt aan bod. En het zijn interessante mensen met altijd een goed of leuk verhaal.
Eerst morgen naar de smoelensmid. Het is niet anders. Het moet maar. Ik baal natuurlijk wel als een stekker. Waar er een schaap over de dam is volgen er meestal meer. Kunstgebit dan maar? Wat mij betreft niet. Laat de tandarts het maar weer een beetje opmetselen en stukadoren. Dat heeft ‘ie al eerder gedaan en dat is best gelukt. Waar ik nou bijna het meest tegenop zie is dat hij me uit gaat foeteren over mijn slechte gebitsverzorging. Want daar heeft hij zo gelijk in. Volgens Agnes zorg ik prima voor mezelf maar dat gebit blijft een aandachtspunt. ‘Ja, ik weet het.’ Maar voordat ik dat kan zeggen heb ik al een klem en een verdoving in m’n mond te pakken. En dan lul je niet meer.
Dat collateraal gedoe. Ik heb er zo geen zin meer in. Dat ik ziek ben, snap ik. Daar zal ik nog even mee moeten leven. Zolang dat nog gaat, leven, vind ik ik het wel prima. Zolang ik nog kan lachen, voelen, liefhebben en om me heen kan zien, hoe lang of kort dat nog mag duren, leef ik. Tot de laatste traan. Of die nou van het huilen of van het lachen is. Een laatste snik. Wetend dat ik geleefd heb. Met alles wat ik in me had. Maar zover is het nog niet. Nog te veel te doen, te zeggen en lief te hebben.
Word ik nou nog sentimenteel ook? Jasses! Ook dat nog. Emotioneel incontinent. Het zal er wel bij horen. Neem ik gewoon ook nog wel mee. Komt goed.