Hoe voelt dat nou?

3 oktober 2013 11 Door robzter

image

En dan krijg je het onverbloemd te horen: Je gaat dood. Ja, we gaan allemaal dood. Maar in dit geval ga je binnen afzienbare tijd dood. Dagen, maanden, geen jaren meer. Kerstmis? Misschien. Tranen, verdriet en iedereen in rep en roer. Iedereen? Nou ja, bijna iedereen. Alleen ik, hoewel intens verdrietig, lijk me niet zo druk te maken. Een enorme klap. Natuurlijk. Maar wel eentje die ik van verre aan zag komen en waarvan ik wist dat ik hem niet zou kunnen ontwijken. Onvermijdelijk. En het enige wat ik nog kan doen is incasseren. Ook al komt de dreun hard aan en schieten de tranen in m’n ogen.
Voelen doe ik nog even niets. Dat komt nog wel. Verslagen voel ik me. Het vorige gevecht tegen de dood bood me een kans op de overwinning. Dit kan ik niet winnen. Zolang mogelijk rechtop blijven staan. Daar gaat het nu om. En dan de ring verlaten in de overtuiging dat ik het goed heb gedaan. Geen perspectief, geen toekomst. Zoveel dingen die ik nog had willen doen. Het gaat niet meer gebeuren. Wat blijft zijn de voetstappen die ik achter liet, het stof dat ik deed opwaaien. Het stof dat straks rustig neerdaalt.
Toen ik opgenomen werd in het EMC wist ik het eigenlijk al en naarmate de tijd verstreek werd het gevoel steeds sterker; Dit was het. Hier ga ik dood. De mensen om me heen durfden mijn gevoel niet te delen. Begrijpelijk. Maar ik heb dit al eerder meegemaakt. Alleen liep het toen beter af en dit gevoel was er niet. Ik voelde het, op een gegeven moment, durf ik te zeggen, wist ik het ook zeker. Al weken ben ik er mee bezig dat dit zou gebeuren. Morgen mag ik naar huis. Zelf had ik dat niet meer geloofd. Met gemengde gevoelens volgde ik de voorbereidingen om me naar huis te krijgen. Wat telkens uitgesteld werd. “Waar doen ze het voor?” Boos was ik bij elk uitstel. Boos en gefrustreerd. “Hallooooo! Nu leef ik nog. Ik wil naar huis. Is er dan niemand die naar me luistert?” Er waren genoeg mensen die naar me luisterden maar ik was gewoon te ziek.
In m’n hoofd is het nu redelijk rustig en ik voel me psychisch gezonder dan voor ik in het ziekenhuis terecht kwam. Alsof er een last van af is gevallen en ik nu eindelijk verlost ben van vele twijfels en onzekerheden. Ondanks dat de zekerheden die ik er voor terug kreeg niet zo leuk zijn. Nu voel ik me prima. Dat wordt straks wel anders. Ziek tot in m’n tenen. Maar daar denk u nog niet echt aan.
En m’n depressie dan? Ergens de afgelopen weken ging er een knop om; Ik ga niet meer omkijken in wrok en woede. Zonde van m’n tijd. Gelukkig heb ik Agnes die m’n humor en cynisme deelt. Want die blijven. Tot de laatste snik. Of schaterlach.