Genomen
Heb jij dat nou ook wel eens; dat je je genaaid voelt? Genomen. En niet beet, in het ootje, de maling of bij de neus. Nee gewoon genomen? Anaal. Dat je denkt:’Dit voelt als poepen, maar dan tegen het verkeer in.’ En niet eens uit recreatieve overwegingen. Vandaag had ik sterk dat gevoel. Het werd veroorzaakt door een of ander listig apparaat dat een chirurg bruut rectaal inbracht. Op het eerste gezicht leek het een tamelijk onschuldig instrument dat via de achterdeur naar binnen geschoven werd. Een beetje zoals een thermometer. Wist ik veel dat er luttele seconden later perslucht uit dat ding zou komen! Oei, oei, oei!
Dit was een geheel nieuwe ervaring voor me. Overal werd er al aan me gepord, geprikt of dingen in bloedvaten geschoven maar dit… En dat alles ter bestrijding van m’n rectale spataderen. Als het nou maar helpt. Voorlopig loop ik alsof er een bezemsteel in m’n achterste zit. Dan maar liggen. Zitten? Alleen als het echt niet anders kan. En dan op een zachte stoel met een nog zachter fluwelen kussentje onder m’n kont. Wat ben ik blij met het luchtbed in de huiskamer. Ja, lach er maar mee.
De chirurg heeft twee elastiekjes om de vermaledijde uit de hand gelopen bloedvaten bevestigd. Wat nou als die knappen? Nou, nou? Dat lijkt me niet prettig. Nu we het over elastiekjes hebben… Agnes komt er net op het lumineuze idee, een beetje laat, dat we deze ingreep net zo goed hadden kunnen doe-het-zelven. ‘Maar hoe dan?’ Jaaaa… gewoon, met een paar loombandjes. ‘Loombandjes?’ Tuurlijk! Mijn Agnes is zo handig met knutselen, dat had vast gelukt.
Helaas moesten we vanmiddag weer een tijdreis naar 1167 maken. Juist, naar Dirksland. Geen loombandjes. Maar een norse vrouw, zo op het eiland uit de gereformeerde klei getrokken. Achter de balie. Natuurlijk had ik geen afsprakenkaart bij me. En of ik me dan in ieder geval kon legitimeren? Nou, nee. Ik heb eigenlijk nooit iets bij me. Ik rijd geen auto, niks. Systeem van niks. Krijg je een stickertje. Als ik dat kaartje met dat stickertje aan de buurman geef kan hij er zo mee naar het ziekenhuis. Voordat Agnes boodschappen ging doen ging ze met mijn ID naar de poli hier in Hellevoet. Was het ook goed. Gaat werkelijk helemaal nergens over.
Nou ja, daar lig ik dan. Ik snap nu hoe een ijsje op een stokje zich moet voelen. Laat ik zeggen dat ik blij ben dat ik geen ijsje ben en dat ook dit ongemak weer van voorbijgaande aard is. Hopelijk kan ik vannacht een beetje slapen. Krijg ik geen vreemde dromen. Ja, je weet het niet. Het kan wel eens het laatste zetje naar een geheel andere seksuele identiteit zijn.
Er gebeuren vreemdere dingen tussen hemel en aarde.