Februari
Dinsdag 1 februari
…kopte het AD vandaag op pagina 1. Als je het mij vraagt, valt Geertje hier op pijnlijke wijze door de mand. En hij profileert zichzelf zo graag als ‘familyman’. Maar gezien deze foto, die bij het artikel werd afgedrukt, kan hij dit imago onmogelijk nog langer in stand houden.
Op de foto is te zien hoe Wilders van zijn auto naar de locatie van zijn spreekbeurt loopt in gezelschap van een persoonsbeveiliger. Persoonsbeveiliger? Een toyboy van Maison ‘Pretty Boy’ uit Den Haag zul je bedoelen. Waarom is dit net te aantrekkelijke jongmens, met een grijns op zijn gezicht, druk bezig met de gulp van zijn broek? Als je het mij vraagt is hij net gepijpt door de, naar thans blijkt, homofiele Mozart-kloon.
En de fatsoensrakker met de blonde lokken is waarschijnlijk zelf ook aan zijn gerief geholpen. Waarom houdt hij anders zijn rechterhand verborgen achter wat papieren ter hoogte van zijn edele delen. Wat frummelt hij daar?
Dit gaat onvermijdelijk zetels kosten!
Ik ben nog erg moe en heb verder weinig te melden. Gelukkig voelde ik me vandaag een stukje beter. Maar nu de avond vordert valt het me toch zwaar dit nog op het log te zetten. Ik ben versleten. Het moet nog 8 uur worden. Vanmiddag was Sandra er met Iris. En gister stond (VERRASSING!) Meggie ook opeens in mijn kamer. Met wat vriendinnen en een nieuwe tattoo. Stoer wijf man. Ik heb drie heel verschillende dochters; een stoere, een hysterische, en een knuffelbeer. Wie de pump past trekke hem aan. Ik houd van ze. Even veel, even hard. En van Sandra houd ik natuurlijk ook. Voor nu leg ik de pen neer.
Ik durf niet eens te voorspellen wanneer mijn volgende pennenvrucht het daglicht zal zien.
Woensdag 2 februari
Leuke keuzes word je voor gesteld in zo’n ziekenhuis. De artsen kwamen vanochtend op volle oorlogssterkte mijn kamer opgelopen. Gelukkig laat ik me niet zo snel intimideren. Na 5 minuten was ik toch wel iets minder stoer. Een beetje ongenuanceerd gesteld werd ik voor de keuze geplaatst; of papa het huis uit, of de kinderen de deur uit. Zo als het nu gaat kan het niet lang meer doorgaan. Ik (en Sandra natuurlijk) moeten maar eens nadenken of we mij thuis laten of een plekje voor me zoeken in een verpleeghuis. De kinderen deur uit? Da’s geen optie. Maar een verpleeghuis vinden Sandra en ik ook geen optie. Dat verhaal gaat mooi niet door! Ech nie!!!
Zie je me al zitten? Nou, koop maar alvast een heleboel geraniums en kom ze maar brengen. Dan ga ik er lekker achter zitten. Verstopt, voor niemand meer te vinden. Ik baal als een stekker.
Als dit echt doorzet dan kap ik ermee. Dan neem ik lekker weer een biertje, kan ik net zo goed weer gaan roken. Doe mij gelijk een patatje speciaal en een berenklauw in pindasaus. KUT, KUT, KUT!!! Vandaag krijg ik ook weer Emcor. Voel ik me weer dagen beroerd door de lage bloeddruk. Ik geloof dat ik bij voorbaat al een beetje niet goed word. Daarom moet ik nu nog langer hier in het ziekenhuis blijven.
KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT, KUT
Nee, dat lucht ook niet op. Leuke paginavulling maar verder blijft het kut. Ik ga nu even janken, en dan zie ik wel verder. Laat mij maar even…
Ik weet niet hoe het met jullie zat vandaag, maar mijn dag was goed verpest in ieder geval. Het houd niet op. Maandag liet ik me tamelijk lijdzaam opnemen. Nu was ik pas echt weer kwaad, razend. Ik voel me zo niet begrepen. Het zal je maar gezegd worden dat je rijp ben voor de sloop. Eenmaal in een verpleeghuis kom je daar niet meer uit. Fijne motiverende omgeving. Dan moet ik zeker de hele dag tussen de somatiekklanten gaan zitten. Wie heeft er een woordenboek zielig gemompel/Nederlands te leen?
,,Leuk is het hier hè meneer? Gezellig. Straks gaan eens even praten over hoe het met ons gaat vandaag en dan daarna is er sjoelen voor debielen in de huiskamer. Oh ja; als die mevrouw in die blauwe pyjama van de planten gaat eten, wilt u dan even de zuster waarschuwen?” … ,,Wat wilt u weten? Sjoelen voor debielen? Ja kijk, dan zit er maar één groot gat achter in de bak. Dan is het wat makkelijker de zachtplastic schijven erin schuiven en ook eenvoudiger tellen. Nou, neem maar fijn uw pilletjes, dan zie ik u zo.”
Nee, daar wordt je vrolijk van. De eerste de beste hulpverlener die maar enigszins naar zweterige geitenwollen sokken ruikt en zich met me wil bemoeien ram ik in één keer, ook al is het mijn laatste kunstje, zo hard op zijn/haar muil dat hij/zij nog drie weken tanden en kiezen schijt. En activiteitenbegeleiders van het foute slag moeten ook op hun tellen passen.
Het is 5 meter lang, stinkt naar pis en stront en het zwalkt door de gang. Wat is dat? Polonaise in het verpleeghuis! Aan mijn lijf dus maar geen polonaise. Ik blijf wel thuis. Liever bijna dood dan begraven.
I’m rather pissed. To put it mildly. Je begrijpt dat ik nu niet en nooit niet naar een verpleeghuis ga!
Donderdag 3 februari
Meggie heeft haar rijbewijs!!!!!! In één keer!!!!. Dat heeft ze van haar moeder. Die kan ook zo goed rijden. Echt. Ik dol niet. De auto van Sandra is weer gemaakt dus heeft de jongedame een auto ter beschikking. Wat een luxe. Hoewel ik medisch gesproken een beetje nare dag had, erg duizelig en onvast ter been en zo, maakte dit mijn dag weer helemaal goed. Toppertje hè? Dach ut wel!
Ik heb verder weinig te melden. Ik had overdag ook geen tijd om te schrijven. Die smoes gebruiken die gastjes in de Hartelborgt ook altijd. ,,Ik had geen tijd om mijn huiswerk te maken Rob.” Ja, ja, alsof ze ergens heen moesten. Ik hoefde ook nergens heen maar had indringende gesprekken met Marjan (vp) en dokter Randall. Marjan maakt zich oprecht en heel lief zorgen over mij en Sandra. Ik was wel blij met het gesprekje, want ik lig hier maar een beetje eenzaam stof te verzamelen. Een goed motiverend en steunend gesprek is dan altijd welkom. Misschien maar eens een borrel mee gaan drinken als ik gereviseerd ben. Op mijn rekening.
Ik ben echt erg in mijn nopjes over hoe het personeel hier met me omgaat. Oké, er zijn wat uitzonderingen maar dat is hun probleem en niet het mijne. Dokter de Visser is een geval apart. Die weet eenvoudige controles te rekken tot tijdverslindende ondernemingen. Of komt dat omdat ik maar blijf ouwehoeren. Dat zal het zijn. Fijne kerel. Hij legde me nog eens goed uit hoe een medicijn werkte en waarom ik het krijg. Kijk; daar hou ik nou van. De andere artsen zijn ook top en heel capabel hoor. Ik klaag niet.
Zo heet als ze gisteren de soep opdienden wordt het niet gegeten gelukkig. Ik word gewoon en beetje onder druk gezet. En in mijn toestand hebben ze me zo op de kast. Wel is me weer eens op het hart gedrukt het heel, heeeeeel, heeeeeeeeeeeeel erg rustig aan te doen. Nergens druk om maken, mijn verantwoordelijkheden bij het grofvuil te zetten en alles lekker aan anderen over te laten. En me vooral nergens mee bemoeien.
Ik moet de krant ook nog lezen. Dat ga ik nu lekker doen. Doei!
Vrijdag 4 februari
Tjonge tjonge tjonge tjonge. Wat was het weer een opwindende dag. Vrijdag 4 februari. Het lijkt alsof ik hier alweer en eeuwigheid lig. Straks moet ik de inburgeringsvideo van Rita Verdonk nog huren om te reïntegreren in de maatschappij. Die zal toch ook wel op DVD verkrijgbaar zijn? Dat moet haast wel. Want de grootste verhuurder van beeldmateriaal in Nederland, Videoland, stopt met VHS. Het Algemeen Dagblad stelt dat je nu ook in het Rif-gebergte kennis van Nederland en de Nederlandse cultuur kunt opdoen. En nu begrijp ik pas wat The Nits, in de jaren tachtig bedoelden met hun nummer ‘In The Dutch Mountains’. Stips en co waren visionairs; zij voorzagen al dat het gehele Rif-gebergte zich zou verplaatsen naar de Nederlandse binnensteden. Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Gouda. Elke stad een stukje. Dus de inburgeringsvideo moet wel op DVD verkrijgbaar zijn.
Hoe kom je erop? Hoe kom je er weer af? Dat is een betere vraag. Idioterie! Gelukkig kwam Sandra vandaag. En mijn schoonouders ook. Ik mag me van Sandra nu ook al niet meer boos maken over Ivo Niehe. Wat voor lol heb je dan nog in het leven? Niks toch? Zo meteen ga ik een DVD-tje scoren in de plaatselijk Videoland. Vrijdagavond is er nooit iets op TV. Ja, afleveringen van Baantjer in de dertigste herhaling. Om je daar iedere week weer doorheen te worstelen moet je Marjan Mudde wel heel erg leuk vinden. Ik geloof stellig dat het me vanavond weer niet lukt om de aflevering geboeid te volgen.
Ik heb een buurman gekregen. In dienst had ik een maatje, die kreeg elk half uur een nieuwe buurman. Die woonde in de Rosse Buurt in Amsterdam. In ieder geval… ik heb een buurman. Een jonge kerel. Dus wie weet kunnen we de boel hier nog wel op stelten zetten. Een beetje keten ‘s nachts en zo.
Moe ben ik weer. Vandaar dat ik het hier even bij laat. Voor wie dat wil; kusjes! En voor wie dat niet wil; ook! Mmmmmm.
Oh ja. Niet geheel onbelangrijk. Het was medisch weer geen succesvolle dag. Zoals al gezegd ben ik erg snel moe, verplaats ik me daarom voornamelijk per rolstoel en heb ik het grootste gedeelte van de dag op bed gelegen. Dat is dan wel weer prettig. Anders had ik, geheel buiten mijn schuld hoor, nog meer mensen verwond bij het inrijden van de huiskamer.
zondag 6 februari
Het verslag van zaterdag 5 februari heb ik maar laten zitten. Punt één viel er weinig te verslaan en punt twee was ik de hele dag te moe om uit mijn ogen te kijken. Ik ben eigenlijk mijn bed niet uitgeweest. En ‘s avonds ben ik volgens mij al voor half 10 in slaap gevallen. Ik kan me niet eens herinneren of ik al dan niet mijn tanden had gepoetst. Lekker fris! Men diende mij te wekken voor de laatste medicatie. Ik heb nog met de zuster gepraat maar vraag me niet waarover. Ik zou het je niet kunnen vertellen.
Vandaag was het al niet veel beter. Ik viel zelfs in slaap terwijl Sandra, Meggie, Iris en Kein op bezoek waren. Ik heb nog wel een knutsel op de website van Heavy Events gemaakt. Ik was blij toen het na veel moeite opeens gelukt was. Rapalje staat weer pontificaal op de site. Nu moet ik me er nog toe zetten stukjes over Schotse mode, whisky en het ware verhaal van Sir William Wallace te vertalen. Ik ben er aan begonnen. Nu moet het ook nog af! Ik vergeet steeds aan Sandra te vragen een E/N woordenboek mee te nemen.
In ieder geval voel ik me niet extra ziek of zo, maar wel erg MOE. Dat kan nooit goed zijn. En ik word er steeds nukkiger en onvriendelijker van. Ik kan echt nergens meer tegen en de laatste grappige gedachte die ik had kan ik me geloof ik al niet meer heugen. Zal ik zo even lekker gaan janken? Goed plan. Gelukkig heeft Mick me zojuist gemasseerd. Kan ik er wat mijn rug betreft weer even tegen.
De mazzel voor nu.
maandag 7 februari
Lief weblog,
Wat klinkt dat stom. Zal ik mijn weblog, wat toch eigenlijk een soort dagboek is, een naam geven? Dan begin ik elke dag met, laten we zeggen:,,Lieve…,” Ik kan zo gauw niet op een naam komen. Het schrijven gaat me helemaal niet makkelijk af. Ik ben de halve dag bezig geweest met het vertalen van een artikeltje over de Schotse vlag. Ik dacht dat ik gek werd. Na 5 alinea’s moest ik echt gaan liggen. Vanavond was het eindelijk af en heb ik trots Michel gebeld. En dat alles omdat ene de Heus met zijn vriendjes wil buitenspelen.
Maar ik wil het zo graag! Ik wil het gewoon nog kunnen. Zo vanzelfsprekend is dat tegenwoordig niet meer. En helemaal nu niet. Thuis lig ik lekker op bed, toetsenbord op schoot, muis op de deken en gaan zonder op te staan. In het ziekenhuis moet ik aan tafel zitten omdat de laptop niet naast het bed mag staan. En dat valt zo tegen! Alsof mijn brein me langzaam in de steek laat. Maar vandaag is het gelukt, ook al kostte het me zelfs moeite om het woordenboek door te spitten. Vandaar nog maar even reclame voor André en zijn vrienden. www.highlandgamesnederland.nl Bezoekt allen de spelen en voordien de website.
Voor mij zijn het al Highland Games als ik een boterham smeer. Nee lieve lezertjes (m/v), erg lekker gaat het niet met jullie Rob. Jammerrrrrrrrr. Maar helaas.
Al met al was het vandaag toch een behoorlijk heftige dag. Meggie jarig, uit haar bed gebeld om te feliciteren. Altijd leuk, alleen was ze al wakker omdat Kevin haar een ontbijtje op bed had gedaan. Dat was een beetje jammer. Gelukkig ging ze weer terug slapen zodat ik haar later wel wakker kon bellen. Hoera!!
De buurman kreeg een holtertape. Heb ik ook gehad, dat ding maakt een soort continue E.C.G. Op het display zie je in koeiencijfers de tijd. Dus vraag ik hem de hele dag hoe laat het is. Eens zien hoe lang hij dat leuk vindt.
In de middag verscheen na een half jaar plots een neuroloog aan mijn bed, met dank aan dr. de Visser, om naar mijn been te kijken. Van mij mag er een houten been aan hoor. Het doet al een half jaar zo’n zeer. Na een uitgebreid neurologisch onderzoek kwam zij tot de conclusie dat het meralgia paresthetica is. Ja, dat wist ik al. Eindelijk krijg ik er nu pijnmedicatie voor. In overleg met de cardioloog hebben ze toch gekozen voor amitriptyline. Oké, zolang mij hart blijft kloppen en de pijn vermindert vind ik het gescheten.
Onderwijl was Sandra ook ten tonele verschenen. Met handel en eten. We hebben lekker zitten kletsen. Over niks eigenlijk. Zoals dat thuis ook wel eens gaat. We hoeven het toch niet de ganse dag over ernstige dingen te hebben? Dan worden we gek. Nog gekker.
Met de studenten die de voeding doen kwam ik tot de conclusie dat mannen in de keuken toch voornamelijk bedreven zijn in het bedienen van magnetron en tostiapparaat. Handig zo’n magnetron. Alleen jammer dat je met de meeste diëten niet meer van die handige kant en klare dingen in de super kunt halen. Maar ja, dan kook je de ene dag lekker zelf iets, hup de koelkast in en dan warm je het de volgende dag op om het op te eten. Ook makkelijk.
Tot hier. Dit moest het dan maar weer zijn. Of nee, toch niet. In Rotterdam was een schietpartij voor de Hollywood. Spannend! Er waren wel 5 slachtoffers te betreuren. Allen waren in het been getroffen. Allemaal? Ja, volgens de krant wel. Nou weet ik dat de meeste van die namaakcriminelen in Nederland niet weten hoe ze fatsoenlijk met een vuistvuurwapen om moeten gaan. Als een gangster in een slechte film met weer zo’n rapper als mislukt acteur houden ze het wapen strak voor zich uitgestoken, het liefst schuin, en dan vuren ze het wapen af. Zie je het voor je? Juist. De politie is nu, na forensisch onderzoek, op zoek naar een schutter van zo’n 75 centimeter lang.
Toedels…
Dinsdag 8 februari
Het was weer een bewogen dag in het Erasmus Medisch Centrum. ,,Oh ja? Wat bewoog er dan zoal?” Ik niet zoveel maar om me heen was het allemaal heel spannend. Het begon vanmorgen toen al het personeel in rep en, jawel, roer geraakte. Alles op deze afdeling piept en toetert; infuuspompen, alarmen van de hartbewaking, piepers (daarom heten ze ook piepers!), vaatwassers, magnetrons. Noem maar op. En dan komt de technische dienst ook nog eens met de brandweer de automatische brandmelders testen. Gezellig. Leuk om te zien, maar de meeste mensen konden er mijn lol niet van inzien. Ik natuurlijk wel.
Daarna gebeurde er een hele tijd niets. Gelukkig verschenen al spoedig Sandra Meggie en Iris. Toen was het al half drie hoor. Tussendoor had ik ook nog lekker een tukkie gedaan. Kwebbel kwebbel kwebbel. Plotseling werd ik opgehaald om naar de KNO-arts te gaan. Ik heb wat last van mijn oor. NEE, IK BEN NIET DOOF!
De arts bleek een alleraardigste vrouw te zijn. Ze kwam duidelijk gestresst de afdeling oplopen en nam me direct mee naar haar spreek-/behandelkamer. De eerste vraag die ze stelde was een inkoppertje:,, Is uw gehoor goed?” Ik kon natuurlijk alleen maar reageren met:,,Wat zegt u?” Het is een gave hè! ,,Zegt u vaak ‘hè’ in een gesprek omdat u iets niet verstaat?”, was de volgende. ,,Jaha. Heel vaak. Want ik heb een buurman op zaal die uit Limburg komt.” Die kon ik natuurlijk ook niet laten liggen.
De KNO-arts boog zich toen maar over mijn oor en schreef druppeltjes voor. Snel de volgende patiënt, die meneer lag tenminste half bewusteloos in bed. Makkie!
Verder heb ik weer heel rustig aan gedaan. De situatie verandert niet erg. Met een beetje geluk mag ik het einde van de week toch naar huis. Voorlopig denk ik daar maar niet te hard aan. Nu ben ik moe. Ik ga liggen, uitrusten en C.S.I. kijken.
Mazzels!
Woensdag 9 februari
Ik ben sprakeloos. Dat overkomt me niet vaak. Ontsteld ben ik. Overweldigd door blijdschap! Het moet niet gekker worden!! Ik mag morgen naar huis. A casa!! En nu? Ben ik nu genezen? Nee, natuurlijk niet! was het maar zo’n feest. Op z’n best is het medisch en emotioneel verantwoord dat ik thuis verblijf. Voor hoelang weet niemand. Als het maar wat langer is dan de vorige keer. Een week is wel erg kort. Je weet het niet hè. Een kleinigheidje heb je zomaar.
Vanmiddag had ik nog wel de buurman op de kast. Een beetje dan. Hij moest aan een infuuspomp met heparine (bloedverdunner) en wilde graag weten wat dat was en hoe dat ging. Ik had nog een leuke foto. (zie vrijdag 28 januari) Veel meer heb ik niet gedaan vandaag. Of toch wel! Ik heb samen met Sandra een ijsje gehaald in de hal beneden. Leuk uitje.
In ieder geval komt Sandra me morgen na haar therapeutische aanwezigheid op het werk fijn ophalen. Dan stappen we samen in de auto en dan ben ik weer thuis. Verder heb ik weinig te melden en wie niets te zeggen heeft moet vooral zijn mond houden. Dat ga ik hierbij dus doen.
Arriverderci!!
Donderdag 10 februari
Het is nog wat vroeg, 9 uur ‘s avonds, maar ik lig al lekker in mijn eigen warme bedje. Beneden in de woonkamer is Sandra bezig het bed af te breken. Ze heeft bij de thuiszorg een verstelbaar bed voor me besteld. Dat wordt morgen gebracht. Hoe raar het misschien ook klinkt; thuiskomen is vermoeiend. Dit stukje typ ik dus lekker in de slaapkamer, in bed. Handig zo’n draadloos netwerk.
Dr. Caliskan (cardioloog) heeft me vlak voor vertrek op het hart gedrukt het ontzettend rustig aan te doen. Aardige man. Hij vroeg nog of mijn dochter me kwam halen. Ik had hem van de week verteld dat Meggie haar rijbewijs had gehaald. Dat zo’n man dat dan nog weet. Die lui hebben het pas druk. En de politiek maar zeuren dat specialisten te veel verdienen. Ech nie! die mensen zijn hun salaris dubbel en dwars waard. En een uren dat ze maken. Bizar. Geldt de ARBO-wetgeving niet voor artsen?
Onderweg, naast Sandra in mijn eigen auto, begon ik me al snel beter te voelen. Naar huis, naar huis… Nu ben ik dus weer thuis. En het voelt top. Ik weet nog dat ik de eerste keer naar huis mocht. Ik was zo bang en nerveus dat ik eerst een uur kotsend op de wc doorbracht voordat Sandra me mee kon nemen. Nu was ik redelijk relaxed. Het zal wel goed gaan. Ik heb er alle vertrouwen in. Als je dat niet meer hebt, heb je niets meer.
Ik hoop dat jullie begrijpen dat ik het ook op het gebied van visite rustig aan moet doen. Sandra houdt de agenda bij. Ik mag nu ook niet meer alleen visite ontvangen. Zelf voor de koffie, bier en limonade zorgen is voor nu even verleden tijd. Zo rustig aan moet ik het doen. En zo rustig aan ga ik het ook doen! Ik heb wat telefoontjes gepleegd en daar was ik al moe van.
Ik heb wel nog snel mijn gastenboek gelezen. Helemaal te gek hoeveel reacties ik van jullie krijg. Echt hoor. Alsof ik een heleboel kaartjes krijg. Dat gastenboek, wat jullie erin schrijven, betekent zoveel voor me; steun, weten dat er aan me gedacht wordt.
Morgen verder. Toch?
Vrijdag 11 februari
Gisteravond trof ik tussen mijn e-mail een berichtje van Eric. Eric was begonnen met het lezen van mijn weblog, was nog niet klaar en toen hij terug wilde komen bleek mijn bericht met mijn webadres door het bestuur van STIN van hun muurkrant verwijderd te zijn. Nou ja! Ik was helemaal verontwaardigd. Zoals mijn goede vriend U.R.N. Droef zou zeggen:,,Die vuige lieden dragen ongetwijfeld allemaal zo’n band rond de bovenarm.”
Na het bericht gelezen en beantwoord te hebben spoedde ik mij virtueel (in het echte leven ben ik niet meer zo snel ter been) naar het gastenboek. En jawel hoor, blijkbaar beschikken de leden van het bestuur over wat fascistoïde ideeën inzake vrijheid van meningsuiting. Zelfs censuur wordt niet geschuwd om ongewenste meningen en uitlatingen te weren van hun enge website: ,,… Alleen op deze manier kan volgens het bestuur de kwaliteit en het specifieke karakter van de website worden gewaarborgd….” Welke kwaliteit?
Waar kennen mijn opa en oma dat nog van? Zouden hun fietsen bij de STIN in het schuurtje staan?
Belachelijk natuurlijk. Die dingen hè… daar kan ik nou niet zo goed tegen. De STIN opereert onder het motto ‘voor ICD-dragers, door ICD-dragers (gaaap!!!)’. Ze lullen helaas maar wat uit hun nek. Ze willen helemaal niet dat de site ook door ICD-dragers wordt gemaakt. Niets van dat al. ‘Eigen volk eerst!’ kunnen ze beter in de kop van hun homepage zetten. Andersdenkenden, die wel positief in het leven staan, worden gediscrimineerd.
Ik heb het al eens eerder gezegd: als je de neiging hebt om jezelf van het leven te beroven, en je twijfelt, lees dan even de klaagzangen op de site van STIN en niets houdt je meer tegen om van die flat af te springen. Steun en contact? Wie ruimt de troep op? Het verbaast mij persoonlijk dan ook ten zeerste dat ik nergens op de site een link naar de Nederlandse Euthanasievereniging heb kunnen vinden.
(Euthanasie lijkt me trouwens een moeilijke hobby om een vereniging voor op te zetten. Hoe houd je zo’n vereniging in stand? Het kan bijna niet anders of dat je als bestuur doorlopend met een schrikbarende ledenterugloop te maken hebt. En wat als hierdoor de zoveelste penningmeester die maand naar de cyaankali grijpt of in plaats van een steen zichzelf vanaf een viaduct voor een aanstormende vrachtauto stort? Vind maar eens een vervanger (m/v). Eén voordeel heb je als club; iedereen kan het clublied, ‘Waarheen, waarvoor, waarom, waardoor, waartussen (of zoiets)’ van Mieke Telkamp meezingen…)
Waar moet dat heen met Nederland nu er naast extremistische moslims en christenen ook extremistische ICD-dragers opduiken? Voor je het weet zitten we met ICD-dragers die zichzelf opblazen in de wachtkamer van de cardioloog. Weten de AIVD en de ministers Donner en Remkes hier wel van? Ik ga ze vandaag nog een e-mail sturen over deze zaak. Dit kan toch niet zomaar in een beschaafd land als het onze? Nederland is toch zeker geen bananenrepubliek? Of moet eerst de Minister van Volksgezondheid bedreigd, of erger, worden?
Hè… dat was even lekker. Zo ken ik mezelf weer. Op die manier merk je dat het thuis toch beter toeven is dan in het ziekenhuis. Je hoofd wordt weer helder, je hebt weer eens wat om je over op te winden. Ik ben druk bezig een staakt het schrijven met mezelf overeen te komen zodat ik de krant even kan lezen. Wie weet wat ik daarin nog aantref?
Misschien nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het bestraffen van familieleden van eerwrekers. Mocht dat doorzetten dan breken er gouden tijden aan voor frauderende aannemers.
Even een simpel rekensommetje; stel, er plegen 200 personen van etnische afkomst een misdrijf wegens eerwraak. Die 200 personen komen uit families die gemiddeld uit 25 personen bestaan. Dan moet je als regering als de sodemieter 5000 cellen bijbouwen! Hoe kom ik aan aandelen Koop Tjuchem? Die zijn niet aan de beurs genoteerd? Jammer.
Edwin de Roy van Zuijdewijn wil via de rechter een omgangsregeling met hond Paco afdwingen. Kan de Roy van Zuijdewijn dan niet beter met Camilla Parker-Bowles trouwen in plaats van Prins Charles? Heeft Edwin toch nog een hond.
Ik heb de krant gelezen hoor. Het was allemaal weer oud nieuws. Het meeste was gisteren al gebeurd. Alle tijd is weer aan mij. Vanochtend heb ik tot 11 uur geslapen. Lekker uitgerust. Alleen was ik veroordeeld tot een leven als banneling in de slaapkamer. Het hoog/laagbed kwam pas om twee uur. Kiezen of delen; of niet kunnen liggen, of boven blijven. Dat was geen moeilijke keuze. Om kwart voor drie was was ik nog niet klaar met douchen of Maarten, de fysiotherapeut, stond al klaar om me te grazen te nemen.
Deze Maarten is een heel bijzondere fysiotherapeut. Wat mij betreft is hij ook een prima psychotherapeut. Ik lig altijd in een deuk om ‘m. Altijd heeft hij wel een stom verhaal of een mop die net niet kan. Hoe fysiotherapie ook goed kan zijn voor je humeur.
Het medische component van mijn huidige leven is nog steeds weinig glorieus. Als ik nu op vakantie zou zijn ware het niet de moeite om erover naar huis te schrijven. Het blijft echt een wankel geval, die ‘gezondheid’ van mij. Maar, we blijven monter, opgewekt en positief. Ik ben huilend geboren, ik verwacht lachend dood te gaan.
Over nog een hele tijd. Wat dat lachen en vrolijk zijn betreft lijk ik wel een CARA-patiënt; ik sta ‘s ochtends fluitend op en ‘s avonds ga ik gierend weer naar bed.
Morgen ga ik het hebben over de Arbodienst. ,,Alweer? Nee hè?” Ja, alweer. Ook de medewerkers van de Arbo Unie in Vlaardingen (ik beperk me tot de vestiging in Vlaardingen, anders krijg ik ruzie met Gerda) zijn een onuitputtelijke bron van ergernis. Waarvoor ze dus eigenlijk weer hulde verdienen. Anders raak ik weer een hobby kwijt.
Tot morgen dus!
P.S. Dit jaar met Valentijn liever geen kaarten met harten voor mij. In plaats daarvan liever koelboxen met harten. Bedankt.
Zaterdag 12 februari
Wat schrijf ik gister nou als P.S.? Het staat hier vlak boven? Kijk even… En wat krijg ik? Jij mag nooit meer raden. Een Valentijnskaart! En wat voor een Valentijnskaart. Hier wordt expliciet gesuggereerd dat iemand wilde sex met me wil hebben. De afzendster van de kaart (tenminste, ik hoop dat het een afzendster is!!!) moet ik teleurstellen. Punt één heb ik al verkering met een heel leuk meisje en punt twee kan hartfalen resulteren in impotentie. En helaas…
Ik had toch gezegd dat jij nooit meer mocht raden!!
Leuk te weten dat ik nog een beetje lekker in de markt lig. Daar koop ik verder niets voor, maar toch. Een avondje wilde sex staat wel hoog genoteerd op mijn lijstje met prioriteiten wanneer ik getransplanteerd ben. Dat gaat dan natuurlijk met Sandra gebeuren. Dat we daar geen misverstanden over laten ontstaan. Tot die tijd durf ik echter zelfs geen vieze boekjes te bekijken. Dat is medisch onverantwoord. Ik heb ook alle porno-sites uit mijn favorieten gemikt, want voor je het weet klik je iets verkeerd aan en lig je twee tellen later in onmacht op de grond.
Had ik mezelf beloofd vandaag weer eens lekker mijn gal te spuwen over de Arbodienst, gebeuren er veel leukere dingen. ‘Operation STIN, part II, The Rising of a New Nemesis’ gaat vandaag in première. Ik heb verdorie opeens een dagtaak aan het beantwoorden van e-mails en andere reacties. Zelfs de voorzitter van het foute clubje, door menigeen in het cardio-wereldje (Dit verzin ik niet zelf!) als een lulletje en ‘om te kotsen’ gekwalificeerd, stuurt me e-mailtjes. Als hij me gaat bedreigen bel ik gewoon André op. Jullie weten niet wie André is, hè? Ik wel. Ik ben eigenlijk een beetje bang voor ‘m. En ik vind mezelf best stoer. Ken je nagaan.
Knuppels en hoenderhokken. Daar heb ik altijd al iets mee gehad. Het is een kwestie van goed mikken als je begint te gooien. Dat lijkt in dit geval weer goed gelukt. Ik mag me van de dokters ab-so-luut niet opwinden. Ik word ook niet gauw kwaad… maar er zijn van die dingen… Bovendien; ik mot wat te doen hebben. Chronisch zuurstofgebrek en beschadigde stembanden (lekker rustig) dwingen mij het toetsenbord ter hand te nemen. Anders heb ik niks meer, geen moer, ik lig maar een beetje op bed. Maar wel met de laptop onder handbereik.
Hahaaaah!! Ik kan niet meer lullen, maar schrijven… breek me de bek niet open. Wat is internet in zo’n geval dan een geweldig medium. Als je me nu zou vragen waarmee ik me het beste vermaak dan is het antwoord: ,,INTERNET!!” Noem me narcistisch, maar ik ben erg in mijn nopjes met dit podium. Lieve medepatiënten, beschouw me maar als jullie eigen virtuele cliniclown. Of clinicolumnist. What ever! Als er naast het huilen ook maar gelachen wordt!
En lieve ArboUnie, jullie komen echt nog aan de beurt deze week. Ik zeg dit maar even voor het geval ze zich anders gemarginaliseerd voelen. Nog even het volgende; ik heb een een aantal reacties van mededragers gepubliceerd. Klik hier!
Medische bijzonderheden.
Ik ga nog geen rouwkaarten versturen, zo erg is het nou ook weer niet. Maar om nou te zeggen dat ik huppelend door de kamer dans… ook dat nou weer niet. Nou weet je nog niks. Nee. Wat moet ik zeggen? Laat ik het op z’n Frans uitdrukken. Nee, geen ‘soixante-neuf’. Wel opletten hè! Ik zit net net te vertellen dat, eh, nou ja, mijn sexleven op z’n zachtst gezegd niet optimaal is. ‘Comment ça va? Comme ci, comme ça.’ Dat zocht ik. Fout gespeld? Jammer dan! Beter nu fout dan in de oorlog. Da’s nog veel erger. Dat dan weer wel. (geweldige show van Hans Teeuwen trouwens!)
Zondag 13 februari
Twaalf uur. Ik moet nu toch wel erg nodig plassen. Stomme diuretica. Ach, ook wel een mooie tijd om eens uit bed te gaan. Sandra was gisteravond dansen. Ik heb geen flauw idee hoe laat ze thuis was. Wat ik ook niet belangrijk vind. Ze had gister niet zo’n fijne dag. Verdriet, boosheid en angst. Daarom was ik blij dat ze toch nog even naar dansen was gegaan. Valentijnsbal. Terwijl haar Valentijn thuis in zijn bedje lag te slapen en niet eens merkte dat ze weer thuiskwam. Ik heb haar lekker laten slapen, ben gaan douchen en toen naar beneden. De dag, die al half voorbij was kon beginnen.
En wat doe ik dan als ik beneden kom? Dan ga ik daar op bed liggen. Rustig aan genoeg? Ik krijg er een beetje genoeg van. Morgen moet het beter gaan. Dan wil ik ook even naar buiten. Het is nu zondag, pyjamadag. Maar morgen is het weer gewoon maandag. Boodschappen doen, misschien even door het winkelcentrum. Het weer moet dan wel een beetje meewerken. Als het Kwalitatief Uitermate Treurig weer is blijf ik alsnog lekker binnen. Een kleinigheidje heb je zomaar en ik zit niet te wachten op een verkoudheidje.
Gelukkig had ik weer een aantal leuke reacties in mijn gastenboek. Behalve de vaste klanten doken opeens ook Maarten ‘Asterix’ Verpoort en Brian op. Dit doet me realiseren dat ik meer werk moet gaan maken van mijn sociale contacten. Ik kan moeilijk verwachten dat iedereen achter mij aanloopt. Dan maar een wat hogere telefoonrekening. Langdurig ziek zijn is echt de genadeklap voor je sociale leven. Daar kan ik me bij neerleggen of iets verzinnen om toch nog in contact te blijven met de mensen die altijd zo belangrijk waren.
Bellen, mailen, faxen, SMS’-en. Wat dat betreft hoef je niet te vereenzamen in deze tijd. 24/7 is iedereen bereikbaar, waar ter wereld hij ook is. En dan heb ik internet nog niet genoemd. Chatten! Nou, om nou een virtuele vriendenkring in cyberspace op te bouwen… Ik hoop mijn bestaande netwerk in stand te kunnen houden. Vooral nu het steeds moeilijker voor me wordt om de deur uit te gaan of bezoek te ontvangen.
Gisteravond waren Michel en Maria Z. (vrienden annex collega’s) me komen bezoeken. Een voor anderen onbegrijpelijk vermoeiende ervaring. Maar ook onmiskenbaar belangrijk. Ik was erg blij met het bezoek. De laatste weetjes over het werk, even wat andere gespreksstof, lachen. ‘Ken je die nog?’ ‘Pietje is weer terug!’ Mijn werk mis ik ontzettend. Als ik weer zou mogen en kunnen werken stond ik morgen om 7 uur op de stoep van de Hartelborgt. Zouden er nog leerlingen zijn die ik ken?
Als je het over de duvel hebt. Een beetje mismoedig lig ik dit stukje te schrijven, belt voormalig buurman Jack. Die heb ik al ik weet niet hoelang niet meer gezien sinds hij naar Anna Pauwlona verhuisde. Straks komt hij even langs. Jack logeert regelmatig in het hotel waar Meggie werkt. Dat is dan weer heel leuk. Gauw de pyjama’s uit en kleren aan.
Jack vroeg ook of het wel uitkwam, of ik me niet beroerd voelde of zo. Veel mensen denken waarschijnlijk dat ik erg ziek, zwak en misselijk ben. Dat ik als een soort dood vogeltje op bed lig, niet aanspreekbaar of in staat te reageren. Natuurlijk ben ik echt hartstikke ziek! En soms ben ik hondsberoerd. Toch ervaar ik mijn ziekte vooral en meestal door het ontzettend snel moe zijn. Eigenlijk de hele dag. Aan de buitenkant zie je niks aan me. De foto op de voorpagina is recent genomen. Hollands welvaren toch? NOT! Dit betekent niet dat ik ook zielig ben. En ik wil al helemaal niet zielig gevonden worden.
Medelijden, heb ik inmiddels ondervonden, heb je geen reet aan als patiënt. Je denkt toch niet dat ik al die joligheid uit mijn eigen binnenste put? Daar speelt mijn omgeving een grote rol in. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik een hele verzameling droogkloten om me heen heb die net zo vervelend kunnen zijn als ikzelf. En die me echt de ruimte niet gunnen om eens lekker de zieligerd uit te hangen. Ik mag wel van ze huilen hoor. Maar niet de hele dag! Dan huilen ze gewoon lekker mee zodat ik daarna met hervonden energie en zin de draad weer oppak.
En eerlijk is eerlijk: ik heb er nog steeds zin in! Ik ga ervoor. Ik weet nog niet waarvoor, niets is meer zeker in mijn bestaan, maar wat op mijn weg komt pak ik aan. Ik omarm het, bevecht het, maak het belachelijk, heb het lief, vier het, vervloek het, lach erom. Zolang je maar iets doet! Wat je doet maakt niet uit. Maar doe iets! Niet gaan mokken, kankeren is wel toegestaan, schouders eronder en verder sjouwen. Met de hulp die ik heb kan het! En daar ben ik blij mee!
Ik kan nog meer hulp gebruiken. Om met Huub v.d. Lubbe te spreken:,,Ik kan het niet alleen!” Dat ga ik doen! Lekker een CD van De Dijk opzetten.
Tot… wat kan mij het schelen. Wat is tijd? Zand dat door je vingers glijdt. Laterzzzzzzz!
Maandag 14 februari
Bij ons thuis staat er een bed in de huiskamer. Soms ligt er op dat bed een naargeestig, gefrustreerd mannetje. Blond stekelhaar, blauwe ogen, campingsmoking. Het kereltje heeft overal zwaar de pest over in. Hij vindt dat heel zijn leven naar de kloten is en dat hij niets meer heeft om voor vol te houden. Zoutarm eten, ook niet te vet, denk aan je cholesterol, vooral niet teveel drinken, vochtbeperking, en al helemaal geen biertje of een wijntje, een stukje skeeleren of fietsen kan hij ook wel op zijn buik schrijven, hij is al moe en versleten op het moment dat hij ‘s ochtends zijn tanden heeft gepoetst, en seks is iets dat hij zich nog vaag kan herinneren.
Inderdaad. Wat een kutleven heeft dat kereltje zeg. Kunnen we hem niet beter uit zijn lijden verlossen? Dat is toch geen leven? Dat kan tegenwoordig heel humaan heb ik wel eens gehoord. Goed plan. Laten we het er met hem over hebben. Morgen, of volgende week.
Bij ons thuis staat er een bed in de huiskamer. Soms ligt daar een kereltje op. Blond stekelhaar, blauwe ogen, campingsmoking. Shit, dat is dat gefrustreerde chagrijnige kereltje weer! Maar hij glimlacht! Het is toch hetzelfde kereltje. Hij houdt de hand van zijn vrouw vast en kijkt naar zijn kinderen. Ze kijken samen televisie en praten over de dingen die ze vandaag gedaan hebben. Het schijnt nogal leuk geweest te zijn. Wat hebben ze gedaan dan? Hij is wel gauw tevreden geloof ik. Even naar het winkelcentrum, huiswerk gemaakt met de middelste dochter, de kat gepest met de jongste dochter, een stukje rijden met de oudste.
Dat is toch geweldig! Als je kunt genieten van de kleine dingen in het leven? Ik wou dat ik dat kon. Zullen we dat gesprek over… nou ja, je weet wel… maar even laten zitten? Dat lijkt een goed plan. Misschien is dat toch niet nodig.
Bij ons thuis staat er een bed in de huiskamer. Kijk; daar ligt dat blonde kereltje weer. Hij slaapt. Gelukkig maar. Niemand kan hem zijn dromen afpakken. Kijk hem nou eens liggen. Laat hem maar even zo. Dan komt het wel voor elkaar.
Dingen van de dag…
De ArboUnie!! ,,NEEEEEE!!!!!” JAAAAAAA! Ik leg net de telefoon neer na een sociaal babbeltje met mijn baas. Tenminste, hij denkt dat hij mijn baas is en ik doe net alsof hij mijn baas is. Een voor beiden zeer bevredigende oplossing. Tenslotte is de baas een toffe gozer en wat mij betreft mag hij nog wel even blijven. Eén ding had hij in het gesprek beter niet te berde kunnen brengen; de arboarts! Mijn bloed begint ondanks mijn ernstig lage bloeddruk en de minimale pompfunctie van mijn hart door mijn aderen te kolken.
Ik word zo niet bien van die lui van de ArboUnie (vestiging Vlaardingen)! Er is ooit afgesproken dat ik zelf contact opneem als ik weer eens uit het ziekenhuis kom. Stel je voor dat je nog steeds niet helemaal lekker voelt, gefrustreerd dat een hart zolang op zich laat wachten, verdrietig dat je weer je gezin zo lang alleen hebt moeten missen, boos (zeg maar gerust woedend) op (… ja op wie of wat moet je boos zijn?) en machteloos in de wetenschap dat je langzaam aan het doodgaan bent. Voordat ik iemand voor het hoofd stoot: iedereen gaat natuurlijk langzaam dood, dat begint al op het moment dat je geboren wordt, maar bij mij gaat het net iets sneller. En dan krijg je, in een notendop, ongeveer het volgende gesprek:
,,Arbounie, met Miep. Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
,,Ja, goedemiddag, u spreekt met Rob Oosterboer. Ik wil even melden dat ik uit het ziekenhuis ben ontslagen.”
,,Ik pak even uw gegevens erbij. Wat is uw geboortedatum?… U werkt bij Horizon?… Waarom was u opgenomen?”
,,Nou, (ze heeft toch mijn gegevens erbij gepakt?) ik verkeer in het eindstadium van hartfalen en dus moet ik regelmatig opgenomen worden om de medicatie opnieuw in te stellen en dat soort dingen. Maar dat is bekend bij jullie hoor.”
,,Ooh. En u bent nu geopereerd?”
Ja, was het maar zo’n feest!! Nog geen twee weken in het ziekenhuis voor een harttransplantatie. Een harttransplantatie die ik misschien niet eens haal. Inmiddels ben ik ontploft bij de gedachte dat er aan de andere kant van de lijn een stom blond mokkel met het I.Q. van een demente kip haar nagels zit te lakken. Dus om me niet verder op te winden, want streng verboden, maak ik dan maar een eind aan het gesprek. De rest van de dag teneergeslagen en nog verdrietiger om alles. Wat denken ze daar nou, die sukkels? Dat ik eerst een hartinfarct simuleer en daarna voor de lol een half jaar het ziekenhuis platloop? Stelletje gekken!
Zo gaat het telkens. En ik heb de laatste ziekenhuisopname echt nog niet gehad. De arboarts (als hij tenminste arts is, dat weet je maar nooit bij de ArboUnie) krijg je niet te spreken. Maar die loser gaat wel in het Sociaal Medisch Team (functionarissen werkgever + arboarts) mij een beetje zwart zitten maken onder het mom dat er met mij niet te communiceren valt. (Ik heb echt overal mijn oren en ogen zitten!) Nee. Gek hè? Vragen ze ook aan terminale kankerpatiënten of die denken snel weer beter te zijn? Nee, ik wind me helemaal niet op! De rust zelve, dat ben ik.
Ik zal het er niet meer over hebben. ,,Fijn! En hoe gaat het met de STIN?” Ha! Ik lach me helemaal gek. Dat verhaal begint een beetje uit de klauwen te lopen. Maar, ik ben net een pitbull hè! Ik bijt me vast en laat niet meer los tot de vellen er bij hangen. Bovendien werkt het therapeutisch ook heel goed. Misschien kan ik het geld dat ik kwijt ben aan mijn ISP declareren bij de ziektekostenverzekering. In plaats van twee keer in de week dure psychotherapie. Een aan alle kanten gedemobiliseerde patiënt moet toch wat om handen hebben? Anders wordt hij gek!
En nu is het pas 11 uur ‘s ochtends. De dag is amper begonnen en alle e-mail is beantwoord. Nog even en ik moet een secretaresse huren. Klaagde ik wel eens dat ik me verveelde? Ik heb het retedruk. En mijn echte werk schiet er zo wel een beetje bij in. Ik moet nog steeds een paar Engelstalige artikeltjes vertalen voor een website. Op deze manier komt dat er nooit van. Vanmiddag dan maar. Na het middagdutje. En misschien laat ik het Gaby wel doen. Dat is de makkelijkste oplossing. Hoef ik het alleen nog maar te redigeren.
Genoeg gezwetst voor vandaag. Ik wilde eigenlijk naar buiten in mijn snelle rolstoel maar gezien de weersomstandigheden zie ik daar maar van af. Dus blijf ik maar lekker (door-)liggen. Daar moet inderdaad wel wat aan gebeuren. Mijn hielen beginnen al een beetje raar aan te voelen. En Sandra heeft er verstand van. Gottegot, wat kon ze smakelijk vertellen over decubitusverschijnselen. Je rook de rottende stank gewoon. Brrrrrrr. Waar een paramedische achtergrond allemaal niet goed voor is. Hoewel… zoals het nu met mij gaat is het misschien prettiger om niet van de hoed en de rand te weten. Zalig zijn de onwetenden. Of zoiets.
Als er, geheel tegen de verwachting in, nog iets spannends gebeurt schrijf ik wel verder.
Voor nu: TOEDELS!!!
Dinsdag 15 februari
Tjemig de pemig! Wat moest ik vanochtend vroeg uit bed. Om 8 uur zat ik al beneden in de huiskamer. ,,Ho ho Robje! Niet liegen. Je lag in de huiskamer!” Hè gatver, altijd dat knagende stemmetje dat zich mijn geweten noemt. Kan ik die gezellige Antilliaanse kabouter van de Dubbel Friss-reclame niet krijgen. Dat lijkt me een leuke medestander in het verzinnen en in de praktijk brengen van allerlei ongein. Zelf ben ik een beetje uitverzonnen.
Zijn er nog instanties die ik lastig kan vallen? Misschien dat ik een scootmobiel aan ga vragen. Is dat leuk dan? Nee, want de afdeling van de gemeente die de Wet Voorzieningen Gehandicapten regelt heeft de zaakjes te goed voor elkaar en opereert zeer klantvriendelijk. Als ik nu bel dan heb ik waarschijnlijk volgende week een scooter voor de deur staan.
In ieder geval was ik dus vroeg uit bed. Voor Jan met de korte achternaam. Foutje bij de trombosedienst. GGGGRRRRRR!!!!! En de dagen duren al zo lang. Dus slaap ik liever een beetje uit. Dus niet uit luiheid. Ik had me dus net een beetje op liggen peppen om toch even met Sandra mee te gaan voor de boodschapjes. Kan ik nog de deur niet uit. Ik ga vragen of ik niet zelf kan prikken. Ja, dat moet Sandra dan doen. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om mezelf ook maar een heel klein beetje zeer te doen. Wat een mietje ben ik zeg. Ik laat Sandra zelfs pleisters verwijderen. En waarom koopt ze nou nooit van die pijnloos te verwijderen kinderpleisters voor me? Om me te pesten natuurlijk.
Sandra heeft ook altijd goede ideeën. Vanavond komt de real life soap ‘Geen gezeik, onder de grond dat lijk’ op de televisie. (Nee, ik weet niet hoe het heet.) Dat handelt over een Amerikaanse begrafenisonderneming in Amerika (ja dûh) en schijnbaar krijg je leuke kijkjes in de handel en wandel van de lijkbezorging in the U.S. of A. En daar gebeuren rare dingen.
Zo stond er laatst in de krant een klein berichtje over een particulier crematorium dat de gasrekening niet kon betalen. De ondernemer begroef daarom de lijken maar in de achtertuin van het bedrijf en gaf de nabestaanden gemalen cement of een andere op as gelijkende substantie mee. Geweldig! ,,Watch out! Don’t tip Gran’pa over, you rascal!” ,,Gran’ma… that ain’t Gran’pa. It’s just some dust we kept from the trip we made with him to the Twin Towers.” You’ll never know…
Er kan echt van alles misgaan bij een begrafenis. Weet je waar ik nou bang voor ben? En niet onterecht vrees ik gezien mijn ervaringen op dat gebied. Dat ik te laat op mijn eigen begrafenis kom. Want dat kun je toch niet maken? Dan zit iedereen op z’n paasbest in de aula, is het lijk te laat. Los dat maar eens op! Je kunt een lijk ook geen peper in z’n reet stoppen dat ‘ie een beetje opschiet want daar zitten al watten in. Dus wat moet je dan als uitvaartleider? Een mop vertellen? Ja, bij een vriesdroging kan dat misschien het ijs een beetje breken. Maar bij een crematie is het natuurlijk olie op het vuur! Dan heb je zo een laaiende menigte over je heen.
Ik ben al druk bezig met het voorbereiden van mijn uitvaart zoals jullie weten. Nog een ding moet er op mijn lijstje. Ik bemoei mij werkelijk overal mee. Dus controleer ik ook of de lijkwagen waar ik in wil volgetankt voor de deur staat. Het gaat op zo’n dag om de details. Ik heb al eens als assistent-fotograaf op een bruiloft gestaan en dat de auto niet wilde starten. Kan je gaan lopen sjouwen met een jerrycannetje benzine in je goeie pak. (Waar ik later trouwens bij het maken van een foto bijna mee in het water flikkerde) Dat gebeurt je maar een keer. Ha ha, een gewaarschuwd mens stoot zich geen twee keer aan de zelfde steen!
Oh, uiteindelijk is de prikmevrouw nog gekomen. Het is altijd een beetje afwachten wat er voor de deur staat. In dit geval was het een wat oudere dame. Maar wat een leuk mens. Ik had haar bijna een kopje thee met een koekje aangeboden om zodoende nog even een half uurtje met haar te kunnen kletsen. Spraakwater voor tien. En ze ging de teamleidster op haar donder geven dat het niet goed geregeld was. Ja, daar zag ik haar inderdaad wel voor aan. Echt zo’n mensje wat bij een straatroof de straatrover de touwtyfus slaat. Kijk… daar hou ik nou van!
woensdag 16 februari
Even iets rechtzetten. Er bellen en mailen verontruste mensen die zich ernstig zorgen maken. Ik kan hen geruststellen; ik voel me nog tamelijk levendig. De laatste keer dat ik het controleerde klopte mijn hart nog. Gelukkig. Helaas is dat geen zekerheid waar Sandra en ik op kunnen bouwen. Gisteravond in bed hebben we het elkaar nog maar eens verteld, gewoon om het te weten van elkaar en het te kunnen delen. We zijn allebei bang.
Bang dat het plotseling over is. Bang dat een nieuw hart niet op tijd komt. Bang dat het binnenkort zo slecht met me gaat dat ik niet meer getransplanteerd kan worden. Dat ik langdurig naar het ziekenhuis moet. Alleen achter te blijven. De toekomst. Alles.
Sommige zorgen en angsten kan ik onmogelijk met Sandra delen. Ik blijf straks niet alleen achter, mijn toekomst, of liever het ontbreken daarvan, staat los van de toekomst van Sandra. Slechts een klein stukje van onze weg kunnen we nog samen afleggen. Daarna moet ze alleen verder. Voor haar is het moeilijker dan voor mij. Van gehandicapt of terminaal ziek zijn word je heel egocentrisch. Dat realiseer ik me toch nog wel. Begrijpen of invoelen kan ik het verdriet en de angsten van Sandra wel, delen nooit. Mijn angst is dan ook niet om dood te gaan (dat stelt niets voor, merk je op zich niets van), maar om Sandra en de kinderen achter te moeten laten.
Hoe meer ik erover nadenk, hoe machtelozer ik me voel. Dan kun je er dus maar beter niet aan denken. Was het maar zo dat je hersenen uit allemaal laatjes en kastjes bestonden. Dan deed ik het kastje met angsten en onzekerheden op slot en gooide het sleuteltje weg. Een beetje de struisvogel uithangen. Gewoon beweren dat er niets aan de hand is, net zo lang tot ik het zelf geloof. Ja, totdat ik ook doe alsof er niets aan de hand is en het weer goed mis gaat. Dat doe ik dus niet meer.
In tegenstelling tot de heersende mening heb ik geleerd dat angst een goede raadgever is. Jarenlang, en nog als ik niet ziek geworden was, heb ik in bedreigende omgevingen gewerkt. In de bajes in Scheveningen en in de jeugdgevangenis waar ik nu als leraar voor de klas sta. Daar leer je je angst gebruiken om dingen voor te zijn en alert te blijven op situaties die kunnen ontstaan. Zonder angst overleef je daar niet.
Nu is de angst anders. Ik kan me niet wapenen tegen hetgeen me nu bedreigt. Een gevaarlijke gedetineerde sla je net zo lang tot hij blijft liggen. Wat doe je met een hart dat niet meer wil? Slaan, met helm en schild naar binnen en de lange lat erover? Of de discussie aangaan tot het hart daar zo moe van wordt dat het van ellende weer aan het werk gaat? Lijdzaam afwachten is het enige wat ik kan doen. En dat gaat me heel slecht af moet ik bekennen.
Nou, nu even niet meer aan denken. Is er nog iets leuks te melden? Volgende week is ‘Shaky Ground’ in het Barbiertje. Of de week erna, zoiets. Zal ik er stiekem heengaan? Waar Shaky ground komt is het feest. In een favoriete kroeg hoort natuurlijk ook een favoriete band. Dat moet dan haast wel Shaky Ground zijn.
Tsjonge tsjonge tsjonge tsjonge, wat kunnen die meiden zingen. Mijn tijd komt wel weer denk ik dan maar. Dan sta ik weer vooraan bij het podium mee te swingen. dat geloof ik echt als ik alle nare dingen van me af schud. Ze zijn daar nog niet van me af. Sterker nog, ik breid mijn ambities uit; de wereld is nog niet van mij af! En ik heb wel zin in een feestje.
Nee… reden tot feesten hebben we nog niet. Ik kreeg van een mevrouw in het ziekenhuis wel een mooie gedachte mee: mocht ik een nieuw hart krijgen, dan vier ik voortaan mijn nieuwe verjaardag op de datum van de transplantatie.
Donderdag 17 februari
Mijn dag is weer goed vandaag. Het is nu kwart over één, ik heb net mijn middagslaapje achter de rug. Ik had eigenlijk ‘schoonheidsslaapje’ willen schrijven wat me echter op veel commentaar had komen te staan. De meeste met de strekking dat het weer geen reet heeft geholpen. Ik werd wel ruw uit mijn slaap gewekt. Kom je langzaam een beetje bij, alles gaat weer een beetje werken, ogen open, oren uit stand-by. Heb ik de TV aan laten staan! FRANS BAUER!!! AAAARRRGH!! Waar is de afstandbediening? Zie die dan maar eens zo gauw te vinden met je duffe kop.
Het zit soms niet mee als hartpatiënt. Zoals die toetsenbord-vriend van me. Kijk, ik ben echt zielig, dus de trombosedienst komt thuis prikken. Maar als je over een scootmobiel beschikt dan kun je de boom in en moet je naar een centraal prikpunt zoals in wijkcentra of bejaardenoorden. Oh gruwel. Nou woont die kerel waar ik het over heb nog in een leuk dorp. Maar stel je voor dat je ergens in Rotterdam Spangen woont. Kun je in het wijkcentrum aanschuiven naast de junks die voor hun methadon komen. Het bejaardentehuis kom je niet in vanwege overactieve beveiligingsbeambten die een streng deurbeleid voeren.
Nee, in het dorp van mijn e-mailmaat kun je nog veilig naar het bejaardenhuis. Het bejaardenhuis. De geur van Boldoot, 4711, Old Spice en Lysol. (Ruik je het al AM?) De onvermijdelijke bejaarden. Dan ga je daar dus zitten wachten, je moet er al voor dag en dauw zijn. Gelukkig was je er op tijd en zodoende zijn er slechts twee bejaarden voor je. Opa en oma worden al snel binnengeroepen. Maar 20 minuten later zit je nog te wachten tot opa en oma naar buiten komen. Eindelijk, je bent vanwege de plaspillen al 3 keer naar de plee geweest, komen de oudjes het kamertje uit en mag jij naar binnen.
De medewerkster van het laboratorium zit er wat ontredderd bij en stort haar hart bij je uit. Het schiet niet op die oudjes. Eerst helpt opa oma uit haar jas. Wanneer dringt eindelijk het besef door dat een jas met een rits makkelijker is dan een exemplaar met 15 knopen, die ondanks de aangename temperatuur ook allemaal dichtgeknoopt zijn. Maar vooruit, na ingrijpen van de ‘zuster’ is oma uit haar jas. Nu opa nog. Gotte gotte got. Schiet nou eens op.
Hoewel oma al ontelbare malen geprikt is, heeft ze het weer voor elkaar, alsof ze het erom doet! G… g…. g…ver… Waarom, waarom heeft ze nou alweer een jurk aangedaan waarvan de mouwen zich met geen mogelijkheid op laten stropen? Uit die jurk. Ondanks goedbedoelde tegenwerking van opa is dan uiteindelijk de jurk uit en kan er overgegaan worden tot het prikken. Eerst maar eens stuwen. Flink kloppen. Geen ader te zien door het perkament dat eens huid was. Andere arm proberen. K…. k….K.t!!!
Jurk weer aan! ,,Nee meneer laat mij maar even.” (,,Anders sta ik hier volgende week nog en ik moet nog squashen vanavond.”) Dan toch maar wat bloed uit de hand prikken. Op de hand is nog net een adertje te vinden en verdomd, na wat gekloot met een vlindernaaldje komt er zowaar nog bloed uit het kadaver ook. Hallelujah!!!
Jij staat na precies 1 minuut en 20 seconden weer buiten. De enige troost wordt geboden door de aanblik van de inmiddels met bejaarden volgestroomde wachtruimte. Gauw naar huis voor een bakkie koffie. Thuisgekomen zie je nog net hoe de kat van de buren één van je prijswinnende koikarpers uit de vijver vist. Op dit soort dagen vraag je je af waarom je in hemelsnaam gestopt bent met roken. Nee, het zit ons, hartpatiënten, niet mee.
,,Wacht maar tot je zelf zo oud bent.” hoor ik iemand venijnig sissen:,,Eens zien wat je dan denkt over het belachelijk maken van bejaarden. Rotjong!” Het leven kan vele teleurstellingen in petto hebben. Ook voor de sisser; ik word van mijn levensdagen niet zo oud. Elk nadeel heb een voordeel. Deze kreet van J.C. (de Verlosser) is toch wel één van mijn meest gebezigde uitdrukkinge
Het dipperige van gister is wel over, een beetje. Over tot de orde van de dag! Sandra is naar haar werk geweest en heeft van een collega de eerste serie ‘BOTTOM’ op DûhVûhDûh geleend. Ik hoop dat mijn ICD niet een van die defecte Medtronic-exemplaren is want, hoewel ik alle afleveringen èn de film heb gezien, straks ga ik hem echt bekijken. Ik lig nu al blauw van het lachen. Heb ik alleen het hoesje nog maar gezien.
Nog nooit van ‘Bottom’ gehoord of iets gezien????????? Rik Mayall en Adrian Edmondson spelen in deze comedyserie Richie Richard en Eddie Hitler, een vreselijk stel vunzen die een appartement delen en een carrière maken van vergeefs proberen seks met een echte vrouw te hebben. Briljante humor zoals die alleen maar uit Engeland kan komen.
Vanavond komt Joke Pippel, van uitvaartbedrijf Pippel, langs voor een oriënterend gesprek. Joke is een ex-collega van Sandra uit ‘de Grootenhoek’, het lokale verpleeghuis. Daar kan ik dan wel weer een paar grappen over verzinnen maar die zien jullie zelf ook wel, denk ik. En het is de bedoeling dat ze me een beetje netjes onder de grond gaat stoppen, vandaar dat ik haar nog even te vriend moet houden. Bijt nooit de hand die je kist dichtspijkert.
Op gezondheidsgebied zit er weinig schot in. Het gaat niet beter en ook niet slechter. Dus laat ik het daar maar niet over hebben.
Oh ja, tof! Zet ik wat in het gasten boek van Shaky Ground; zetten zij wat in mijn gastenboek. Je moet je voorstellen dat ik als een idolate bakvis heb zitten gillen. ,,Mijn idolen in mijn gastenboek!!!! IIIIIIIIEEEEEEEEKKKKKK!!!!!!!!!!” Gelukkig waren alle buren werken en San ook, dus heel erg voor gek stond ik niet en niemand belde de ambulance. Of het Delta. Whatever. Maar hoe komen ze aan het adres van mijn website? Het zal toch wel echt zijn? Anders sta ik alsnog hier in mijn onderbroek.
Zo moet het dan maar weer even. Oh nee. Nog even een eervolle vermelding voor Erik die, net terug uit India, gistermiddag plots op de stoep stond. Sandra heeft snel de deur opengedaan en hem gezellig binnengelaten.
Hè hè… dat was het.
vrijdag 18 februari
Wegens zakelijke drukte heb ik vandaag weinig tijd om aan het beantwoorden van e-mail en het schrijven in het weblog te besteden. Ik stuur jullie even het bos in met de volgende vraag: Wat is zouter, 0,9 gram zout per 100 gram of 0,11 gram zout per 100 gram? Indien de meerderheid het antwoord niet weet ga ik in de clinch met fabrikanten van blikjes en pakjes tomatenpuree! Antwoorden graag in het gastenboek met uitleg hoe je tot het antwoord bent gekomen.
Tot morgen!
Zaterdag 19 februari
Voor het eerst nadat ik weer in vrijheid gesteld werd, heeft Sandra mij vanmiddag mee naar buiten genomen. Het zonnetje won het gevecht met de onheilspellende bewolking. Dit was mijn kans! Even naar buiten om frisse lucht te happen. En ik wilde graag een nieuwe koptelefoon voor bij mijn draagbare DVD-speler. Een gegeven paard mag je natuurlijk niet in de bek kijken. Maar na eindeloos met oordopjes in de oren naar films kijken en muziek luisteren moest de KNO-arts toch echt even in mijn oren kijken. Dat verhaal kennen jullie.
Bij ‘It’s’ vond ik een mooie koptelefoon voor op de oren met een lekker lang snoer. Zo kan ik mijn hoofd tenminste nog bewegen zonder dat het snoer zulks tegenhoudt. Bedoeld voor in het ziekenhuis doet hij het thuis ook goed op de laptop. Terwijl de rest van het gezin naar Oprah, Dr. Phil, GTST of wat voor ellende dan ook kijkt, geniet ik lekker van mijn MP3-tjes terwijl ik aan het ‘werk’ ben. En als is de laptop niet zo nieuw; er zit wel een DVD-speler in. Niet autistisch en toch je eigen wereldje. Wat kan het leven soms mooi zijn! Met dank aan HP en Sony.
De hele week voelde ik me eigenlijk tamelijk lamlendig en onderhield ik een innige relatie met het bed in de kamer waar ik met geen stok af te krijgen was. Even naar buiten heeft me wel goed gedaan. Een spijkerbroek om de billen in plaats van een trainingsbroek voelt ook heel anders. Kortom; voelen doe ik me over de hele linie een stuk beter. Of dat ook in overeenstemming met de medische werkelijkheid is merk ik dinsdag op controle wel. Tot die tijd probeer ik me gewoon goed te voelen.
De tomatenpuree. Wat was daar mee? Fabrikanten van tomatenpuree maken het de consument tamelijk lastig om verantwoord in te kopen met betrekking tot een zoutarm of ander dieet. Nanne wist het gelijk, die is dan waarschijnlijk ook heel slim, maar decimale breuken hebben voor veel mensen toch iets ingewikkelds. De valkuil is dat je een decimale breuk vaak vergelijkt met geld. € 1,50 is een decimale breuk. 1,5 is precies dezelfde decimale breuk. Wat zie je in de praktijk, en niet alleen bij tomatenpuree, dat fabrikanten decimale breuken met 1 of 2 (of zelfs 3) decimalen door elkaar gebruiken.
Wat is meer? 0,2 gram of 0,10 gram per 100 gram? Welke koop ik om het zoutarmste product te gebruiken. En hoeveel milligram is dat dan als ik een half potje van 50 gram gebruik? Ik kan wel rekenen. Denk ik. Je zal ze de kost moeten geven die hiermee vreselijk in de war raken en redeneren dat 2 minder is dan 10. Dit probleempje is dan ook een standaard onderdeel bij de rekenlessen op de PABO.
Over eten gesproken; Sandra heeft van de week een stoompan gekocht, gewoon eentje voor op het gasfornuis. Wat moet je ermee vraag je je dan af. Verantwoord groenten en aardappels stomen zodat alle vitamientjes bewaard blijven, is een optie. Lekkerder is het om bapao te maken. De koelkast is nu goed gevuld met Indisch lekkers want eenmaal in de keuken bezig was Sandra niet meer te stoppen en heeft ze ook lekker lemper gemaakt. Smullen. Zou ik daarom langzaam zwaarder worden? Ik weeg nu al 82 kilo. Het moet niet gekker worden. Ik neem zo meteen de derde bapao. Ontbijt, lunch en nu een tussendoortje. Mmmmm…
Is er nog wat te mekkeren? Nee hoor. De zon schijnt, ik ben zelf weer het zonnestraaltje in huis, alles (??) gaat naar wens. Sandra is goed verkouden en heeft pijn in haar rug. Jammer voor haar, zolang ze me maar niet zoent vind ik het best. Straks ga ik alle e-mail beantwoorden, en zelf het een en ander versturen en dan zit de middag er al weer op. Vanavond een beetje werken, dat doe ik dan lekker boven in bed. Sandra gaat misschien nog dansen. Salsatherapie voor het zere ruggetje. En dan morgen weer verder.
Zondag 20 februari
Ik had altijd al een hekel aan zondagen. En dit was echt één van de minderen. Om 10 uur had ik m’n bed echt wel gezien en geroken (gatver) dus beentjes over de rand, even wachten tot het bloed weer alle vaatjes voldoende had gevuld en dan richting douche. Sandra was nog helemaal in dromenland na haar avondje salsa. Gaby was al naar haar werk en Iris volgde het goede voorbeeld van Sandra. Daar zat ik dan. Overdenkend of ik mij naam zou veranderen in Remy.
Wakker geworden van mijn gestommel maakte Iris, vergezeld door haar trouwe kameraad Kruimeltje de cavia, haar entree. Nu was ik gelukkig niet meer alleen. Je kunt me dus nog steeds Rob noemen. Ik ben het gewoon niet meer gewend om alleen te zijn. Vroeger vond ik het heerlijk om een moment voor mezelf te hebben. Iedereen het huis uit, sporten, shoppen, weet ik veel wat. En dan lekker een muziekje aan of even wat computeren.
Maar nu? Ik wil iemand bij me in de buurt hebben. Sandra gaat nu weer een paar uur naar haar werk en dan vind ik het best vervelend om zolang op mezelf aangewezen te zijn. Gewoon bang dat er wat gebeurt en dat ik me dan niet kan redden. En niet alleen dat er wat met mij gebeurt. Maar ook dat er wat met één van de meiden op het werk of op school gebeurt en dat papa of mama er dan niet snel bij kan zijn.
Dat gaat natuurlijk helemaal nergens over. Ze zijn allemaal al groot, op school worden ze wel geholpen en op het werk van Meggie geldt hetzelfde. De kans dat Gaby tijdens de zwemlessen verzuipt lijkt me verwaarloosbaar. Gelukkig bekruipt dit angstige gevoel me slechts heel af en toe. Meer dan voorheen ben ik blij als ik al mijn meiden thuis om me heen heb. Dat is soms wel een beetje druk maar dat is dan maar zo.
Zondag. Ook een liedje van Rob de Nijs. En nog een vrolijk liedje ook. Nog een reden om een hekel aan zondag te hebben. Als Sandra beneden komt blijkt ze hartstikke niet lekker te zijn. Ze blijft maar hoesten, moe, pijn in haar rug. Volgens mij heeft ze gewoon griep. Ze is een paar uurtjes beneden geweest. Om 5 uur stuurde ik haar naar bed. De meiden en ik maakten wel een boterham, er waren nog bapao’s en soep. Dat kwam wel goed.
einig interessante dag om over te schrijven. Kijken wat morgen brengt. Ik kon hier zelfs geen plaatje bij verzinnen
Maandag 21 februari
Groot nieuws vandaag dus stap ik even over op een ander lettertype;
Yvonne, de zus van Sandra, is oma geworden!
En er is nog groter nieuws:
Barry-Lee en Tealinda
zijn papa en mama
van Colin Jarno
geworden!
Maar er is natuurlijk altijd baas boven baas:
Mijn zwager doet het
met een oma! Woeha!!!!
Wilt u meer weten? Stay tuned to this station. Don’t touch that dial! Vanaf deze plek wil ik alle betrokkenen ontzettend feliciteren. Ook mijn zwager Jos, die we vanaf deze heugelijke dag steevast met ‘stopa’ (stiefopa) dienen aan te spreken.
Hoe was mijn dag verder? Wat vriendelijk van mij om dat te vragen. Het was een beetje rommelig. Sandra is ziek en direct, als bij een vingerknip, is de structuur in mijn leven verdwenen. Het was dus een chaos. CHAOS! Daar hou ik nou van. Het huis één grote bende. Sandra ligt zwetend, hoestend en proestend onder een dekbedje op de bank. Kroegmaat Koos (goeie vent, vrijwilliger in de Pauluskerk in Rotterdam) komt even een bakkie drinken. Opa en oma B. komen binnen voor de wekelijkse opruim en schoonmaakbeurt en alle kinderen zijn thuis. JIPPIE! Kan het nog gekker?
Blijkbaar vaar ik er wel bij want ik voel me top vandaag. Voor mijn doen dan. Ik heb ook een hoop werk voor de zaak verzet. Opeens had ik het te pakken; En ik hoefde maar één keer met Michel te bellen om te vragen hoe iets moest. Over vandaag hoor je mij niet klagen. Opa en oma zijn weg, Sandra ligt nog steeds op de bank, Meggie gaat zo naar een vriendin, Gaby heeft zich bedroefd, want vriendje op wintersport, in haar kamer opgesloten, Iris zit te computeren en ik… ik kap hier ook even mee voor vandaag.
Morgen voor controle naar de cardioloog. Met groot vertrouwen zie ik dat bezoek tegemoet. Tot welke conclusies de dames en heren medici komen lezen jullie dus morgen wel.
Woensdag 23 februari
Gisteren op controle geweest bij de cardioloog. En voor het eerst in lange tijd is ze tevreden! Rob reageert goed op de medicijnen, een en ander moet eigenlijk nog wat opgehoogd worden, maar voorlopig houden ze het zoals het nu is.
Wat een opluchting…
Verder heb ik de dag zoveel mogelijk liggend doorgebracht onder een dekentje en wordt ik gek van de hoestaanvallen, de spierpijn, de hoofdpijn enz. Maar ja, velen onder ons weten hoe dat gaat als je moeder bent?!
Vanochtend kwam er al rond koffietijd visite voor Rob. Daar heb ik weinig van meegekregen. Na de zoveelste nacht nietslapendoorhoestenenproesten lag ik tot elf uur in mijn bedje. Om half één kwam ook Meggie naar beneden en is Rob bij haar in de auto gestapt. Dapperrr! Even een brood halen in Brielle. Zonder ritmestoornis heeft hij de rit doorstaan. Hij vindt haar goed rijden en is apetrots op zijn dochter.
Om half twee stond Richard voor de deur, gezellig.
Dus al met al een enerverende dag. Voor hartpatiëntbegrippen dan.
Donderdag 24 februari
Hujambo mpenzi,
Mijn weerstand is verbazingwekkend. Alles en iedereen in huis is verkouden, ziek, zwak en misselijk. En ik, toch de patiënt in huis, huppel overal vrolijk doorheen. Misschien durf ik ondanks de kou zo wel de krant uit de brievenbus te halen. Ja lieve kijkbuiskindertjes, het is nog heel vroeg terwijl ik dit lig te typen. Gisteravond besloot ik dat het tijd wordt dat ik een beetje meer voor mezelf ga zorgen. Binnenkort zal Sandra toch ook weer aan het werk moeten en dan kunnen we maar beter een draaiboek klaar hebben hoe ik dat ga rooien.
Vandaar dat ik tegen achten uit bed ben gegaan en zelf mijn ontbijt, inclusief chemicaliën, heb geregeld. Het ontbijtje bestond uit een beker thee en een tosti met alleen zoutarme kaas, genoten terwijl ik -tig keer het zelfde journaal voorbij zag komen. ,,En nu?” lig ik me af te vragen:,,Wat gaan we de rest van de dag doen?”
Eerst even Sandra uit bed bellen. Zo… gelukt. Die arme meid was gisteravond toch ziek. Op een gegeven moment moest ze zo vreselijk hoesten dat dit ontaarde in kotsen. Alles tegelijk. Ik benijdde haar niet. Het was erg zielig. Nu zit ze een beetje beteuterd op de bank. Ik hoop voor haar (en voor mezelf) dat ze snel opknapt. Zo is ze net een dood vogeltje. We gaan allebei proberen het rustig aan te doen. Ik vrees dat dat voor San moeilijker is dan voor mij.
Ik ga Gaby ook wakker bellen.
Laten we eens even de agenda voor vandaag doornemen. Om half 11 komt Elly, de schoonmoeder van Meggie, Iris ophalen en een bakkie doen. ‘s Middags komt Sylvia haar opwachting maken. Die heeft zichzelf verantwoordelijk gemaakt voor het doen van boodschappen. Misschien Gaby maar even meesturen.
ik zal wel niet mee mogen met boodschappen doen. Wij hebben een Mitsubishi Colt en nog een Mitsubishi Colt en Sylvia bestuurt zo’n mini-AUDI (A2??). Daar krijg je dus van zijn levensdagen geen drie personen, een rolstoel en voor twee gezinnen de boodschappen voor minimaal een week in gepropt. Hetgeen mij de kans geeft in alle rust op bed uit te rusten.
Nu ik het toch over die Colts heb; meestal worden automodellen in hun levensloop ruimer en groter. Mijn, toch veel nieuwere, auto is een stuk kleiner dan die van Sandra. Of Meggie. Ligt eraan met wie je praat. Daar krijgen ze straks nog ruzie over. En wie is dan het kind van de rekening? Ik! Want Sandra lost dit probleem op door op allerlei manieren te voorkomen dat ik mijn rijbevoegdheid terug vraag.
Maar ze willen er niet aan dat in Engeland en Australië het tunen van Colts enorm populair is. Het model dat Sandra heeft laat zich tamelijk eenvoudig uitrusten met een oude EVO-motor. Heb je toch een Colt die in 5 seconden naar de 100 sprint. Vanavond komen Brian en Peter. Oh mijn God. Ik ben me nu al mentaal aan het voorbereiden. Als je die twee over de vloer hebt ben je nog niet klaar. Peter SMS’-te al dat ze in ieder geval van plan zijn flink te gaan bakkeleien over wiens auto (-merk) nu eigenlijk superieur is. Dat is natuurlijk mijn merk.
Daarna, ben ik bang, gaan ze mij natuurlijk weer een scootmobiel aanpraten. Daar hebben ze ook al de wildste ideeën over. Ja, ik ga flink uitrusten vandaag. Dan trek ik het misschien. Sandra heeft me al een paar keer waarschuwend toegesproken.
Een scootmobiel. Ik denk dat ik er dit voorjaar eentje aan ga vragen bij de WVG. Er zijn wat psychische problemen met het aanvaarden dat zo’n ding misschien toch wel handig is als Sandra straks weer hele dagen aan het werk is. Daar moet ik me nog even overheen zetten. Zelf buiten rolstoelen is te zwaar voor me. Gesteld dat ik weer auto zou rijden dan kan ik hooguit de rolstoel meenemen waarmee ik vervolgens nog nergens kom. Dan is zo’n scootmobiel toch wel handig om even een boodschapje te doen of een brief te posten. Dat soort dingen komen dan wel weer in mijn bereik. Maar alleen als het mooi weer is.
Nu lig ik een beetje naar de sneeuw die buiten valt te kijken. Langzaam wordt het wit. Tijd voor de sneeuwkettingen. Als ik zo’n scootmobiel heb wil ik ook rijlessen en een slipcursus.
Het is inmiddels middag.
Oh domoor die ik ben. Gretig zeg ik ‘ja’ als Sandra voorstelt vandaag patat te eten in plaats van morgen. Nu moet ik de frituurpan schoonmaken. TIP! frituurolie eruit, water erin. Vaatwasmachinetablet erin en even laten koken… moet je er dus wel bij blijven staan. Maar dat werd er niet bijgezegd. Nu is de frietpan overgekookt en moet ik heel de keuken schoonmaken. ,,GABYYYYYYYYYYY!!!” En de pan is nog steeds vies. Ik word niet snel boos…
Hummmmmmmmmmmmmmmmm… snel de Tibetaanse klankschalenlijn bellen, in de lotushouding:,,(BOI…) Ontspan je, laat alles los, laat het gaan, je voelt hoe je wegzweeft, er is niets, je ziet niets, je hoort niets, je ruikt niets, je bent niets… (…ING!)” JA! Me nog een beetje beledigen ook. Kut Tibetanen. Moet ik de Dalai Lama bellen!? Ik zoek mijn heil en zielerust verder wel in Feng Shui. Maar nu eerst de keuken. Shit (x7)! En nee; Feng Shui is niet nummer 35 op het menu van de afhaalchinees. Wat het wel is? Zoek dat lekker zelf uit, ik heb nu even geen tijd voor dat soort onzin!
Goed, de keuken is weer gered. Hè hè. Ik ben ietwat versleten. Vlug op bed gaan liggen. Oh hemeltje. Wat ik allemaal niet moet meemaken. Ik ben toch zeker Boy ‘ken dat in de frituur?’ Bensdorp niet? Ik ben niet toegerust voor dit soort avonturen. ,, ADA!!! Ik ben me tiete kwèt!!”
Dat waren nog eens mooie TV-tijden. 10 afleveringen maar van ‘Het is weer zo laat’, oftewel; WALDOLALA! Dolf Brouwers als Waldo van Dungen, Mimi Kok als zijn vrouw Gé (van Dungen-)Braadslee en de onnavolgbare Rob van Houten als Boy Bensdorp, de met artistieke aspiraties overladen snackbarexploitant. Ik zie nog de as van zijn onafscheidelijke peuk in de frituur vallen. (Daarom mocht ik dus van Sandra nooit roken onder het koken. Dat is dan wel weer een nadeel van de open keuken.)
En dat alles in een louche nachtclub van het soort waarmee ik Patty Brard nu nog steeds associeer. Ook al spoelt die doos (In deze context niet helemaal van toepassing, een kwestie van een paar centimeter) haar endeldarm en bovenliggende inwendige organen met van alles en nog wat uit; roep ‘Patty Brard’ en ik zie nachtclub Waldolala. Het Walhalla voor de liefhebber van besmuikte, maar wel allemaal kijken, ‘net geen sex’ en de soms briljante grappen van Wim T. Schippers c.s.. Rob van Houten doet samen met Judith Schut en anderen trouwens nog steeds hele leuke dingen op theatergebied; ‘Theater op bestelling’. Klik even op Rob!
mimi tarudi…
Vrijdag 25 februari
Nou nou nou… ik leg nog effe te herstelle van het bezoek van gisteravond. Het begint al wanneer Brian binnenkomt met het stuur van zijn auto in zijn handen. Dus ik krijg eerst een stuur, want in zijn andere hand heeft hij het frontje van de headunit van de Hi-Fi-installatie, en pas dan krijg ik een hand. Sommige mensen bouwen een alarm in hun auto tegen diefstal. Brian haalt heel het stuur uit de wagen. Dat is trouwens de Civic die gister in het weblog stond. Dan lig ik al in een deuk. Wie komt er nou binnen met zijn autostuur in zijn handen.
De mannen hadden ook een DVD bij zich met video-opnames van het laatste illegale feest. Ook gemist. Het zag er wel weer stoer uit. Deze keer was het thema ‘jungle’. de DJ-stage zag je bijna niet omdat het normaal zwarte front vervangen was door camouflagenetten. Op de bar zat een aap waar Malibu uitkwam.
Als ik dan al die gasten rond zie hannesen met opbouwen en feesten kriebelt het behoorlijk. Nou ja, alleen de beelden en het bezoek van Ruit en Brains (en Bianca ook natuurlijk) deden me erg goed.
En ja hoor; op internet moest toch even gezocht worden naar een leuke okkasie om me in te verplaatsen. De keuze viel uiteindelijke op dit kekke modelletje van Microcar. Verlaagd, lichtmetalo’s. Ik was er al bang voor.
Om half tien heb ik het gezelschap de deur uitgezet. Mijn aftocht naar boven verliep wat moeizaam, ik merk dan toch wel hoe vermoeiend het allemaal is, maar dat moest dan maar. Het was een gezellige avond. Waarvan acte!
Verder met wat vandaag gebeurde. Het is nu kwart voor vier.
Tot nu toe heeft Sandra alle praktische zaken geregeld. Dat er een rolstoel kwam, een invalidenparkeerkaart, een parkeerplek voor de deur, een bed. Noem maar op. Dat kan ik nu zelf ook wel. Dus ik had me grondig voorbereid op een gesprek met de afdeling WVG om een scootmobiel aan te vragen. Ik nam mezelf stevig voor vooral rustig te blijven en mij niet gek te laten maken door de red tape van de ambtenarij. Krijg ik een allervriendelijkste joviale man aan de telefoon (oké, dat duurde een beetje lang) die al na anderhalve zin, en het inkloppen van mijn gegevens in de computer, gelijk en met gezwinde spoed een aanvraagformulier zou toesturen. Het verheugde me dat ik niet weer het hele verhaal hoefde af te steken.
Roon en Esmeralda zijn langs geweest. Ze hadden lekker gebak bij zich. Als iedereen dat gaat doen dan denk ik dat ik binnen afzienbare tijd weer in mijn oude broeken pas. Dat zou een welkome uitbreiding van mijn garderobe zijn. Ik heb nu, buiten een stapel trainingsbroeken, twee (2) broeken die ik pas. Ik ga er niet meer aanschaffen ook. Ik ga toch nergens heen en, in tegenstelling tot in het ziekenhuis, waar ik er altijd verzorgd bij wil lopen, zie ik er thuis meestal uit als een clochard die ze ergens onder een natte kartonnen doos vandaan hebben gehaald. De moraal van deze alinea? Neem allemaal gebak mee.
We hebben nu (net bezorgd) een extra vriezer op zolder dus als het teveel wordt vriezen we het gewoon in. Laat de frikadellen, kroketten en patat friet ook maar komen. Altijd handig een vriezertje erbij. Als er een kind naar boven moet om even af te koelen dan is dat in een vrieskist ook zo gepiept. Alleen jammer dat het maar een klein kistje is. Een kamerbreed model had weer gescheeld in de rekening van mijn uitvaart. Ik wil graag thuis opgebaard en dan moet je een koelinstallatie huren. Maar als je al een vriezer hebt staan… Ik zie me wel liggen tussen de halve kippen en pizza’s.. Maar ja, daar was geen plaats meer voor.
Ik heb het weer helemaal naar mijn zin. Zo zie je maar; de ene dag lijkt het leven één tranendal, de volgende dag lacht datzelfde leven je weer toe en kun je weer blij zijn met de dingen die om je heen gebeuren. En met jezelf natuurlijk. Dat is het allerbelangrijkste. Blij zijn met dat wat je bent. Vandaag durf ik het weer hardop te zeggen:,,Ik ben Rob! Hier ben ik!” Iedereen mag weten dat ik besta. Hoewel er natuurlijk mensen zijn die dat liever niet hadden geweten. Hun pech!
Hoewel moe, voel ik me verder goed, zowel fysiek als tussen mijn oren. Gek hè? Dat je je zo kunt laten meeslepen door je emoties. En ik altijd maar denken dat ik dat allemaal prima onder controle had. Ach, ik laat het allemaal maar lekker gebeuren. Het begint al een beetje te wennen. Tot nu toe lijken het ook allemaal gezonde reacties op wat er gebeurt. Het is heus niet zo dat ik manisch depressief ben of last heb van extreme stemmingswisselingen. Huub van de Lubbe heeft gelijk:,,Als het golft, dan golft het goed!” De deining in ons leven is nu gewoon even ongewoon heftig.
Ik hou het voor gezien vandaag. Vanavond dus Shaky Ground in het Barbiertje. Ik zei het nog tegen dokter Balk toen ze me dinsdag vroeg hoe het in mijn hoofd ging:,,Alles gaat goed. Maar ik baal dat ik vrijdag niet naar de kroeg kan.” Dat kon ze zich wel voorstellen. Dat kon ik me dan weer niet voorstellen. Maar ze blijft wel mijn heldin! Haar collega’s in het EMC ook trouwens. Eh… daar zitten meer helden dan heldinnen tussen.
Zoals ze op Sicilië zeggen: ,,Nun si po’ aviri la carni senz’ ossu´´ En zo is het maar net!
Zaterdag 26 februari
In het begin van de jaren 60 breidde de NASA haar ruimtevaart programma uit met maanlandingen. Apollo 11 beet het spits af. De techniek was inmiddels zover gevorderd dat heel de wereld kon meebeleven hoe Neil Armstrong uit de Eagle klom en als eerste mens voet op de maan zette. Heel Goeree-Overflakkee en de Veluwe stonden op hun kop. Zij die de TV uit het aanrechtkastje hadden gehaald om stiekem toch te kijken konden hun ogen niet geloven; mensen in het heelal, de ruimte, de hemel. Het territorium van de Here zelf! Wist de dominee hier wel van? Dit kon niet waar zijn. Dit moesten special effects ‘made in Hollywood’ zijn.
Heden ten dage zijn er nog steeds mensen die niet geloven dat de maanlandingen echt waren. Er waart een theorie rond die er vanuit gaat dat heel het maanlandingsprogramma is mislukt en de beelden die de wereld te zien kreeg opgenomen waren op een geheime locatie.
Zo een zelfde gevoel van ongeloof bekroop mij vanmorgen toen ik de TV, die bij ons gewoon open en bloot op een meubeltje in de huiskamer staat, aanzette en naar Discovery Channel zapte. Het is weekend en dat betekent een overdaad aan beestjes, dood of levend. Nu ging het over dode beestjes. Beestjes die al heel lang dood zijn. Beestjes die miljoenen jaren geleden de laatste adem uitbliezen. Daar blijft niets van over zou je denken. Toch slagen wetenschappers erin resten te vinden die ze ‘fossielen’ noemen. Daar plaats ik dan mijn vraagtekens bij.
Hoe gaat dat zoeken naar fossielen in zijn werk? Eén of andere dokter Snuggles met een foute hoed sjokt, de blik op de grond gericht, door een rotslandschap en meldt dat hij er na jaren onderzoek van overtuigd is geraakt dat er waar hij nu staat een grote hoeveelheid versteende dinosaurussen in de grond zit. Alsof de freggelgrot leegloopt duiken er mensen op die er met mini-pikhouweeltjes, emmertjes, tandenborstels, beiteltjes en schepjes lustig op los beginnen te hakken.
Voorzichtig bikken zij stukken rots uit de grond. Na veel gepriegel, beiteltje hier, tikje daar, laat iemand trots een bot van een dinosaurus zien. Ja… ammehoela! Dat bot heeft ‘ie net zitten beeldhouwen met dat hamertje en beiteltje! Dat zag ik heus wel. Zo kan ik ook een dinosaurus bij elkaar verzamelen. Neem iemand anders in de maling!
Beeldhouwen. Een zwaar overschatte vorm van beeldende kunst. Iedereen kan bijvoorbeeld een leeuw beeldhouwen. Je neemt een stuk steen, marmer of zo, een hamer en een beitel en je hakt alles van de steen af dat niet op een leeuw lijkt. Tadaaaa!!! Een marmeren leeuw! Zo gezien is een dinosaurusbot helemaal een eitje. Het hoeft nog niet eens ergens op te lijken ook. Iedereen weet hoe een leeuw eruit ziet. Maar een dinosaurusbot??? Nog nooit gezien. Paleontologie? Oplichterij is het.
Dat wilde ik nou eens kwijt.
Nou heb ik dat wel vaker hoor dat ik iets kwijt wil. Nu moet ik bijvoorbeeld weer pissen. Mijn werktempo wordt erg negatief beïnvloed door de diuretica. Als ze me missen, dan ben ik …. juist! Maar we moeten verder. Nog even over het log van gisteren. Tja. Dat vond ik zelf een beetje tegenvallen. Misschien had ik niet de hele dag bezig moeten zijn met het in elkaar knutselen van de Microcar. Wat dat autootje betreft heb ik ook al contact gehad met een juridisch adviseur die mij adviseerde rekening te houden met een ‘not amused’ Microcar-importeur. Dit even terzijde. Al die terzijdes. Ik kan de deze pagina’s beter in twee kolommen opmaken. Kunnen de terzijdes in de marge.
En dit moet ik echt hoognodig kwijt:
Ik lig nu lekker op mijn bed van Shaky Ground te genieten. (Ik hoop dat de buurvrouw het ook een beetje leuke muziek vindt. Zoniet dan ben ik haar wat verontschuldigingen schuldig.) Wat een topband! Anne Marie zet ‘Can’t get enough of your love’ in en ik heb ogenblikkelijk kippenvel! Jezus, wat een strot! (excuses voor het ijdel gebruiken enz…). Sandra heeft de DVD gisteravond van Lomon, de bassist, gekregen. Patty droeg een nummer speciaal aan ons op. ,,Ik stond midden in het Barbiertje te huilen”, vertelde San vanochtend. Ze was helemaal ontroerd. Maar daarna weer swingen. Shaky Ground… bedankt!!!!!!! Ik ben echt onwijs blij met de DVD en de topavond die jullie Sandra bezorgd hebben. In mijn hoofd sta ik nu te swingen in de kamer! He-le-maal geweldig. Kanjers zijn het!
In het echt swing ik niet zo. Het is meer zwalken. Lekker relevante informatie. De dag is nog jong, er gaat nog van alles gebeuren. Let maar eens op! Ik voel me helemaal optimaal. Ben ook weer bekomen van Peter dT’s bezoekje van gisteravond. Als ik die jongen zie begin ik al te grijnzen. Volgens mij komt hij echt klaar in poedervorm, zo’n droogkloot is ‘t! We zien ook van alles voor ons als we ergens aan denken. Peter vertelde dat zijn vader zelf zijn grafkist wil timmeren. Ook dat zagen we al voor ons. Tijdens het naar de aula dragen flikkert de bodem uit de kist en daar ligt pa op de keien. ,,Hij was vroeger ook al niet zo handig…” dan liggen we helemaal dubbel!
Vannacht heb ik voor het eerst beneden geslapen. Ik vind het zo vervelend dat ik eenmaal boven helemaal afhankelijk ben van anderen om iets te drinken of te snoepen te krijgen. Daarom bedacht ik beneden te gaan slapen. Wat denk je? De hele avond niets gesnoept en nog één glas spa genomen. Ik had dus net zo goed boven kunnen gaan liggen. Wel prima geslapen trouwens. Sandra kwam ‘s nachts thuis, Gaby ging vroeg naar haar werk. Niets van gemerkt. Om 8 uur ging de wekker, tijd om pillen te nemen, en toen ben ik uiterst voorzichtig wakker geworden.
De middag nadert de avond. Sandra brouwt een zoutloos (merk op dat ik niet zouteloos schrijf) soepje, Gaby is helemaal blij dat Scott weer thuis is dus die gaat straks naar Brielle, dan komt Iris, stinkend voor tien, terug van de manege. Dit moet het dus maar weer zijn voor vandaag. Ik had het nog over de briljante verzen van Drs. P. willen hebben. Een andere keer dan maar.
Zondag 27 februari
,,What day is it today?”
,,It’s sunday. Need I say more?”
,,Don’t think so.”
,,Then I won’t”
Maandag 28 februari
Twee maal drie is vier, wiedewiedewiet en twee is negen.
Wat dure onderzoeken tegenwoordig moeten bewijzen, weten dertigers en veertigers allang uit eigen ervaring. Van blowen knappen je schoolprestaties niet echt op. Waarom ik dit opschrijf? Ik heb werkelijk geen flauw idee. Maar nu moet ik er wat mee.
Er worden tegenwoordig zoveel onnodige onderzoeken gedaan. Een parlementaire commissie zou eens moeten onderzoeken hoeveel belastinggeld hier jaarlijks aan verspild wordt. Vermoedelijk blijkt de bouwfraude dan peanuts te zijn. De onderzoekpenose, daar gaat het grote geld heen. En dan heb ik het niet over wetenschappelijk onderzoek zoals onderzoek naar kanker of spierziekten maar wel over zogenaamd geitenwollen-sokken-onderzoek.
Wat me het meest verbaast is alle ophef die er nu opeens ontstaan is naar aanleiding van de slechte omstandigheden in de zorg. Of de constatering dat er in de jeugdgevangenissen, om dat woord dan toch maar te gebruiken, te weinig psychiaters werkzaam zijn. Ik kan er met mijn pet niet bij hoor. Eerst wordt uit bezuinigoverwegingen flink gesneden in dit soort zaken. Dat levert uiteindelijk geld op. Geld dat middels subsidies vervolgens weer moet worden uitgegeven aan onderzoeken door instellingen als het Trimbosinstituut, wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen, universiteiten en andere onderzoekers.
Ondertussen zijn onschuldige burgers (oké, bewoners van jeugdgevangenissen zijn minder onschuldig) de pisang, de sigaar oftewel de lul! En had dat gehoeven? Nee, natuurlijk niet. Het enige wat overheden hoeven te doen is die officiële onderzoekers aan de kant zetten en af en toe eens luisteren naar mensen uit de praktijk. En dan geen (top-)managers uitnodigen maar gewoon de verpleegkundige en de dokter uit het ziekenhuis, de verzorgende uit het verpleeghuis en de groepsleider uit de jeugdgevangenis. Die komen in ruil voor reiskosten en een goede lunch graag eens uitleggen wat er mis gaat in hun branche. Ervaringsdeskundigen noem je dat.
Maar met ervaring koop je tegenwoordig niets meer; papieren heb je nodig. Het is toch te gek voor woorden? Neem als voorbeeld Ronald Koeman, dat schijnt vroeger een hele goede voetballer geweest te zijn. Maar hij mocht geen trainer worden zonder hiervoor vereist diploma. Hoe moeilijk kan het trainen/coachen van voetballers zijn; 11 spelers en een veld met twee doelen waar een bal in geschopt moet worden. De eerste helft in het ene doel, de tweede helft in het andere. Breien is moeilijker en dat kunnen opoes van 80 ook nog.
Als ik dus dat papiertje haal, kan ik zo aan de slag bij, laat ik niet te hoog inzetten, Ajax of Feijenoord. We weten inmiddels allemaal hoe het uiteindelijk met Ronald Koeman is afgelopen. Niet? Oh, hij heeft al snel een nieuwe baan gevonden. De paperazzi zijn er direct opgedoken en zo vond ik op internet een foto van Ronald in zijn nieuwe werkomgeving. Het gerucht gaat trouwens dat Gullit al heeft gebeld met Koeman of er voor hem nog een functie beschikbaar is. Gelukkig heeft het orkest al een dirigent. Ze zoeken nog wel een bongospeler.
Jullie merken zeker wel dat ik me er ook vandaag weer erg makkelijk van af maak. Met een Jantje van Leiden kun je wel zeggen. De Franse slag dus.
Ik voel me vandaag dan ook niet helemaal optimaal. Eigenlijk ben ik erg moe. Maar niet beroerd. Het ziekenhuis bellen stel ik nog maar heel even uit. Deze week hoef ik niet op controle. Dat wil ik graag zo houden als het even kan. Vandaag blijf ik lekker de hele dag op bed liggen in de hoop dat er genoeg watten zijn waar de andere gezinsleden me in kunnen leggen. In het koppie lukt het allemaal wel. Daarboven teert het nog op de reden voor mijn fysieke afbraak. Ik heb een paar hele gezellige dagen achter de rug. Even afrekenen.