Deze week
Poe, poe, zucht, steun… Ik heb het weer gehaald. Maar nu ben ik toch echt wel afgestoffeerd. Dat ik het ooit vanzelfsprekend vond om hele dagen door te gaan, kan ik me niet meer voorstellen. Werken, vaak lange dagen en op de gekste tijden, een gezin en bezigheden buitenshuis. Ja, vroeger vond ik dat blijkbaar de normaalste zaak van de wereld. En dan nu? Nu kak ik al in na een half uurtje stoeien met de fysio. Nee, op sommige dagen valt het me niet mee.
Daarentegen heb ik gelukkig ook genoeg betere dagen. Afgelopen week waren het er best wel een paar. Oké, eentje niet. Had ik al een paar dagen m’n antidepressivum niet geslikt. Oeps! En dan blijkt het toch niet helemaal fris te zijn in m’n koppie. Het was een drukke week ook. Voor mijn begrippen dan. Echt stilgezeten heb ik niet. Dat breekt me dan wel op. Helaas.
Vandaag dus maar als rustdag bestempeld. Uitslapen, rustig aan doen en me vooral nergens mee bemoeien. De enige die mijn plannetje in de war stuurde, was de fysiotherapeute. Zij vond, denk ik, dat ik wel uitgerust genoeg was om me te onderwerpen aan haar zware oefeningen. Zo afgepeigerd was ik dat Agnes me dringend adviseerde weer in bed te kruipen. Wat ik dan maar deed. Een schaaltje druiven mee en toen dat op was pletterde ik zo de diepe afgrond van de slaap in.
Vandaag is er dus wel heel erg weinig gebeurd. Wat mij betreft dan. Jammer. Maar het was niet anders. Ik wil graag meer maar ik moet toch rekening houden met de rek van het elastiekje. Eentje heb ik er nog maar en laat ik het nou niet al te vroeg doen knappen. Daarbij word ik toch direct herinnerd aan m’n fysiologische beperkingen.
Ondanks wat lichte pijnmedicatie en m’n neurostimulator doen m’n rug, been en voet behoorlijk naar tegen me. Dat vind ik niet leuk. Dat zeg ik m’n lijf dan ook maar het weigert te luisteren. Balen. Het is niet anders en ik denk niet dat iemand er nog iets aan doen kan. Er mee leren leven moet ik. En dat terwijl gewoon overleven van verschillende medici, m’n omgeving en ook mezelf al zoveel vernuft en inspanning vraagt. Aan echt leven, vol gas zeg maar, kom ik niet en ik denk ook nooit meer toe.
Dankbaar zijn voor wat het leven nog wel te bieden heeft. Niet treuren om wat ik verloren heb. De ene dag gaat dat beter dan de andere. Maar ik vind dat het gedoe blijft. Het gedoe. Steeds meer moeite met allerhande zaken. Elk nieuw hulpmiddel een mentale dreun. Alsof het nooit ophoudt. Al tijden heb ik er niet om hoeven janken. Misschien zou ik dat eens wel moeten doen. En dan fris en vol nieuwe goede moed verder.