December

3 december 2004 0 Door robzter
Woensdag 01 december

Rob liet vandaag alles gelaten over zich heen komen. Hij verveelt zich en is moe en ziet op tegen morgen.
Morgenochtend om 11.00 uur gaat de drukmeting plaatsvinden.

Donderdag 02 december

Het is zwaar tegengevallen.
Om 11.00 uur begon cardioloog nr. 1 met de eerste poging tot het inbrengen van een lijntje in de hals. Volgens zowel verpleegkundige als arts zouden de verdovingsprikjes het meest pijnlijke van de ingreep zijn. Ik ben bij Rob gebleven gedurende de hele toestand zodat ie mijn hand fijn kon knijpen.
En dat was hard nodig.
Ten eerste was er drie keer zoveel lidocaïne nodig om de hals goed te verdoven. Toen werd met een dikke naald geprobeerd de juiste ader te vinden, wat dus niet lukte. Vreselijk, zoals die naald er keer op keer in werd geduwd en rondgedraaid om te zoeken naar de goede plek. Een pijn dat Rob had, verschrikkelijk.
Poging één mislukte.
Cardioloog nr. 2 kwam voor de tweede poging. Ditmaal werd besloten om het via een ader vlak boven het sleutelbeen te proberen. Gelukkig ging dit goed.
Om 12.45 zat de lijn erin. Om 13.00 kwamen ze een thoraxfoto maken en gelukkig zag alles er goed uit.
Toen hebben ze Rob maar even tot rust laten komen, hij was alweer aardig getraumatiseerd.
Daarna zijn ze gestart met de drukmetingen. Helaas blijkt druk te hoog te zijn dus is gestart met medicatie via infuus om deze omlaag te krijgen.
Er wordt nu ieder half uur tot een uur een meting gedaan en wordt de medicatie opgevoerd.
De drie dagen opname die we in gedachten hadden worden er dus een poepje meer.
Gelukkig komt iedere dag de maatschappelijk werker een gesprek met ons houden, dat hebben we hard nodig.

Vrijdag 03 december

Tot vannacht 01.00 uur hebben ze de drukken gemeten. Rob heeft geen oog dicht gedaan. En ook vanochtend hebben ze nog gemeten. Om 14.00 vanmiddag mocht de lijn eruit. Dat eruit halen viel mee gelukkig. Er zat maar 1 hechting.
De druk is dmv medicijnen via infuus wel snel omlaag te brengen, wat van belang is bij een transplantatie. Maar de druk is nu te hoog om Rob het weekeinde al naar huis te laten gaan. Of zoals Dr. Balk zei : “we willen natuurlijk wel dat u blijft leven tot de transplantatie”.
De pillen worden aangepast, zodat dan maandag bekeken wordt of dat goed gaat.
Gelukkig voelde Rob zich vanavond weer wat beter, hij heeft lekker gegeten van mijn bami met pindapoep.
Daarna viel hij in slaap.

Maandag 6 december

Mea Culpa. U bent wederom enige dagen verstoken gebleven van vers leesvoer in dit weblog. De Sint in da house, andere bezigheden. Enfin, ik ben er weer. De enige, de echte Rrrrrrrrrob!
Moeders, u kunt uw dochters weer gerust op straat laten; ik zit weer vast zoals wij dat in het bajesjargon noemen. Na mijn ‘vrijlating’ kunnen ze ook met een gerust gemoed de straat op hoor. Dat realiseerde ik me opeens tijdens een gesprek hier op de afdeling.
Ik had met wat personeel een prettig gesprek over de dood toen mijn cardioloog (één van de) de kamer binnenkwam. “Dan moet je nog even moslim worden, dan wachten er 70 maagden op je in de hemel.” Fijntjes repliceerde ik dat ik dat in mijn toestand waarschijnlijk niet zou overleven. Daar was de dokter het wel mee eens. Eén maagd zou al fataal kunnen zijn!

Maar wacht eens… eenmaal in de hemel ben je toch eigenlijk al dood? Ja natuurlijk. Straks even op internet kijken of ik een imam kan vinden die mij kan bekeren. 70 maagden! Da’s toch stukken beter dan met een harp op een wolk zitten? Ja toch? Als G. zijn bedrijf niet moderniseert kan hij straks de poort wel sluiten! Prijzenoorlog in het hiernamaals. Massaontslagen zullen volgen. Ambtenaren van de sociale diensten zullen zelfs tot na hun dood moeten doorwerken. Nou ja; ambtenaren… werken? Voor sommigen van jullie wordt het nu misschien iets te abstract.

In ieder geval ben ik wel van plan tot een eventuele harttransplantatie in leven te blijven. Dat lijkt handig. Anders is alle moeite voor niks geweest en een hoop gemeenschapsgeld over de balk gesmeten.
Wat niet wegneemt dat ik me vandaag niet zo tof voel. Vanochtend ging het nog wel, maar naarmate de dag vorderde zakte ik steeds meer af. Moe, hangerig, pijn in mijn been. Het schiet niet echt op. En nu moet ik waarschijnlijk misschien minimaal tot woensdag blijven. Daar ben ik niet blij mee maar het is voor een goed doel. Wat zeg ik… een heel goed doel: MOI! (Dat is frans voor ikzelf, spreek uit als ‘mwâh’) Ik wil naar huis. Ziek op je eigen bed voel je je een stuk beterderder. Beetje een offday dus. Helaas, ik vrees dat daar weinig aan te doen is.

Ik verveel me ook helemaal de t…..g zoals we dat in Den Haag noemden. En da’s een hele saaie, dooie stad. Daar komt pas leven in de brouwerij als ze een koninklijk lijk komen brengen. Dan is het ineens wel gezellig druk in de binnenstad zonder dat allerlei hangjeugd de boel verziekt waardoor je niet veilig over straat kunt met als gevolg dat ook niemand behalve reeds genoemde hangjeugd zich op straat begeeft. Ik ben dus wel wat gewend op het gebied van saai en vervelen. Kun je nagaan hoe het hier in het ziekenhuis is. Ik ben vrolijker types tegengekomen in crematoria.

Nou, ik wacht rustig af tot alle stollingswaarden in mijn bloed weer een beetje op orde zijn. Daar zijn ze nu druk mee bezig. Als dat op orde is kan ik naar huis. Ik wacht rustig af. Ik ga me niet druk maken. Ik maak me toch nooit druk?

P.S. er staan maar 4 maagden op het plaatje, anders nam het zovel ruimte in beslag. De rest heb ik er afgeknipt. Jammer hè?

Dinsdag 6 december

Nou, morgen mag ik naar huis! Hoera! Meer nieuws heb ik niet. Doei.

Woensdag 7 december

Rob is thuis. Iedereen weer blij.

Nog even iets over zijn INR (stollingswaarde), die was maandag 1.4! Hoe bedoel je laag. Vandaag 2.4.
De INR geeft aan hoe lang het duurt voordat het bloed stolt (hoe dik of dun het bloed is). INR streefwaarden zijn afhankelijk van de reden dat je anti-stollingsmedicijnen krijgt en het soort medicijnen. Voor behandeling van trombose zal de trombosedienst proberen je INR tussen de 2.5 en de 4.0 te krijgen. Streefwaarde is 3.0.

a.s. Maandag weer naar de cardioloog voor een pre-HTX(harttransplantatie) gesprek. Spannend.

De screening is nu afgerond. Het doel van de screening is :

* Nagaan of de patiënt voldoet aan de indicatiestelling van het landelijk protocol harttransplantatie;
* Nagaan of de lichamelijke gesteldheid een transplantatie toelaat (opsporen van ‘zwakke plekken’ die in geval van een transplantatie problemen kunnen geven);
* Nagaan of de psychische gesteldheid een transplantatie toelaat;
Het vastleggen van orgaanfuncties als uitgangswaarde. Deze informatie is van belang voor de periode na de transplantatie

In deze fase worden allerlei onderzoeken verricht, waaruit moet blijken dat alléén het hart ziek is. Het moet zeker zijn dat er geen andere belangrijke aandoeningen zijn die een harttransplantatie in de weg staan (de zogenaamde “contra-indicaties”). Een harttransplantatie is een belastende behandeling die veel van uzelf, uw familie en uw omgeving vraagt. Daarom heeft u naast diverse medische onderzoeken ook gesprekken met het maatschappelijk werk en een psychiater. Goed ziekte-inzicht en een goede communicatie met de behandelaars is bij een eventuele harttransplantatie essentieel. Als in deze periode bepaalde medische dan wel psychologische problemen naar voren komen, kan het zijn dat u niet in aanmerking komt voor een harttransplantatie.

Tot zover dan maar weer.

Zondag 12 december

Sorry, paar dagen niet geschreven. Geen inspiratie en te moe. En ook niet veel te melden. Rob heeft de afgelopen dagen eigenlijk alleen maar op bed gelegen en veel geslapen. Hij is vreselijk moe. Zoals hij zelf zegt “ik ben op”.

Dinsdag 14 december

Gisteren, maandag, was voor Sandra en mij een bewogen dag. Ik geef eerlijk toe dat ik het hele weekend slecht geslapen heb. Om 12 uur hadden we een afspraak met de cardioloog. ‘Wel of niet op de wachtlijst voor een harttransplantatie?’, dat was de vraag waar we antwoord op zouden krijgen. Na het gebruikelijk onderzoek dan eindelijk in de spreekkamer van dr. Balk. Die wond er zoals gebruikelijk geen doekjes om. Als het slecht nieuws is zegt ze dat recht voor je raap, maar ook goed nieuws wordt zonder veel omhaal op tafel gelegd. En het was goed nieuws. Ik kom in aanmerking voor transplantatie.

Blij? Nou, nog niet helemaal. Het is niet niks een harttransplantatie. En voorlopig is het afwachten geblazen. En kan er in de tussentijd nog van alles gebeuren (lees: misgaan).

Op de website van het UMC Utrecht vond ik een helder stuk over harttransplantatie.
Harttransplantatie (HTX)

Ooit begonnen als een experimentele therapie, wordt harttransplantatie tegenwoordig beschouwd als een behandeling van keuze voor het eindstadium van hartfalen. Momenteel worden wereldwijd in meer dan 260 centra harttransplantaties uitgevoerd en hebben er, sinds de eerste op 3 december 1967, wereldwijd ruim 40.000 harttransplantaties plaatsgevonden.

In Nederland vinden harttransplantaties plaats in de academische ziekenhuizen van Rotterdam (sinds 1984) en Utrecht (sinds 1985).

De oorzaken van die vormen van hartfalen welke in aanmerking komen voor een harttransplantatie zijn: hartinfarct, cardiomyopathie, aangeboren hartafwijkingen en kleplijden.

Volgens het Landelijk Protocol Indicatiestelling Harttransplantatie komen voor een harttransplantatie patiënten in aanmerking bij wie de volgende criteria gezamenlijk aanwezig zijn:

* In een eindstadium van een hartziekte verkeren
* Ernstige klachten hebben (bij geringe inspanning of in rust)
* Een zeer beperkte levensverwachting
* Geen verbetering over een langdurige periode mogelijk door aanpassing van medicamenteuze therapie of toepassing van een conventionele chirurgische behandeling

Aangezien de voorbereiding, de periode op de wachtlijst en de nabehandeling intensieve medische zorg vereisen, kan harttransplantatie alleen met een goede kans op succes worden verricht bij:

* Patiënten die bereid en in staat zijn een langdurige en intensieve behandeling te ondergaan
* Patiënten met wie de behandelende artsen, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers goed kunnen communiceren.

Aanmelding op de wachtlijst voor een harttransplantatie
De patiënt wordt op de wachtlijst voor een harttransplantatie geplaatst indien:

* de klachten zodanig ernstig zijn, dat deze opwegen tegen de risico’s en problemen van een harttransplantatie;
* uit het screeningsonderzoek geen contra-indicaties naar voren zijn gekomen.

Omdat voor een transplantatie een geschikt donorhart nodig is, houdt aanmelding op de wachtlijst nìet automatisch in dat er ook (op tijd) getransplanteerd wordt. Met name door een groot tekort aan orgaandonoren is de gemiddelde wachttijd lang, variërend van enkele maanden tot meer dan één jaar. In deze periode kunnen zich dan ook opnieuw problemen voordoen die een transplantatie tijdelijk dan wel blijvend in de weg staan. Voordat u aan een harttransplantatie toe bent, komt de patiént dus onvermijdelijk op een weg vol onzekerheden en spanningen:

* De gemiddelde wachttijd op een donorhart bedraagt zo’n 6 maanden.
* 10-15 % overlijdt gedurende de wachtlijstperiode.
* Het overlijden ten gevolge van de transplantatie zelf is kleiner dan 5%.
* Na transplantatie zien we mondiaal een 1 jaars overleving van 90%, een 5 jaars overleving van 65-70% en een 10 jaars overleving van 60%. Omdat pas in 1981 goede medicatie tegen afstoting op de markt kwam zijn er nog weinig gegevens beschikbaar over langere termijn prognoses.
* Succesvolle chirurgische technieken en verbeterde medicamenteuze ondersteuning na transplantatie hebben bijgedragen tot het succes van de harttransplantatie. Dit succes heeft echter geleid tot een tekort aan donorharten dat een zorgvuldige donorselectie en optimale timing voor screening zo tastbaar noodzakelijk maakt.

Het leven ná een harttransplantatie
Na een harttransplantatie dient de getransplanteerde zeer veel medicijnen te gebruiken. Het belangrijkste probleem na een transplantatie is de kans op afstoting van het nieuwe hart. De patiënt krijgt medicijnen die dit proces moeten tegengaan. Deze medicijnen remmen echter ook de afweer van het lichaam tegen infecties. Afstoting gaat meestal niet gepaard met klachten. Daarom worden regelmatig via een ader in de hals kleine stukjes weefsel (“biopten”) uit het hart genomen, om een eventueel afstotingsproces aan te tonen of uit te sluiten.
Als er sprake is van afstoting kan dit meestal goed behandeld worden met extra medicijnen. Ook als alles goed gaat, wordt de patiënt zeer frequent poliklinisch gecontroleerd. De eerste 6 weken komt hij/zij minstens tweemaal per week voor controlebezoek en biopt, daarna neemt het aantal bezoeken geleidelijk af. Omdat in het eerste jaar na transplantatie de meeste problemen liggen op het vlak van infecties en afstotingsreacties, wordt deze beginperiode vaak als belastend en zwaar ervaren.

Naast het medicijngebruik blijven ook (strikte) leefregels van groot belang: voldoende regelmaat in het leven; zorgvuldig omgaan met medicijnen; niet zonnen/vermijden van fel zonlicht; niet roken en minimaal alcoholgebruik.

De kwaliteit van leven na een harttransplantatie wordt over het algemeen als zeer goed beschreven. Dit ondanks de soms hinderlijke bijwerkingen van de medicatie en de wetenschap van een beperkte levensverwachting. Vrijwel zonder uitzondering verklaren patiënten in de jaren na hun transplantatie geen spijt te hebben van hun keuze zich te laten transplanteren.

Relevante links:

Nederlandse Transplantatie Stichting:
http://www.transplantatiestichting.nl

Eurotransplant:
http://www.eurotransplant.nl

Naast het gesprek over de harttransplantatie ging het ook over hoe ik me voelde. Klote dus! Misschien ligt dit aan de medicatie. Want ik voel me al zo belabberd sinds ik uit het EMC ben ontslagen. Daar was weer flink gegoocheld met van alles. Dus weer verandering van medicatie. Complexe toestand die pillen. Alles grijpot in elkaar. Dus als het ene niet goed gaat doet iets anders in mijn lichaam daar gezellig aan mee. En zoek dan maar eens uit waar dat aan ligt. Bleek in ieder geval dat mijn bloeddruk gedaald was tot 75/50. Gaat u daar maar liggen. Een normaal mens dondert gewoon ondersteboven met zo’n lage bloeddruk.

In ieder geval voel ik me nog steeds z, z & m. (ziek, zwak en misselijk). Nee, misselijk ben ik niet, de rest wel. En ik ben zo moe, zo moe. Ik wordt er gewoon moe van! Ik vind het erg vervelend. Op deze manier kan ik niets. Ik hoop dat ik snel getransplanteerd word. Ik ga maar weer eens op bed liggen. Gezellig voor de rest van de familie. Een half slapende, nauwelijks aanspreekbare kerel op een bedje in de kamer.

Misschien schrijf ik vanavond nog wel verder. Het is nu pas 12 uur. er kan vandaag nog van alles voorvallen.

woensdag 15 december

Er gebeurde gister niets schokkends meer. Ik heb alleen een klein medisch probleempje opgelopen. Een kleinigheidje heb je zomaar, dat weet ik nou onderdehand ook wel. Ik ben snipverkouden, volgens mij verkeer ik in het terminale stadium van verkoudheid. “Lekkere vent hè? Een beetje verkouden en gelijk doen alsof ‘ie doodgaat.” Ik hoor het alle vrouwelijke lezertjes al dan niet hardop denken. En ja dames; ik lig de hele dag zielig op de bank met een kussentje en een dekentje. Vanwege de @#^$*-vochtbeperking denk ik het bakkie thee er maar bij. Dus jullie hebben weer helemaal gelijk: Mannen zijn aanstellers.

Ik ga mezelf dan ook niet verdedigen. Ja, ik ga wel dood natuurlijk, maar hopelijk duurt dat nog even en ik mag toch verwachten dat ik de pijp niet aan Maarten zal geven vanwege een verkoudheidje. Trouwens, Maarten rookt helemaal niet. Dus, als je verkouden of anderszins niet lekker bent, kom dan niet op visite. Ik heb aan mijn eigen virussen en bacteriën meer dan genoeg.

Naar aanleiding van dit verkoudheidje, en omdat ik in een dag bijna een kilo ben aangekomen, belde ik maar even met de poli hartfalen in het EMC. Nu is Sandra een oorthermometer gaan kopen om me te tempen , zoals dat in hospitaaljargon heet. Wat me op het volgende brengt.

Als je als patiënt op de harttransplantatieunit (wow… scrabblewoord) ligt wordt je altijd met een oorthermometer getempt, en niet met zo’n rectaal geval. Dat schijnt niet te mogen in verband met interne beschadigingen van het rectum en direct daarachter gelegen gebieden van het lichaam waar ik verder niet bekend mee wens te geraken, alwaar dan ontstekingen op kunnen doemen.. En dan moet ik toch direct aan sex denken. Hè, wat? Stel nou dat Gerard Joling het aan zijn hart krijgt? (Puur hypothetisch dan hè. Want Geer lijkt me een schat die je zoiets niet toewenst) Geen sex meer? Of oorsex? En hoe doe je dat dan? JA… wie hoorde ik daar nou weer Pieter van Vollenhoven roepen!?

Dat kan echt niet meer hoor! De leden van het Koninklijk Huis kunnen zich niet verdedigen, hoorde ik van de week. Wat een gedoe. Ik denk dat ik postuum ook nog voor een fikse verrassing ga zorgen. Wat dat betreft heeft Bernard. z. L.B. wel een trend geset. De dood als een practical joke. “Wie het laatst lacht, lacht het best?” Wat zal het dan een vrolijke boel worden aan gene zijde. Wie maalt er nog om 70 maagden als op het ondermaanse de nabestaanden alsnog in de zeik worden genomen?
Misschien is het iets voor een TV-format. Dat je, ik noem maar een zijstraat, SBS6 belt en dan je begrafenis laat filmen met als climax van het programma jouw eigen, zelf verzonnen grap. En voor de minder creatieve of grappige doden in spé bedenkt de redactie dan wel wat. Bijvoorbeeld dat bij een gezellige crematie de sprinklerinstallatie in werking treedt op het moment dat de kist uit het zicht verdwijnt. Da’s toch lachen? Linda de Mol moet het presenteren. Dat is weer eens wat anders dan dat suffe ‘Loveletters’. ‘Death Threads’ gaat het heten. IK WORD RIJK!!!!!!!!!!! Over andermans lijk!! De ultieme aso-show!

Als je de hele dag thuiszit ga je blijkbaar hele rare dingen bedenken. Ik kan nog wel raardere dingen bedenken hoor, maar dan twijfelt straks echt iedereen aan mijn verstandelijke vermogens. Hoewel mijn lichaam me stukje bij beetje steeds meer in de steek lijkt te laten, draaien de radertjes op zolder nog op volle toeren. Gelukkig maar.
Donderdag 16 december

Weer een nieuwe dag. Sandra en ik hadden het er gisteravond, in bed voor het slapen gaan nog over hoe blij we elke dag weer zijn als ik ‘s ochtends wakker word. Op de voorpagina staat onze kerstwens aan de bezoekers van deze website. Nog niet zo heel lang geleden durfden we niet eens aan kerstmis te denken. Nu is het al bijna zover en maken we voorzichtig plannen voor de feestdagen. Wat zullen we eten? Zijn de kinderen thuis? Ik durf me zelfs al te verheugen op de kerstbrunch op school. Ik hoop zo dat ik daar heen kan.

Als de kerstdagen voorbij zijn op naar 2005. Een nieuw jaar met nieuwe kansen. Veel vragen, nog meer onzekerheden, spanning. Maar wellicht ook de sensatie van een nieuw hart. Nieuw geluk. Tot die tijd zal het moeilijk worden, erg moeilijk vrees ik. Ik wens Sandra en mezelf, en niet te vergeten de kinderen ook, in het nieuwe jaar dan ook vooral de kracht toe om ons er met z’n allen doorheen te slaan.

Tot zover mijn wat vroege overpeinzingen voor de feestdagen en het nieuwe jaar. Wat gebeurde er nog meer vandaag? Niet veel ben ik bang. Het is rotweer, dus ik zat weer de hele dag binnen. Al vroeg wakker en beneden omdat de trombosedienst langskwam. Beetje vervelend. Het goede nieuws is dat de verkoudheid flink afneemt en dat ik geen verhoging of koorts heb gekregen. Nog een beetje last van mijn keel. Niets dat niet met een huismiddeltje verholpen kan worden.

Ik voel me ook een stuk fitter en lekkerder dan de afgelopen dagen. Gelukkig. Afgelopen maandag had de cardioloog de dosering plaspillen verlaagd en blijkbaar was dat niet zo’n goed plan. Dat kan. In ieder geval kon ik vandaag weer uitgebreid naar mijn eigen gezeik luisteren omdat de dosis weer omhoog is gegaan.. Waarschijnlijk toch wat vocht vastgehouden dat nu weg is. Ik ben ook weer een halve kilo lichter dan gisteren. Beter! 81 kilootjes schoon op de digitale weegschaal.

Een beetje saaie, grijze dag uiteindelijk. Wel gezellig alle meiden thuis. Straks maakt Sandra speciaal voor mij SPRUITJES. Gaan we gezellig met zijn allen eten. Dat gebeurt ook niet zo vaak. Dus leuk!

Tot morgen…

Vrijdag 17 december

klik op het plaatje om te vergroten
Wederom een wat saaie dag. Geen spannende actualiteiten, het regent nu al de hele dag (terwijl de zon scheen toen ik uit bed kwam). Voordeel van vandaag was dat we niets hoefden. tenminste… ik hoefde niets. Nergens heen, geen ziekenhuis, dus had Sandra het ook rustig. Totdat de kinderen naar het winkelcentrum wilden. Dus toen had Sandra het opeens wel druk.

Ik weet dus echt niet wat ik moet schrijven. Actualiteit. Wat zag ik vandaag op TV en wat las ik in de krant?

Allemaal oud nieuws Alles wat ik zag en las was al gebeurd. En dat noemen ze nieuws! Het grootste nieuws was die Boeing 747 op een trekschuit door de Amsterdamse grachten.. Ik had het groter nieuws gevonden als er een walvis was aangespoeld in ons tuinvijvertje. Maar helaas, de laatste goudvis die daar in zwom is er jaren geleden al door de kat uitgevist.

Ja, wat nou? Voel ik me eindelijk een dagje wel lekker, kan je weer niks. Ik heb wel zelf zitten kokkerellen. Met tussenpozen weliswaar en geen culinaire hoogstandjes. Hoewel mijn Indische gehaktgevallen niet te versmaden zijn. We gaan straks patat eten. Lekker slecht!!! En vanavond komt er visite. Daar kijk ik ik nu al naar uit. Dus een kort stukje vandaag. Het gaat relatief goed met me en morgen weer een nieuwe dag. Misschien is het mooi weer en durf ik even naar buiten.

Groetz en blijf schrijven!!

Zondag 19 december

Nadat ik vrijdag uitgeschreven was kwam er even een flinke kink in de kabel. De hele dag voelde ik me prima. Totdat ik, opvliegend als ik ben, me heel kwaad maakte. Niet zo maar kwaad, nee… he-le-maal over de zeik!! Dat had ik dus beter niet kunnen laten gebeuren. Maar ja, dat is achteraf altijd makkelijk gezegd. In ieder geval was het resultaat dat het licht even uitging. Gelukkig heeft Sandra me liefdevol weer opgeraapt nadat ze me weer enigszins rustig had gekregen.
Gevolg was wel dat ik ‘s avonds en de hele volgende dag weer volledig uitgeteld was. Beetje jammer. Weer een lesje geleerd. Maar of het blijft hangen??

Vandaag zijn Sandra en ik voorzichtig begonnen met inventariseren wat ik nou eigenlijk wil als ik dood ben. Heb je dan überhaupt nog wat te willen? IK DACHT HET WEL!! Bovendien zou het niet helemaal eerlijk zijn als Sandra helemaal zelf moest gaan bedenken wat er allemaal geregeld moet worden. Voor die taak heeft ze al bijna gestaan, en dat is absoluut hartstikke moeilijk. Dus ben ik bezig al mijn post mortum wensen op papier te zetten. Zo kunnen Sandra en ik samen bedenken wat we willen en hoeft niemand zich er meer mee te bemoeien.

En ik heb nog wel wat noten op mijn zang. Wacht maar af!

Best moeilijk trouwens om er eens echt voor te gaan zitten en na te denken over wat je nou wil als lijk. Begraven, cremeren, wel of geen bloemen, Mieke Telkamp of toch maar Led Zeppelin, een kist of gewoon een kartonnen doos? Keuzes, keuzes. Zelfs na de dood blijft het moeilijk kiezen.

Dit even terzijde. Ik wilde het nog helemaal niet hebben over mijn begrafenis. Want dat duurt nog een tijdje. Ik wilde vertellen hoe het vandaag met me ging. Langzaam begin ik er weer een beetje bovenop te komen. Ik was vandaag weer redelijk fit. Wel weer aangekomen. Ik snap er niks van. En ik blijf een vervelend kriebelhoestje houden. Maar dat is (denk ik) niet zo erg.
Maar wat doet dat plaatje van Led Zeppelin bij dit stukje? Ik heb geen idee. Gewoon leuk.

Maandag, 20 december

“Jingle Bells, Jingle Bells jingle all the way…” Volgens de cardioloog ga ik kerstmis wel halen hoor. Als ik me maar rustig houd. Ja lieve lezertjes, ik heb op mijn falie gekregen vanwege mijn gedrag, omdat ik zo boos was geworden. En het fraaie is dat Sandra me verraden heeft bij de dokter!!!! Oh oh…. Ja lach maar! Jullie kennen mijn cardioloog niet. Ik wel. Nee hoor het is een goed mens. Ik kan haar wel plaatsen. Maar je moet niet f-@#*-en met haar. En eerlijk gezegd: dat kan bij mij helemaal geen kwaad! Ik zou meer op mijn kop moeten krijgen. Liefst met slaag. (Dit gaat de verkeerde kant op.)
De dokter had helemaal gelijk natuurlijk. Ik beloof erop te zullen letten.

Weer de medicatie aangepast. Deze keer omdat ik nu toch vocht vasthoud. Daar baal ik wel van. Niet dat de medicatie veranderd is, maar dat ik vocht begin vast te houden. We zullen wel zien. Ook dit zal wel weer in goede banen geleid worden. Ik heb alle vertrouwen in de medische staf van het EMC. Petje af voor die mensen.

Ik voelde me vandaag redelijk fit. Ondanks de kou ben ik zelfs, dik ingepakt, met Sandra naar het winkelcentrum geweest. Lekker even naar buiten. Lekker hoor na twee weken binnenzitten. En Michel kwam nog even langs met allerlei leuke zachte waren. Dus heb ik lekker zitten computeren met de schootcomputer. Lekkere dag. We hadden het vanochtend al kunnen weten; in een half afgesloten parkeergarage een mooi invalidenplekkie vlak voor de deur. Dat was een goed omen.

Tot morgen!

Woensdag 22 december

Soms krijg je via e-mail de gekste dingen toegestuurd. Van ranzige porno (bah!) tot grimlach ontlokkende plaatjes. En dan heb ik het alleen nog maar over de post die je van vrienden en kennissen krijgt. Het plaatje hiernaast kreeg ik van Jack, ex-buurman die naar Anna Paulowna (ja, dat gehucht bestaat echt!) is verhuisd met vrouw, kind en levende have.
E-mail… een prima manier om contact te houden met de buitenwereld als je aan huis gekluisterd bent. En toch hebben we ook dit jaar weer enorme aantallen kerstkaarten de deur uitgedaan. (Wat! Heb je geen kaart gehad van ons? Wij schamen ons diep.) Dat had ook elektronisch gekund. Maar dan mist er toch iets. De kast in de kamer raakt steeds voller met ontvangen kerstkaarten. En dat is toch kersteriger dan een diapresentatie maken van je e-cards.

Gister weer niet geschreven. Sorry hoor. En toch de hele dag de tijd gehad zou je zeggen. Maar toen ik ‘s avonds wat aan het web wilde toevertrouwen kwam eerst Richard. En later schoven Glenn en Jessica ook nog aan. Hartstikke gezellig. Dan ga je niet achter je PC’-tje zitten. Maar jullie hebben niets gemist hoor. De rest van de dag was er niet veel gebeurd. Eigenlijk helemaal niets. Wat vragen oproept over wat je nou helemaal met een weblog moet als er toch niets gebeurt in je leven.
Soms gebeurt er inderdaad wel eens wat. en dan schrijf ik het op. Of Sandra schrijft het op. Alhoewel, die heeft al een tijd niets gedaan aan het log. Nee, dûhûh… die heeft het te druk met mij achter mijn reet aanzitten met pillen en drankjes en andere zaken. En als het geen pillen zjn dan zit ze wel in mijn oor met een thermometer. Of ze moet boodschappen doen. “Wat moeten we vandaag nou weer eten??????”

Tot zover gisteren. VANDAAG:

Bezoek van ver! Ze kwamen niet uit het oosten en namen ook geen geschenken mee. Hetgeen je toch zou verwachten in deze tijd van het jaar. Tante Riet en oom Solon waren helemaal uit Amerika gekomen om ons te bezoeken. Oké. Ze kwamen niet speciaal voor ons. Maar ze zijn dus wel even met opa Lex en oma Wil langsgekomen. Terwijl de oudjes kwebbelden, Sandra het vuurtje van de conversatie brandend hield, lag ik op bed een beetje de patiënt uit te hangen. Het was vurrukkulluk.
De gesprekken gingen onder meer over de heftig bloedende aambeien van een oom, de plotselinge dood van de man van een kennis en over coyotes die de huisdieren opvreten. De enige coyote die ik ken is Wiley E. en die is al decennia lang bezig om Roadrunner te vangen, dus dat laatste leek me een sterk verhaal. Bijna net zo sterk als het verhaal dat Wiley E. bezig is met een rechtzaak tegen ACME Company, Inc. Dat zal wel een langslepende zaak worden.

Ik probeer toch een beetje de batterij op te laden voor de kerstbrunch van vrijdag. Wat inhoudt dat ik me zo rustig mogelijk houd. Het kost wat moeite, maar het lijkt tot nu toe aardig te lukken. Ik voel me wat beter de afgelopen dagen en dan loert het gevaar dat ik weer ga overdrijven. en dat moet ik niet doen. Want dan voel ik me daarna weer helemaal beroerd. Nee lieve kijkbuiskindertjes; het valt niet mee. ‘Het leven is een pijp kaneel. Je zuigt eraan en het wordt steeds korter.’

Ik ga weer maar even een tukkie doen. Lekker tegen de verwarming aanliggen. De fysio komt zo nog. En dan is de dag wel weer voorbij.

Toedeloe!

Donderdag 23 december

Ik wist het. Ik zag het aankomen. Ik wist dat ik het niet moest doen. En toch deed ik het. Poffertjes bakken. Een heleboel poffertjes. Lekkere poffertjes. (Volgens Sandra en Iris, zelf hoefde ik ze niet.) Maar ik ben bijna een uur bezig geweest. Ik moest ook nog zo nodig pindasaus maken bij de bami die nog in de vriezer lag. Maar.. ik heb het gered, ben niet in hoofdgroepen uiteengevallen, ademde nog en kon nog zonder hulp van anderen van mijn barkruk komen. Ik had zelfs nog puf om de bami daadwerkelijk op te eten. En ook nog een tweede portie.

Maar dat was gisteren. Vandaag zouden we het dan erg rustig aan doen. Nou ja, wat mij betreft lukte dat aardig maar Sandra moest de boodschappen voor de feestdagen gaan doen. Het boodschappenbriefje lezende bedacht ik me dat ik het waarschijnlijk niet ga redden om maandag, bij de volgende controle, op het door de cardioloog gewenste gewicht van 80 kilo te zitten. Dat wordt lastig.

Ik ga me vanavond maar niet met het eten bemoeien. Liggend op mijn bedje of zittend op de bank ga ik de verrichtingen van Sandra gadeslaan. Bovendien kookt Sandra stukken beter dan ik. Ze rijdt ook beter auto dan ik. En laat ik het dan nog niet eens hebben over dansen. Is dat frustrerend? Nee! Daar moet je als man gewoon je voordeel mee doen! En hoe dat moet leer ik met de dag beter. Het enige wat ik vreemd vind is dat ze beter autorijdt dan ik. Dat is onmogelijk. Ik bedoel, Sandra heeft in één keer haar rijbewijs gehaald. Ik heb vijf keer examen gedaan. Dus dan moet ik het toch beter kunnen? Ik heb veel meer geoefend!

Dat Sandra alles beter doet, kan ook eigenlijk niet anders. Ikzelf doe helemaal niets. Nada. Noppes.
Wat ik allemaal niet doe?:

* Ik doe niks in het huishouden.
* Ik biedt nooit aan een keer ergens heen te rijden.
* Ik laat alles door anderen doen.
* Ik ga niet mee uit.
* Ik help niet met boodschappen doen.
* Ik breng de kinderen niet naar sport of wat dan ook.
* Ik werk niet.
* Ik doe geen klusjes.
* Ik doe niets wat een ander ook voor me kan doen.

De ideale man word ik op die manier nooit natuurlijk. Maar daar streef ik ook niet naar. Als ik nog een beetje aankom doe ik het waarschijnlijk wel goed als een mannelijke Hanna Tokkie! Ik ben wel meer van het mezelf laten verwennen. Dat was ik altijd al een beetje hoor. Maar mijn medische toestand geeft het toch meer legitimiteit. Niemand die er wat van zegt. Egocentrisch?? Absoluut!

En toch zit het me niet lekker. Het voelt echt alsof ik buitenspel sta. En hoe vaak Sandra en de kinderen ook zeggen dat ze het niet erg vinden dat zij een stapje harder moeten lopen, dat gevoel blijft. Het lijkt zo makkelijk; jezelf een beetje laten vertroetelen, alles achter je aan te laten dragen. Maar dat is het niet. Het is misschien even leuk, zoals na mijn herniaoperaties waarvan je weet dat je binnen afzienbare tijd weer inzetbaar bent voor allerlei zaken. Oké, door die hernia’s ben ik ook wel beperkt in mijn bewegingsvrijheid, maar toch; ik kon nog iets. En nu kan ik niets.

Dat wordt nu wel een beetje vervelend hoor. Ik wil gewoon weer meedoen.

(Met dank aan Michel voor het poffertje.)

Vrijdag 24 december

Na een week uitrusten en de batterij opladen was het dan zover. Vrijdag; de dag van de kerstbrunch op school. Ik kan gerust stellen dat het de moeite waard was. Speciaal voor mij hadden de collega’s een aparte schaal opgemaakt met allerlei (zelfgemaakte) lekkernijen. En dat was nog maar het voorgerecht. Er kwam nog soep bij, en nog veel meer. Ook het toetje was helemaal goed. Mmmmmmmmmmm.
Jongens en meisjes… het was geweldig. Al het eten was lekker, de sfeer was geweldig, ik voelde me meteen weer helemaal thuis. Ik mis jullie dan ook allemaal heel erg. Ik hoop snel weer aan het werk te kunnen. Maar ja, ik moet wel realistisch blijven. En de realiteit is dat dat nog wel even kan duren.

Het afscheid viel me zwaar. Helaas trok ik het echt niet langer. Balen. Volgestapeld met cadeautjes en attenties rolden Machiel en Olaf me naar de uitgang. Het was toppie. Wanneer is de volgende feestelijke gelegenheid?

Thuisgekomen was het, zoals voorspeld, snel op bed en uitrusten. Gaby moest natuurlijk haar nieuwsgierigheid direct bevredigen en pakte het kerstpakket uit. Leuk leuk leuk.
Nadat ik een beetje was bijgekomen nam Sandra me nog even mee naar het winkelcentrum. Lopend/rollend. en dat was inderdaad sneller dan met de auto. De parkeerterreinen waren één grote chaos met auto’s en fietsen. Onbereikbaar. Het was wel koud. Maar ik had me heel dik aangekleed. Lekker, even een frisse neus.

Al die activiteiten hadden wel tot gevolg dat ik al heel snel na het eten naar mijn bed boven vertrok. Slapie doen. Maar natuurlijk niet nadat we de kadootjes hadden uitgepakt. Ik ben tamelijk verwend met twee DVD’s en een beker voor de beste papa van de wereld. Het was een leuke dag.

Zaterdag 25 december

Eerste kerstdag. De dag begon met een echt kertfeestelijk ontbijt dat Gaby en Iris in elkaar hadden gezet. De tafel keurig gedekt met kerstkleed en servetten. Warme broodjes, verse koffie. Er ontbrak niets. Nou, daar wilde ik mijn bed wel voor uitkomen. En Iris, die denkt ook aan alles. Die kwam naar boven om te zeggen dat ik moest gaan douchen omdat het allemaal bijna klaar was. Eenmaal beneden kom ik niet meer boven om te douchen. Zo verscheen ik schoon en fris aan het ontbijt. Gezellig!

De rest van de dag was ik tamelijk uitgeteld. eigenlijk heb ik de meeste tijd op bed gelegen. Maar dat had een een goede reden; gourmetten. We hebben ‘s avonds heerlijk zitten gourmetten met z’n viertjes. Lekker met eten kliederen aan tafel. IJs toe. En kwark voor mij.

Na het eten kwam ik er eindelijk aan toe om naar één van mijn kerstcadeaus te bekijken en te beluisteren. Led Zeppelin op DVD. Goed man. Straks gaan we nog lekker lachen met Brigitte Kaandorp op de televisie.

Maandag 27 december

Nou, dat waren me de kerstdagen wel hoor! Gigantische dissen, volgestapeld met heerlijkheden en delicatessen. Bereid door Sandra, opgepeuzeld door… de rest van de familie. Dat is vreemd. Meestal ben ik de grootste eter. Nu dus niet. Een beetje lontong met gado gado, 2 stokjes kipsateh. Dat was het. Had Sandra daarvoor zo haar best staan doen? Eerlijk gezegd was ik het hele weekend zo afgepeigerd dat ik de hele dag op bed lag en eigenlijk niet eens aan eten moest denken. Vandaag nog niet trouwens. Vanavond een paar patatjes en gebakken champignonnetjes . VOL!
Snoepen en snacken dan? Dacht het niet. Ja, een paar zuurtjes, van die lekkere ronde gele citroenzuurtjes. Daar raak je toch niet je eetlust van kwijt.

Vandaag was het weer tijd voor controle bij de cardioloog. en de ICD uitlezen. De ICD was prima in orde. Nu weet ik zeker dat ik me niet druk moet maken. Het apparaat had ergens een hartslag van tegen de 170 BPM gemeten. Dat haalde ik vroeger op de fiets nog niet eens. Hoe bedoel je hartritmestoornissen. Ik had dat wel op eigen kracht overleefd want de ICD vond het best en deed er niets aan. Volgens mij staat hij afgesteld op een maximale waarde van 200 BPM. BPM, BPM? Da’s house taal en betekent ‘Beats Per Minute’.

De cardiologe was minder te spreken. En dat was minder leuk. Volgens haar voel ik me zo klote (om het nou maar even zo uit te drukken) omdat ik een bepaald medicijn niet verdraag. En dat medicijn zorgt er, in combinatie met andere medicijnen, nou precies voor dat de drukken tussen het hart en de longen gelijk blijven. Waarschijnlijk omdat ik te jong ben en de bloedvaten er teveel op reageren. ‘Dan doe je toch wat minder van die pillen?’ Dat kan dan weer niet omdat dan de druk te hoog wordt en ik niet meer getransplanteerd kan worden. Dan is het gewoon einde oefening. Om dat te voorkomen zal ik uiteindelijk langdurig opgenomen worden in afwachting van een nieuw hart. De medicijnen moeten ervoor zorgen dat ziekenhuisopname nog even niet nodig is. Als het regelen van de druk niet met pillen lukt moet ik aan een infuus. Dus in het ziekenhuis. En tot nu toe wil het niet echt lukken. Lijkt het.

‘Nog leuk nieuws?’ Nee, weinig. Maar dan weten jullie weer een beetje hoe de vlag er bij hangt. Halfstok, zou ik bijna willen zeggen. Maar eens een afspraak maken met de maatschappelijk werker van de harttransplantatieafdeling.. Vandaag was het even kiezen of delen. MW’-er of fysiotherapeut. Ja, ook dat nog; mijn dubbele hernia werkt ook niet erg mee. Dus die fysiotherapeut heeft het ook druk met me. Het werd dus de fysiotherapeut.
Morgen maar even het EMC bellen voor een afspraak. Sandra vindt dat het nodig is. Ik denk dat ze gelijk heeft.
Ik heb er wat moeite mee om dat toe te geven. But hey! Who am I kiddin?’ De tijd van het doppen der eigen boontjes is een beetje voorbij. Helaas.

Oh ja, een klein beetje leuk nieuws, hoewel we wel een beetje jaloers zijn; Gaby is veilig in Spanje geland en zit nu bij haar vriendje. Fijn voor d’r.

Dinsdag 28 december

Ik ben altijd gek geweest op geschiedenis. Op de middelbare school was geschiedenis het enige vak dat ik serieus nam. Dat kwam ook omdat ik andere vakken absoluut niet beheerste, of er zo goed in was dat ik de lessen gewoon oversloeg. Hoe kom ik daar nou op? Ik lig hier zo de hele dag op bed, omringd door mooie vrouwen, als ik wat wil eten of drinken wordt het aangedragen door mijn hofhouding. Kortom; beelden van het oude Rome of Griekenland doemden op uit de stoffige gewelven van mijn brein. Toch?

We hadden het laatst nog over school, Sandra en ik. Met listigheid, charme en bedrog ben ik door het HAVO gerold. Met de leraren gingen mijn vrienden en ik een biertje drinken en de leraressen waren vaak toch wel gevoelig voor mijn flirten. Zo werd ik elk jaar weer als vergadergeval bevorderd naar de volgende klas. Dat was vroeger, toen alles beter was. Ik kan me nog levendig voor de geest halen dat ik eens stomdronken een stelopdracht voor het vak Engels moest maken.

Een mager zesje kreeg ik voor mijn werkelijk fantastische verhaal over Saint Nicolas en Black Pete. De leraar vond het een goed verhaal alleen de spelfouten gooiden roet in het eten. Het pepermuntje dat ik voor de les kreeg had niet veel geholpen.

Laat de kinderen dit maar niet lezen.

Mijmeren. Denken aan vroeger. Dat overkomt me vaker de laatste tijd. Maar er wordt ook aan de toekomst gedacht hoor.Vanmiddag heb ik met Sandra en Remko en Sylvia zitten filosoferen over begrafenissen. Want er is tegenwoordig van alles mogelijk. Je kunt je zelfs laten vriesdrogen. Kunnen ze je later dan met heet water aanlengen? Net als oploskoffie.
En hoe ziet een rouwadvertentie er dan uit? ‘Op maandag 3 januari 2005 van 9.00 tot 17.00 uur vindt de vriesdroging van Piet plaats in de diepvriezer in de bijkeuken waarna Piet zijn laatste rustplaats zal vinden in het vriesveem van de firma Frosty B.V. alweer gelegenheid tot condoleren zal zijn.’ En dan een los kaartje erbij met het advies je warm aan te kleden. Piet gaat dus ook niet in een (vries-)kist maar in een Tupperwarebakje. En in plaats van koffie met cake is er na afloop schnaps met apfelstrüdel.

Nâh… niet doen maar. Wat we wel een goed plan vonden laat ik nog even in het midden.

Over naar de wanorde van de dag. Ik heb alweer de hele dag op bed gelegen. Ik voel me nu, het is 20.30 uur, wel uitgeruster dan de voorgaande dagen. En ik heb vannacht weer zo slecht geslapen. Vanochtend kwam de trombosedienst, moest ik er vroeg uit. Verdorie!
Er was vandaag wel een opeenstapeling van leuke voorvallen. Remko en Sylvia waren er natuurlijk even. Sandra kocht een nieuw ski-jack voor me. Ze belde nog even op uit de winkel of ik rood wel een mooie kleur vond. Nou moet ik zeker ook sneeuwkettingen onder mijn rolstoel doen. Herinner me eraan dat ik daar morgen even verder op inga. Ik heb een tijdje geleden mijn rolstoel opgegeven voor ‘Pimp My Ride’ van MTV. Amazing!

Verder kreeg ik, of Sandra, dat is lekker belangrijk, vorige week een bosje bloemen van buuf Pia. Ik dacht eerst dat het een struik bleekselderij was. Maar nee. Langzaam maar zeker kwamen er prachtige bloempjes aan. En nu zijn het REUSACHTIGE bloemen. De natuur hangt van wondertjes aan elkaar. Het leven ook. Symbolisch?

Oh wacht even. Het lijkt erop dat Iris nou ook al mijn vreemde gevoel voor humor en taal begint over te nemen. Hebben jullie wel eens van de ‘postbodekloterij’ gehoord? Schijn je met het kloten met een postbode geld te kunnen winnen. Je krijgt alleen nooit meer post in je brievenbus.

Zoeken we verder uit. Wordt vervolgd. Het wordt weer onzin. Niks beter te doen zeker? Nee! Doei!
donderdag 30 december

Twee dagen geen internet!!!! Een hartinfarct zet je leven op z’n kop… maar geen internet… HELP!!!!!! En dan moet je met je ISP gaan bellen. Nee, dat is goed voor je hart. Gister was Michel er en die heeft toen gebeld. Zonder resultaat. ‘Het ligt aan uw netwerkkaart.’ Ja, ammehoela. Vandaag weer bellen. Zelfde verhaal. En tot overmaat van ramp vloog midden in het gesprek de aardlekschakelaar eruit. Dat krijg je met al die kerstverlichting. Dan wordt het een beetje moeilijk.
Nu hangt het kabelmodem maar even aan de laptop, die heeft maar één netwerkaart, de pc heeft er drie. Vanmiddag kreeg ik na het intoetsen van de postcode direct de melding dat er een storing in de wijk was. Goh. Maar vanavond kreeg ik dan een vriendelijk dame aan de lijn die binnen 3 minuten voor elkaar had dat ik weer kon internmetten. Hoera voor de vrouwen in de techniek.

Heel het geintje kostte me een hoop energie. Morgen schrijf ik verder. Dan komt ook het rolstoelverhaal aan bod.

Tot…?

Vrijdag 31 december

Nou, de laatste dag van het jaar. Ik ga geen jaaroverzicht doen hoor. Jullie hebben trouw alles gevolgd. Alle steun die Sandra en ik hebben gekregen was hartverwarmend. Zonder jullie hadden we het niet zo ver kunnen schoppen. Bezoek in het ziekenhuis (tot wanhoop van het personeel, dat bijna het verkeer moest gaan regelen), bezoek thuis, het gastenboek op deze website (deze website natuurlijk, niet te vergeten), kaarten, telefoontjes, praktische hulp. Ik ga niemand bij naam noemen. Iedereen bedankt!!!!

We hebben dit jaar veel gehuild maar gelukkig ook veel gelachen. In ieder geval zijn we niet bij de pakken neer gaan zitten. Er waren wel eens dipjes. Daar kwam ik samen met Sandra ook wel weer uit.
Het was een raar jaar. Volgend jaar beter. Je weet het niet. We kunnen alleen maar blijven hopen. En alles is relatief. Al die mensen in Azië. Laten we daar ook nog even aan denken.

Gelukkig ontplooien veel mensen initiatieven om te gaan helpen. Er valt misschien ook nog wel wat te verdienen. Wat denk je van een zwemschool. Iedereen een brevet voor reddend zwemmen. In Duitsland denken ze daar heel anders over. Er zijn veel Duitsers omgekomen in Thailand hoorde ik op het nieuws. Logisch. Wat doet een Duitser zodra hij op het strand komt? Juist!! Een kuil graven. En kuilen hebben de neiging om vol met water te lopen tijdens tsunami’s. En als je dan niet kunt zwemmen… De meeste Duitsers denken dat ze wel kunnen zwemmen. Ja ja. Ga dat maar eens vragen aan de strandpolitie in Scheveningen. Ergo: begin ook eens een zwemschool in Duitsland. Gat in de markt.

Whatever gets you of! Wat zijn de plannen voor vandaag? Sandra heeft gister lekkere pikante hapjes gemaakt en vandaag stort ze zich nog op de appelflappen. Dan zijn we helemaal klaar voor de oudjaarsvisite. Yvonne en Jos en Sylvia en Remko komen vanavond. Ik hoop dat één van hen vuurwerk bij zich heeft want ik had geen zin om in de rij te gaan zitten. Ik heb nog even overwogen om dat al wartaal uitkramend, kwijlend op iedereen die voor me staat en idiote bewegingen makend terwijl ik deze en gene tegen zijn dan wel haar hielen aanrijd en dan hopend dat de wachtenden voor me me voor zouden laten wel te doen maar we wonen hier in een dorp hè. Iedereen kent je. Geen vuurwerk dus.

vanmiddag komt er ook nog visite, voor de rest ga ik persoonlijk niets doen. Op bed liggen en uitrusten. Dat was het eigenlijk wel. Ik voel me redelijk goed en verheug me op de rest van de dag. Als er nog wat spannends gebeurt dan lezen jullie dat morgen wel.

Doe voorzichtig met vuurwerk en tot volgend jaar.