December

3 december 2010 0 Door robzter

VMBO

dinsdag, 07 december 2010 06:31

Je bent 13 en je zit op het VMBO. Je hebt een hoop nieuwe mensen leren kennen. Andere schoolvakken en jeetje, ja, de hele school is anders; Groter, meer kinderen, veel meer leraren en een in het begin een enorm gezoek en heen en weer geloop naar al die verschillende lokalen. Je moet nieuwe vrienden maken. Dat valt ook niet steeds mee. Ingewikkeld hoor. Verwarrend ook. Wat moet je ermee? Enne… alsof dat allemaal niet genoeg is moet je ook nog leren. En soms zelfs huiswerk maken. Ja, dat was er na de zomervakantie wel bij verteld maar in het echt is het toch heel wat hoor.

En dan is het eerste semester voorbij en is het rapportentijd. OMG! Een rapport met cijfers. Dus niet zoals op de basischool met verhaaltjes hoe goed, of juist niet, je je best hebt gedaan… Nee, echte cijfers. Altijd spannend. En sommige dingen vond je echt wel moeilijk. Of vervelend. Andere dingen leken juist makkelijk. En leuk. Je hebt er alle vertrouwen in en verteld aan iedereen dat volgende week je rapport zult krijgen. Ook aan papa, die je eigenlijk nooit ziet.

De meester – Oh nee, de leraar (Toch nog even wennen voor me hoor!) – deelt de rapporten uit. Dat valt niet tegen zeg! Allemaal goede cijfers behalve twee onvoldoendes. Thuis zijn ze er ook blij mee en erg trots op je. Daar hedden ze alles met Argusogen gevolgd en eigenlijk wel een beetje aan je kop gezeurd. ‘Nou, zie je nou wel dat het hartstikke goed gaat.’ Al snel weet iedereen hoe goed je rapport is en je laat het zelfs op je oude school zien. Je eerste rapport van de middelbare school. En wat voor één. Behalve papa. Die belt niet. Ook niet naar je broertje trouwens.

De meester, oh nee, leraar, je mentor zegt dat hij het rapport ook naar papa zal sturen. Ja, ho eens even; Als hij dan zo graag wil weten hoe m’n rapport is, had hij mij toch kunnen bellen? Doe maar niet sturen hoor. Pislink, dat ook, maar vooral verdrietig zit je na school bij mama in de auto naar huis. – Tsja, je hebt wel gelijk. Maar ja… –
Uiteindelijk, onder het motto ‘beter laat dan nooit’ of zo belt papa. Hoe je aan die onvoldoendes komt, wil hij vooral weten. En dan moet je je helemaal verweren alsof je je best niet gedaan hebt. En dat heb je wel. Wat is dat nou? Ben ik lui of stom of zo?
Wat is er gebeurd met ‘Goh, wat een goed rapport zeg! Je hebt goed je best gedaan. Knap hoor. En dat voor een eerste rapport. Ja, jammer van die onvoldoendes. Maar ja, wiskunde lijkt me ook wel moeilijk. Goh, ik ben trots op je meid. Gefeliciteerd!‘ Oh, en tussen twee bijzinnen door verteld hij dat hij je rapport ook aan je grote zus heeft laten zien. – ?? – Ja, dat had je zo graag zelf willen doen. Dat hoeft nou niet meer. Weer boos. Huilen: ‘Begrijpt papa dat dan niet?‘ – Nee lieverd, er zijn grote mensen die dat niet begrijpen. En ik ga niet goedpraten wat je zelf al door krijgt. Daar heb je mij en mama niet voor nodig. –

– VMBO. En dan gaan zeurpieten over onvoldoendes. Wat een gezeik! Weet je wat het is? School is net de Tour de France. Of de Vierdaagse van Nijmegen. Die VWO-plussers, nou, die komen er in de regel wel hoor. Die zijn nog niet begonnen of de meet is al in zicht. Dan heb je de middenmoot, de HAVO-klantjes die het met wat hangen en wurgen ook wel rooien. Maar dan komen de kanjers. Die gasten die met het snot in de ogen, alles geven wat ze hebben. Die helemaal stuk de motivatie uit het eindje van hun teennagels halend hun doel willen en zullen bereiken voordat de bezemwagen ze inhaalt. Waarvoor het hardst geklapt en gejuicht wordt als ze voorbij komen. BRAVO! Om er maar voor te zorgen dat ze aankomen. En dan misschien wel veel later, maar terecht net zo trots en met net zoveel voldoening over die streep. Waar we ze met z’n allen naar toe hebben gejuicht en geklapt. VMBO’-ers. Klasbakken! De meesten dan. Mama en ik gaan nog vier jaar met spandoeken en bekertjes water langs de weg staan hoor! Als je maar geen onvoldoendes meer haalt. Nee hoor; Als je je best maar blijft doen. Dan vinden mama en ik ‘t prima. En lol hebben op school. Maar ook al weer niet te veel. Moeilijk hoor, pubers. –

Reacties (33)

Laatst aangepast (dinsdag, 07 december 2010 07:27)

 

Briefje

donderdag, 09 december 2010 23:02

Aan: Huisartsenpraktijk Helius MC

 

Hellevoetsluis, 09-12-10

 

L.S.

Ik wil het volgende onder uw aandacht brengen;

Op woensdag 9 december zocht ik telefonisch contact met de praktijk. Het probleem dat ik had leek simpel; Ik werd die ochtend wakker met een gezicht vol rode uitslag. Ik concludeerde al snel dat dit een bijwerking kon zijn van het middel Primperan, door mij sinds enkele dagen gebruikt tegen misselijkheid als gevolg van morfinegebruik. Mijn vraag was ook van eenvoudige aard en hield in dat ik graag iets anders tegen de misselijkheid wilde.

Ik werd te woord gestaan door een dame die de Nederlandse taal niet echt machtig leek te zijn. Ik kon haar vanwege haar uitspraak slecht volgen en de mevrouw aan de telefoon leek mij niet te begrijpen of te weten wat ze moest doen. “Zal ik met de dokter overleggen?” Ik reageerde wat verwonderd. Kon zij zelf beslissen en een recept voor iets anders uitschrijven? Of moest ik haar vertellen wat te doen? Dit vroeg ik haar dan ook. Uiteindelijk leek er overeenstemming te bestaan over de te volgen procedure en ik moest tussen 14.00 en 16.00 uur maar terugbellen. Dat zij mij zou bellen was uitgesloten. Soit.
Gedurende die tijdsspanne heb ik enige malen getracht de praktijk aan de telefoon te krijgen, hetgeen pas na een tiental pogingen tot succes leidde omdat er niet werd opgenomen. Toen er uiteindelijk wel werd geantwoord bleek de dame in kwestie nog niet met de arts overlegd te hebben vanwege diens afwezigheid. Ik liet haar weten dit vreemd te vinden daar er meerdere artsen in de praktijk werkzaam zijn. Het excuus van mevrouw was dat ik een patiënt ben van Dr. L. en dat die er niet was. Ja? Ik begrijp hieruit dat ik van medische hulp of advies verstoken blijf als Dr. L. afwezig is. Ik vroeg haar dit op te lossen.Hiervan raakte mevrouw erg in de war. Op een gegeven moment begon ze zelfs hard in de telefoon te rochelen en te hoesten. Ik vertelde haar dat ik dit niet prettig vond, dat zulk gedrag ongepast is en dat ik het een raar telefoongesprek vond. Hierop verbrak ze de verbinding!

Ik belde terug (kostte weer enkele telefoontikken) en kreeg een collega aan de telefoon die een en ander wel begreep en beloofde zaken te regelen en terug te bellen. Binnen een minuut. Zo moeilijk was het dus niet.

Tot mijn inmiddels ontstane ergernis belde de allochtone dame me terug. Ze kon me niet duidelijk vertellen wat er nu besloten was. Ze kon de namen van de medicijnen niet eens herkenbaar uitspreken!! Omdat ik maar bleef vragen wat ze nu bedoelde begon ze mij op een gegeven moment op badinerende toon te vragen of ik begreep wat ze zei. Alsof ik degene was die een probleem met communiceren had. Uiteindelijk begreep ik dat er zetpillen Domperidon (Goh, wat een moeilijk woord!) klaar zouden liggen bij de apotheek.
Ik vind deze gang van zaken nogal kwalijk. Deze mevrouw is nauwelijks bij machte om in verstaanbaar en begrijpelijk Nederlands een telefoongesprek te voeren. Terwijl het juist bij een telefoongesprek aankomt op verbale informatie daar non-verbale communicatie, welke bij inadequaat verbaal communiceren juist zo belangrijk is, ontbreekt. Het gaat mij er niet om dat uw medewerkster van niet-Nederlandse afkomst is, maar iemand met een spraakgebrek laat je ook de telefoon niet opnemen.
In een huisartsenpraktijk heb je het wel over medisch handelen en potentieel gevaarlijke medicijnen en niet of iemand mosterd of mayonaise op een broodje rookworst wenst. En dan heb ik het verder maar niet over de manier waarop de betroffen werkneemster denkt mij, en wellicht andere patiënten, te kunnen bejegenen.
Ik draai tot mijn spijt al enige jaren overuren in de medische wereld. Ik heb hele gekke dingen meegemaakt. Ik heb nog nooit ergens over geklaagd maar dit vond ik te ver gaan om het er bij te laten zitten.

Met vriendelijke groeten,

 

R. Oosterboer.

Staakt de post nog? Nou ja, ik ga deze brief morgen toch even zelf afgeven. Ik moet toch ook de goede medicijnen nog hebben. Dat was nog niet gelukt. Misschien kots ik dan gelijk even die balie daar vol! Nee, da’s bluf.

 

 

Reacties (3)

Laatst aangepast (vrijdag, 10 december 2010 10:30)

IJsvoorpret

zaterdag, 11 december 2010 23:36

Net met bruut gewekt door een horde kinderen (Het waren er maar twee maar als ik nog voor negenennegentighonderdste slaap heb ik nog wel eens last van irreële percepties.) die, bijgestaan door een hond en een zelf meegebrachte kat, de sponde waarin Agnes en ik in zonde de nacht doorbrengen verhief tot speeltuin werd mijn aandacht getrokken door het geluid dat mijn telefoon maakt om mij te verwittigen dat er gepoogd wordt middels het apparaat met mij in verbinding te treden met het doel te communiceren. Aan de andere kant van de inmiddels spreekwoordelijke lijn hoorde ik, nadat ik mij meldde met een met duidelijk weer- en tegenzin gebromd ‘met Rob’, me daarmee als mezelf identificerend naar de persoon die mij klaarblijkelijk telefonisch wenste te spreken toe, de zoete stem van mijn zuster, wier eigenaresse de telefoon ter hand had genomen teneinde mij en Agnes, die naast mij druk in de weer was zich de eerder genoemde kinderen van wie zij de moeder is van het vege en slechts in pyjama geklede lijf te houden op e hoogte te brengen van de viering van de geboortedag, 18 jaar geleden, van haar dochter en dientengevolge mijn nichtje Sara het aankomende weekend.

– En nou weer gewoon ja! – ‘Dus jullie liggen gezellig met z’n viertjes in bed naar je breedbeeld te kijken?’, vroeg zus. Ja, we moeten wel. Het kan haast niet anders. De slaapkamer is zo klein dat het apparaat zo’n beetje een hele muur beslaat. Maar hij stond niet aan. Zelfs niet op stand-by. Of wel? nou ja, het was zo’n gekkenhuis dat zelfs ik helemaal ontwaakte en zelfs opperde er dan maar uit te gaan. Het was al bijna elf uur en we hadden nog een hoop te doen; de kinderen moesten allebei naar de kapper, Mathijs had schoenen nodig want hett worrdt nou wel een beetjee te koud om zonder schoenen over straat te moeten en natuurlijk was daar het wekelijkse boodschappendrama. Dan is een zaterdag voorbij eer je er erg in hebt. Het kostte alsnog bijna twee uur om de hele boel op gang te krijgen. Meer plannen dan tijd. Zo gaat dat meestal hier.

We waren op tijd bij de kapper en terwijl Agnes waakte over de zich ontwikkelende haardracht van de kinderen rolde ik naar ‘t Verschil voor een kopje koffie. De beste koffie in de Struijtse Hoek. Het was er dan ook behoorlijk druk maar ik vond een plaatsje vanwaar ik goed naar het winkelend publiek kon kijken. De koffie stond snel dampend voor m’n neus. Het koekje dat erbij zat had ik eerder op moeten eten want knap geknipt schoof Mathijs aan. Op de hem zo kenmerkende manier troggelde hij me een colaatje af en zo dronk ik m’n kopje leeg terwijl Mathijs aan z’n flesje lurkte. niet veel later was Jirina ook van wat dode punten ontdaan en onze missie vervolgend verplaatsten we ons naar de Scapino voor schoenen. Want die verkopen ze daar. Net als schaatsen en door een uitgekiende winkelindeling moet je langs de schaatsen om bij de schoenen te komen.
En ja, wat dan? Het is winter, het dreigt te gaan vriezen, talloze sloten en plassen in de buurt, een heuse kunstijsbaan zelfs, en binnenkort met zus naar de Uithof in Den Haag. En geen schaatsen! Ja, wat dan? Nou vooruit; Mathijs een paar stoere hockeyschaatsen en Jirina sierlijke kunstschaatsen. En schoenen voor Mathijs en Agnes. Bijna vergeten. Mezelf gunde ik vier t-shirts voor maar vijftien euro. Agnes wilde mij ook nog schoenen aansmeren maar hé! Ik heb geloof ik al vijftien paar en ik verslijt ze niet. Ik heb z.g.n.a.w. schoenen van zes jaar oud in de kast liggen. De buit binnen wilden Mathijs en Jirina wel naar huis. Dat kwam mooi uit want met alle aankopen pasten er echt geen boodschappen voor het weekend meer bij in de auto.

Agnes en ik deden saampjes de boodschappen. Wat een hel. Ik was blij toen we hopelijk alles hadden en thuis waren. Ik maakte lekker niet zo heel erg hete kip in zoetzure saus in envelopjes van bladerdeeg en daarna was het wat mij betreft wel over. Nog even na het eten wat aan de afstelling van m’n rolstoel geknutseld (Ik moet eigenlijk een andere omdat deze niet geschikt meer is maar dat vind ik dan weer niet belangrijk.) en toen was het over. En uit. Hangen voor de buis, beetje op de internets, blogje schrijven en toch weer te laat naar bed. As usual. Maar ja, ik lijd toch aan slapeloosheid. Dus of ik nou in bed lig of niet. En morfine maakt je als man in bed ook niet daadkrachtiger. Morgen maar eens kijken of het ijsbaantje open is.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zondag, 12 december 2010 01:44)

Allemaal zoeken

donderdag, 16 december 2010 10:12

Zoals zo’n beetje elke ochtend word ik als de eerste de beste illegale allochtoon uit dromenland getrapt. Hoe ze het verzinnen weet ik niet maar het gekrijs is weer niet van de lucht. Jirina smeert niet haar boterhammetjes maar Mathijs in met boter. Mathijs die dan ook nog hysterisch doch tevergeefs op zoek gaat naar paardrijlaarzen die hij nodig schijnt te hebben voor de kerstmusical. Komt ‘ie nu pas mee. Handig. Geen laarzen dus. Jammerrrrrrrr… Ik probeer nog te doen of ik slaap maar dat is net zo tevergeefs als de zoektocht van Mathijs. Het toilet is verstopt. Zoeken! ‘Bel jij even de ontstopper terwijl ik Jirina naar school breng?‘ Hier kan zelfs mijn slaapvermogen niet tegenop. M’n rug en been doen zeer. Een droge strot. Wakker. Ook jammer. Het nummer van de ontstoppingsdienst staat ergens bovenaan in de lijst van recente oproepen want dit is de tweede keer deze week dat het water de pot tot aan de lippen staat.

Agnes is snel terug van haar ritje Nieuwenhoorn – Brielle v.v. en verwend als ik ben wacht ik in mijn warme bedje op de koffie die niet komt. Agnes blijkt lekker veel vertrouwen in me te hebben. Denkend dat ik gewoontegetrouw weer ben gaan slapen belt ook zij met de professionele ploppers. Nou, weten we in elk geval zeker dat er straks iemand z’n ding in onze plee komt doen. Een beetje spoedig hoop ik. Pissen in het doucheputje dat gaat nog wel maar om nou zo’n stevige bruine jongen door de gaatjes te frotten zie ik niet zo zitten. Ik zet zelf maar koffie na me in sweater en trainingsbroek te hebben gehesen. Wel apart zo; Om een uur of negen met een bakkie op de bank. Wat zal ik vandaag eens gaan doen? Daar ga ik eens stevig over nadenken. Met misschien nog een bak koffie. Alles is nog mogelijk. Jammer dat de kerstmusical van Mathijs niet voor de ouders is. Dat had weer wat hoofdbrekens gescheeld. Misschien is een latrine graven in de tuin een idee?

Dan wordt de dag gek. De planning is flawless. Denken we. Totdat Jirina de plannen met haar vriendinnen drastisch en zonder overleg dramatisch blijkt te hebben veranderd en vriend Erik zijn probleem ons probleem maakt. – Ach, meestal is het andersom. Kunnen we eens iets terugdoen. – Hij moet om drie uur Annabel van school halen. ‘Ja, en?’ Ja, even vergeten dat hij ook voor een babbel naar de school van zoon Jelle moet. Ja, ook om drie uur. En wij hebben twee auto’s. – Daar kom ik zo nog even op terug. – Da’s waar. Maar we kunnen opa met dit weer toch niet laten fietsen? Dus de auto van Agnes staat bij haar vader voor de deur. Heel even, echt heel even gaat het licht aan; Opa kan Annabel halen. Dan kan Agnes Jirina naar haar vriendinnetje in Rozenburg brengen en ik met Mathijs zijn bijdrage aan het kerstdiner (rouleaux des haricots verts au lard et fromage fraîs) bereiden. Twee ADHD’-ers en dan zoiets bij elkaar verzinnen? En tot een goed einde brengen.

Tussen dit alles door vat ik het idiote en volstrekt onnodige plan op om luidsprekers in de hoedenplank van m’n auto te bouwen. – Die auto, daar kom ik nog op terug. – Eén speaker is kapot; een aansluitcontact hangt op half zeven en een draadje naar de mid- en highconussen is hierdoor afgebroken. Ik heb nog tweecomponentenlijm zodat ik het contactplaatje vast kan lijmen. Bij Fred haal ik een soldeerstationnetje. Ik kan het nog! Ondanks het trillen van m’n handen zit het draadje dat nog net de aansluiting haalt weer stevig en zonder wanstaltige klodders tin vast gesoldeerd. – Weer even zestien en de technieker van de schoolband. Dat we een keer de PA van Chris Hinze mochten lenen. WoW! Een -tigkanaals mengtafel van bijna 2 meter breed. Geil! Maar wel alle kabels en pluggen aanpassen. En ik kon het niet eens opendraaien want dan gingen alle ruiten in de aula rinkelen. – Ik maak keurig een snijmal en ga aan de slag. Dat gaat niet lukken met een Stanleymes. Zijn de meeste hoedenplanken van bordkarton, ik heb er een van taai kunststof. Inmiddels heeft opa Annabel bij ons afgezet. Ha! Dan breng ik Annabel naar huis! Van Erik leen ik een hyperdeluxe decoupeerzaag. Ha, kom maar op hoedenplankje! Zo zie je maar dat alles voorbestemd is.

Dus na het eten kon ik de speakers monteren. Morgen of overmorgen in de loods van Fred de bedrading aanleggen. Kan Mathijs mooi bij helpen. Handig zo’n handig kind. Volgende maand of zo op Marktplaats zoeken naar een versterker van twee keer pak ‘m beet 200 Watt en dan hoef ik niet meer te bellen als ik bijna thuis ben. Dat horen ze dan vanzelf wel. Scheurende gitaren of bonkende baslijnen! Let it rip! Het hoeft niet mooi te zijn. Als het maar hard is!

Oh ja… die auto! Deed van de week fijn niet meer fatsoenlijk starten en stationair lopen en horten en stoten terwijl er een enorme herrie uit de automaat kwam. Kut dus. Over en sluiten dachten we. Daar dacht de monteur bij de Rover-specialist anders over. Gelukkig. Het bleek het rotortje in de verdeelkap te zijn. Splinternieuw en het toch niet doen. Met een nieuwe reed ik soepeltjes naar huis. Met een zucht van verlichting!

Wat een dag zeg. Morgen asjeblieft geen hectiek! Geen halve tank benzine leegrijden en vooral: Wel uitslapen! Maar ja… ik heb net m’n ‘to do’-lijstje gezien! Zucht. Zonder verlichting!

Voetnoot: de klas vond het jammer dat Mathijs, zoals gevraagd, maar dertien porties had gemaakt. Dus het had wel gesmaakt.

Reacties (2)

Laatst aangepast (vrijdag, 17 december 2010 00:03)

Kerstdagen

maandag, 27 december 2010 16:23

Tijd voor reflectie en introspectie, De Top 2000 en lui hangen, tijd met gezin en familie.De aanloop naar het weekend in het donker nadat een arts eindelijk de diagnose had durven stellen: Failed Back Surgery Syndrome. Goed komen doet het niet meer. Misschien dat er aan de pijn nog iets te doen is. Dure woorden voor een rug die naar de kloten is. Die diagnose hadden we wel zelf aan moeten leveren na uitgebreide zelfstudie op de interwebs. Maar onze zelfdiagnose was correct. Waarom nemen artsen hun patiënten niet serieus? Ware het niet voor vasthoudenheid en aandringen hadden we nu nog niet geweten wat er aan hand is. De dokter vroeg of ik haar eens uit wilde laten praten. Praten en niets zeggen. Ze vond me niet echt aardig kreeg ik de indruk. Ik had dan ook niet de intentie om vriendelijk te zijn. Weten waar ik aan toe ben wilde ik. Dus praat dan geen poep maar vertel me waar het op staat.
Even tevoren hadden we Mathijs en Jirina meegegeven aan hun zus en haar vriend voor een logeerpartij. Ze gingen ook schaatsen met z’n allen. Het deed zeer. Het deed al zeer toen ik schaatsen met de kinderen ging kopen met de gedachte in m’n hoofd dat ik nooit met ze zal schaatsen. Een gedachte die bevestigd werd. Natuurlijk werd ik daar niet vrolijker van. Ook de laatste ruggenprik heeft niet geholpen. En nu? Nog één poging de boel met een injectie te lijmen rest er. Door de zenuwbeklemmingen op een andere manier te benaderen zou de verdoving dan wel moeten werken. Ik heb er een hard hoofd in.
Lukt het prikken niet dan volgt het laatste mogelijke redmiddel; Elektrostimulatie. Ik ben altijd voor stimulatie. Maar om nou je ruggenmerg onder stroom te zetten om pijn tegen te gaan klinkt me bizar in de oren. Een soort ICD maar dan anders. Met afstandbediening. Het gaat natuurlijk ook weer weken duren eer alles in werking wordt gezet. De co moet het eerst met haar baas bespreken. ‘U wordt over twee-en-een-halve week gebeld.’ En dan gaan ze het misschien eens inplannen. De dokter ging met kerstvakantie. U ziet maar. Doe de morfine maar verdubbelen. Fijne feestdagen en zo. De mazzel! Ik ga skieën.
Ik kan niet eens een stukje wandelen. Alles doet zeer en ik word alweer aardig beroerd van de morfine die amper de scherpe randjes weghaalt. Maar goed. Het was wel onze eerste kerst. Fijn een beetje nikserig in huis hangen met een hapje en een drankje en vooral lekker eten. Tweede kerstdag naar Hennie en Trine voor nog meer eten en gezelligheid. Spelletjes doen, kletsen.

Nog een paar dagen en het jaar zit erop. Vuurwerk is besteld dus Mathijs en ik gaan knallen. (Mathijs moet wel een bomverkennerspak aan en op minstens 250 meter afstand dekking zoeken achter een muurtje.)

Reactie toevoegen

 

2011 Goede voornemens

woensdag, 29 december 2010 22:33

  • Als ik die 33 miljoen van de postbodekloterij win schijt ik op het buro van m’n baas en stop ik met werken.
  • Niet meer pissen in de douchebak.
  • Niet meer autorijden met een krat bier achter m’n kiezen.
  • Geen seks meer met m’n sokken nog aan.
  • Ook geen seks meer op de achterbank van de auto.
  • Aardig doen tegen allochtone doktersassistentes.
  • M’n pornoverzameling deleten.
  • Me bekeren tot het Hedonisme.
  • Een fel-realistisch boek over de laatste jaren van mijn leven schrijven waar sommige mensen niet vrolijk van worden.
  • Meer mensen afzeiken
  • Meer houden van.
  • Gitaar leren spelen. Kan nooit moeilijk zijn.
  • Een kip aanrijden
  • Regelmatig m’n nagels knippen.
  • In het kader van multi-culti een geit neuken.
  • Om de buren te zieken een invalidenparkeerplaats aanvragen.
  • En dan de auto tien meter verderop parkeren.
  • En als er dan iemand op mijn plek gaat staan direct de popo bellen.
  • In winkels gewoon in de weg blijven staan met m’n rolstoel.
  • Niet meer remmen voor bejaarden in een 45 km-mobiel.
  • Als er op matrixborden ’50’ staat gewoon met 120 doorrijden.
  • Beginnen met roken om het asbakje van de auto op straat te kunnen legen.
  • De hond laten schijten voor de deur van de hondenpoepcontroleur.
  • Toch maar eens die bejaardentaxibusjechauffeur die steeds van het bejaardenterrein af komt scheuren uit z’n busje sleuren.
  • Bij twijfel of onkunde van de ander snel dat parkeerplekje inpikken. (Ik kan wel parkeren sukkel!)

En zo