December

3 december 2007 0 Door robzter

Zondag 2 december 2007
Flashback! Moe dat ik gisteravond was zeg! Wat een dag. Al om 11 uur maakte Richard me wakker om met me naar de markt gegaan. Zonnig maar koud was het. Hetgeen niet wegnam dat ik het erg naar m’n zin had. Beetje rondgekeken, brood, snoep en een ananas gekocht.
Omdat ik Sandra had beloofd haarelastiekjes te halen raakten Richard en ik in de HEMA verzeild. In de koffiecorner. om precies te zij. Met een bakkie HEMA-pleur lekker mensen gluren.

Richard bracht me weer thuis en hing en passant nog even een nieuwe doucheset voor me op. Verder kon ik het rustig aan doen. Ja.

Mijn aandacht had laten ontsnappen dat Renate nog zou komen. En dat ik nog een bestelling pasteitjes moest maken Als je handig bent mag je komen klussen en als de mensen om je heen proeven dat je leuk uit de voeten kunt in de keuken, mag je voor ze koken en bakken. De risolles waren erg in de smaak gevallen bij Sandra, dus had ze, als een lolletje, gevraagd of ik ook pasteitjes kon maken. Dat wilde ik wel voor haar doen. De bestelling ligt inmiddels in de vriezer op haar te wachten.
Het is leuk hoor, die Indonesische hapjes maken, maar het is een hoop werk! Het is niet eens moeilijk maar je bent uren bezig. Zodoende lag ik gisteravond al vroeg helemaal als oud vuil in bed.
En niet slapen. En heel vroeg wakker.
Wakker geschrokken kun je wel zeggen. Ik hoorde een enorme klap en gerommel op de trap. Ik schrok me helemaal de tandjes. De arme Gaby bleek van de trap gevallen. Van boven naar beneden. Ze had ontzettend veel pijn, dat was duidelijk te merken; ze kon alleen maar huilen.
Snel riep ik Iris wakker, ik kon Gaby nooit alleen optillen. Iris wel. Huilend lag ze op mijn bed terwijl Iris het werk belde om te vertellen wat er was gebeurd. Iris ging wel werken in de plaats van Gaby. Die meiden van mij gaan echt niet direct bij de pakken neerzitten. ‘s Middags is Gaby gaan werken.
Cees kwam langs om gedag te zeggen. Morgen vliegt ‘ie naar Kenia. Na Cees’ vertrek wilde ik pisang goreng maken als tijdverdrijf. Daar had ik speciaal bananen voor ingeslagen. Hadden de kinderen bijna alle bananen opgevroten! Er waren er nog maar drie over! Schandalig. Van de ananas waren ze gelukkig met hun tengels afgebleven. Lekker stel voor de bokkenwagen is het.
Nou, het is 7 uur. Mijn weekend zit er op.

 

Woensdag 5 december 2007
Daar ben ik weer! Dinsdag 4 december heeft mij overgeslagen. Een gemiste dag. Om niet te zeggen; weer een dag naar de kloten. Maandag was al niet veel, dinsdag was helemaal belachelijk. De wijkzuster, slapen, de trombosemevrouw, slapen, Maarten, slapen. Zo zag de dag er een beetje uit. ”s Avonds om 9 uur werd ik langzaam weer deel van de wereld.

Zo anders vandaag. Min of meer uitgerust stond ik vanochtend op. Douchen, bakkie thee, boterhammetje met tonijn. Let’s get out there and do it!
Do what? Nou, samen met Rita wat boodschappen doen. Zelf kijken wat ik wil hebben. Zo nu en dan doe ik een ‘Andy’ zodat ik bijvoorbeeld zelf in de rij kan staan bij de kippenboer om wat lekkers uit te zoeken voor het avondeten.
In de super kreeg ik van een heel leuk Zwart Pietje een handje kruidnoten en ander snoepgoed. Kijk; als je niet in een rolstoel zit gaat zo’n attentie je als volwassene al snel voorbij. En toen we de smaak eenmaal te pakken hadden nam ik ook maar iets lekkers voor bij de koffie mee.
‘t Is 5 december hoor. Trouwens, de Sint wil dan ook wel eens verwend worden!

Er kwam zelfs een knecht van de Sint bij ons thuis. Op een gegeven moment ging die Piet naar boven. We hebben hem niet meer gezien. Vast door het zolderraam het dak op gevlucht. Even later kwam, heel verrassend, Gaby naar beneden. Huh??

Al met al een onverwacht leuke dag. Met dank aan Rita.

 

Donderdag 6 december 2007
Het was weer eens zo’n nacht. Slecht slapen, rondspoken, malende gedachten. Zal ik nog even doorgaan? Mwâh, daar word ik zelf ook niet beter van. Daarbij is de dag uiteindelijk nog wel aardig verlopen. Maar hij begon met dat ik niet wakker te krijgen was.

In zo’n geval doet een goede huishoudelijke hulp wonderen. ‘Rob, wil je koffie of thee?’ Dat moest ik maar doen. Even later zat ik met een mok gloeiend hete thee op de bank. Zo wordt niet iedereen wakker gemaakt. Het huis was inmiddels schoon. Nou, ik moest maar niet meer klagen.

Dat deed ik wel natuurlijk wel, ouwe mopperkont die ik ben. Er lag een eenzame dag in het verschiet. Gaby en Marcel vertrokken gisteravond naar Zeeland en donderdag is voor Iris mamadag. Een gevoel van zelfmedelijden overviel me. In mezelf mopperend doolde ik een beetje door het huis.

Telefoon! Ha; we hebben een beller! Wies, mijn reservebuddy, wilde langs komen. Altijd goed natuurlijk. Een gezellige middag werd mijn deel.

Toch ben ik wel erg moe. Het is nu net zes uur geweest. Ik heb mijn bijdrage aan vandaag wel weer geleverd. De digitale decoder heb ik verteld wat ik wil zien op TV, zo een kopje espresso en dan vind ik het wel weer mooi geweest.

 

Vrijdag 7 december 2007
De avond valt, in duizend stukken, ik lig te luisteren naar een CD van de Dijk. Een typische donkere dag voor Kerstmis. Er komt niemand zonder kloppen binnen.

Mensen zijn al druk bezig met het versieren van aan de natuur onttrokken sparretjes, het ophangen van lichtjes om de duisternis te verdrijven. Hier en daar wordt nog hard nagedacht over nog te kopen cadeaus.

‘Papa, wat wil jij voor een kadootje voor kerst?’, vroeg Gaby. Daar hoefde ik niet lang over na te denken:’Niets.’ Elke dag dat ik ‘s morgens weer opsta, kan genieten van mijn meiden en nog leuke dingen kan doen, is al een kadootje. Elke dag word ik verwend.

Sentimenteel gezwets. In ‘sentimenteel’ kan ik me nog wel vinden. ‘Gezwets’ wijs ik resoluut van de hand.
Kerstmis, verjaardagen en andere hoogtijdagen konden zich nooit verheugen in een al te warme belangstelling mijnerzijds. Nu zijn het mijlpalen voor me. Bakens in de tijd die me laten zien hoever ik al gekomen ben. Altijd op weg naar de volgende steeds weer de verrukking wanneer ik er weer één achter me heb kunnen laten.

En nee, het is niet altijd hallelujah. Daar laat ik me nooit al te lang door op de kop zitten want ik wil steeds weer verder. En ik ga ook verder. Tot het zoete einde en een nieuw begin.

 

Zaterdag 8 december 2007
Dames, dames… te veel eer. Veel dank voor de lovende commentaren op mijn stukje van gister. U zadelt me daarmee wel op met een (luxe-)probleem; Hoe kom ik hier ooit overheen? Het is me niet elke dag gegeven om mijn emoties in zulk proza gestalte te geven.

Soms zit ik naar het scherm te turen en dan hoor ik de radertjes op zolder piepen en kraken. Op zo’n moment strandt het schrijven van een stukje in een grote knal, geknars en het abrupte vastlopen van het raderwerkje. En dan?

Ja, dan wordt het zoeken. En zo kom je nog wel eens wat herinneringen tegen. Niet alle herinneringen die mensen hebben zijn echt. Sommige herinneringen worden gevormd door hebben horen zeggen en andere informatie die soms pas ver na de herinnering ter beschikking kwam.
Zo kwam mij ter ore dat ik ternauwernood een hartinfarct had overleefd. Goh. Als er iets gebeurt mis ik het altijd.
Deze op ware gebeurtenissen gebaseerde ingeprente herinnering doet me beseffen hoeveel geluk ik heb gehad. En hoe kundig en vasthoudend de medische staf in het EMC is. Zonodig is het de schop onder m’n kont als ik weer eens vastloop in zelfmedelijden of mentaal zwakkere tijden.

De foto hierboven vertelt mij het hele verhaal. Hoe ziek ik was maar vooral hoe ik omringd werd door liefhebbende vrouw, kinderen en vrienden. Als ik er naar kijk weet ik weer waar ik uit ben gekropen en waarvoor ik het allemaal doe. En waarom ik niet mag opgeven. Wat ik eerlijk gezegd echt wel eens heb overwogen.

Maar nu niet. Ondanks her en der een klein instortinkje gaat het wel goed met me. Ik heb het gevoel dat ik wel honderd kan worden met mijn aandoening. Okee, 75 dan. Maandag maar eens de poli bellen om ze daar een hart onder de riem te steken.

 

Maandag 10 december 2007
Afgelopen nacht heb ik weer bijna niet geslapen. Als een afgekloven kippenboutje werd ik vanmorgen wakker. Sylvia was al druk in de weer toen ik op brute manier gewekt werd door een wijkzuster. Dat men mij ‘s ochtends het best een beetje met zachte hand en dito stem wakker moet maken is hier al eens ter sprake gebracht.

Met verheven stentorstem werd mij zonder enige waarschuwing een goede morgen toegewenst. Zo dan! Goeiemoggel. Het ging nog even verder op hetzelfde volume. De jongedame is vast gewoon met hardhorende bejaarden te werken; WILT U IETS DRINKEN? … NEE, IK VIND U NIET STINKEN! … WILT U EEN KOPJE KOFFIE OF THEE? … NEE, IK NEEM UW PORTEMONNEE NIET MEE! … KAN IK NOG IETS VOOR U DOEN? … NEEHEE, IK GEEF UW KAT GEEN ZOEN!

Nou ben ik niet hardhorend dus het had wel wat zachter gemogen. Temeer daar ik liever nog even had geslapen. Dan maar niet douchen. Mijn bakkie koffie kreeg ik even later van Syl. Lekker een muziekje, verzorgd door Arrow Classic Rock, erbij en even rustig wakker worden.

Sylvia liet mij alleen in afwachting van buddy Wies. De tussenliggende tijd besteedde ik aan een scheerbeurtje en het koken en bakken van aardappeltjes. Scheren omdat ik er fatsoenlijk uit wilde zien voor Wies, aardappeltjes alvast voor het avondeten. Ik hees me keurig in een spijkerbroek en deed mijn haartjes goed.

Keurig bood ik Wies een kopje koffie aan, wat zij natuurlijk niet afsloeg. Na dit genot uit een mokje togen we naar het winkelcentrum voor de boodschapjes. Het doen van boodschappen werd een dwaaltocht door de supermarkt. Links en rechts plukten we levensmiddelen uit de schappen. Na wat gedoe had ik alles wat er op mijn lijstje stond.

Tijd voor een korte stop op het terras van ‘Het Verschil’. Maar niet voordat Wies wat verbandmiddelen uit de auto had gepakt om mijn duim opnieuw te verbinden. Hèhè … effe titte. Na een soepele Andy liet ik mij neervallen in een terrasstoeltje. Ober!

Eenmaal thuis bereidden we samen de avondmaaltijd. Witlof met chorizo en … gebakken aardappeltjes.

Na het avondeten vond ik het welletjes. Hangen voor de buis. Dat had ik wel verdiend!

 

Dinsdag 11 december 2007
Mijn hart stond even stil. Dat zegt men dan. Dat gebeurt niet echt natuurlijk. Logisch. Dat vertel je meestal niet na. Wat ik ook wel eens hoorde was dat iemand zo blij was dat haar hart een sprongetje maakte. Een vreemd tafereel stel ik me voor. Toen haar hart was uitgesprongen brak het. Ja ja.

Maar goed, laat ik nu zelf ook maar de platgetreden paden van de hartelijke clichés betreden. Vanavond ging mijn prepaidtelefoon waarvan alleen het harttransplantatieteam het nummer heeft! Tegelijkertijd stond mijn hart stil, maakte een sprongetje en toen brak het. Verkeerd verbonden. Een welgemeend KUT!

In de brievenbus lag een kaart van Cees en zijn Miep. Helemaal uit Kenia. Nu begrijp ik waarom Cees geen bezwaar had om dat hele pokkeneind te vliegen. Het straatbeeld ziet er daar een stuk beter uit dan hier, getuige de kaart.

Cees bedankt. Zelf zit ik hier maar een beetje. Het weer is geen kaartje waard. Ik zit wel de hele dag tegen een poes aan te kijken. Jammer dat dat dan Knabbel is, onze kat.

UItgepuberd? Ehhh…Vooruit dan maar. Tiet voor iets serieuzers. Ehhh… tijd, bedoel ik. Er is niet zoveel voorgevallen vandaag. Een dagje rustig aan. Morgen weer actie met Rita! Serieuze actie.

 

Woensdag 12 december 2007
Vandaag eindigde in complete chaos. Het leek nog wel zo’n rustige dag te worden. Een geheel uitgestippelde dag. Grotendeels verliep alles ook wel volgens plan. En het plan was wel in orde;

Ten eerste was daar Riet voor mijn ochtendgebeuren. Hoewel zij er pas omstreeks half twaalf was had ik grote moeite met ontwaken. Weer zo’n doorwaakte nacht achter de rug. Maar goed, even later zat ik geheel content met een krantje en thee naar het nieuws op TV te kijken. (Tot nu toe gaat alles gesmeerd.)

Het volgende onderdeel van het plan was het doen van boodschappen doen met Rita. Boodschappen voor vandaag en morgen. Alzo geschiedde. Omdat alleen Iris vanavond thuis zou eten wilde ik een grote wadjan met nasi maken. En morgen was het de bedoeling om een uitgebreid diner op tafel te zetten. Hete boontjes, ikan voorne-putten, kipssaté en lontong.

So far, so good. Totdat de telefoon ging; EMC harttransplantatie verscheen er op het display. Wat nu? Ja, aannemen! Oh ja. Het was Marian. Of ik me morgen, donderdag, zou kunnen melden voor de drukmeting. Eh, ja natuurlijk. Nu moet ik me morgen voor negen uur melden bij zuster Helga.

Toen kwamen de bibbers. Pijn op m’n borst, stress. De laatste tijd had ik het onderzoek een beetje verdrongen maar nu stond het levensgroot voor mijn neus. Ik zie er als een berg tegenop.

Ik voelde me ineens zo shit dat ik Gaby belde. Die kwam snel naar huis. Toen ze binnenkwam werd ik gelukkig wat rustiger. Oké. Even praktisch. Omdat ik haar toch moest bellen hing ik eerst bij Sandra aan de telefoon. Ze kon me niet naar het ziekenhuis brengen in verband met haar werk.
Wie kon me dan wel brengen? Fred en Gerda gebeld. Wat een bof; Fred moet morgen ook vroeg in Rotterdam zijn. Geregeld. Dat bracht nog weer een beetje rust.

Volgende item in het noodplan was het eten voor morgen. Afijn, ik heb de hele avond in de keuken gestaan. Nou ja, die moeten de kinderen dan maar opruimen morgen. Zij en Sandra hebben in ieder geval een smakelijk maaltijd morgen. Ik had er zelf eigenlijk ook wel erg trek in. Helaas pindakaas.

Ik hoop dat ik vannacht een beetje de slaap kan vatten. Ach, met een beetje pech moet ik toch twee dagen plat. Dan haal ik het wel weer in. Alleen nog even uit bed komen morgenochtend.

 

Zaterdag 15 december 2007
Dankzij Fred was ik donderdag op tijd aanwezig in het Erasmus. De meiden hadden me ‘s morgens goed op gang helpen komen. Iris maakte een paar boterhammetjes om mee te nemen en Gaby hielp me met kleren en dat soort dingen.

Echt, als ik net mijn bed uit kom dan is er maar één ding dat ik kan doen en dat is kokhalzend door het huis lopen. Bij Fred in de auto, onderweg naar Rotterdam, was ik nog misselijk. De zenuwen hadden aardig vat op me gekregen.

Daar zat ik dan in het dagverblijf met een bekertje koffie en een gratis krantje. Dat blijft een rare ervaring; ik voelde me inmiddels prima en toch zat ik daar.

Sandra had beloofd met me mee te gaan. Vorige keer was het onderzoek niet zo goed verlopen. De arts die de catheterisatie deed, prikte toen flink mis. Uiteindelijk moest toen één van de bazen er bij komen om het goed te doen. Dat was niet grappig! Dus toen Sandra wat zaken op haar werk had afgehandeld, kwam ze naar me toe.

Met Sandra naast me was ik er helemaal klaar voor.

De cardioloog ddie één en ander ui zou voeren, bleek een leuke jonge vrouw te zijn en de verpleegkundige die assisteerde een oude bekende, Marjo. Dat is toch heel anders dan dat ik naar het catlab moet. Een hele geruststelling. De situatie was lekker ontspannen.

Heel kalm en rustig begon de cardioloog haar werk. Een prikje voor de verdoving en daarna het door mij gevreesde aanprikken van het vat. Viel dat even mee! In één keer goed en ik voelde er bijna niets van. Wat een opluchting. Om de tijd te verdrijven kletsten we wat en maakten grapjes. Gezellig.

Het was even prutsen om de meetdraden op de goede plek te krijgen maar daar merk je toch niets van. Ja, dat je wat langer in een wat onaangename positie moet blijven liggen.

Alles verliep verder vlotjes en daar lag ik dan. Plat totdat de metingen voorbij waren. Geen stap uit bed en om de haverklap mensen om me heen om de benodigde handelingen te verrichten.

Gelukkig hoefden de metingen ‘s nachts niet door te gaan, zoals vorige keer. Van slapen kwam echter niet veel door de opgebouwde spanning en alle snoertjes en buisjes waar ik telkens op ging liggen.

Dat ik slecht geslapen had, was het personeel wel duidelijk en ze hielden er heel lief rekening mee. Pas om negen uur werd ik door Helga en José wakker gemaakt. Het circus zou weer beginnen. De cardioloog liet ook even haar gezicht zien. Dat zou ze ze de hele dag door doen, net als gister, donderdag.Het was gelijk een dolle boel. Leuke meiden. José en Helga, twee roodharige dames. We hadden zo’n lol dat ik ze al gauw tot de cliniclowns van de afdeling bombardeerde. Je moet er toch wat van maken toch? Ik kon moeilijk een beetje gaan liggen huilebalken.

De baas, dr. Caliskan, kwam nog een paar keer kijken hoe het ging. En alles ging goed. Rond het middaguur mochten alle toeters en bellen eraf. Er stonden nog wel wat bijkomende onderzoeken op het prrogram; een echo, thoraxfoto en een foto van mijn gebit voor de kaakchirurg.

Tijd voor de resultaten. Dr. Caliskan was tevreden. Hoewel ik wel achteruit was gegaan waren de resultaten van de drukmeting boven verwachting en stonden zij een transplantatie niet in de weg. Middels het verhogen van de dosering diuretica denken de artsen de drukken onder controle te houden. Een pak van m’n hart.

Ik mocht naar huis. Michel kwam me halen. De files naar Hellevoetsluis kenmerkten zich door afwezigheid zodat ik snel thuis afgeleverd werd. Waar ik in slaap viel om hedenmorgen (inmiddels zaterdag) om een uur of twaalf wakker te worden.

Richard haalde brood en Marcel boodschappen en toen was alles weer normaal. Ik maak er een rustig weekend van.

 

Maandag 17 december 2007
Koken is als schilderen. Een maaltijd begint, net als een schilderij, als een idee. Over dat idee wordt dan nog tijden nagedacht. Hoe moet het gaan smaken. Hoe realiseer ik dat? Wat voor technieken wil ik toepassen? De smaken moeten goed bij elkaar passen.

En dan het materiaal. Daar ik niet ingewikkeld over doen; dat haal ik gewoon bij de supermarkt. Het liefst maagdelijke producten waaraan niets is toegevoegd. Vers, diepvries, dat maakt niet zoveel uit.

Diepvries? Ik haal mijn vis lekker bij de visboer, da’s pas vers! Ja natuurlijk. Die tilapia is helemaal zelf uit de Filippijnen komen zwemmen…

Voor vandaag had ik bedacht dat Sandra en ik tilapiafilet met een ‘Griekse’ salade en dito aardappeltjes zouden eten. Van een grove schets in mijn hoofd groeide het idee uit tot een heerlijke maaltijd. De onverwacht thuis etende meiden en Sandra zaten heerlijk te smullen.
Iris vond de opgeschepte borden zo mooi dat ze er een foto van wilde maken. (‘Voor op je weblog!’) Dit is er dus eentje die ik uit moet schrijven om te bewaren.

Ik verloor me weer in mijn passie. De dag had natuurlijk nog veel meer te bieden dan lekker eten. De ochtend begon al goed. Sylvia arriveerde als eerste. Zelf sliep ik nog maar dat maakt haar niet uit. Terwijl ik heel langzaam stukje bij beetje tot m’n positieven kwam deed zij alvast haar ding.
Niet veel later verscheen zuster Margaret ten tonele. Koffie, thee, praatje pot. Ik vertelde dat ik in het ziekenhuis een bekende was tegengekomen die erg afgetakeld was. En dat ik blij was dat ik er nog zo goed uitzag. Die laatste opmerking was natuurlijk koren op de molen van de dames. Er werd nog even gewacht met douchen om mij nog even in de zeik te kunnen nemen. Dat kun je wel aan de dames overlaten.

De nieuwe week was overduidelijk begonnen.

‘s Middags kwam Wies. Samen met Gaby deed zij boodschappen voor me. ‘Moet er ook nog gekookt worden?’ vroeg Wies toen ze bepakt en bezakt terug kwamen. Nee, dat zou ik wel doen als ze weg was. Tijd zat. Not. Het werd veel te gezellig en toen Wies veel later dan gebruikelijk naar huis ging, was het de beurt aan Betty om binnen te vallen.

Betty had me ook wel weer gezien en trok aan haar stutten. Ik had nog niets gedaan en wie stond daar in de kamer? Sandra. Voor het eerst in ons leven hebben we samen gekookt. Leuk. En lekker. Maar daar had ik het eerder al over.

 

Donderdag 20 december 2007
Wat een week. Ik ga er hier niet over uitweiden. Resultaat van alles is dat ik doodop ben en op de toppen van mijn zenuwen verkeer. Hartkloppingen, boezemfibrilleren, slapeloosheid. Dagelijks wat bromazepam doet nog geen wonderen. Zin om te schrijven heb ik even niet.
Had ik wel zin dan trok ik het nog niet. Na de kerst maar weer eens proberen. Sorry.