Augustus

3 augustus 2010 0 Door robzter

Van alles

dinsdag, 03 augustus 2010 16:31

Zondag. The day afterparty. Ik drink met ernstige mate (zaterdag toch bijna een heel flesje bier naar binnen weten te krijgen.) dus een klassieke kater was het niet. Wel veel vocht. Maar dan in m’n enkels en aan het piepen en moeizaam ademen te merken ook wel wat achter m’n longen. Zo werkt het niet. Ik voel me ziek en weer eens belazerd door m’n eigen lijf. Ik weet het niet, Maar zo kan ik even niet verder. Alles doet zeer en er is nog zo veel te doen. Een dag rust. Dat hadden Agnes en ik elkaar, en bezorgde vrienden en familie, beloofd. Dat wordt dus niks.
M’n hoofd huisvest een orgie van gedachten. Als de stalen kogels in een flipperkast stuiteren ze van de ene bumper naar het volgende target. Felle lampen flitsen aan en uit. Bellen rinkelen. !!!Highscore!!! STOP! Ik wil geen re-play en straks ga ik op tilt. Ik maak half af waar ik mee bezig ben en stop er mee. Alles op nul. Agnes is in haar eigen huis en de kinderen spelen buiten. Met hun nieuwe vriendjes uit het dorp. Mathijs kent er al een paar. Ze zitten op z’n nieuwe school. Ik plof met toch maar een biertje op de bank en doe de TV aan. Het is goed. Het kan niet anders.
Maandag. Wasdag. Behalve voor mij. Plasdag. Een beetje rust nemen en zie daar; m’n systeem ontdoet zich spontaan van overtollig vocht. Ik pis me gek. Helder warm water. Ik voel me steeds beter worden. Een pittig intakegesprek bij Psyq. Ik hoor mezelf graag praten. Oh, en ik ontdek waarom m’n auto zo naar benzine stonk toen ik hem even een paar bochten had ingehoekt. (Lancia Delta met kofferbak toch?) De benzinedop zat niet goed dicht. Klots klots. Dag benzine! Oh, en die – volle – kofferbak maakt het toch een hele andere auto.
Daar heb je met een pony geen last van. ‘s Avonds tot half elf paardrijden bij Iris. Mathijs laat zien dat hij in draf kan lichtrijden terwijl ik gezellig met Eric over brommers klets.
Dinsdag. Iris jarig. Maar dat ben ik dus alweer vergeten als ik de bril die ze was vergeten naar haar werk breng. Terwijl ik niet was vergeten een kadootje te kopen. Raar. Ben de hele dag een beetje kwijt. Oh ja; Naar de skatewinkel met Mathijs. Op de fiets! Toch wel 5 minuten hoor.

Zo, daar zijn we weer. Vandaag. Eerst maar eens niets. Verschanst in bed met m’n hervonden MP3-spelert. Om twee uur toch maar de stank van me afdouchen. Bij de dokter ‘n teennagels eraf laten halen. Wat ik eerst zelf had willen doen met een schaartje en een punttangetje. Blij dat ik dat niet door had gezet. Het doet namelijk wel AU! Mathijs zit te genieten terwijl de dokter een bloedbad aanricht.
Voetjes omhoog op de bank. Het gaat wel weer. Iris laat de hond uit in het bos. Zo, is die hond ook eens moe. Hij doet wel altijd heel goed alsof. Het is alweer zo’n beetje bedtijd. Lekker! Mag ik al? Of is dat gek?

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (woensdag, 04 augustus 2010 21:20)

Logeren

zondag, 08 augustus 2010 13:31

Weekend op Voorne-Putten. Vrijdag was het nog mooi weer. Mathijs en Jirina hadden met vader afgesproken een nachtje te komen logeren. Wallenpop. Rockanje Music Night. Ik had er zin in. Zo’n beetje voor het eerst, voor m’n gevoel dan, een weekendje met z’n tweeën. Met als enig plan een beetje in de buitenlucht van muziek te genieten. De line up van Wallenpop mocht er weer wezen en in het Golfie stond Shaky Ground, (foto boven) mijn favoriete (disco-)coverband, op het podium. Er zijn wat wisselingen in de bezetting geweest maar de harde kern van Shaky Ground staat nog steeds als een huis voor stampende hele foute disco en funk ( ‘Ja dames… Tasjes aan de bar, er mag gedanst worden!!!!!’). Tegenwoordig, je moet als band wel – disco is nu bijna echt deaud – spelen ze ook moderner repertoire. Dat geeft dan weer wel tijd om even te gaan pissen en een nieuw biertje te halen.
Vrijdag komt het weekend voor Mathijs wel erg dichtbij. En dat zullen we weten ook. Hij is nerveus en gedraagt zich ook zo; Dwars, druk, brutaal, in- en uitlopen, zeuren om van alles. Ergens aan het eind van de midddag stuurt Agnes hem maar naar z’n kamer. Allebei even afkoelen. Vijf minuutjes doen wonderen. We kunnen weer verder. ‘Wat gaan we eten?‘ Holle Bolle Gijs. Sla, gebakken aardappeltjes en kuikenvleugeltjes van de grill. Alles gaat op.
Na het eten (‘Huh? Is ‘t al 7 uur?’) ga ik maar eens een bakkie doen bij Fred en Gerda. Jirina en Agnes vertrekken naar de nachtmarkt. Mathijs en naar de markt of winkelen. Die blijft liever in z’n nieuwe buurt buitenspelen. Met skateboard en fonkelnieuwe huissleutel loopt hij de steeg achter het huis uit. Een avondje F&G. Zoals altijd met en hoog ‘Herinnert u zich deze nog … nog nog .. ‘ gehalte. Fred is lekker fit en zit op z’n praatstoel. Zo ken ik ‘m weer. Waar blijft dat hart nou? Verdorie! Het wordt flink laat. Twee wandelende muziekencyclopedieën op de bank. Tot Gerda me er met zachte doch dwingende hand uitzet. Aan de deur lachen ze me nog even uit wanneer ik me op een volstrekt bespottelijke manier op het zadel van m’n fiets hijs. Dat fietsen gaat wel redelijk. Opstappen voor geen meter.Al bijna half twaalf en Agnes is nog wakker als ik thuis kom. De kinderen ook. Als Mathijs weet dat ik kom of blijf slapen wacht hij op me. Voor een kus welterusten. Goed plan: naar bed.
Allemaal uitgeslapen bereiden we ons voor op het nu toch echt begonnen weekend. Om twaalf uur staat die vent voor de deur om de kinderen op te halen. Die hadden het idee te blijven slapen en om een uur of één zondagmiddag weer thuis te zijn. Dat ging het niet worden. Acht uur. ‘s Avonds. Even sliken, twijfel. Een paar tellen later een bedrukt gezichtje achter een achterrampje van een ouwe Saab 9000 ( Groen Links hè.) dat kushandjes werpt. Als de uitlaatgassen zijn opgetrokken kijken Agnes en ik elkaar met vraagtekens in de ogen aan.
Het is bepaald geen festivalweer. Tenzij voor die hard ‘A Campingflight To Lowlands Paradise’ bezoekers. Change of plans. We hebben nog wel wat films die we willen zien, ik besluit dan toch maar iets bijzonders te koken voor het diner en zo brengen we in thuisblijftenue de dag door. Iris komt nog eten maar die smeert hem daarna weer snel om ons weekendje rust zo ongestoord mogelijk te laten verlopen.Wat een genot! Maar toch niet echt van binnen. Ons ongemakkelijke gevoel wordt bevestigd als de telefoon gaat. De kinderen hebben het wel gehad bij vader en willen het liefst naar huis. Naar mama en mij.
Na wat telefonisch geharrewar stappen we in de auto naar Krimpen a/d Lek. Behalve het behang van Sky Radio is het stil in de auto. Op de terugweg is dat wel anders; Op de achterbank lopen een jongetje en een meisje helemaal leeg. Hoeveel gezeik kun je in 12 uurtjes hebben? Hoe sterk moet je als kind in je schoenen staan om je niet aan te laten praten dat het allemaal jouw schuld is en dat je iedereen veel verdriet doet. “Papa vond zichzelf heel zielig. En als wij wat wilden zeggen liep hij weg om in de tuin te roken. Over ons heeft ‘ie ‘t niet gehad. Hij zei dat hij schijt heeft aan wat wij voelen.” Over dat laatste vraag ik nog even of ik dat wel goed gehoord had. Schijt hebben aan je kinderen. Zeggen dat ze knettergek zijn. – kansloos! –
Ik laat nooit meer uit m’n mond komen dat een weekend samen zo fijn zou zijn. Daarom zei Mathijs dat hij naar papa was gegaan. Zodat Agnes en ik een weekend rust zouden hebben. Op deze manier heb ik ze liever thuis. Ruziënd, zeurend, lawaaierig, niet naar bed willend, de boel om me heen afbrekend. What ever. Dan heb ik tenminste rust.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (zondag, 08 augustus 2010 22:08)

Eens even

woensdag, 11 augustus 2010 19:35

Vandaag de stoute schoenen maar eens aangetrokken en de poli HTX gebeld. Heel erg lekker gaat ‘t niet. Komt het door medicijnen? Toch m’n hart? – Wat ik niet denk. – Zit het dan tussen m’n oren? Dat zou natuurlijk ook zo maar kunnen. Er is nogal weer wat gebeurd. Om niet te zeggen dat er van alles aan het gebeuren is. Agnes en ik hebben me de afgelopen twee weken eens goed geobserveerd. Ehhh, waar is het briefje? Ah, eens kijken; Moe, slecht slapen (in- en doorslapen), vocht in enkels (longen, buik?), slecht plassen (steeds veel aandrang en dan hele kleine beetjes plassen), diarree, last van ogen (waterig zicht, dikke oogleden), zenuwachtig/gespannen (Ik heb van de week veel op de weg gezeten (Ik kan beter in Rotterdam gaan wonen.) en het autorijden beviel me voor geen meter. Normaal gesproken rijd ik, helemaal mee eens, tamelijk offensief. Snel rijden in druk verkeeer heb ik nog wel eens professioneel gedaan. – Ik herinner me nog steeds een ritje Spijkenisse – Venlo met een boefje. Een dik uur. 180 op de teller. – Anticiperen op gedrag van anderen, pro-actief en soepel rijden. Lekker. Eén met je voertuig, handen en armen ontspannen, blik ver vooruit, alle zintuigen in overdrive. Zen! Snel rijden is niet hetzelfde als agressief jakkeren. Maar de afgelopen dagen? Ik zat met witte knokkels achter het stuur. ik snapte geen bal van wat alle anderen aan het doen waren. Zweten. 100 Keurige kilometertjes op de teller. Niet leuk.), pijn in gewrichten, misselijk.
De meeste klachten treden op bij vermoeidheid en na inspanning. En wat is dan inspanning? Ik doe geen reet. Mijn bijdrage in de samenwoon- verhuis- en ontruimperikelen beperken zich tot de hele dag met auto + aanhanger rondkarren en hier en daar een incidenteel schroefje losdraaien en elders weer vastdraaien. Ik doe weer een klein beetje fietsen en zo af en toe een boodschapje. That’s it. As usual. Oh ja, en deze misselijke stukjes tikken. Natuurlijk. En me fijn ergeren aan… ja, aan wat niet?
Voetbal bijvoorbeeld.

Net Zuid-Afrika achter de rug. Zo’n beetje elke club in het betaald (Waarom mannen die een balletje willen trappen betalen??) voetbal is financieel dood. Katwijkse Boys heeft een beter liquiditeit dan AFC Ajax. Nou, en dat zijn toch Joden, dat je denkt van die hebben wel wat te verbrassen. Maar nee. Op de fles. En dat moet de belastingbetaler zeker weer gaan betalen? Het is natuurlijk een raar idee om te denken aan een flinke bezuiniging op personeelskosten? Er loopt bij de clubs genoeg personeel rond dat best 75% gekort kan worden op hun salaris. Dus niet zo janken.
En dan moeten we ook nog het WK willen in 2018 of 2020. Goed idee dacht ik eerst. Stadions en andere faciliteiten verhuren aan de MAFIFA, hotels vol, belastinginkomsten. Kassa! Een groot gedeelte van het gat in de begroting gedicht. Zo gaat dat toch? Ik heb iets, jij hebt het nodig; Als je genoeg betaald wil ik het wel een tijdje beschikbaar stellen. Nee! Fout! De Nederlandse gemeenschap moet diep, heel diep, tot in de voering, in de buidel tasten. Dit gaat miljoenen kosten. Belachelijk. We worden hier gewoon gemanipuleerd door een stelletje grootheidswaanzinnigen met een paar steekjes los in de bovenkamer. En we trappen erin. De politiek voorop. De sukkels.
Neem een voorbeeld aan Haarlem en België. Niet dat er bij FC Haarlem veel gebeurt maar als Feijenoord, Ajax en PSV tenonder gaan scheelt dat al tonnen per weekend aan onder andere politie-inzet. En in België willen ze dat WK helemaal niet meer. Daar trekken alleen nog een paar bobo’s stuip maar da’s al. Slimme jongens in dat Belgische parlement.

Maar goed. Tussen het ergeren en de fysiotherapeut door heb ik vanmiddag wel alle bekabeling in de huiskamer in orde gemaakt. Dus HDTV zonder door de war rakende bitjes en bytejes. Geen stroomkabels die storen op coax voor TV en ICT. Nu alleen nog netjes wegwerken. ‘En wanneer gaat dat dan gebeuren?’ Mij kennende? Nooit! Als het werkt is het goed.

Ik ga nu de opgeflufte versie van ‘Jaws’ afkijken. Blijft leuk. ‘We need a biggerboat!’

Morgen rustdag. Verplicht.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (woensdag, 11 augustus 2010 23:17)

 

Kookerijen en gelul

zaterdag, 14 augustus 2010 20:23

Gelul. Om daar dan maar eens mee te beginnen. Eens in de zoveel tiijd ga ik met m’n hoofd naar m’n maatschappelijk werker, Jan, voor een opfrisbeurtje. Het was er weer eens tijd voor. Zo’n beurt moet je je als volgt voorstellen: Na verloop van tijd raakt m’n hoofd een beetje vol met van alles dat ik meemaak. Dingen die ik zelf doe maar ook van die gevallen die zommar gebeuren, me overkomen of die ik, suf als ik soms kan zijn, helemaal niet aan zag komen. Dat gaat dan een beetje door de war, het ene valt om, er raakt wat kwijt, soms kom ik incomplete dingen tegen – zekerheden met de samenhang van een onpaar sokken – , gedachten die ik nog een plekje moet geven. Zoiets. Jan schudt er een beetje aan, een paar klappen tegen de zijkant zoals bij een oude TV die stoort, luistert vooral, confronteert me met van alles, helpt me relativeren en (de slijmerd) wijst me op m’n kwaliteiten. Waar ‘ie dan snel mee klaar is.
Nee, da’s niet helemaal waar. Ik lag een keer op de harttransplantatie-unit met een man die er niet al te best aan toe was, Zo’n twee keer in de week kreeg hij pak ‘m beet dertig klappen van z’n ICD, hij was doodsbang voor de tandarts ( en tandenborstels, maar dat terzijde. Hoewel dat hier wel mee te maken heeft.) en heel z’n gebit moest profylaxe getrokken worden door de kaakchirurg. Tandarts/kaakchirurg. Dat maakte qua bang niets uit. Zo goed en kwaad als het ging (Ik was zelf ook niet erg lekker. Iets met m’n hart of zo.) probeerde ik m’n buurman gemotiveerd te houden. Ik verloor hem, zoals dat gaat, uit het oog maar hoorde later wel van Jan dat het mijn peptalks waren die de man op de been hadden gehouden. Voor wat het waard was… nou ja, in iemands laatste, wellicht minder bange dagen. Ook helemaal niet ongewoon kreeg ik niet veel later een mailtje dat buur overleden was. Weer iemand waarvoor transplantatie te laat kwam.
Nou, voor mij kwam transplantatie net op tijd. Daar ging m’n zorgvuldig geplande uitvaart. – vreemd woord trouwens. Ik was dus echt niet van plan te gaan varen. Tenzij het grondwaterpeil onder de begraafplaats ongewoon hoog zou zijn. Wat dan weer de vraag met zich meebrengt of grafkisten water dicht zijn of dat je dan onverwacht een zeemansgraf krijgt. Ik heb vroeger wel gesurfd, een beetje, maar heb nog steeds een hekel aan al dan niet postume natte voeten. – Dus doe ik voort. Doodgaan kan altijd nog wel een keertje. Ooit. Dus dat feestje komt er echt nog wel.
Jan en ik hadden een uurtje in de agenda gezet. Het werden er twee. Het verlies van m’n baan. Ziek zijn nu en in het algemeen. De veranderende thuissituatie en de medeverantwoordelijkheid voor het (weer) opvoeden van jonge kinderen met alles wat daar bij komt kijken. (‘Ja, jij zal het eens makkelijk doen. Waarom hè, als het ook moeilijk kan?’) Samen concludeerden we dat ik nooit voor de makkelijke weg zal kiezen en dat ik op die manier ook andere patiënten heb laten zien dat muren er zijn om geslecht te worden. We lachen nog even om het terziele gaan van het internetforum van de STIN door mijn hand. Maar ook dat, hoe onleuk het ook klinkt, dat ik er toch wel rekening mee moet houden dat de fysieke en medische staat waarin ik nu verkeer wel de voorbode kan zijn voor verder verval.

Ja, een transplantatie is natuurlijk geweldig maar komt zonder garanties. En er is goedbeschouwd best veel wat ik niet meer kan. Of niet meer wil. En ja: Ook zoveel dat ik nog wel kan. Da’s niet zo moeilijk: Dood lig je er maar een beetje voor spek en bonen bij. En dat gebiedt me te zeggen dat ik best nog heel veel in zou kunnen leveren, fysiek/medisch gezien, om het leven nog op prijs te stellen. Maar nu even niet. Ik voel me waardeloos. Was ik in een vorig leven het wormvormig aanhangsel aan iemands blinde darm? Het is elke keer weer een strijd, zeg maar vechten tegen de bierkaai, als ik weer in moet leveren. Zoals nu blijkbaar. Dat duurt nog wel even tot ik me er dan uiteindelijk maar weer bij neerleg en naar nieuwe wegen ga zoeken. Zo is dat steeds gegaan. Zo zal het nu ook wel weer gaan.

Met alles weer op z’n plaats in m’n hoofd rij ik door de regen weer naar huis. Ik zie niets door de voorruit want goedkope en dus maar snel vervangen goedkope ruitenwissers terwijl het in m’n hoofd weer helder is. Ik had Jirina beloofd risotto con funghi te maken. Ik maakte de dag af op de twee vierkante meter die ik m’n, onze, what ever, keuken noem. Risotto, in folie gestoofde vis met van die groene Italiaanse namaakbloemkool, De tafel gedekt. Muziekje aan. Het wordt al net echt. Nog efkes.
Oh, dat je niet denkt dat ik elke dag zo uitgebreid en verantwoord kook want vandaag stond ik gewoon te kliederen met vis en beslag om kibbeling te frituren. Ook lekker.

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (maandag, 16 augustus 2010 17:00)

Wegens malaise…

dinsdag, 24 augustus 2010 09:16

Natuurlijk is het zo’n typisch Amerikaanse feel-good A-rated kinderfilm met een flinterdun verhaaltje, wendingen die je al ziet aankomen voordat de titels draaien en dito plot. En, ja natuurlijk: een boodschap! Geen Amerikaanse kinderfilm zonder boodschap. Voor fel realisme in het genre moet je toch in Scandinavië zijn. Daar maken ze echte kinderfilms. Maar dat terzijde. En toch heb ik er met veel plezier naar zitten kijken. Of luisteren, eigenlijk. School of Rock. Eigenlijk zou dit verplichte kost moeten zijn voor alle kinderen van de MTV en Cartoon Network generatie. Want belangrijkste boodschap: Christina Aguilera sucks! Big time! – En dan heb ik het niet over een blowjob. Ja, vast ook wel maar dat bedoel ik dan weer niet. –
Onder de titel is een prettig stukje muziek gemonteerd waarmee de toon direct luid en duidelijk gezet is; Fight van de voor de film geformeerde band No Vacancy. Voordat de film voorbij is komen er juweeltjes als Touch Me van The Doors, Led Zeppelin met The Immigrant Song en T-Rex’ Ballrooms of Mars voorbij. Denk verder AC/DC en hoppa: ‘Kinders… opletten… DIT IS MUZIEK! Fuck MTV!’ Gezien de reacties gaat het nog even duren om het kleine volkje hiervan te overtuigen.
Na deze rolprent, de kinderen naar bed, hield ik het ook voor gezien. Agnes en Iris volgden mijn voorbeeld. Iris en ik probeerden nog een half uurtje een splatter-horrorflick maar dat ging het dus echt niet worden. De slaap kwam al gauw maaar het geluid van de wekker helaas ook.
De eerste echte schooldag van Jirina. Naar Brielle dus. Dat lijkt een heel eind, maar dat is het niet. Dat is meer tussen de oren ver weg. Het is maar 7 kilometer van deur tot deur. Op de fiets. Met een ‘zware’ rugtas op je rug. Waanbeelden van wind en regen en dan lekker met de auto naar school gebracht worden. O gottegottegot! Ik ben dan wel van ver, heel ver, na de oorlog dus ik ben nooit op een fiets met houten banden van Rotterdam naar Groningen gefietst voor een mud aardappelen. – Wat dat betreft heb ik dus ook nooit in Het Verzet gezeten zoals zo’n beetje half Nederland van de oorlogsgeneratie. Nee, zelfs geen Joods gezin in het fietsenschuurtje. Sorry. – Maar een retourtje Nieuwenhoorn – Brielle? En dan ook nog de hele dag uitrusten alvorens terug te fietsen. De jeugd van tegenwoordig. Na een boterhammetje en een bak pleur escorteerden Agnes en ik de kersverse brugpieper naar de Geuzenstad.
Het viel me niet tegen. Dankzij de oefeningen bij de fysio. Ik had wel flink last van gebrek aan doorluchting. Vooral de brug over de N57 hakte er flink in. Omdat mijn lief erbij was hield ik me groot. Nog niet halverwege omhoog zaten mijn beenspieren zo’n beetje zonder zuurstof en beet de verzuring zich flink vast in dijen en kuiten. Misschien was het niet echt verstandig maar ik heb wel zo’n 30 kilometer gefietst. Ik zie wel wat dat met me gaat doen. In elk geval behoorlijk pijn in m’n r.voet. En uitgevloerd. Dr. Balk vindt dat ik me maar eens moet neerleggen bij m’n toenemende beperkingen. Geen pillen meer. Quote, unquote ‘Junk!’
Ja, dr. Balk. Ook dat nog. Ik had een flink aantal aan hartfalen gerelateerde symptomen; moe, lusteloos, vocht vasthouden, urineretentie, kortademig, krachtverlies. En nog het één en ander. Ik was er echt goed ziek van en moest op audiëntie komen. Een ochtendje onderzoeken bracht niets aan het licht. De dokter concludeerde dat het ziektebeeld veroorzaakt werd/wordt door bijwerkingen van pijnmedicatie. En… dat dit nog wel een paar maanden – ‘WAT!!’ – zou kunnen duren. Tussen neus en lippen door wees ze me er ook nog even op haar eigen wijze ( ‘Vetprop‘ ) op dat ik nu toch echt veel te dik ben. 104 kilo. Mmmm. Lijnen dan maar. En fietsen. En oh ja: Jirina had het leuk gevonden op school te oordelen naar de verhalen. (Ja, fijn dat u even interesse veinzend informeerde.)

Reactie toevoegen

Laatst aangepast (dinsdag, 24 augustus 2010 21:47)

Spelen

zaterdag, 28 augustus 2010 11:11

Het leukste speelgoed… maak je zelf. Vorige weekend hadden we een vriendje van Mathijs over de vloer. – Hoewel, over de vloer? Mathijs zien we hier bijna niet meer binnenshuis. Buitenspelen is het credo. Maakt niet uit wat voor weer het is. Het dorp moet en zal onveilig gemaakt, ballen getrapt, het bejaardenhuis beklommen, karpers geaaid, het bos verkend en kikkers gevangen. – Twee jongetjes van 10. Wat nu? Dat vroegen ze zich zelf ook af. Je kent dat wel; kasten vol duur speelgoed, spelconsoles, DVD’s enzovoort, maar ‘niets te doen’. Zo’n moment. Nou, dat duurt als het aan mijn lief en mij ligt maar even. Een ritje naar de lokale doe het lekker zelf speciaalzaak leverde hout en wat stukken PVC-buis op. Uit de afvalbak van de zagerij en het PVC lag nog ergens in de werkplaats. Kostte dus nog niks ook. En wat heb je dan? Twee dagen pret.
Want wat is er nou leuker dan spelen met iets dat je eerst zelf hebt bedacht en gemaakt. Ja, dat bedenken en maken misschien. Dat zou kunnen. Het zou zomaar uit het Bres Spelenboek kunnen komen. Een heel weekend ging op aan het in de rondte schieten van pijltjes en besjes en het pimpen en modificeren van het materiaal. En het mooie ervan? Je hoeft er zelf bijna niets aan te doen. Haha… Behalve genieten van die gastjes die zich vermaken in de tuin. En dat die tuin dan een steeds grotere bende wordt? Dat ruimen ze zelf heus wel weer op. Het hele weekend geen kind aan de kinderen.
Na een item in ‘Klokhuis’ afgelopen week zijn Mathijs en zijn vriendjes nu hun wings aan het halen. Met wat visdraad en pedaalemmerzakjes wordt de een na de andere parachute gemaakt. Die willen nog wel eens in de bomen of op daken belanden. Kinderen bezig houden is een makkie! Soms. Hoeveel lol kun je hebben MET EEN ROL VUINISZAKKEN?
Als mensen wel eens aan me vragen waarom ik in vredesnaam weer aan de kinderen ben dan hoef ik alleen maar aan dit soort dingen te denken. Natuurlijk krijg ik ook wel eens hoofdpijn van ze – Hoofpijn is erfelijk. Dat krijg je van je kinderen. – maar dat gaat altijd snel weer over. Bijvoorbeeld als m’n telefoon gaat en ik blij roep dat ik een fan heb. En dat Mathijs dan zegt:”Misschien is het Beyoncé wel.” Dan ben ik verloren. En een beetje misselijk; Beyoncé? Brrrrr…