Augustus
Vrijdag 1 augustus 2008
Wegens mijn verbanning naar elders omdat Iris met haar vrienden haar verjaardag wilde vieren vandaag geen weblog. Waarvoor mijn excuses.
Zaterdag 2 augustus 2008
Nou, dat was me het weekje wel. Als uitsmijter vierde Iris gisteravond haar 18e verjaardag. Het bleek niet gewenst dat ik zou delen in de feestvreugde. Dat mag zondag, als ze echt jarig is. Of ik dus maar wilde vertrekken. Waarheen (leidt de weg die wij moeten gaan)?
Naar Richard en Anja. Dat leek me een goed plan. Ik pakte m’n telefoon en belde Anja. Ik legde haar omstandig uit wat er aan de hand was en wat ik wilde.
‘Heb je het kaartje niet gehad dan?’ Kaartje? Kaartje? Oh ja (lul), Joy was jarig. Die werd alweer één jaar. De uitnodiging stond praktisch voor m’n neus op de salontafel. Hier lulde ik me niet meer uit.
De boodschappen moesten nog gedaan worden. Kon ik gelijk een kadootje kopen. Ik stond op het punt weg te gaan toen Cees aanklopte. Cees mee. Met z’n twee. Onderweg kregen we nog een aarijding. Cees reed vlak achter me toen ik plotseling geheel niet onverwacht (voor mij dan) remde. Met een dreun klapte hij zo op me. Geintje! Midden in de winkelpassage.
De mevrouw in de speelgoedwinkel zocht een leuk kado voor me uit. Daar ben ik zelf niet zo’n held in. Met een keurig ingepakt allerschattigst knuffelkonijn in het mandje van de scootmobiel spoedde ik me huiswaarts om met Gaby slingers en ballonnen op te hangen. Of ik wilde helpen de ballonnen opblazen. Ja. ‘Hebbie een pomp dan?’ Dat dan weer niet.
Voordat Iris thuis zou komen en de versiering ontdekken, smeerden Gaby en ik ‘m naar Richard en Anja. Het begin van een erg gezellige avond. Eenmaal uitgepakt was het knuffelkonijn toch meer een knuffelpoes. Nou ja dan. Was het een poes. Ook goed. Joy vond de doos waar het beest uitkwam toch veel mooier.
In een poep en een zucht was de avond voorbij leek het. Ik was behoorlijk moe en wilde naar huis. Als ik nog een huis had. Nou, het stond er nog wel maar was vergeven van de Oudenhoornse hangjongeren. Ze hingen op de bank, in de tuin, sommigen aan elkaar.
Ik wist wat me te doen stond; Een slaappil en dan boven naar bed. Ik viel nog in slaap ook.
Toen ik vanochtend beneden kwam had Iris gelukkig alles opgeruimd en schoongemaakt. Deze dag stond verder in het teken van koken. Morgen komt er mee-etende visite. Zo kom ik nooit aan mijn rust toe. Eigen schuld.
Zondag 3 augustus 2008
Eten, eten, eten. En nog eens eten. Ik dacht het eenvoudig te houden met het eten voor de verjaardag van Iris. Ze wilde graag lon tong met sambal goreng boontjes en saté. Dat is inderdaad niet te veel werk.
Tenzij… je Rob Oosterboer bent. Met dat slakkentempo van mij heb ik twee dagen in de keuken gestaan. Oké, niet overdrijven, twee middagen dan. Maar toen had ik ook wel iets dat ik de gasten met een gerust hart voor kan schotelen. Oh ja, en nog risolles als voor/bijgerecht. Dat was wel veel werk.
– En, zoals gebruikelijk alles, behalve de samballen, zelf gemaakt. Niets uit een potje, blikkie, zakkie of stiekum toch van de toko. –
De verjaardag van Iris zal voor ons altijd een bijzondere dag zijn. Dit heb ik vast al eerder opgeschreven, maar vooruit. Vandaag vier jaar geleden haalden de artsen me, op hoop van zegen en we zien wel waar het schip strandt, uit mijn comateuze toestand. En verdomd als het niet waar is; Tegen alle verwachtingen in werd ik wakker en bleef ik het doen. M’n hart klopte en ik haalde zelf adem.
Aan echte visite deden we niet. Dat had ik waarschijnlijk ook niet getrokken. Gaby, Roon en Sandra. Dat was het. En die kwamen pas aan het eind van de middag.
Sandra had bij wijze van verjaardagstaart verschillende soorten vlaai gehaald. Dat ging er best in met koffie en fris. We hadden het best gezellig zo. We konden alleen niet lekker in de tuin zitten. Tot nu toe hadden met de verjaardag van Iris altijd stralend en dus barbequeweer. (Ze werd ook tijdens een hittegolf geboren.)
De sateetjes kwamen dus van de elektrische bbq. Daar smaakten ze niet minder om.
Al vroeg in de avond was het echt over met me en zat ik er helemaal doorheen. Pijn op m’n borst, zweten als een paard. Het zal veel lezers bekend voorkomen. Natuurlijk heb ik daar zelf wel een beetje de hand in gehad.Het was een te dolle week.
Komende week probeer ik het rustig aan te doen Proberen hè!
Maandag 4 augustus 2008
Vanmorgen om half elf maakte Iris me wakker zodat ik getuige kon zijn van haar eerste rijles. Met pijn en moeite maakte ik me los van de slaap. Gisteravond had ik het al helemaal gehad, vanmorgen was dat gevoel nog niet verdwenen. Ondanks een nacht heftig slapen.
Nou, daar ging Iris dan. Fier achter het stuur, beetje gas en de straat uit. Hellevoet, beware!
Iris op weg, ik weer in bed. En daar kwam ik half negen vanavond pas uit. Met bonkende koppijn en een strot van uitgedroogd leer.
Ik werd wel wakker in een schoon en opgeruimd huis. Terwijl ik sliep had Sylvia (terug van vakantie) de boel flink onderhanden genomen. Mooi. Terug naar bed. Nog steeds doodmoe.
Dinsdag 5 augustus 2008
Vanochtend raapte ik me maar eens een beetje bij elkaar. Ik had vannacht prima geslapen wat wel iets geholpen had. Na de pillen sukkelde ik weer in slaap. Hieruit werd ik al snel gewekt door Michel. Hij kwam z’n camera ophalen en gedag zeggen. (mij natuurlijk, niet z’n camera) Michel gaat lekker naar één of ander Grieks eilandje. Vakantie!
Griekenland. Ja ja… Enne… trouwens… wanneer heb ik nou eens vakantie?
Maar goed. Hoewel ik dus weer aan het opklauteren ben, blijft rustig aan doen deze week het belangrijkste doel. Anders loop ik mezelf straks weer voorbij. En ik heb ook geen zin om volgende week als een waggelende slaappil voor dr. Balk te verschijnen.
Dat ik die rust hard nodig heb, merkte ik vanmorgen met douchen. Ik heb m’n haar gewassen en dat was alweer inspanning genoeg. Margret droogde me af om maar snel klaar te zijn. De als opwekkend en verfrissend bedoelde douchebeurt had op mij een totaal tegengesteld effect. ‘Effe legge hoor.’
Ik ga er niet over zeuren want het is natuurlijk m’n eigen stomme schuld. Me een hele week gedragen als een jonge god. Daar ben ik niet meer geschikt voor. De rol van ouwe man past me momenteel beter.
Dat worden dus dagen vol ledigheid. Mijn agenda is helemaal blanco en ik verwacht geen spectaculaire gebeurtenissen.
Vandaag vulde ik met een beetje internetten, de krant lezen. Allemaal fijne rustgevende non-activiteiten waar ik zo van ben gaan houden. Dat wordt nog een hele cultuurschok als ik gerepareerd ben. Dan moet ik me weer een actieve grondhouding aanmeten. Getver!
– Maarruuuuh…. dat internet is toch wel leerzaam. Zo begreep ik nooit wat er nou in hemelsnaam gezongen wordt in die Bollywoodfilms (clip). Dankzij internet nu wel. –
Of ik m’n dagen op een nuttige manier slijt! Je ziet het. Weer een blog tjokvol cultuur! Ter leering ende vermaeck. En verheffing van het volk, natuurlijk.
Woensdag 6 augustus 2008
Ik heb er geen kracht meer voor. Komt ook door het weer hoor. Als een suf konijn heb ik de halve dag op bed liggen liggen. De andere, eerste, helft lag ik ook in bed maar sliep ik. Dus dat telt niet mee.
De tweede helft was ik weliswaar fysiologisch gezien wakker, iets doen kwam er niet van. Als de fysiotherapeut niet was gekomen had ik ook wel wat langer dan tot half twee doorgeslapen.
Nou, ik had mezelf toch beloofd het deze week rustig aan te doen? De langzaam-aan-actie begint aardig vaart te krijgen. Ik moet erbij zeggen dat een slechte nachtrust er ook wel wat mee te maken had. Is het in de rest van het land ook zo benauwd?
Ik had de tuindeur vannacht open gelaten. Leuk bedacht maar het hielp geen zak.Een heel klein zakje dan. Tot het ging regenen en de deur dicht moest. Het zal wel psychisch geweest zijn maar toen kreeg ik het nog benauwder. Zeg maar Spaans benauwd, met zweten en zo. Vies en klef.
Heel vreemd kreeg ik opeens, midden in de nacht, ontzettende trek in paëlla en sangria.
En als daar maar lang genoeg aan denkt, tot dat je gelooft dat het echt is… Ja, dan begin je de dag al met een fikse achterstand.
‘Tering Jantje’, zou Iris zeggen. Ik heb het maar een beetje opgegeven. Heel even heb ik in de tuin gezeten. Dat werd geen succes. Slap en futloos bewoog ik mij tussen bed en keuken. De voorraad waterijsjes in de vriezer is dan ook aardig geslonken.
Beter drie waterijsjes achter m’n kiezen dan drie glazen water achter m’n longen.
Ik diende de dag een beetje op de gebruikelijke manier uit. Morgen waarschijnlijk meer van ‘t zelfde.
Hoewel? Er gloort hoop voor de zieken, zwakken en misselijken::
Donderdag 7 augustus 2008
Omdat ik in de nacht van dinsdag op woensdag zo slecht geslapen had, dacht ik afgelopen nacht het concept ‘slapen’ eens anders te benaderen. Door niet te gaan slapen! Ja, geniaal!
Op de treurbuis werd in het holst van de nacht een aflevering van Silent Witness getoond. De tuindeur stond open en ik lag knus onder m’n dekbedje in het flikkerende licht van de TV. Ideaal.
Terwijl ik probeerde het televisieprogramma te volgen klonk plots een hels kabaal. Ik schrok me helemaal de vinkentering. Alsof twee katten elkaar in de haren vlogen. Wat dan ook zo was. Een vreemde kat in huis. Dat vond onze eigen vlooienbaal maar niets. De indringer werd met ongepast geweld de tent uit gevochten. Mijn HF liep langzaam weer terug.
Toen ik wist wie het had gedaan viel ik toch nog in slaap.
Ondanks de langzaam-aan-actie wilde ik vandaag in ieder geval zelf boodschappen doen. Dat moest dan wel tussen de buien door. Het stopte met regenen en er verscheen zelfs een waterig zonnetje.
Snel haalde ik mijn plastieke ros van stal. Om bij het wegrijden de huisarts tegen het lijf te rijden. Nou, tegen de auto om precies te zijn, hij was nog niet uitgestapt en kon bijna de verbanddoos te voorschijn halen.
Trappelend en snuivend moest mijn trouwe driewieler nog even wachten.
Een koffie voor de dokter en een sjuutje voor mij verder konden we constateren dat het wel goed gaat met me. De omstandigheden in aanmerking nemende. En dat we wat muzikale interesses delen. Daar heb je geen pillen voor. Toch fijn, een echt mens als arts.
Het is nog van boodschappen doen gekomen. Samen met de aangewaaide Gaby. Gezellig en nu hoef ik morgen de deur niet uit.
Vrijdag 8 augustus 2008
De achterspeakers in de auto doen het niet meer. Gek hè als je alles rücksigtlos zomaar achterin pleurt. Onder de hoedenplank hingen wat draadjes nutteloos te zijn.
Maar papa is handig. Vandaar dat er nou een plank met luidsprekers op de bank staat. Wachtend op een druppie superlijm en een likkie soldeer. Ik heb toch verder niet veel om handen. En als die even niet willen trillen, moet het me lukken.
Het is ook wel uit eigenbelang, een beetje. Aanstaande dinsdag heb ik de auto zelf nodig. En ik hou wel van een fijn muziekie onderweg. Snoeihard. Lekker mee blèren tot ik blauw zie. Van Led Zeppelin tot De Dijk. Welk een geneugten biedt het leven toch.
Afgelopen week bleek m’n INR wat laag ingesteld. Voor de zekerheid mailde ik vandaag even met Ellen van de poli en ik had het bij het rechte eind. Met de verkregen informatie paraat belde ik de trombosedienst. Ik ging me maar niet opwinden. Puntje op de agenda voor dinsdag.
De dag bracht verder weinig bijzonders.
Cees liet z’n gezicht nog zien voor de afleiding. Iris was ook thuis en kon het niet laten een DVD van Justin Timberlake op te zetten. En daar hoefde ik van haar niet zo over te commentateren.
De opening van de Olympische Spelen is geheel aan me voorbij gegaan. Tot zover dat mogelijk was. Buitenlandse politiek interesseert me dan ook niet bijster veel. Het schijnt dat er een hoop Chinezen bij waren.
Eind van de middag ging Cees naar huis en werd Iris opgehaald door Meggie. Alleen en verlaten, mijn trieste lot.
Of me in alle rust voorbereiden op het weekend?
‘Geen grappen, grollen of opmerkingen vandaag?’
Nou, een citaatje van Herman Finkers om even over na te denken dan:
‘Godzijdank ben ik atheïst.’
Zaterdag 9 augustus 2008
Nou, ik heb me gisteravond niet verveeld hoor. En tijd om me eenzaam en alleen te voelen had ik niet. Ik heb de paar tanden die ik nog had, stuk gebeten op een @^$javascriptje dat maar niet wilde werken. Na een tijd tobben en prakkezeren vond ik een scriptje dat veel eenvoudiger bleek en binnen tien minuten deed wat ik wilde.
En dat om m’n website een beetje op te leuken. (Dus geen cursus Javaans, dat is wat anders.) De grijze smurrie in m’n bovenkamer moet ook een beetje in vorm gehouden worden. Een pittige work-out was het zeker. Maar toen het voor mekaar was, gaf dat toch wel een goed gevoel.
Ik ben nog niet helemaal debiel. Na deze constatering ging ik gerustgesteld slapen.
Tot m’n telefoon ging. Maar toen was het dan ook al een uur of tien. Het was Yvon; Jos ging een auto kopen in Rotterdam en daarna wilden ze langs komen. Nou, leuk! Kleinzoon Colin kwam ook mee.
Zoals altijd perfect getimed, kwam Gaby binnen. Zo kon ik douchen (Dat durf ik niet goed als ik alleen thuis ben en de thuiszorg komt in het weekend niet meer.) en aansluitend met z’n tweetjes naar de Goembo.
Want bezoek dient gevoederd te worden! Een wadjan lekkere nasi was zo gemaakt. Risolles erbij, komkommer in zoetzuur, voor Colin patatjes en bitterballen. Simpel, snel bedacht en geen stress.
Zoals gebruikelijk later dan aangekondigd, waren ze er dan eindelijk.Jos deed wat klusjes in en om het huis. We hebben lekker zitten kletsen en Colin ging zich ook steeds vrijer voelen. Leuk jochie. Erg gezellig allemaal. En dat op een tevoren al afgeschreven zaterdag.
Gaby, Iris en Marcel gingen naar de dance parade in Rotterdam. Gekkenhuizen. Als dat maar goed zou komen. Sex & drugs & dance. Hoewel een tekort aan kledij zoals op de foto hiernaast niet meer mag.
Na de vroege avondmaaltijd vertrokken de noorderlingen weer. Helemaal naar Fryslân. Alsnog een druk en vermoeiend dagje zo achteraf gezien. Maar weer zeer de moeite waard!
Wat heb ik toch een slecht leven! 🙂 Wat ben ik moe. Dat wel. M’n benen doen zeer van het staan, m’n kaken idem maar dan van het praten en m’n hoofd… nou ja, laat ook maar. Vanavond wezenloos herhalingen kijken, dat vraagt geen enkele intellectuele inspanning en morgen uitrusten. Het is al weer bijna maandag.
De tijd vliegt.
Zondag 10 augustus 2008
Vanmorgen heb ik afscheid genomen van Iris.Mijn kleine lieve Iris trok de weide wereld in. – wat dramatisch – Ze is voor een hele week naar Limbabwe om een zwemopleiding te doen. En komt vrijdag alweer thuis.
Ja, eh nee… ze kan wel zwemmen hoor. Heel goed zelfs. Maar ze geeft zwemles bij een zwemschool hier in Hellevoet en daarvoor moet ze allerlei cursussen en opleidingen volgen.
Daarmee had ik de meest schokkende gebeurtenis van vandaag wel meteen gehad. Hoewel? Gaby kwam wat spulletjes ophalen. Het was best wel schokkend te zien hoeveel schoenen ze in tassen en vuilniszakken in de auto stouwde.
En toen ze toch bezig was, kon ik mooi het ruitenwissertje achterop vervangen, vond Gaby die al met een nieuwe in haar handen stond. Wat wel nodig was ook. De originele montage van Mitsubishi zat er zo te zien nog steeds op.
Bouwjaar 1993? ’92? Zoiets. Gestaalde perfectie.
Gaby vulde zelf het ruitensproeiervloeistofrecervoirtje bij. Ze kan nu weer naar hartelust wiswaswapperen met haar achterkant. We vonden allebei dat we weer goed bezig waren en de middag vloog om.
‘Dag Gaby. Tot morgen.’ Een zoen en weg was ze. Kwispelend reed ze de straat uit. Naar ‘huis’. Raar hoor. Nou ja… hoort bij het klimmen der jaren. En ach, eigenlijk ben ik blij dat ik dit soort dingen nog mee kan maken. Het geeft mijn leven iets… ja… iets ‘gewoons’.
Maandag 11 augustus 2008
Eindelijk dan; een foto van de lokale hangouderen. Met veel geduld en gevaar voor lijf en leden wist ik deze met mysteries omgeven soort waarvan alleen bekend is dat ze, to say the least, onvriendelijk kunnen reageren, dicht genoeg te naderen om een foto te maken.
Behalve over mijn eigen veiligheid maakte ik me ook zorgen om die van Gaby die zich in de Blokker bevond. Gelukkig vertrokken de hangouderen toen ze door kregen dat ze bespied werden en kwamen we met de schrik vrij.
Je raad het al. Gaby en ik deden onze, inmiddels reguliere, maandagmiddagshop. We gingen van start op het terras van ‘t Verschil wat altijd een goed begin is. Daarbij was het ook nog eens fantastisch weer. Daar dachten de duidelijk chagrijnige foute korte broeken en sandalen met witte tennissokken dragers en hun veelal somber met doffe ogen voor zich uit starende vrouwen echter heel anders over.
– Wat mij betreft mogen die laatsten ook in de vakantie best een BH dragen. Wel zo esthetisch. En als uw kinderen poffertjes willen bakken in uw dijen mag u gerust een lange broek of gereformeerde rok aan trekken mevrouw. –
Het leedvermaak is nog groter wanneer er bij de meneer en mevrouw ook nog eens verveelde vervelende kinderen horen. En sommige echte die hard sukkels hebben, fout fout fout, opa en oma meegenomen op wat een leuke vakantie had moeten worden. Dan is de misère helemaal niet meer te overzien.
Het winkelen werd er absoluut leuker door. Zo leuk dat Gaby dreigde nooit meer met me mee te gaan. Nou ja? Het is toch niet gek om in de drogisterij om Sperti te vragen? Of dien je ingevolge de aambeienetiquette dan toch echt samenzweerderig te smoezen met de verkoopster?
‘Wilt u een grote of een kleine tube?’
– ‘Doe maar een kleine, ik heb niet zo’n grote aars.’
Ik bedoel, ik vraag toch ook geen kleine condooms terwijl ik wel een grote … Nou ja, je begrijpt wel.
Heel erg veel rust bracht dag niet. Maar wel weer veel lol. En hij was zo voorbij.
Dinsdag 12 augustus 2008
Om nog even terug te komen op gisteren; Die Sperti was echt een drama! Wat een $^@-zooi! Het inbrengen deed hartstikke zeer.
Dat krijg je er van als je de bijsluiter niet goed leest. Blijkbaar moet je het goedje uit de tube aanbrengen en niet met tube en al inbrengen. Had ik net zo goed toch een grote tube kunnen kopen, achteraf, ja toch?
Maar goed, vanochtend kon ik wel weer zitten. Gelukkig maar want ik moest naar dr. B. in Rotterdam.
Behalve de opmerking dat ik nu toch wel wat zwaar word, had ze niet veel te melden. Buiten de normale beperkingen en kleine narigheidjes had ik ook niets te klagen of te zeuren. Alles blijft een beetje bij hetzelfde. Ook over het weer waren we snel uitgepraat. Alsof ik bij de kapper zat. De volgende keer graag de leesmap.
Een sociale babbel met Ellen, bloedprikken (i.v.m. de amiodaron moet mijn schildklier nu ook in de gaten worden gehouden.) en m’n ICD uitlezen.
Als er uit het bloedonderzoek bijzonderheden boven kwamen, zou Ellen me nog bellen. M’n ICD zat er nog en daar valt niets over te vertellen.
In no-time zaten Gaby, die me reed, en ik beneden in het restaurant aan de koffie en warme chocolademelk. Ik met een afspraak voor over vier weken op zak. Gaby met een kaasbroodje op haar bord.
Gaby bracht me veilig thuis en ging zwemmen terwijl ik het op een uitrusten zette. Je weet wel? Krantje, TV en een bakkie thee. Wat bleek? Eén van mijn favoriete chefs was op de buis; Anthony Worrall Thompson. Een soort tuinkabouter met een pollepel en een pannenset.
Ik kijk elke aflevering met toenemende fascinatie toe hoe de man iedere aflevering de meest gore en bizar smerig uitziende Britse (?) happen uit z’n pannen en oven tovert en zich daarin steeds weer weet te overtreffen.
Het voer ziet er meestal onbestemd bruinachtig uit, of het is zo vergeven van echte boter dat het zo vet als bagger is, of je tanden sneuvelen door de bergen suiker die in en over het gerecht uitgestort worden.
In een goede uitzending is het alle drie. Alsof ‘ie z’n publiek dood wil hebben. En misschien is dat ook wel zo.
_
Ellen belde niet meer. Met wat ik nog in huis had, maakte ik iets te eten voor mezelf. Ik deed maar wat. Een aangename verrassing voor mijn smaakpapillen volgde.
En toen … niks meer … another day in the pocket!
Woensdag 13 augustus 2008
Ik was vandaag erg moe en heb de hele middag liggen slapen. ‘s Avonds was de vermoeidheid niet voorbij. Mijn bed was mijn beste vrind. Morgen beter?
Donderdag 14 augustus 2008
Als ik vertel dat ik vannacht stevig heb geslapen, is dat ‘rather understated’. Wat was ik moe gister. Het was gewoon niet lekker meer. ‘s Avonds stond de TV wel aan, maar wat er op was? Geen idee. Helemaal van de wereld.
Wakker worden was zelfs vanochtend nog een drama. Om elf uur vond Sylvia waarschijnlijk dat het tijd was om op te staan. Met een vers kopje koffie verleidde ze me. Om wakker te worden. Dat lukte. Niet van harte, dat niet.
Zo, nou, vooruit dan maar. Elly hielp me onder de douche, waar ik, wat een verrassing, kotsmisselijk onder vandaan kwam. In de spiegel zag ik dat ik dringend een scheerbeurt nodig had. Prima, maar niet vandaag.
Gaby deed voor dat ze moest werken nog even gauw m’n boodschappen. De schat.
Daar zat, lag en hing ik dan. “Wat nu?’ Och, dat was waar ook; ik zou met CreaBea Sylvia een T-shirt beletteren. Eer we daar mee konden beginnen, moest ik de printer aan de praat zien te krijgen.
Dat ding staat op een heel onhandig, onbereikbaar plekje. Je moet bijna een slangenmens zijn om het papier bij te kunnen vullen. Na veel vloeken, verwensingen en krachttermen had ik het transfervel in de printer zitten. En vuile handen. Ja, eh… met m’n bijna honderd kilo lijk ik in niks op een contorsionist.
Met verkrachte eenden, eh, vereende krachten, werd een knaloranje shirt voorzien van de tekst ‘I’m not handicapped, I’m just lazy!’ Dit omdat er achter mijn rug druk gefluisterd wordt als ik soepeltjes uit rolstoel of scootmobiel hups. Dat moet ook haast wel een raar gezicht zijn. (Er wordt ook geregeld hardop ‘gefluisterd’.)
Vooral wanneer ik -hij blijft wat mij betreft leuk- in de supermarkt opsta en iemand help door iets van de bovenste plank te pakken.
‘Wat baren wij nu?’
– “Opzien, meneer!’
– Nou moeten ze van het ziekenhuis natuurlijk niet opeens bellen voor een transplantatie; dan hebben Syl en ik alles voor niets gedaan. Dat zou een beetje jammer zijn. –
Vrijdag 15 augustus 2008
Ja. Natuurlijk ben ik wel eens cru, cynisch en dat alles een beetje over the top. Dat besef ik ook als ‘wachtlijster’ voor een harttransplantatie. Iets moet me op de been houden.
Morbide grappen en grollen, soms ten koste van mezelf, soms van anderen.
Zij vormen echter een flink aangezette verbeelding van de realiteit. Ook die van de nabestaanden van de donoren, van die andere kant bezien slachtoffers..
Nabestaanden die nooit hadden verwacht met de plotse dood van een geliefde te maken te krijgen. Nabestaanden die het, ondanks alles, goedkeuren dat er organen voor transplantatie worden uitgenomen. Dat zijn voor mij de echte helden.
Dit maakte mijn keuze voor een transplantatie ook zo moeilijk. Je denkt aan je eigen ellende. Maar als je verder denkt, komen de donor en zijn of haar in droefenis gedompelde geliefden steeds weer in beeld. Wat doe je?
Ik kijk naar mezelf en bedenk dat ik heel lang geleden zelf ook de keuze maakte om orgaandonor te zijn. Degene wiens dood mij wellicht kan redden heeft dezelfde afwegingen gemaakt en zich aangemeld als donor. Dat doe je gewoon voor een onbekende ander.
Ik ken ook de emoties van mijn net-niet-nabestaanden. Het was echt tot het allerlaatst onzeker of ik mijn hartinfarct en een aantal hartstilstanden zou overleven. Toen alles was geprobeerd hebben mijn familie en vrienden afscheid van me moeten nemen voordat de apparatuur werd afgesloten. Het verdriet, de machteloosheid en ook de boosheid. Ik maak het van dichtbij mee.
Voor hen die hier niet dagelijks mee om hoeven te gaan, is dit iets onvoorstelbaars. Het is mijn realiteit. Ik probeer me er met cynisme, sarcasme en humor doorheen te slaan. En of mensen dat nou waarderen of niet interesseert me eigenlijk geen hol. Ik leef nog en ben ook nog niet gek geworden.
Ik word alleen zo moe en verdrietig van mensen die menen me te kunnen veroordelen vanwege mijn manier van omgaan met mijn ziekte. En dan zeggen dat ik met mijn ziekte koketteer? Ach, het zegt eigenlijk niets over mij…
– Zo, en nu verder met vandaag. –
Het zonnetje scheen al, buiten werd het grasveld gemaaid, lekker de lucht van vers gemaaid gras, een bakje koffie met de huishoudelijke hulp, de poes eten gegeven, een rustig muziekje aan, gedoucht en geschoren.
Laat maar komen deze vrijdag.
Nou, de vrijdag kwam hoor! Veni Vidi Foetsie. En raasde als een orkaan over me heen.
Onderweg van hot en haar naar de HEMA zag ik buur Pim met twee maatjes op het terras van de Chinees zitten. Het terras van de Chinees; fourageerplaats voor de lokale bejaarden. Wat deed Pim daar nou? Een colaatje drinken.
Ik schoof gezellig aan en, ja hoor, al snel ging het gesprek over loempia’s, vrouwen en vriendinnen:
‘Ja, jij rijdt op een Harley! Lekker makkelijk lullen. Ik rij op een scootmobiel. Daar scoor je geen lekkere wijven mee hoor!’ (En waar laat je je mokkeltje dan? In het mandje?)
-‘Dan rij je toch effe langs het bejaardenhuis. Misschien dat je daar mazzel hebt.’
Daar zat wat in. Er gaan geruchten dat sex met een tachtigjarige helemaal geweldig is. Die schijnen tekeer te gaan alsof het hun laatste keer is.
Dat doet me denken aan mijn eigen laatste keer. Dat… nee laat maar. Misschien, ooit, mwah… maak ik deze zin nog wel eens af. Dat was ook net een afgezaagde mop.
Het was een mooie, leuke, gezellige dag. En … ik had nog sjans in de supermarkt ook! Nou, wat een bofkont ben ik toch eigenlijk! Wel een uitgebluste bofkont.
Zaterdag 16 augustus 2008
Gisteravond kwam Iris thuis van haar zwemweekje. Gisteravond? Zeg maar gerust vanochtend vroeg. Ik lag net een beetje weg te dommelen toen ik de sleutel in de voordeur hoorde. Daar was ze. Klaarwakker en vol verhalen. Ik dus ook klaarwakker, zonder verhalen. Het feestbeest vertrok ook snel weer. Naar de vesting. Op de bar dansen in Overboard tot nog later in de ochtend.
Slapen, het was twee uur geweest. Nou, ik was blij dat Iris thuis was. Maar nu pitten. Het klokkie rond.
Het liep tegen tweeën, opstaan! Geen aantrekkelijk idee. Er moesten echter nog wel wat dingen in huis gehaald worden. Met frisse tegenzin kroop ik m’n bed uit. Mijn wat late ontbijt bestond luiheidshalve uit een pistoletje casselerrib en een glas cola. In cola zit ook cafeïne. Te belazerd om koffie te zetten.
– Een beetje als in m’n vorige leven met het verschil dat ik vroeger een Luikse wafel at in plaats van een boterham. Nee, ik heb dat infarct niet zomaar gekregen. Daar moest ik wel wat voor doen. Tussen de middag een broodje vette troep gelardeerd met zware shag in de kantine. –
De paar boodschappen waren zo uit de schappen van de super gerukt. En de frisse lucht deed me goed. Weer thuis bleek Iris ook wakker. En ze had bezoek.
Het was meteen een kippenhok in de huiskamer.
Met enige trots haalde Iris het vers behaalde brevet reddend zwemmen uit haar tas.
‘Oh, wat moet je dan doen als er iemand verdrinkt?’, vroeg een van de meiden.
– ‘Nou, dan gooi je het cursusboek naar hem toe. Zoek het lekker uit.’
Ja, ja… Wat moet je doen als je schoonmoeder uitgaat? Als de sodemieter weer aansteken!
Het gezelschap van Iris was van korte duur. Na een vroeg maal van sla, een schnitzeltje uit de olijfolie en voor Iris Vlaamse frieten, en een snelle douche was ze de hort weer op. Die zie ik morgen pas terug. Ik vergeet steeds dat mijn kleine meid al 18 is. Tegelijkertijd vergeet ik dan ook dat ik zelf een behoorlijk ouwe lul aan het worden ben die zijn avonden in eenzaamheid thuis op de bank voor de buis slijt.(Je kunt jezelf maar zielig vinden.;- )
Zondag 17 augustus 2008
Zondagmiddag, ik werd langzaam wakker. De laatste dag van de week. De zevende dag. Nog halfslapend blikte ik terug op de afgelopen week en ik vond dat het wel goed was zo. Vandaag eindelijk de rustdag waar ik zo naar verlangde.
Ja lekker; de dag begon met het opruimen van kattenkots in het halletje. Kutbeest! Daar zat ik nou net niet op te wachten. Het ontnam me voorlopig volledig de trek in een broodje. Het ontbijt moest nog maar wachten.
Door terug te gaan naar bed probeerde ik het ontwaken ongedaan te maken. Tevergeefs. Toch was ik nog ontzettend moe. Alsof ik de hele nacht niet had geslapen. Ik had prima geslapen!
Voor de aangekondigde regen begon te vallen, kon ik nog even in de tuin zitten. Uiteindelijk smeerde ik toch maar een broodje. Met een krantje erbij liet ik me dat goed smaken. Buiten was het ongebruikelijk stil. Alleen het ruizen van de wind door de bomen en af en toe een klein kinderstemmetje, ergens ver weg.
Gelukkig voelde ik me niet beroerd, alleen maar zo lamlendig moe. Zo ontzettend verlammend moe. Verdomme! Even klagen hoor. Ik zal me nu toch het advies van dr. Balk ter harte moeten nemen en het echt even rustiger aan gaan doen. Het tempo waarin ik de afgelopen tijd leef, houd ik niet veel langer vol.
Er stonden nog wat TV-programma’s op harde schijf. Die ben ik lekker gaan liggen kijken. Wat kon mij het eigenlijk ook schelen? Luieren is ook een tijdverdrijf. Met een paar radijsjes, een glas citroenlimonade en een aflevering van Midsomer Murders kwam ik de middag wel door. Buiten hield het op met zachtjes regenen, het kwam met bakken uit de hemel.
Een echte druildag. Een echte bijkom- en uithuildag. Zo’n dag dat ik me realiseer dat een transplantatie broodnodig is.
Maandag 18 augustus 2008
Maandag. Een standaard maandag. Te beginnen met, jawel hoor… koffie met een tosti bij ‘t Verschil. Samen met Gaby.
Op het terras van ‘t Verschil kijk je uit op de toko. En al twee weken hadden ze geen loempiavellen! Verdorie! Ik durfde er al niet meer om te vragen.
´Gaby, wil jij straks aan de overkant vragen of ze loempiavellen hebben?’
De koffie was op en iets lekkers van de toko gaat er altijd wel in. Gaby duwde me naar de overkant en we bestelden het een en ander. ‘Jij (ik kom er blijkbaar te vaak) moest toch nog wat hebben?’ vroeg het meisje achter de toonbank. En ja hoor; daar waren m’n loempiavellen. Ik nam maar gelijk twee diepvriespakken mee.
We wilden nog even naar de winkels buiten maar hoorden de regen op het glazen dak kletteren. Dus niet naar buiten. Gelijk door naar de Goembo. Inslaan. We waren toch met de auto. Gaby met een wagentje en ik in een wagentje slalomden langs de schappen. Boodschappenlijstje? Vergeten! Soms word ik zo moe van mij.
Het zelf wielen ging me goed af; ik stortte niet al halverwege het tweede pad van de super in. Met m’n conditie is weinig mis. Nou ja, de omstandigheden in aanmerking nemend. Omdat we een kar vol boodschappen hadden, moest ik zelf naar de lift van de parkeergarage rollen. Ging ook goed!
Lekker lui op de bank gezakt keken Gaby en ik wat TV (E!), Iris ging douchen en een tukkie doen, een wok met nasi stond langzaam warm te worden en lekker te ruiken. Ik ben soms best wel een huismus en had het zo prima naar m’n zin.
Het was alles bij elkaar een prima dag.
Dinsdag 19 augustus 2008
Tussen de bedrijven door schrijf ik nog snel wat in m’n blog. Vanavond komt Jenneke eten. En dan trek ik vanzelfsprekend geen blikkie doperwten open. Daar wil ik wel wat werk van maken;
Makreelrisolles of miniloempiaatjes vooraf, dan babi pangang rob’s stijl, eiernoedels en hete boontjes, die ik niet zo heel heet zal maken. Oh, en ik heb gisteravond al sambal goreng telor gemaakt. Wel erg heet. Dat staat in de koelkast lekker in te trekken.
Rustig aan bereid ik één voor één alle onderdelen van de maaltijd. Het vlees en de saus voor de babi pangang staan ook al klaar. Na het douchen om tien uur ben ik gelijk de keuken ingedoken om me niet te hoeven haasten. Straks, vlak voor het eten, wordt het even hectisch goochelen met pannen en schalen.
En het regent maar, en het regent maar.
Arme Iris, ze is gaan paardrijden. Een handdoek ligt al klaar. En Jenneke komt op de fiets. Ik mag nog wel een handdoek pakken! Zelf lig ik lekker een beetje uit te rusten. Aan nat heb ik een hekel. Tenzij het in een glas met ijsblokjes zit.
De boontjes zijn inmiddels ook klaar.
En eigenlijk ben ik zelf ook al aardig gaar. Nog even doorzetten! Een beetje de rotzooi opruimen. Mezelf een beetje fatsoeneren. En laat ik me even aankleden. Het is al half vijf en het zonnetje breekt voorzichtig door.
Zo, aangekleed, waar zijn m’n sokken, alvast het kookwater voor de noedels opgezet. Dan is het zo weer aan de kook als ik de noedels nodig heb. Water, sambal en kruidnagel.
Hoe zal ik mijn kookstijl omschrijven? Chinees Chuan, Indonesisch, Thais. Asian Fusion misschien? Bagger? Als het maar smaakt. Is dat niet de essentie van koken?
De maaltijd was een succes. Het was net zo lekker als ik moe was. En gezellig aan tafel. Tegenwoordig is het meestal met een bordje op schoot voor de buis.
Na de koffie vertrok Iris naar vrienden. Jenneke en ik sloten de avond af met een DVD-tje van Bowie.
Gesloopt maar als beloning weer een spetterende dag in de knip!
Woensdag 20 augustus 2008
Ja, daar lig ik dan; in het ondiepe bij 020. Voor Pampus. En ik vrees dat ik mezelf ook niet meer vlot ga trekken vandaag.
Iris en ik maken er een pyjamadag van. Niet helemaal want Iris heeft al een autorijles gehad en ze moet straks toch een boodschapje doen. Wat mij betreft; de fysiotherapeut is geweest. Daar hoefde ik me niet voor aan te kleden.
Genoten gisteren dus. Daar hangt wel een prijskaartje aan. Soms zijn de leuke dagen in de aanbieding. Dan krijg ik korting. Maar dat is verlakkerij. Na elke uitverkoop blijken de prijzen fors gestegen te zijn en is het sparen voor de volgende pretdag. Niets is gratis. De economie van hartfalen.
Het was wel Genieten met een hoofdletter ‘G’. Als Jenneke er is voel ik me echt 200% op m’n gemak. – Zal ik het woord ‘knus’ eens gebruiken? – Knus. Jenneke op de bank met een onwaarschijnlijk dik boek en een Bellevue Kriek. Zelf wat computeren, beetje kletsen, al dan niet over serieuze dingen. Samen TV kijken. Truttig hè? Heerlijk. Ik verheug me altijd op de bezoekjes van Jen.
Vandaag wordt het opnieuw genieten maar dan van welverdiende rust. Het is toch prutsweer. Waarom zou ik naar buiten moeten of sowieso iets zinnigs gaan doen? Lekker niks doen. Legitiem. Beetje naar de muziek die Iris draait luisteren, krantje lezen.
De kat heeft zich solidair verklaard en ligt al zo’n beetje de hele dag lui op het voeteneind van mijn bed. Iris doet een stapje extra; die is naar bed gegaan. Tsjonge jonge… daar moet je dan de oorlog mee winnen. Lekker stel bij mekaar. Uitgeblust zooitje.
Morgen, als ik een beetje ben opgedroogd, moet de fik er weer in hoor. Op stoom komen en door.
Donderdag 21 augustus 2008
Al om kwart voor tien stapte Elly van de wijkverpleging binnen.
Ja… eerst koffie hoor! Helemaal gek geworden of zo? Eerst koffie dus. En wel nu, maintenant, toute de suite, subiet, presto, rapido, opschieten en vlug een beetje! Nieuwe definitie van ‘duf’: Rob Oosterboer voor de koffie.
De koffie miste zijn uitwerking volledig. Ik voelde me net een pinguin. (clip) In de zomer. Is dat niet raar?
Ja, dat is raar. Vind ik zelf ook. Nou ben ik het inmiddels wel gewend, maar anderen kijken nog wel eens vreemd op. – ‘K weet ech nie waarover ‘k moet schrijven. – Zelfs m’n kinderen vinden me niet overtuigend normaal. En dat zeggen ze dan ook gewoon hè. Hardop, waar iedereen bij is! Schorriemorrie is ‘t! Tuig van de richel!
Kinderen; je heb ze, maar wat hebbie d’r an? Twee minuten jeuk aan je snikkel.
Heeft jouw leven nog wel enige zin? vraagt men mij regelmatig. In het kort en krachtig, volmondig en uitbundig: NEEN! Het leven heeft in mijn geval wel veel onzin te bieden. Wat veel geiniger is. Er zijn al meer dan genoeg mensen die zichzelf veel te serieus nemen.
Als ik een boek over mezelf zou schrijven werd de titel iets als De Ondraaglijke Onzinnigheid Van Mijn Bestaan. Ondraaglijk voor sommige andere mensen dan hè! Zelf draag ik maar wat graag zo veel mogelijk onzin uit. Zie hier een fraai staaltje.
Want weet je, het leven is al zo kort (in mijn geval zeker). En dan zou ik het nog zin moeten geven ook? Daar heb ik geen zin in of behoefte aan. (Geen tijd voor ook trouwens.)
Ik wil het graag nog een tijd leuk hebben. Assut effe ken. De ernst van de dingen interpreteer ik op mijn geheel eigen(-aardige) manier waardoor dat m’n plezier in het leven niet al te zeer vergalt.
Vrijdag 22 augustus 2008
Vanochtend stond ik niet zo lekker op. En dat bleef de hele dag een beetje hangen. Nee, heel erg energiek werd het niet. Ik weet ook wel hoe dat komt. Te veel hooi op mijn te kleine vorkje. De Dokter had me nog zo gewaarschuwd het echt kalm aan te doen.
Gisteravond begon het klootzakken al; moeilijk concentreren, snel geprikkeld en geïrriteerd. De symptonen van moe. Ik stond dan ook vloekend en scheldend te koken. Alles kookte over, brandde aan en mislukte.
De keuken, ‘s morgens nog helemaal gesopt door Sylvia, zag er niet uit. Toen Iris zei dat het eten gewoon lekker was, klaarde ik een beetje op. ‘Je had je niet zo druk hoeven maken en schelden pa.’ Zaten we toch nog lekker te eten.
Met de keuken kwam het wel weer goed vandaag. Zo houd ik de huishoudelijk hulp lekker bezig.
Vanmiddag was het wat op de bank hangen en samen met Cees dameshockey kijken. En op mijn bril gaan zitten. Lullo… Was ik mijn bril kwijt. Zat ik erop. Daar was de optische orthese niet tegen opgewassen. Nu bekijk ik alles door een donkere bril.
Dat heb ik weer. Als het nou maar zonnig weer wordt, dan val ik niet zo op met m’n zonnebril. Ja, ook zo stom; ik heb wel drie zonnebrillen op sterkte, maar slechts één, thans overleden, gewone bril. Ben ik plots ook nog visueel gehandicapt.
Ik was een beetje wazig, en nu blijft dat nog even zo. Morgen met Gaby naar de optieker.
Zaterdag 23 augustus 2008
Uitslapen. Dat was het eerste wat ik vanmorgen deed. Ja, een goed begin is het halve werk. Er was nog enige haast geboden want Gaby zou naar me toe komen.
Dat hadden we gisteravond afgesproken. Zij wilde me wel begeleiden naar de brillenwinkel. Eigenlijk als ‘blindegeleidehond’. Maarrrr… dat laatste was niet meer nodig. Ik wist dacht ik zeker dat ik nog een reservebril had. Ergens. Bij het fouilleren van mijn jassen vond ik ‘m inderdaad. In de binnenzak van een bodywarmer.
Gaby moest alsnog wel mee als esthetic consultant. Samen zochten we een kek montuurtje uit. Na anderhalf uur vertier bij Pearle haalden we een ijsje. Heerlijk. Ja, anderhalf uur. Gaby wilde ook een bril. Petje af voor de geduldige juffrouw die ons hielp.
De nieuwe beglazing is over ongeveer twee weken klaar en dan ben ik weer helemaal hip. Tot dan moet ik het dan maar doen met een oud brilletje. Nee, nee… met een vintage bril moet ik dan zeggen. Dat staat niet hip maar klinkt wel zo en dan is het toch weer modieus.
De dag is snel voorbij gegaan. En gezellig. Vanavond is het feest in de vesting. Zeeheldenweekend of zo. Zou ik… nee, toch maar niet. Ik blijf toch maar lekker thuis. Morgen wordt druk zat.
Koffertje pakken en dan komt Caroline ons ophalen. Hebben Iris en ik toch nog een beetje vakantie. En het is goed toeven bij zusje en zwager.
Maandag 25 augustus 2008
De volksverhuizing zit er weer op. Ik ben niet zomaar de deur uit.Het is maar goed dat Jan een grote auto heeft. Een kleine trolley, een rugzak met m’n laptop. Het is niet veel wat ik meeneem. Nou ja, en nog de in hoofdgroepen uiteen genomen rolstoel. De tas van Iris er bij en instappen. Een Landrover vol reed de Nereus uit.
Vanochtend werd ik wakker in het pittoreske Austerlitz. De zon scheen en Caroline had verse croissantjes gehaald en koffie gemaakt. Wat een verwennerij. Een goed begin van de dag. Van de week.
Langzaam kwam het huishouden op gang. Aankleden, douchen, het hele circus kwam krakend en piepend tot leven. Ik had geen zin om te douchen. Dan niet. Hoewel, ik had een bos haar als een aftandse vogelverschrikker. Caroline waste het voor me onder de keukenkraan. Toen leek het weer wat. Het was natuurlijk nog niks maar mijn kapsel kan goed de schijn ophouden.
Nog even snel een tweede bak koffie en toen konden we op weg. Naar de peerden. Het volkstuintje van Jan en Caroline. Daar lieten we Sara en Iris achter. Niet dat ze dat erg vonden. Die rommelen wel lekker aan met de dieren.
Caroline en ik gingen voor boodschappen naar de Albert Heijn in Woudenberg. Zeg maar de mini-AH. Ik kon er m’n wielen niet keren en zodra ik even stilstond ontstond er een opstopping van winkelwagentjes. ‘In pad 5a staat momenteel bij de borrelnootjes een file van 20 meter vanwege een gekantelde rollator. U wordt aangeraden via de diepvries en pad 6b richting kassa te rijden’
De middag was zo voorbij en we streken neer op de veranda. Dankzij het onbeveiligde draadloos netwerk van een buur kon ik overal in om het huis internetten. Caroline begon aan het voorbereiden van de barbecue. Ik begon hieraan.
Het barbeknoeien was leuk en lekker. Sara en Iris maakten voor het toetje een verse fruitsalade. Oom Rob mocht de ananas aan bonken snijden. Verse ananas, appeltje, perzik en meloen, heerlijk. De meiden hadden hun best gedaan.
Voldaan maar redelijk op m’n tandvlees maakte ik een noodlanding op de bank. De verwachting van een leuke dag is geheel waargemaakt.
Dinsdag 26 augustus 2008
Computerspelletjes. Ik kan het niet, heb er de motoriek niet voor, het gaat me allemaal te snel en boven de pet. Je begrijpt, ik ben er geen liefhebber van.
Gisteravond moest ik er dan toch aan geloven; Buzz, een maffe quiz op de PS2. Toegegeven, ik heb me gek gelachen. Het werd wel een latertje. Jammer dan, ik ben niet elke week bij zussie.
Vanmorgen kon ik uitslapen. Heel erg tof voelde ik me niet. Daarom nam ik me direct voor vandaag rustig aan te doen en vanavond een beetje op tijd naar bed te gaan.
Na het douchen en een ontbijtje knapte ik wel wat op.
Als Jan Salie zat ik een beetje op de bank. Nog een bak koffie moest verbetering in de toestand brengen. Nou, dat lukte lekker. Vooral toen de pot koffie uit m’n handen glipte. Caroline was erg blij met me. De hele keuken zat onder de koffie. Maar er zat gelukkig al wel in m’n beker om buiten op de veranda op te drinken.
Caroline, Sara en Iris gingen naar de paarden, Jari en ik bleven thuis bij de honden. Er kwam een vriendje van Jari spelen. Al snel waren de jongens verwikkeld in hyperflitsende en onbegrijpelijke ruimteslagen en gevechten met superbattledroids, imperial stormtroopers, wookies en ander spacegespuis. Dus van die gastjes had ik geen last.
Dat betekende een rustig middagje met de nieuwste Quest, een beetje sleutelen aan het weblog en verder heel weinig. Zoals ik bedoeld had.
Om de rust te bewaren voorzag ik de ruimtehelden van broodjes knakworst. Dat werkte prima. Heel even zwegen de laserkanonnen, lichtzwaarden en pulsgeweren.
De wapenstilstand was van korte duur. Het lekkers was op en ik had geen worst meer om de galactic warriors voor te houden.
Weer thuis begon Caroline aan het eten. Ik had wel trek. Lekker; bruine bonen met rijst. Toch wel relaxt, voor me laten zorgen. Laat ik er deze week maar lekker van genieten. Ik vind dat ik het wel verdiend heb.
Woensdag 27 augustus 2008
Plannen genoeg voor vandaag. De fut ontbrak een beetje. Dat was een beetje jammer. Ik wilde zo graag een keertje naar de wereldberoemde Pyramide van Austerlitz. Het mocht niet zo zijn. Bij de volgende logeerpartij dan maar. Maar dan moet het wel mooi weer zijn.
Vandaag zat het weer niet bepaald mee. En om nou op een grijze dag in de toch best frisse wind op het terras van de uitspanning bij de pyramide te gaan zitten? Uhhh, nou… nee. Het moet wel leuk blijven.
Caroline zag de buien ook al hangen en bleef met de meiden maar wat langer in de knollentuin en kwam tegen etenstijd thuis. Ik vermaakte me toch wel. Ik voel me hier zo thuis dat het bijna is of ik thuis ben.
Heel erg rouwig was ik er achteraf niet om. Ik was (en ben nog) behoorlijk moe van de afgelopen dagen. Hier ben ik veel actiever dan thuis, ik lig steeds te laat in bed. Het is dan ook veel te gezellig. Dat wordt wennen thuis.
Een onverwachte rustdag derhalve waar weinig over valt te melden. Het was eigenlijk wel goed zo. Een dag niksen. Aansluitend een avondje op de bank voor de buis met onzinseries.
Donderdag 28 augustus 2008
Toch maar een slaappilletje genomen gisteravond, heel voorspelbaar liggen de jongelui tot diep in de nachten te donderjagen. Daar had ik dus geen last van. Al snel viel ik in slaap en aansluitend genoot ik een rustige, heilzame, verkwikkende nachtrust.
Ontwaken door de haan van de buren en dan de frisse boslucht opsnuiven is toch heel anders dan ontwaken door buutbewoners die in alle vroegte met grote haast door de straat scheuren en dan de luchten van Farm Frites en de petro-chemie opsnuiven. – Klopt deze zin nog wel? –
Overdag heb ik het kalm aan gedaan. Voornamelijk computeren. De PC van Jan en Caroline had een naar virusje opgelopen en rare kuren vertoond. Na een nieuwe installatie van Windows was er van alles zoek geraakt.Op internet vond ik goede shareware om het verlorene boven water te krijgen. Al het verlorene! Heel veel dus. Jan, succes er mee!
Iris had leuke foto’s van veulentje Mister Jones gemaakt. Daar wilde Caro mee aan de slag. Paint Shop Pro! Gebruik ik zelf ook vaak. Het programma was helaas pindakaas niet meer gratis. Ja, dat werd een crack opzoeken voor de trialversion. Lien kan nu fijn feauteaufucken. Zo heeft ze het kinderarmpje van Mister Jones al digitaal geamputeerd.
Een bakkie soep en een broodje en naar de knollentuin. Jan was daar al druk bezig met het inspannen van Sammy, geholpen door de meiden. Begeleid door het klak-klak-klak van de hoeven van de pony, of het paard, whatever, reden we door het dorp naar de menles.
De laatste avond in Austerlitz alweer. Een leuke week is zo voorbij. Morgen weer thuis.
Vrijdag 29 augustus 2008
Een korte samenvatting;
Opgestaan, vertrokken uit Austerlitz, thuis aangekomen, boodschappen doen, TV aan.
Tot morgen.
Zaterdag 30 augustus 2008
Poe heej… gelijk weer druk vandaag. Na een weekje rust was het weer aanpoten. Het logeerpartijtje bij Caroline en Jan heeft mij in elk geval goed gedaan. Hoe dat met C&J zit, weet ik niet, maar ik kan er weer even tegen.
Het was prachtig weer zodat ik de airco die ik van pa en ma kreeg in de strijd gooide. Het werd lekker fris in huis. Om één uur kwam Gaby de auto brengen. Zelf ging ze met Marcel naar Terneuzen.
Er moesten boodschappen gedaan worden. Tijd dus om uit bed te komen.
Ik had natuurlijk met de scootmobiel kunnen gaan shoppen, ware het niet dat ik mijn sleutelbos bij Caroline had laten liggen. Dat werd dus met de auto. Iris moest daarom mee om eerst mij in de rolstoel en daarna het winkelwagentje te duwen. Binnen in de super kan ik zelf wel rollen. Als beloning voor haar zwoegen haalden we een ijsje. Moest ze me wel nog even naar de ijssalon duwen.
Nou, weer naar huis met de proviand. We waren nog niet klaar, Iris en ik. Er stonden hier en daar nog wat lege bierkratten en lege flessen. Daarom: Rolstoel van de achterbank af – Ik heb maar een klein autootje, een rolstoel past echt niet in de bagage’ruimte’. -, bierkratten en tassen met lege flessen er op. Wat een gedoe. Bij elkaar hadden we voor € 20 aan emballage. Het was eigenlijk wel een beetje gênant.
Oh, ja… m’n sleutels lagen vanmiddag in de brievenbus. Da’s snel!
Zondag 31 augustus 2008
Gedoe. Ik houd er niet van. Ik heb er het geduld niet voor. Het duurt te lang, gedoe. Het is zonde van de tijd. – Ja hoor, je hebt het nogal druk! – Zoals gisteren, met dat rolstoel in en uit de auto gedoe. Nou, dan heb ik het eigenlijk al wel gehad. Wat een gedoe.
Er zijn een heleboel activiteiten die ik leuk vind, of die me leuk lijken. Waar ik dus niet aan begin vanwege, jawel… het gedoe. Zo vind ik surfen hartstikke leuk. Behalve de daksteunen op de auto monteren, die moeten er een paar uur later ook weer af, surfplank en mast erop binden, zeil en giek een plekje in de auto, naar strand of plas rijden, zeilplank in elkaar zetten, wetsuit aan. Hè hè, een dik uur verder, op het water.
Anderhalf uur later gaat de wind liggen en begint het te regenen. Snel hetzelfde ritueel als hiervoor beschreven, alleen in omgekeerde volgorde en nu is alle zooi nat en zanderig. Wat een lol. Paardrijden! Net zo iets.
Wat dan wel? Atlethiek misschien. Een paar schoenen, zo’n raar broekje en hollen maar. Simpel. – Vergeet jij niet even dat je nogal hartpatiënt bent? – Daarom doe ik aan atlethiek voor hartpatiënten bij HAV ‘de Smurfen’. Wie het eerst blauw aanloopt en gereanimeerd moet worden, heeft gewonnen! Eindelijk een sport waarbij ik een kans heb om te winnen!
Kijk… dat lijkt dan ook gedoe met defibrilators en ambulances en zo. Dat is het echter niet! Daar heb ik dus een ICD voor. Het is even de kiezen op elkaar, de toeschouwers halen in de ontstane pauze een versnapering en dan snel verder met de volgende heat. Ideaal toch? En een stukje gravel van 30 meter is lang zat.