April

3 april 2005 1 Door robzter

Vrijdag 1 april
Ondanks mijn mobiliteitsbeperkingen kan ik niet zeggen dat ik aan contactarmoede lijdt. Het gastenboek op dit weblog slibt net als mijn kransslagaders geleidelijk dicht, mijn mailboxen stromen over, onophoudelijk rinkelen de telefoons en regelmatig krijg ik bezoek van vlees en bloed. Een paar jaar geleden zou dat toch heel anders geweest zijn? Geen internet, e-mail of mobiele telefoons. Joh, je krijgt tegenwoordig niet eens de kans om achter de geraniums te gaan zitten. Je moet echt je best doen om in een sociaal isolement te geraken. Tenminste… als je onze vrienden en kennissen de jouwe mag noemen.
Gisteravond weer zo vreselijk gelachen met buurvrouw PIa. Michel belt elke dag. E-mailvriend Nanne die bijna dagelijks wel iets opmerkelijks te melden heeft maar ook heel goed is in het steken van harten onder riemen. Meta die mijn gastenboek bijna geheel eigenhandig volschrijft. De lijst zou schier eindeloos zijn, vandaar dat ik het bij deze opsomming laat. Alle anderen die ik hier niet noemde zijn me net zo lief.

Over tot de waan van dag. Vrijdag. Eergisteren heb ik van me af geschud en ik voel me redelijk fit. Dat komt natuurlijk ook omdat ik nog geen zak heb uitgevoerd vandaag. Ja, boterhammetjes gesmeerd en thee gezet, een beetje internetten, mijn e-mail lezen. Het enige vermoeiende was bezoek met klein kind. Ik snap al die oude kerels van mijn leeftijd niet die hun vrouw aan de kant zetten voor een jongere. Nou, ja dat kan ik me misschien nog wel voorstellen. Alhoewel ik er toch ook niet aan moet denken met een grietje van 18 te moeten samenleven. Als het niet anders kan voor de seks misschien. Maar dan… dan wil zo’n meid ook nog een kind. Nou, van mijn levensdagen niet!!!!!

Gelukkig ben ik wel zo tolerant dat van mij iedereen lekker zelf mag weten wat hij of zij uitspookt. Ja toch? Sommige mensen vinden mij ook gestoord. Dat mogen ze fijn vinden van mij. Ik wil zelfs de mogelijkheid overwegen dat ze gelijk hebben. Daarnaast heb ik graag mensen om me heen die het gefundeerd met me oneens zijn. Dat biedt mogelijkheden tot discussie en geestelijke ontwikkeling. Van preken voor eigen parochie wordt niemand wijzer. En van klakkeloos alles maar aannemen al helemaal niet. ,,Weest eigenwijs maar weet waar je het over hebt!”
Van de hak op de tak. Een beetje mijn specialiteit. Opnieuw over tot de waan van de dag. Volgende poging. Ik heb me in het T-shirt dat Meggie voor me kocht gehesen. Nu lig ik een beetje geel te wezen met The Fonz op mijn borst. Nou, dat is tien keer beter dan een borst vol plakkers met elektrodes. Nu nog mijn zonnebril zoeken, en een petje, en dan ga ik lekker in de zon in de tuin zitten. HA! En als Sandra terug is van het doen der boodschappen gaan we nog even wandelen. Er staan vanmiddag geen afspraken meer dus dat komt helemaal goed. Het is nu half twee, nog een flink stuk van de dag te gaan.

us!

Inmiddels is het bijna 7 uur. Ik lig even bij te komen. Vanmiddag heeft Sandra me meegenomen naar Brielle. 1 April hè! Groot feest in Den Briel. De hele dag staat in het teken van het innemen van de stad door de Watergeuzen. De Watergeuzen waren afvallige edelen en hun manschappen die het de Spanjaarden in de 16e eeuw knap lastig maakten. Uiteindelijk viel Den Briel als eerste stad in handen van de Geuzen en werden de Spanjaarden met hun katholieke aanhang uit de stad geknikkerd. En dat vieren de Briellenaren nu nog op grootse wijze. Heel Brielle is op de been in het centrum. Eten en drinken, het naspelen van de schermutselingen waarna de foute burgervader, papen en Spanjolen nogmaals uit de stad gegooid worden.

Zo werd het een hele toffe dag. Mensen kijken, een slushpuppy bij Ladage (de grootste patatboeren in Rotterdam e.o.), de zon hoog aan de hemel, langs het water bootjes kijken. EN als klap op de vuurpijl voelde ik me niet uitgewoond. Integendeel; ik ging me steeds beter voelen. Ook deze dag kunnen ze Sandra en mij niet meer afpakken. Het was een beetje een mijlpaaltje. De eerste keer dat we allebei het gevoel hadden er samen uit te zijn. Het was dan ook hartstikke leuk in Brielle. Ik heb genoten.
Ik weet nu trouwens hoe de kinderen zich als peuter gevoeld moeten hebben. Qua in de kinderwagen zitten en dan alleen maar benen en konten zien. En een konten die je ziet. Soms zou het echt wel wat minder kunnen. En soms wat meer. Of dat ze niet tegen de achterkanten van de knieën kletsen. Helaas, de perfecte kont liep de hele tijd achter me. Die kon ik dus niet zien.

Na thuiskomst zijn we lekker in de tuin neergeploft. Hier was het zulk mooi weer dat we zelfs buiten konden eten. Gewoon in je t-shirtje. En nee, wij hebben geen terrasverwarming. Puur natuur genieten. Zou het al te doen zijn om op het strand te gaan liggen? Ik schrijf nu de laatste woorden voor vandaag in de wetenschap dat ik morgen wel weer een rekening zal krijgen. Maar dat moet dan maar. IK HAD EEN TOPPIE-DAG!!!

 

Zaterdag 2 april
Door al dat mooie weer lijkt de zomer er alweer aan te komen. Zomer; na het werk op de fiets naar het strand, een biertje op een terrasje in de vesting, tot ‘s avonds laat in de tuin zitten ouwehoeren met, wederom, een biertje. Maar ook aan het eind van een mooie julidag een hartinfarct. Paniek, verdriet, zorgen. Zoals vorig jaar. Is het al weer zo lang geleden? Het voelt als de dag van gisteren.
Toch denken Sandra en ik zo positief mogelijk over de komende zomer. Of ik al dan niet een harttransplantatie krijg laten we daarbij geheel buiten beschouwing. Het gaat om nu alledaagse praktische vragen. Hoe kom je met een rolstoel toch op het strand? Onze gedachten gaan uit naar de tweede slag van Rockanje. Vorig jaar zijn er daar aan de slagen mooie pleinen onder aan de duinen aangelegd. Vanaf die pleinen kun je zonder door het zand te hoeven ploeteren zo de strandtenten in lopen en dus ook rollen. Ligbedje en een parasol huren. En daar liggen Sandra en Rob.

Vanmiddag heb ik in de tuin al geoefend op het ligbed. Het ging goed en Sandra vond het niet gevaarlijk. Dat gaat het dus worden van de zomer. Bij het piratenschip op een ligbed. Alleen nog even uitzoeken of we daar bereik op de GSM-‘s hebben. Stel dat er een geschikte donor komt te overlijden terwijl ik van mijn ijsthee nip. Daarvan wil ik wel terstond op de hoogte gebracht kunnen worden. ,,Die Rechnung, bitte!”

Ja, de eerste oosterburen zijn reeds gesignaleerd. In de zomer overspoelen deze bolbuikige, groot gemonde toeristen het Hellevoetse. Elk jaar opnieuw zijn we bang dat ze weer vijf jaar zullen blijven. Tot nu toe verdwijnen ze steeds weer als de herfst nadert. De bootjesmensen komen ook één voor één bovendrijven na hun winterslaap aan de wal. De lokale keurige kledingwinkel kan de Gaastra zeiljacks met moeite in voldoende mate aanslepen. Binnenkort is het weer erg gezellig in Hellevoetsluis. De Konmar en de Albert Heijn open op zondag. Lang leve het toerisme. Balen voor de 24/7 die anders de leverancier van te weinig ingekocht bier en vlees voor barbecuefeestjes is. Zomer in Hellevoetsluis. Ik word nu al een beetje blij!

Waar ik ook blij van word is als Sandra me in het zonnetje over de dijk duwt. Ik heb het dan wel over de dijk langs het Kanaal door Voorne-Putten hè? Even opletten. Toevallig heeft Rex Hunt (een Australische mafkees die het gelukt is zijn programma over vissen aan DIscovery Channel te slijten) wel eens een reportage over ‘ons’ Kanaal gemaakt. Nee, dit is niet zomaar een viswatertje. Oh ja… waar ik dan zo blij van word, is dat ik niet hoef te vissen.
Zo’n kerel die daar de hele dag in zijn eentje een beetje mistroostig naar een dobbertje zit te staren moet toch een kuthuwelijk hebben? Anders ga je op zo’n mooie zaterdag als vandaag toch lekker met je vrouw op stap!? Of met je vriendin. Of je vriend voor mijn part. Desnoods met de hond van de buren! Zelfs ik ben met een mooie vrouw aan de rol. En ik ben potverdorie hartstikke invalide. (Nou ja, da’s een tikje overdreven.)

Aan het einde van de middag zijn we samen Iris op gaan halen. Zaterdag, paardrijdag. Op de manege was ik al tijden niet geweest. Er was nog niets veranderd. Nog steeds gezellig. Ik kreeg zelfs zoenen van Carla, de baas van het spul. Thuisgekomen fijn in de tuin gaan zitten en een broodje gegeten.En daarmee was de dag wel min of meer tot een goed einde gebracht. Misschien had de weigering van Sandra om mij naar de manege te laten rijden er mede mee te maken dat de dag goed afliep? Wie zal het zeggen?

De verwachte rekening bleef uit. Zal je zien, geen rekening maar straks wel een herinnering gevolgd door een aanmaning. Met rente. Tot nu toe gaat het echter goed en hoor je mij niet klagen. Vanmorgen zelfs ouderwets uitgeslapen. Tot over elven. Schandalig! Maar zoooooo lekker! Morgen weer!

Zo meteen ga ik nog snel mijn e-mail en post beantwoorden. Ja, ik krijg zelfs post. Wat ik dan krijg over de post? Stickers om op de scootmobiel te plakken. Zoals deze hieronder. Waarvoor dank!

 

Zondag 3 april

Ik had hedenmorgen het idee dat het tikje op mijn vingers van moeder natuur er vandaag dan toch aan ging komen. Een beetje (?) moe was ik vanochtend wel. Gisteravond lag ik op tijd in bed. Na Crime Scene Investigation kwam Sandra onverbiddelijk de TV en het licht bij me uitdoen. Vrijwel direct viel ik in een diepe droomloze slaap. Voor iemand in mijn toestand was ik misschien toch iets te actief geweest. Maar ja, het voelde allemaal zo lekker. Het ging allemaal zo goed. Overmoedigheid is altijd al een component van mijn persoonlijkheid geweest.

Oh ja… plotseling kwam ik gisteren mijn goede vriend U.R.N. Droef tegen op de muurkrant van de STIN. Zijn gedachtsel over de ICD en achtbanen kan ik jullie echt niet onthouden. Hak? Tak? Nou en? Doen we gauw even wat poëzie en dan vertel ik daarna weer verder. Ja? Goed! Daar komt ‘ie…

Job

Ik voel vertwijfeld aan mijn borst, alles klopt correct
is er dan niets mis met mij, werkt dan alles mee
waardoor wordt dan mijn stress verwekt
‘k heb echt geen IcDee

Waardoor ontstaan mijn spanningen, is mijn gemoed belaan
voel mij gemangeld door de roller-coaster
in mijn negen tot 8baan

URN Droef

Zondagochtend, half twaalf, een volgende strakblauwe hemel boven Voorne-Putten. Kort na tienen was ik gedoucht en beneden maar het schoot niet echt op. Nog maar een boterhammetje en een glas thee om wat energie op te doen. Nog heel even geduld voor de zon op de achtergevel staat. Dan kan de tuindeur open om wat frisse lucht binnen te laten.
Ziek voelde ik me niet. Slechts een lichte lamlendigheid als een klamme deken om mij heen gedrapeerd. Met dit bijltje heb ik al eerder gehakt. Eigenlijk is de remedie simpel; negeren en mezelf eroverheen zetten. Simpel. Ja, het klinkt redelijk eenvoudig. Nu de uitvoering nog. Vanmiddag verwachten we visite. Dan moet ik wel. Het schiet natuurlijk ook niet op om een beetje op bed te liggen, wat te typen en een tachtigste herhaling van een Tv-programma te bekijken. Bekijken is misschien een te groot woord. Het maakte geluid en bewoog op de achtergrond van mijn bewustzijn.

Zo sleepte mijn ochtend zich een beetje voort. Ik ging de uitdaging, die elke dag is, weer aan. Maar wel met beleid. Rust zal ons redden. Rust roest. Dilemma’s. Steeds weer die dilemma’s. Het is opnieuw zoeken naar een goede balans tussen rust en activiteit nu de meteorologische omstandigheden beter worden. Inmiddels ben ik er wel van overtuigd dat het weer en de mate waarin ik actief ben van grote invloed op mijn fysieke toestand zijn. Hoe actief kan ik zijn om me precies goed te voelen en net niet in elkaar te storten? Daar gaat het nu even om.
Want reken maar dat er van alles kriebelt. Het voorjaar rukt en trekt met al zijn macht aan mijn tuig. Jullie hebben kunnen lezen hoe Sandra en de meiden vorige week de schuur opruimden. Wat parkeerden ze voor mijn neus op het terras? Mijn geliefde gele mountainbike. Had ik er maar op weg kunnen fietsen, de polder in, het geraas van de wind in mijn oren, het zoeven van de slicks over het asfalt.
Mijn inline-skates kwamen te voorschijn. Die heb ik gelijk weggegooid. Er woonden inmiddels hele vreemde beestjes in. Sandra heeft beloofd dat ik, als ik na de transplantatie genoeg ben opgeknapt, nieuwe van haar krijg. Ze is momenteel erg zuinig op me, ik denk dat ik als bonus bij de skates een helm krijg.
Mijn voorstel om na een transplantatie het motorrijden weer op te pakken viel niet in goede aarde. ,,Ja, dan heb je dadelijk een nieuw hart en dan rij je jezelf daarmee hartstikke dood! Gek!”, was de reactie van Sandra.
Een redelijke reactie lijkt me. Vooruit, dan houd ik het wel bij fietsen en inline-skaten. Dat heeft absoluut zijn charmes. Vooral des zomers op rijwielpaden richting zon en strand. Mijn tijd komt wel weer! Ech wel.

Welaan, zo kan ‘ie wel weer. Het wordt een tikje vrouwonvriendelijk op deze manier. Zal ook wel door het voorjaar komen. In het voorjaar krijgen mensen de raarste ideeën. Neem nu minister Aart Jan de Geus. Die bepleit een fokverplichting voor West-Europeanen in het algemeen en Nederlanders in het bijzonder. Met andere woorden: verplicht van bil. Bij het implementeren van regels hoort natuurlijk ook een stringent handhavings- en sanctiebeleid. Naast de (ultrageheime!) Mind-Police krijgen we dan waarschijnlijk ook de Fuck-Police (‘stillen’ als pastoor of dominee… net als vroeger). Maar wat nu als je het niet meer kunt? Kun je je dan medisch laten afkeuren zodat je ontheffing krijgt? Dat zou ik als relatief jonge hartfalenpatiënt met erectieproblemen toch wel op prijs stellen. ,,Nee, sorry agent, ik heb niet geneukt vannacht. Maar hier is mijn ontheffing!” Het wordt tijd dat één of andere belangenvereniging zich hierover buigt voordat het te laat is. Iets voor de STIN misschien?

De middag maakt langzaam plaats voor de avond maar geeft zich niet zomaar gewonnen. Hapjes, mede door mijn toedoen beschikbaar, doen we derhalve wederom in de tuin. Het bezoek is niet op komen dagen. Ggrrr…. zet ik daarvoor al dat bier koud? Dan drink ik het zelf maar op. Al met al is de dag me 100% meegevallen. Tot morgen! Zou dan eindelijk de klap komen? Oh nee, die komt natuurlijk overmorgen. Zodat ik weer als een dweil in mijn rolstoel hang als ik op controle moet. Wedden?

 

Maandag 4 april
Een vreemde dag vandaag. Sandra en ik hadden allebei slecht geslapen. Je kunt je problemen nu eenmaal niet altijd verstoppen. Je kunt ze wel voor heel even wegstoppen, maar ooit springt het duveltje uit het doosje. Ondanks een doorleefde nacht ging Sandra naar haar werk en stond ik vlak nadat zij was weggegaan beneden. En toen?
Eerst maar eens Sandra bellen om te vragen hoe het ging. ,,Wel goed.” Nou oké dan. Ik analyseerde mijn fysieke toestand. Die was wel ‘in orde’. Daarna het werk bellen, of iemand tijd had om me op te halen voor de lunch. Dat leek me een leuk idee. Baas Machiel regelde fijn dat Olaf me kwam halen.

Snel maakte ik een omeletje. Twee broodjes werden gebakken om eromheen te doen. Die combinatie, omelet met Italiaanse tuinkruiden en minipistoletjes, ging mijn lunch worden. Zodoende heb ik vanmiddag op het werk geluncht. In de kantine. Net als vroeger. Net als… ergens in de toekomst?

Kort na één uur kwam Sandra, klaar met werken, me ophalen. Was ik de fysiotherapeut vergeten! Stom! Nou ja, sorry Maarten, maar er zijn ergere dingen. Eenmaal thuis plofte ik op bed. Ergens rond vijf uur werd ik me langzaam aan weer bewust van mijn omgeving. Er had zich, buiten mijn weten om, van alles voorgedaan. Waaronder het bereiden van de maaltijd. Die kon ik dus gelijk in mijn mik schuiven. Dat was mijn dag. Spannender gaat het niet worden. Ik ga zo naar bed. Het uitstapje heeft me behoorlijk wat energie gekost. Maar ja. We gaan het zien. Welterusten.

Dinsdag 5 april
Een onvervalste dinsdag. Half acht opstaan, douchen, aankleden, prikken, wachten. De afspraak met de cardioloog was verplaatst naar half twaalf. Sandra sliep een beetje uit. Daar zat ik dan… een beetje suf voor me uit te staren met een bakkie thee en een boterham. Tien over acht! Terug naar bed! Ja, hoe? Ik ben al blij als ik me een beetje in een horizontaal vlak kan bewegen, laat staan als daar een verticale verplaatsing bij komt. Dat gaat niet goed komen.

Bij de dokter was alles goed. Met de dokter was alles goed, en met mij ook. Tot een bepaalde hoogte dan toch. Morgen de eerste verhoogde dosis Emcor. Nou, het zal mij benieuwen. We hopen er gewoon het beste van. Na babbels met de dokter, de poliverpleegkundigen en wat voorbijlopend personeel vingen we de rit huiswaarts aan.
Door de late afspraak was er nauwelijks tijd om nog iets anders te doen vandaag. Met enige moeite kreeg het doen van een paar boodschapjes nog een plekje in de krappe dagindeling. Sandra, time-manager bij uitstek, zag nog kans om een leuke tas te kopen. Toen was het alweer bijna etenstijd. Vroeg eten op dinsdag en donderdag, want dan moet Iris naar haar baantje in het tuincentrum.
Dit moet het dus maar even zijn. Er moet ook nog wat gefotoshopt worden voor de zaak. Dat ga ik nu even doen! Tot morgen

 

Woensdag 6 april
De zwabber, Hans Andreus

Er stond een keer een zwabber,
een zwabber in een hoek,
die zei ‘Als dit zo doorgaat,
raakt mijn verstand nog zoek.

Wanneer ik heel de dag
de kamers heb gezwabberd,
dan voel ik me echt ziek,
dan voel ik me belabberd.

Ik ben hier altijd bezig:
dit is een stoffig huis
en ieder stofje, pluisje,
wordt hier meteen een pluis.

Stofnesten in elk hoekje
en wáár je ook maar kijkt;
soms denk ik dat dit huis net
één grote stofwolk lijkt.

Door altijd dat gezwabber
voel ik me suf en dof –
maar één ding is het ergste:
ik kan niet tegen stof!

Steeds moet ik bijna niezen
en dat is erg hoor, heus!
Want ‘k kan – ik kàn niet niezen:
een zwabber heeft geen neus!’

Met dank aan de bisoprolol (zeg dat maar eens tien keer snel achter elkaar!) voel ik me sedert hedenmorgen Kwalitatief Uitermate Treurig! Als ik opsta, sta ik te zwabberen op mijn benen. Mijn bloeddruk schommelt ergens rond de 80 over 60. Probeer dan maar eens overeind te blijven staan. Desondanks ben ik vanmorgen tijdens de afdaling naar de woonkamer niet van de trap gelazerd. Zolang ik een beetje op bed blijf liggen gaat het wel goed. Gaby heeft mijn boterhammetjes gesmeerd en Sandra gaat maar niet met Meggie naar het tuincentrum. Daar lig ik dan. De patiënt. Het zal morgen wel weer beter gaan. Bah. Ik wist dat dit zou gebeuren en toch valt het tegen.

Mijn goede humeur ga ik er in ieder geval niet door laten vergallen. ,,Goed humeur?” Hoe is het mogelijk hè? Vannacht geen oog dicht gedaan, de halve nacht liggen woelen, om half één Sandra wakker gemaakt om te zeggen dat ik niet kon slapen. Wat een nacht zeg! En toch een goed humeur. Ik vind het knap van mezelf.

Dat wordt dus weinig actie vandaag. Gelukkig is er nog de STIN. Daar speelt zich momenteel een leuke discussie over religie af. De honden lusten er geen brood van. Als er dan niets anders te doen is stort ik me daar wel even op. Totdat ‘het bestuur’ in al haar wijsheid denkt dat het tijd is om wat geplaatste stukken te wissen en de muurkrant weer voor enig tijd te sluiten. Een enkele uitzondering daargelaten hangt er een stel breinlozen rond op die muurkrant en in het bestuur. Nou nou nou… Het wil wat, die STIN.

Waar ik me ondermeer over erger zijn de mensen die wel een ICD dragen doch zeggen geen patiënt te zijn. Daarna gaan ze dan over van alles zeuren wat met die ICD te maken heeft. Laat dat ding er dan uithalen als je geen patiënt bent! Heb je er ook geen last van. Kun je weer autorijden, fietsen, hardlopen met een rugzak op je rug… verzin het en je kunt het weer! Je mag ook niets mankeren op de muurkrant. Zodra een probleem niets te maken heeft met autorijden maar meer op sociaal-emotioneel of medisch gebied ligt wordt er snel afgehaakt en aan de noodrem getrokken.
,,Help… iemand met een echt probleem, nu moeten we betrokkenheid en empathie veinzen. Daar kunnen we echt niet aan beginnen. Snel, maak ‘m af, doe iets, knoop hem op aan een hoge boom! Weg met die griezel. Een patiënt! WHEELP!!!!” Er wordt niet beseft dat er ook ICD-dragers zijn die wel gehoor en begrip willen als ‘patiënt’. Die mensen kom je op de muurkrant niet tegen.

En dan vinden ze het gek dat het nergens over gaat op ‘hun’ muurkrant. Wie er zijn kop boven het maaiveld steekt kan er vanuit gaan dat genoemd lichaamsdeel eraf gehakt wordt door lotgenoten. Dit geloof je niet? Het gebeurt toch echt. Het wordt tijd dat de subsidiekraan voor deze boerenbonte verzameling ‘self-kickers’ stevig dichtgedraaid wordt.
Over de bezoekers van de STIN kan een hele jaargang van -gogen en -logen hun scriptie of dissertatie schrijven. Ik geeft het toe; over Sandra en mij ook. Wij hebben regelmatig contact met het maatschappelijk werk en andere hulpverleners. Moet je daar voor schamen? Ik dacht het niet. Gelukkig heb ik lotgenoten in mijn omgeving met wie dit soort dingen wel bespreekbaar zijn. Die zie ik dan ook nooit bij de STIN. Zelf hang ik daar slechts rond voor wat vertier. Een soort verbale kermis. Ik moet toch ergens mijn agressie en frustratie kwijt. Eigenlijk is de STIN in het kader van mijn verwerkingsproces erg belangrijk. Moet ik ze straks nog gaan bedanken ook zeker. Never nooit niet!

Ik heb me gisteravond nogal wat vrijpostigheden gepermitteerd. Gevoelige zielen doen er goed aan deze niet te bekijken. Voor hen die wel houden van ietwat grove vuilbekkerij hier een weergave van de muurkrant zoals die gisteravond gevuld werd. Ik moet zeggen dat ik weer goed op dreef was, en anderen met mij. HA! Ik lachte mij een kriek!
Aan de andere kant is het natuurlijk te triest voor woorden om te beseffen dat Marinus Split, de veurzitter van STIN, gelijk had toen hij mij in een e-mail het inlevingsvermogen van de ICD-dragende schetste:,,Probeer (wij ICD dragers kunnen dit volgens mij niet) u eens te verplaatsen in de positie van een partner die mee maakt dat men de kleren van het lijf scheurt van je partner om deze te reanimeren.”
Zulke ICD-dragenden bestaan dus inderdaad! ICD-dragenden die zich klaarblijkelijk bij niets meer in kunnen leven. Zo zeer zijn zij geestelijk afgestompt door de beleving van hun ‘lot’.

Bijna is de avond daar. Een mals regenbuitje heeft zich op Hellevoetsluis gestort en lijkt niet van plan het veld te ruimen. Op de muurkrant van STIN ben ik mij inmiddels aan het ontpoppen als een meelevende, aardige, gematigde vredesstichter. Dat moet heel verwarrend zijn voor sommigen aldaar. En het zijn allemaal verschillende kanten die toch echt bij mij horen. Sommige dingen zijn lekker dik aangezet, totaal ‘over the top’, zoals dat in het Engels zo mooi heet, en andere ingetogen en met compassie aan het web toevertrouwd.

Ik ga jullie voor vandaag met rust laten. Morgen hoop ik er weer te zijn. Beleefde ik maar eens een avontuur. Dan kon ik daarover verhalen. Helaas, het regent en het is koud. Veroordeeld tot de woonkamer. Totdat de zon weer schijnt.

 

Donderdag 7 april
Weer niet van de trap gevallen. Gelukkig gaat de gewenning aan de bisoprolol wat sneller dan gebruikelijk. Oké, als ik opsta voelt het nog steeds een beetje alsof ik bij windkracht negen op de Noordzee in een roeibootje sta. Maar ook dat went. Misschien is het een idee om al het designmeubilair, met veel glas en scherpe hoeken, te vervangen door kindvriendelijke meubeltjes met ronde vormen en gemaakt van zachte materialen. Voor je het weet heb je een gat in je kop.
Nou ben ik boven wat vergeten en er is niemand thuis om het even voor me te pakken. Daar baal ik dan weer een beetje van weet je. Waar ik niet van baal is dat ik vannacht heerlijk geslapen heb. Het lukte eerst zowaar een hele aflevering van ‘A Touch Of Frost’ te bekijken èn te volgen. Jippie! En nadat Sandra naast me was gekropen viel ik fijn in slaap. Ja eh… dat laatste is dan weer wat minder, dat begrijp ik ook wel. Je kunt niet alles hebben als hartpatiënt.

Sandra is naar haar werk. De buurvrouw ook. Dus schalt DJ Tiësto door het huis. Soms heeft toetreding tot het leger der arbeidsongeschikten ook z’n voordelen. Al mijn favoriete muziekjes, je kunt echt niet alles delen met je partner, passeren de revue. En dan niet via een na een uurtje zweetoren veroorzakende koptelefoon, doch luid en duidelijk uit de luidsprekers.

Het is nog te vroeg om verder wat over de dag te zeggen. Vanmiddag bezoek. En ik heb (sorry Richard en Anja) de verstandigheid op kunnen brengen om de volgende aanmelding voor de bezoekerslijst voor vandaag te weigeren. Dat vind ik nog steeds moeilijk. Ten eerste om tegen vrienden te zeggen dat ze liever niet moeten komen. Dat staat zo niet-gastvrij. Ten tweede is alle afleiding zeer welkom. Helaas laat mijn conditie het niet toe om het te druk te laten worden.

Het wordt al laat. De tijd vliegt harder naarmate je het meer naar je zin hebt. Zo meteen moet ik me nog haasten met eten maken ook. Laat mij maar te keer gaan in de keuken. Ik ben ‘The King of Microwave’! Mister Tupperware himself. Wat schaft de pot? Spinazie (diepvries, hup, in de magnetron), omeletjes (die maak ik zelf, dat dan weer wel), aardappeltjes (dat is wat bewerkelijker, die moet ik eerst schillen en dan moeten ze in de stoompan), aardappelpuree (uit een pakje, heet water uit de waterkoker). Ja, wie weet schrijf ik nog wel eens een kookboek. ‘Zoutarm voor luie honden’ of zo.
Met de frietpan kan ik ook aardig uit de voeten. Van de frietpan is het alleen jammer dat ik het meeste wat ik daar in gooi niet zelf op mag eten. Typisch geval van jammer maar helaas. Maar wel altruïstisch van mij dat ik de vette zoute hap toch bereid voor de rest van het gezin, vinden jullie ook niet? Damn’, I’m good! Jammer dat ik zo’n beetje de enige ben die deze mening met mij deelt.

Half zeven. Nu ben ik moe. Ik heb een poging tot koken gedaan. Helaas liep heel mijn timing in de soep omdat de spinazie nog boven in de vriezer lag. Een voor mij onbereikbare plaats. En ik was weer alleen. Wat zielig!! Iris naar haar baantje, Sandra en Gaby naar Spijkenisse, kleedgeld uitgeven. Nu staat Sandra (weer terug) het eten af te maken. Hoef ik het slechts nog op te eten. Ook goed. Maar ik heb niet zo’n honger meer. Wat nu?

Niks meer! Dat lijkt me het beste. Op tijd naar bed. Een beetje televisie loeren en dan pitten. Mijn e-mail handel ik morgen wel af. Ik kreeg van Brian de uitnodiging om binnenkort eens met zijn auto mee te rijden. Laat ik dat eerst maar eens aan de cardioloog voorleggen. Volgens mij is het niet gezond om met een Honda Civic zo gruwelijk hard te rijden. Met het weer wordt het ook niks. Ik ga maar weer eens in winterslaap. Jullie lezen het wel als ik weer wakker ben!

Toedels!

 

Vrijdag 8 april
Wat een toestand! De onder-de-grond-stopping van de paus bedoel ik. Wat een farce. Allemaal kerels in jurken. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden. De TV staat aan en ik denk telkens dat ik naar een modeprogramma zit te kijken. In een C&A-‘tje kunnen die proleten (oh nee… ‘prelaten’ bedoel ik natuurlijk) zich niet vertonen. Nee, roep nou niet dat die jurken kazuifels zijn. Wat een onzin. Een jurk is een jurk! Of je die nou djellaba of kazuifel noemt.
Opvallend veel geestelijken en koorknaapjes dragen een bril. Hoe zou dat komen? Zou je dan toch echt blind worden van masturberen? Mannen in jurken… brrrrr….
En dan straks dat gedoe met die al dan niet witte rook. Allemaal doorgestoken kaart. Mijn redactie heeft de hand weten te leggen op een foto van Karol Wojtyla’s opvolger. Die is allang bekend. Dus, katholieken waar ook ter wereld; u hoeft niet meer te SMS’-en om uw stem uit te brengen.
De opschudding is er niet minder om las ik vanmorgen in het AD. Hoogleraar Frissen en oud-minister-president van Agt vinden het respectievelijk stuitend en teleurstellend dat ons Koninklijk Huis niet vertegenwoordigd zal zijn bij de bijzetting van de paus.
Waarom deze ophef? De paus was geen familie van de Oranjes, geen wereldlijk vorst of staatshoofd doch meer de CEO van een wereldwijd verspreide multinational met religie als core-business.
Nog even en (de toekomstige) koning Willem Alexander wordt geacht op de begrafenis van Bill Gates te verschijnen. Eerlijk gezegd denk ik niet dat zulks te zijner tijd verwacht wordt.
Daarnaast is ons Koninklijk Huis niet van katholieke huize. Eén van de redenen van het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Wellicht dat de criticasters nog even hun kennis van de vaderlandse geschiedenis op kunnen frissen alvorens met een mening te komen.
Als het aan de katholieken had gelegen hoorden we nu nog bij Spanje, maar dan zonder het mooie weer. Als dat mooie weer in de package-deal had gezeten behoorde verandering van opinie mijnerzijds wellicht tot de mogelijkheden. Dan had ik misschien zelfs wel katholiek geworden.
Voorlopig: ,,LEVE DE KONINGIN! HOER A, HOER A, HOER A!”

Dat is dan weer jammer, over de koningin. Ik kan het niet helpen hè! Het zit in me. Een hele belasting hoor. Een soort schriftelijk vorm van het syndroom van Gille de la Tourette. Is ongeneeslijk en er zijn ook geen medicijnen om de symptomen te onderdrukken. Sommige mensen vinden het fijn om aan deze aandoening te lijden. Die verdienen er hun brood mee. Wel eens een boekje van Ronald Giphart of wijlen Theo van Gogh gelezen? Ik bedoel maar. Die laat je als christelijke middelbare school niet op een boekenlijst zetten. Of toch wel?

De christelijke scholengemeenschap waar mijn kinderen enige educatie trachten op te doen, maakt het niet zo veel uit. Overbelaste leraren. Daar krijg je hele vreemde excessen van. Zo vervaardigde dochter Iris deze week een werkstuk over kinderarbeid. Trots liet ze het geschrift ter vaderlijke goedkeuring aan mij zien. Het eerste waar mijn oog op viel was een illustratie voorstellende Fokke en Sukke. ,,Fokke en Sukke?” Fokke en Sukke zijn absoluut niet te vergelijken met de brave Suske en Wiske. Het zijn twee vogeltjes, een eend en een kanarie, die in hun blote snikkel commentaar geven op de actualiteit of in het algemeen ongezouten van alles afzeiken.
Ergens iets van vinden is hun forte. Daarin voel ik me dan ook wel verwant met dit illustere duo. Persoonlijk beschouw ik de geestelijke vaders van F & S als briljant. Maar wie ben ik?

Goed… de paus is op eeuwige audiëntie bij de baas. ,,Basta”, zoals ze in Italië zeggen wanneer ze het ergens helemaal mee gehad hebben. Laat ik het eens op een egotrippen zetten en het verder in dit stuk over mezelf hebben. Helaas ben ik dan gauw uitgepraat. Ik kan hoogstens een beschrijving geven van hetgeen ik aan kleding draag en hoe het met mijn gezondheid gesteld is.
Laat ik met mijn gezondheid beginnen. Die ziet er niet zo best uit, ben ik bang. En hetzelfde geldt voor mijn kleding. Zie je nou; zo ben ik wel heel snel uitgeluld! Bovendien is het oud nieuws.

Tot morgen! Dan kijken we gezellig samen naar het huwelijk van C&C! Daar moet ook wel het een en ander over te verzinnen zijn. En als ik het niet zelf verzin vind ik wel wat op het internet.

 

Zaterdag 9 april
Wat is dat dan?? Woorden schieten me vandaag een beetje tekort. ‘If a picture paints a thousand words…’ dan schildert nevenstaande illustratie hoe ik me vandaag voel. Als een na een door alcohol benevelde seksuele ervaring van twee onbekenden die elkaar tegenkwamen in een foute kroeg achteloos op straat gegooid condoom. Ooit omvatte het een zelfverklaarde machtige fallus, nu ligt het daar op het natte asfalt. Niet meer nodig, Wat moet iemand er nog mee? Het ziet er niet uit. Waardeloos geworden na kortstondig en twijfelachtig genot in een groezelig steegje. Slap, vies en uitgewoond.

Vanmorgen was ik om 8 uur wakker. Draaiend en woelend hield ik het nog tot half tien uit. Toen ben ik er maar uit gegaan. Geen fut om te douchen en Sandra sliep nog, dus laat maar zitten. Na een kattenwasje een orgie van deodorant. Dan lijkt het nog wat denk je dan. Maar schijn bedriegt. Het lijkt helemaal nergens naar.

Ternauwernood kreeg ik het voor elkaar een boterham en een kop thee te maken. Ik voelde het aan mijn overvloedig stromende water; op deze manier gaat deze dag het weer niet worden. Mag het licht uit?

Maar ik moet onverbiddelijk door. Door elke tegenslag heen kijken. Proberen de toekomst te zien. Ook al ligt die toekomst nog ver achter de horizon. Het wordt steeds moeilijker voor me om me voor te stellen dat die toekomst zich daar schuilhoudt. Op dagen als vandaag is de einder mijn einde. Ik kan er niets aan doen. Het is sterker dan mezelf. De strijd geef ik niet op; beschouw dit maar als een tactisch terugtrekken achter eigen linies.

Vandaag zal ik wel weer niet de gezelligste zijn. Nauwelijks interactief met mijn directe omgeving lig ik op mijn bed, vrezend dat daar voorlopig weinig aan zal veranderen. Sandra probeert me zo goed als ze kan op te vangen. Ze staat voor een welhaast onmogelijke opgave. Een ouwe chagrijn, dat ben ik geworden. Ik wil niets, ik doe niets, ik vind zelfs niets. Dat wil wat zeggen. Ik vind één ding (dus toch nog!); ik vind mezelf onwijs sneu! Daar mag iedereen het mee doen. Ik geneer me er zelfs niet eens voor.

Ik zal jullie dan ook niet langer vervelen met mijn zelfbeklag. Wel leuk: sinds ik niets te doen heb zond ik 3 brieven met één of ander commentaar naar het AD. Vandaag werd voor de tweede keer een brief (over de paus, zie weblog van 8 april) geplaatst. Ik breid mijn schrijfterritorium langzaam uit.

 

Zondag 10 april
Het is zondag en ik ben toch uit mijn humeur! Dat wil je niet weten. Sandra ook niet. Die is van ellende maar even naar vrienden gegaan. Eigenlijk heb ik haar daartoe aangemoedigd. Het was dan ook fysiek weer helemaal niks met me. Nou ja… helemaal niks is ook weer zo weinig. Takkenweer, ik verveel me helemaal gek. Gelukkig was er nog e-mail. Heb ik me daar op uitgeleefd. Maar verder? Nou, blijf maar uit mijn buurt als je het gezellig wilt houden. Ik lig de hele dag al op bed.

Zo krijg ik het gevoel dat ik alleen nog maar in bed lig. Gisteravond om zes uur al naar boven. Ik was helemaal versleten. Na een tukkie kom ik dan wel weer een beetje bij. Maar ja, om dan weer naar beneden en later weer naar boven te gaan. Nee, da’s een oplossing. Dus toen lag ik in bed een beetje te klootzakken. Laptop laten brengen. En dan? Ja, wat dan? Goeie vraag. Beetje internetten of zo. TV kijken.

Net als vandaag. Ik lig naar St. Germain te luisteren. ‘How do you plead’ heet het nummer dat nu draait. ,,Guilty”, zou ik zeggen:,, aan mezelf dood vervelen.” Meestal erger ik me dood, maar nu verveel ik me dood. Maar vooruit, ik ben ook de rotste niet dus plaats ik hier nog even een foto van de huwelijksreis van C&C. Speciaal voor jullie.

 

Maandag 11 april
Het leven laat zich niet zo maar lijden (geen spelfout!). Daar moet je wel wat voor over hebben. Bloed (tientallen buisjes), zweet (een beetje) en tranen (emmers vol) kost het op het moment. Sandra kwam gistermiddag thuis en ik vroeg haar of het nog een beetje gezellig was geweest bij Sylvia en Remko. Ze had alleen maar gehuild. Gelukkig heeft Remko hele brede schouders. Wat een k*tweekend. Ik was blij toen ik gisteravond sliep. Eindelijk de zondag voorbij. Op naar vandaag, dat gisteren nog morgen, de volgende dag, was.

En daar zijn we dan; vandaag. De zon schijnt, ik ben helemaal alleen thuis met de kat. Dat beest maakt me helemaal gek. Naar binnen, naar buiten, weer naar binnen, zitten vervelen naast me op bed, op de laptop gaan zitten. Als ik haar probeer weg te duwen krabt ze de mouwen van mijn t-shirt tot aan de oksels aan flarden. K*tbeest! Waar heb ik het nummer van de dierenarts? Maandag. Ik ga de hele dag het nummer ‘I don’t like mondays’ van The Boomtown Rats draaien. Heb ik vast wel ergens op een CD staan.

Het is dan ook een hele nare maandag.

Eén voor één ontvallen ons in korte tijd de groten der aarde, prins Bernard, de paus, Rainier Grimaldi, Anton Heyboer (ja, moet je het ook maar niet met 5 vrouwen doen op zijn leeftijd) en nu ook nog oerhippie Wally ‘Waar Is De Dichtstbijzijnde Slijterij’ Tax. Ben ik de volgende in dit illustere rijtje? Ik hoop toch van niet. Ik zou er bijna angsten van krijgen. Doodsangsten wel te verstaan. En wat nog allemaal te regelen in ene korte tijdsspanne? Sandra naar mediatraining om de pers te woord te kunnen staan. De kinderen op een onderduikadres teneinde de schaapjes uit de klauwen van de mediawolven te houden. Zorgen, zorgen zorgen. En dat op maandagmorgen.

Ja, maak er maar weer grapjes over. Kijk; je moet nooit te vroeg juichen. Maar je moet ook niet te vroeg huilen. Want ziedaar… plotseling stond meester Peter op de stoep voor een bakkie thee. Die kon hij mooi zelf zetten. Dat deed hij dan ook. Peter had wat mentale ondersteuning nodig. Ik had hem nog gewaarschuwd dat hij daarvoor vandaag beter niet bij mij aan kon kloppen. Maar, nogal eigenwijs, deed hij dat toch. Zo zat hij even later met een zelfgebrouwen potje (,,Nee Peter, een thermopotje hoeft niet op een theelichtje…”) thee bij mij op de bank. Dr. Rob houdt spreekuur.

De sessie was nog niet goed en wel begonnen of de bel ging; een vertegenwoordiger in trapliften. Die had geen beter moment uit kunnen zoeken om langs te komen. De man stelde zich keurig voor, ik weet nu al niet meer hoe hij heette. ,,Mag ik even op de trap kijken om te meten?”, vroeg hij vriendelijk. ,,Ja ga je gang, het is dat ding in het halletje dat naar boven gaat. Val er niet af hè!” De man ging zijn werk doen en Peter en ik lagen dubbel. Er volgden nog meer opmerkingen die ter plekke heel leuk waren maar in de navertelling niet als zodanig overeind blijven. Die zal ik jullie dus besparen.

Weer de bel… Maarten de fysioterrorist meldde zich. En die Maarten dat is me er eentje. Sterker nog; hij is er wel twee! Hoewel de gemeente beslist, wilde de ware vertegenwoordiger toch nog even zijn praatje over de kwaliteit van zijn liften kwijt toen hij uitgemeten was.
Maar niet voordat ik gevraagd had waarom er in zijn soort folders altijd zo’n Tena Lady met de lift naar boven gaat en nooit eens een jong fris lekker ding? En waarom lachen ze er altijd bij? Word je stiekem ergens gekieteld op zo’n liftstoeltje? Dat leek ons dan wel weer wat.
De liftenmeneer zit zich nu nog steeds af te vragen waar hij in vredesnaam in beland was. Die heeft eindelijk weer eens iets te vertellen over zijn werk als hij vanavond aan de aardappeltjes zit. Een huishouden met drie hele rare mannen waarvan er één in zijn onderbroek op de bank zat terwijl een andere zachtjes over zijn been wreef. En de derde zat thee te drinken en er naar te kijken. Hij was blij dat hij weg was. En Peter, Maarten en ik gierden het uit.

Zo werd het toch nog wat vandaag. Zo kon ik redelijk opgeleukt de middag in. Sandra kwam thuis van haar niet zo geweldig verlopen ochtend werken. Samen met Gaby zijn we toen gaan wandelen naar… ja hoor, het onvermijdelijke winkelcentrum. De zon scheen, ik heb een slushpuppy genomen bij de snackbar en Gaby heeft morgen spierpijn. Zij mocht de rolstoel duwen want dan konden Sandra en ik hand in hand ‘lopen’. Net als vroeger. Onderweg kreeg Sandra Meggie aan de telefoon. Die zat al lekker thuis. Gezellig. Alle kinderen thuis.
Toch is het wel leuk in dat winkelcentrum hoor. Wat je daar allemaal rond ziet scharrelen. Toch wel geinig al die zorginstellingen in de nabijheid. Gaby en ik zagen de Jan Klaassen-mobiel, een soort paus-mobiel maar dan voor gehandicapten, terwijl Sandra even in de Kruidvat was. Nooit gezien, een Jan Klaassen-mobiel? Je neemt een scoootmobiel, die overkap je met een soort, ja, hoe zal ik het beschrijven? Net zo’n ding als je om een kinderbuggy doet als het regent. Zo’n plastic geval met min of meer doorzichtig plastic om toch nog iets te kunnen zien. Een soort vierkantige constructie, net een poppenkast. En ik had het al heet onder de glazen overkapping van het overdekte gedeelte van het winkelcentrum. Wat moet die kerel hebben zitten zweten. Gaby lag dubbel van het lachen en ik hing vanwege hetzelfde als een vod in mijn rolstoel.

Zo al met al heb ik toch nog wel gelachen vandaag. Nu Sandra nog. Die heeft het erg moeilijk en lijkt alleen maar te kunnen huilen. Ik weet even niet wat ik daar aan moet doen. Vanavond is er een introductieavond van de salsaschool. Daar moet ze maar even heen, vind ik!

Misschien gaat het morgen weer een stukje beter. We gaan het zien. A Demain!

 

Dinsdag 12 april
Vandaag was weer lekker druk. Dus dit wordt een lekker kort stukje. Het is al half vier. En dat we vanochtend nou zo laat zijn opgestaan, nou… nee! Lekker gedoucht, nog even uitgerust, aangekleed. Het was in ieder geval nog geen tien uur en ik was al beneden. Goed hè? Straks leid ik nog een geregeld leven. Dat zou wat zijn. Geregeld leven? Ik ben geregeld blij dat ik leef, dat is wat anders. Hè! Dit klinkt weer zo negatief. Terwijl het vandaag met mij eigenlijk wel lekker gaat.
De agenda was tamelijk leeg. Er stond alleen een afspraak van Sandra met de fysio in. Vandaag even geen cardiologie, trombosedienst of andere medische polonaise aan m’n lijf. Integendeel. Vandaag kreeg de medische polonaise mij aan z’n lijf. En dan was er nog een nieuwe computer in het spel. Dat lijkt leuk, oh wat makkelijk allemaal. Het is dat ik verstand van computers heb. Geen stekkertjes, want laptop, maar dan de kantoorsoftware, de printersoftware, bescherming tegen nare internetgriezels. Dat neemt alles bij elkaar toch wel tijd in beslag.

De medische polonaise. Zal ik nog eens vertellen over mijn hernia’s? Dat lijkt leuk. Een hernia is nog wel te doen ja. Beetje pijn in je rug, beetje in het ziekenhuis liggen, beetje opereren. Leuk! Gezellig. Helemaal als je er twee achtereenvolgende jaren in hartje zomer door wordt getroffen. Fijn in het zonnetje revalideren. Maar daar gaat het nou niet om. Aan mijn tweede hernia heb ik een voetheffersparese overgehouden. ,,Wat is een voetheffersparese?” Dan heb je een ‘klapvoet’. ,,Wat is een klapvoet?” Dan kun je voet niet optillen. Vandaar dat mijn auto een automaat met cruisecontrol is. Dat maakt het rijden een stuk makkelijker omdat ik om gas terug te nemen (bij schakelen bijvoorbeeld) heel mijn been op moet tillen. Geloof me dat je daar een heel kramperig rechterbeen door krijgt.

Autorijden. Goh, dat is een tijd geleden dat ik dat gedaan heb. Een gevaarlijke tijd was dat. Ik droeg namelijk in het weekend nooit mijn bril (-8) onder het autorijden. Nu vraag je je natuurlijk af waarom dan niet. Lijkt me nogal logisch. Ik kwam nog wel eens zo groen als een après-skiwi uit de kroeg rollen. Als ik dan aangehouden werd bij een alcoholcontrole scheelde dat zo twee glazen. Fijn, een zowat blinde manke alcoholist achter het stuur. Maar nu mag ik geen alcohol meer drinken. Zodoende kan ik mijn bril ophouden. Ik mag niet autorijden, bemoeit iemand zich er tegenaan. Onbelangrijk detail. Waarom eigenlijk niet? ,,Daarom niet! Ga nou maar door met je verhaal over die voet van je!”

Oh ja…
Omdat ik met die klapvoet regelmatig letterlijk over mijn rechtervoet struikelde droeg ik een orthese. Een soort beugel. Hightech spul van carbonfiber. Binnenkort krijg ik mijn scootmobiel, en met het mooie weer op komst (je bent optimist of niet) en mijn rap verbeterende gezondheid (ja hoor, een echte rasoptimist!!) verwacht ik dat ik mij vaker lopend voort zal bewegen. Nu blijkt mijn orthese echter niet meer te passen. Mijn kuiten waren voorheen toch een stuk omvangrijker dan thans het geval is.

Na wat telefoontjes naar achtereenvolgens de ziektekostenverzekeraar (ik hoorde volgens mij het hele financiële management van CZ zuchten), de firma Jongenengel in Rotterdam, die het ding uiteindelijk moet gaan maken, en de huisarts voor een verwijsbrief was het geregeld. Volgende week dinsdag ga ik fijn een nieuwe ‘toe-off’ laten aanmeten. En die maatdingen zijn duur! Schrikbarend. Als je me zo wezenloos ziet liggen of zitten vermoed je niet dat je naar een uiterst kostbaar object kijkt. Ik ben onbetaalbaar, echt waar!

Weinig tijd om wat te schrijven dus. Nog even in het kort hoe het gaat dan. Het gaat wel aardig vandaag. In ieder geval weer beter dan gisteren. ,,En met Sandra dan?” ,,Niks.”, krijg ik als antwoord. Daar geloof ik zelf persoonlijk dus geen reet van. Dit behoeft wat onderzoek.

 

13 april 2003
Weinig aan de hand vandaag. Grijs saai weer. Niets gedaan vandaag. Oude vriend Paul belde. Ook zo’n lesboer. We hebben afgesproken dat hij in de meivakantie langskomt. Aangezien ik ook last heb van een enorm gebrek aan inspiratie en niet zo’n zin heb in veel transpiratie vloeit er vandaag uit mijn virtuele pen. Ik zal even kijken of ik nog iets geinigs in de la heb liggen om hier te plaatsen.

Dat was het.

 

Donderdag 14 april
Zes uur. Gaby heeft gekookt. Sandra is een dagje uit met de stichting. Oftewel, de gemeente Vlaardingen beloont de trouwe diensten van haar personeel met een dag jolijt, ploegbouwen en lekker eten. Er kon onder andere Grieks gedanst en Grieks percussie gespeeld worden. Daar had Sandra voor gekozen. Dus gehuld in een laken en met een diadeem van lauriertakjes op het hoofd vertrok ze kort na twaalf uur richting festiviteiten.
Dat Grieks dansen, daar kan ik me nog wel wat bij voorstellen. Wie heeft de film ‘Zorba de Griek’ niet gezien. Nou dan. Maar nu dat Grieks percussie spelen nog. Hoewel ik daar niet trots op ben, heb ik meer verstand van seks dan van dansen en muziek. Van ‘Emmanuelle’ bestaan wel 20 delen, met een steeds verder aftakelende en uitzakkende Sylvia Kristel in de hoofdrol. (Hoewel haar hoofd van ondergeschikt belang was.) Van ‘Zorba’ maar één! Later zag ik Zorba zelf nog wel in ‘The Guns Of Navarone’, daarin gebruikte hij een schuilnaam. Maar hij was het wel. Hij had zich echter niet eens vermomd, zoals het een goed verzetsman zou betamen.

Nou ben ik alweer de draad kwijt! Weten jullie trouwens waar die uitdrukking vandaan komt? Ik wel. Opgelet bij geschiedenis.

Er was eens een gemene koning op Kreta, die heette Minos. Koning Minos. Die had een dochter, Ariadne. Prinses Ariadne. Naar haar is later nog een tijdschrift over breien genoemd. Waarom? Even doorlezen. Ik hou het kort. Koning Minos had een heel gevaarlijk huisdier, half mens, half stier. Dit monster werd de Minotaurus genoemd en het leefde in een labyrint, dat is een moeilijk woord voor doolhof.
Die Ariadne was eigenlijk wel een lekker ding. Zodoende kwamen er veel prinsen naar koning Minos omdat ze Ariadne wel zagen zitten. Nou ja, eigenlijk zagen ze haar liever liggen, in het prinselijk bed wel te verstaan. Daar had koning Minos geen problemen mee. Alleen moesten de koninklijke jongelui dan wel even de Minotaurus zoeken in het doolhof en hem dan doodmaken. Koning Minos wilde toch liever een cavia als huisdier maar dan moest hij van mevrouw Minos eerst zijn Minotaurus weg doen. Ja, dat was toen wel even andere koek dan een halfslachtig antecedentenonderzoekje door de AIVD tegenwoordig.

Ariadne maakte zich niet druk. Totdat er een zekere prins Theseus op de proppen kwam. Daar wilde zij wel een nummertje mee maken. Maar ja, er waren al talloze prinsen gesneefd in het labyrint. Geen één was er teruggekeerd, want verdwaald en uiteindelijk ten prooi gevallen aan de gruwelijke Minotaurus. Wat te doen? Ollie B. Bommel zou uitroepen:,,Tom Poes, verzin een list!” Helaas bestond Tom Poes nog niet dus verzon Ariadne zelf een list.

Prins Theseus stond op het punt om het labyrint binnen te gaan toen hij Ariadne bij de ingang ontwaardde. In haar hand had zij een kluwen draad, waarschijnlijk een bol wol. (Vandaar dat breiblad… jaaaa, bij die uitgever had ook iemand opgelet tijdens dezelfde les!) Ze gaf Theseus het uiteinde van de draad en terwijl Theseus op zoek ging naar het monster wikkelde Ariadne de kluwen af.
Om dit lange verhaal alsnog kort te maken; Theseus maakte de Minotaurus af, vond zijn weg terug middels de draad van Ariadne (Deze techniek wordt nog steeds door de brandweer gebruikt om de weg in donkere, met rook gevulde, gebouwen te vinden.), koning Minos kreeg een cavia en Ariadne eindelijk (ze was inmiddels al 35) een beurt, op z’n Grieks natuurlijk, en iedereen, behalve de Minotaurus, leefde nog lang en gelukkig.
Zoiets was het. Ik heb het verhaal voor het dramatische effect wat aangepast. Ik moet wel aan jullie, mijn lezers, denken. Het ging natuurlijk helemaal niet om seks maar om sociale rechtvaardigheid. Maar ja, daar scoor je geen lezers mee. Als grote regisseurs het mogen, mag ik het ook; geschiedvervalsen. Puh!

Wat een klein piemeltje voor zo’n eng monster!

Hèhè… Wat een verhaal. Waarom vertel ik dat nou? Oh ja, ik was de draad kwijt. Nu nog dus, nog meer zelfs. Ja, da’s toch geen doen zo. Wat wilde ik nou eigenlijk vertellen? ‘Griekse percussie’, dat was het, ik weet het weer…

Daarom begin ik me, nu ik dit opschrijf, toch wat zorgen te maken over het verloop van deze activiteit. Is het de bedoeling dat je, voor het spelen, de percussie-instrumenten (van triangel, eerst even rechtbuigen, tot djembé) rectaal bij elkaar inbrengt???? Dat zal toch niet? Vlaardingen leek me zo’n keurige gemeente! Hoe schijn kan bedriegen.
Na het muziek en dansgedeelte voorziet de feestcommissie de ambtenaren van een Grieks lopend buffet. Altijd lastig, zo’n lopend buffet. Je rent je helemaal het schompes om wat te eten te pakken te krijgen. Ik heb wel eens een lopend buffet meegemaakt waar struisvogel op het menu stond. Probeer dat maar eens te pakken te krijgen. Dat is niets voor hartpatiënten! Gelukkig heb ik nog nooit een broodje gyros zien hardlopen. Dat scheelt weer. Alhoewel ouzo soms wel heel hard kan gaan…

Over ouzo en andere spiritualiën gesproken. Kwam weer mijn goede vriend U.R.N. Droef tegen.

Als in drankgelagen hij geen pilsje scoort

dan is van alle vragen dees’ het meest gehoord

“Waarom mag hij niet drinken, is dat voor hem geen strop”

“Ja” zeggen dan zijn vrienden

“Maar hij is vandaag de Rob.”

Zou je bezopen op een scootmobiel mogen rijden? Whatever. Ik hoor het straks allemaal wel. Ik hoop wel dat het laken dat Sandra aanheeft nog schoon is, dan kan het weer op bed. Het werd weer allemaal onzin. Je moet weten wanneer je moet stoppen. Daar moet ik toch eens aan werken.

 

Vrijdag 15 april
Ik heb vandaag in grote onzekerheid en spanning doorgebracht. Geen moment verloor ik mijn GSM uit het oog of uit het oor. Ieder moment kon er gebeld worden. Bel nou, bel nou. Iedere keer dat de telefoon overging sloeg mijn hart over. Zou het… Nee hoor, weer niet! Verdorie nog aan toe. Weer telefoon. Nu dan! Getver, weer niet. Dit is niet goed hoor. Ze weten toch dat ik het aan mijn hart heb en dat ik daarom op hun telefoontje wacht? Waarom bellen ze dan niet? Dit is slopend. Ik wil mijn scootmobiel!!!!

Je kunt je maar druk maken. Nu maken ze zich bij de STIN weer druk over het al dan niet verwijderen van ICD’s als deze tijden geen therapie hebben gegeven. Ja, daar heb ik dan weer mijn vragen bij;
Zou er statiegeld op een ICD zitten ? Dat het ziekenhuis het apparaatje inlevert bij de fabrikant en dat die de ICD, net als die wegwerpcameraatjes van de Kruidvat, weer geschikt maakt voor (her-)gebruik. Dat zou economisch en environmentaal gunstig kunnen zijn.
In de autoherstel- en verzekeringsbranche gebeurt dit al langer. Kun je een zogenaamde groene verzekering afsluiten. Goedkoper en milieuvriendelijker maar je moet met je autoschade of defect naar een garage die tweedehands onderdelen en plaatwerk gebruikt. De klant en de verzekeringsmaatschappij goedkoper uit en het milieu gespaard. Briljant! Voor wat een ICD kost koop je zo een leuke middenklasser.
Verzekeringsmaatschappijen van Nederland opgelet: jullie mogen dit lumineuze idee van mij gratis en voor niets gebruiken!

Ja, ik zie mijn plan wel zitten. Zo dichten we als ICD-dragenden één van de gaten in de zorgbegroting. Ik bedoel, van het prijsverschil tussen een nieuwe en een ‘refurbished’ ICD kan een bejaarde in een verpleeghuis weer een jaar lang elke dag onder de douche. (Daar moeten nog ergens foto’s van zijn…) Behalve op zaterdag, want dan kan het oudje in bad.

Zie het ook maar als een manier om het imago van ICD-dragenden (niet sociaal betrokken, egocentrisch en chagrijnig volgens de voorzitter van de ICD-club) op te krikken. Een soort charmeoffensief als het ware.

We kunnen misschien ook afdwingen dat ICD-dragers, vanwege de besparing die wij opleveren beter te eten krijgen in het ziekenhuis. Of vinden jullie de keuze uit 2 soorten groenten ‘á la carte’? Dan laten we die bejaarden gewoon de hele week stinken. Kan ons ‘t schelen? Pierre Wind in de ziekenhuiskeuken. Lekker; dropsoep, gemarineerde entrecote met mosterd-sambalijs en dat soort culinaire fratsen. Een receptje proberen?

Zoete omelet van Pierre Wind

Men neme:

2 eieren
Een halve Mentos drop
Een paar Lakrisalsnoepjes
3 Kerstkransjes
1 dl Cola
Wit brood
Roomboter

Hak alle ingrediënten fijn, meng het en bak het mengsel in wat roomboter. Bak de boterhammen even in de koekenpan. Samenvoegen en u heeft de exclusieve Pierre Wind omelet in de ochtend. Meer over Lekkâh, het Haagse kookboek vind je hier.

Dat zou het leed dat ziekenhuis heet een stuk verzachten.

 

Zaterdag 16 april
Sorry! Geen tijd! ,,GEEN TIJD?? Wat is dat nou voor onzin?” Ja, nou ja, je gokt wel eens verkeerd. Dus kon ik werk wat ik had voorbereid helemaal over doen. En toen kwamen Meta, Jack en Kiki, en toen… en toen… Was ik de hele dag druk bezig. Morgen zal ik wat proberen te schrijven. Ik moet af en toe ook uitrusten. Dus ga ik nu (21.00) naar bed. En veel e-mail! Waarvoor dank! Morgen ga ik alles beantwoorden.

 

Zondag 17 april
Was ik maar dement! Ik heb het gevoel dat ik in de film ‘Groundhog Day’ verzeild ben geraakt. De ene dag lijkt nog meer op de andere dan de vorige. En de volgende zal er wel weer zo één zijn vermoed ik. Dement zijn heeft echt zijn voordelen. Je ontmoet bijvoorbeeld iedere dag nieuwe mensen. Herhalingen van CSI zijn net zo spannend als toen je ze voor het eerst zag. Zo zijn er wel meer voorbeelden.
Ik ben vervelend want verveeld. Ik kan me niet eens herinneren wat ik vandaag gedaan heb. Zal wel weer niets geweest zijn. Sandra is vandaag weer geweldig. Ik zal niet in details treden waarom dat zo is. Die houden we voor onszelf. Iris heeft haar kamer opgeruimd. Na het eten gaat ze naar haar verzorgpaard. Het is bijna tijd voor het diner. Het was weer zo’n lange dag vandaag. Vroeg naar bed, dan is deze dag tenminste voorbij.

Vandaag is het minstens acht dagen geleden dat ik voor het laatst buiten was. En met buiten bedoel ik niet even iets iets in de kliko gooien of de krant uit de brievenbus halen. En de komende week staat er weer niet veel voor mij in de agenda. Geen controle in het ziekenhuis, alleen naar de orthopedisch schoenmaker. Wat een lol. Sandra weet ook niet meer wat ze met me aan moet. Als zij het niet meer weet, wie dan wel?

 

Maandag 18 april
Ik raak het een beetje kwijt geloof ik. Zit ik bij wijze van spreken het hele weekend op een flyertje. Dat strooifoldertje, om eens een Nederlandse term te gebruiken, moest vandaag bij de drukker liggen. Het flyertje niet, maar het digitale ontwerp. Als ik het flyertje al had hoefde het niet meer naar de drukker. Het hele weekend zit je te kijken. Ik mailde het naar de opdrachtgever en naar mijn compagnon. Nou, helemaal toppie vonden ze het. Twee kleine aanpassinkjes in de tekst en het kon weg. Totdat ik vanmorgen nog eens even keek; EIKEL! Als je een evenement aankondigt met een flyer lijkt het handig als de datum van het gebeuren er ook bijstaat. Pfoe, nog net op tijd ontdekt.

Vandaag ben ik weer niet naar buiten geweest. Wat een rotweer. De hele dag. Behalve nu. Nu het half zeven is, gaat de zon schijnen. Alsof ik daar wat aan heb. Het nieuws stelde vandaag niet veel voor.

Ja, een staatssecretaris die eerst een hele zending diamanten van Schiphol laat verdwijnen, gevolgd door een een paar Glocks 17 van een vliegbasis en dan gaat roepen dat ‘ie ‘excellentie’ genoemd wil worden. Wat dacht je van ‘flapdrol’? Zijne flapdrol Cees van der Knaap.
Dat van die Glocks is helemaal te dol om los te lopen. Ik kan me uit mijn diensttijd nog herinneren dat we uren op de schietbaan bezig waren. Niet met schieten, maar met zoeken naar hulzen. Elke patroon moest verantwoord worden. Zoniet, dan waren we niet op tijd voor de warme hap. Laat staan dat er een wapen verdween.

Schieten, dat is misschien een leuke nieuwe hobby. In dienst gaf ik wapeninstructie op de Browning 9 mm, UZI en FAL 7.65. Dat is nou allemaal antiek. Op marineschepen wordt volgens mij nog gebruik van UZI’s gemaakt. Wat een hekel had ik aan pistoolschieten. Die oude 9 millimeters waren toen al helemaal versleten. Stonden die kwibussen weer in het rond te zwaaien met een doorgeladen maar weigerend pistool! In zo’n geval mocht je zo’n bol een flinke teringschop verkopen. Nee dan maar lange baan schieten met een geweer of pistoolmitrailleur. Daar kon weinig mee mis gaan.
Op een keurige schietbaan lijkt het me wel weer wat. Korte baan, pistoolschieten, of lange baan met optische richtmiddelen. Lastig een lui oog. Dure liefhebberij, maar weinig inspannend en goede oefening voor de concentratie. Daar ontbreekt het me de laatste tijd nog wat aan.

Morgen ga ik een nieuw been laten maken. Ik ben mijn oude been wel eens ergens vergeten na een feest. Hoe krijg je het voor elkaar? Makkie. Ik vertel morgen verder.

 

Dinsdag 19 april
Ja,vandaag was het zover; eindelijk een uitje. Maar eerst… Hoe liep gisteren af? Zoals al mijn dagen liep gisteren ook weer met een sisser af. Ik zou nu toch wel eens willen dat de dag met een knal eindigde! Waarmee ik niet beweer dat ik er op zit te wachten dat mijn ICD af gaat. Nee, dat er iets heel gaaf, vet of cool gebeurt! Dat bijvoorbeeld plotseling Wendy van Dijk voor de deur staat met een vers lijk van de juiste afmetingen en met de goede bloedgroep over haar schouder. Wie schrijft er een brief aan of stuurt een e-mailtje naar SBS6? Om dat zelf te doen lijkt me een beetje raar.

Door allerlei toestanden sliepen we gisteravond pas heel laat en ik moest er ontzettend vroeg uit. En wat doe ik dan? Eerst heb ik me laten prikken door een mevrouw van de trombosedienst. Daarna een hele tijd niets, vervolgens meer niks en toen de computer aan. Omdat ik niet voor controle hoefde heb ik de poli een mailtje gestuurd met mijn medische wederwaardigheden. Een beetje doelloos surfen. Ik vond wel leuke blondjesmoppen. Die heb ik net verteld, maar hij sloeg niet zo aan hier. Dat doen blondjesmoppen hier nooit. Eén was er toch wel leuk. Ik zal hem even vertellen:

Een blond meisje komt huppelend thuis uit school:,, Mama, mama. We hebben vandaag op school geteld. Alle kindjes telden tot
5, maar ik telde tot tien. Luister maar; 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10!”
,,Goed zo”, zegt haar moeder.
,,Komt dat omdat ik blond ben mama?” vraagt het meisje.
,,Ja”, antwoord moeder:,,Dat komt omdat je blond bent!

De volgende dag komt het blonde meisje weer huppelend uit school:,, Mama, mama, we hebben op school het alfabet opgezegd, Alle kindjes kwamen tot ‘D’, maar ik kwam tot ‘G’ Luister maar; A, B, C, D, E,F, G!”
,,Goed zo”, zegt haar moeder.
,,Komt dat omdat ik blond ben mama?” vraagt het meisje.
,,Ja”, antwoord moeder:,,Dat komt omdat je blond bent!

De volgende dag komt het blonde meisje weer huppelend uit school:,, Mama, mama, we hebben op school gymles gehad. En toen we gingen douchen zag ik dat alle meisjes plat van boven waren en kijk eens! Ze doet haar shirtje omhoog en daar ziet moeder een keurige 85C.
,,Komt dat omdat ik blond ben mama?” vraagt het meisje.
,, Nee, zegt moeder:,, Dat komt omdat je 24 bent!”

Geinig toch? Al die blondjes hier vinden van niet.

Het wordt nu toch wel tijd dat Nederlanders wat multi-culti-vriendelijker worden. Neem nu de fysiotherapiepraktijk waar Sandra cliënt is. ‘De Bruijne – Timmerman’ heet de praktijk. Ik vind dat niet kunnen. Hoor je het al op een bouwerij roepen:,,Ik zoek de bruine timmerman!” Politiek niet correct. En eigenlijk gaat het niet alleen om de acceptatie van buitenlanders maar ook sommige andere aanduidingen voor bijzondere bevolkingsgroepen kunnen echt niet meer als achternaam in 2005. Zo vond ik in het telefoonboek een aantal mensen van wie de achternaam per direct bij koninklijk besluit gewijzigd moet worden;
De familie Neger heet dan voortaan familie Persoon van Afrikaanse afkomst. De heer en mevrouw de Turk zijn niet van Turkse afkomst maar zijn echte kaaskoppen. Hen noemen we voortaan gewoon Jansen. En ‘De Boer’ kan ook niet meer! Dus Erik, voortaan heet jij Erik de Agrarisch Ondernemer. Lijkt me uit zakelijk oogpunt ook beter, Wie wil er nou zaken doen met een boer? En zo zijn er nog meer voorbeelden. Mevrouw Verdonk moet maar snel een commissie in het leven roepen.

En wat krijgen we nou? Opeens een paus! Laat ik het daar morgen over hebben. Er is op het eerste gezicht een heleboel fout aan die man! Breek me de bek niet open. Ik wil in ieder geval nu al zeggen dat je niet gek moet staan te kijken als over een paar weken het hele Sint Pieterplein vol met kuilen zit. Benedictus XVI is dus niet alleen homo-onvriendelijk, tegen bejaarden, invaliden en ander rollator- en rolstoelvolk heeft hij ook wat. Dat klinkt bekend. Wat gebeurde er ook al weer met mindervaliden in het Derde Rijk?

Morgen meer! Hier moet ik even een nachtje over slapen. Weer geen homofiele zwarte paus met HIV! Gemiste kans. En mijn nieuwe been? Ook morgen.

 

Woensdag 20 april

Herr Ratzinger
Het Vaticaan is er weer helemaal klaar voor! Joden, homo’s en zigeuners; opgepast! Onder het motto ‘Die helm past ons allemaal’ hebben de kardinalen de kardinale fout gemaakt een Duitse rechtse kardinaal aan te wijzen als paus. Hij heet eigenlijk Ratzinger maar gaat voortaan onder de codenaam Benedictus XVI door het leven.
Stop maar met zoeken naar nazi’s in Argentinië en omstreken. De meeste Duitsers die ontsnapten aan de processen in Neurenberg zitten op hun gemak in Vaticaanstad met een mijter op hun kop. Hek eromheen, instant interneringskamp. Hek eromheen? Er staat al een enorme muur omheen! Prikkeldraad erop en klaar.
Tegelijkertijd ontsluier ik hier even de mysteries van de kelders onder de Sixtijnse Kapel; daar staan alle gedurende WOII gevorderde (lees: gejatte) fietsen gestald. Het is een immense fietsenstalling. En ergens tussen de rekken liggen wat dooie pausen. In een ander gedeelte staan onbetaalbare kunstschatten.
De Zwitserse Garde, uiteindelijk zijn Zwitsers ook een soort Duitsers, net als Oostenrijkers, is al gesignaleerd met scheppen, druk bezig met het graven van schuttersputten en het oprichten van antitankversperringen. Malafide Italiaanse aannemers zijn begonnen met het bouwen van de Mittelmeer-wall. Stel je voor dat de homo’s op Ibiza het in hun hoofd halen om over te komen zwemmen in hun tangaatjes. Daar moet het Roomse gespuis echt niet aan denken.

Voortaan klinkt het na het Urbi et Orbi niet meer:,, Bedaankt vor die Bluhmen.” ,,Wo ist der Bahnhof?”, zal uit de luidsprekers over het Sint Pieterplein schallen. Daarom mijn voorstel aan toekomstige Nederlandse toehoorders hierop luid te scanderen:,,Do ist der Bahnhof!”
Die man zit daar in dat Vaticaan toch helemaal niet op zijn plek? Dat vindt zijn broer ook. De broer van Ben (Mogen we hem zo noemen?) denkt dat het een te zware baan is voor zo een oude man. Hij had beter als manager bij de Nederlandse Spoorwegen kunnen solliciteren. Die hebben de grootste problemen om de treinen vol te krijgen. Daar had de S.S. totaal geen moeite mee.

Nou ja, ze doen maar! Als ik maar niet hoef. Mijn nieuwe been dan maar. Ik heb hem nog niet, dat duurt twee weken. Maar dan loop ik ook weer als een kievit. In mijn dromen. Wat wel bleek is dat er een hoop asociaal volk in Rotterdam rondrijdt. Eén slimmerd stond op een invalidenparkeerplaats pal voor de deur van Jongenengel. Hebben dat soort lui stront in hun ogen of zo? Een invalidenparkeerplaats voor de deur van een orthopedisch schoenmaker. Die is natuurlijk speciaal voor mensen die lekker makkelijk lopen.
Niet alleen die foutparkeerder was dom bezig. De dienst parkeerbeheer van Rotterdam snapt het ook niet helemaal. Op de Goudsesingel zijn twee invalidenparkeerplaatsen, allebei voor de deur bij Jongenengel. Alleen een beetje jammer dat de parkeerbetaalautomaat honderd meter verderop staat. Weer een bewijs dat ambtenaren in de regel niet nadenken. Die zitten zich ook al jaren achter de oren te krabben:,, Invalidenparkeerplaats… invaliden… parkeerplaats? Ja, waar is dat voor? Weet jij het?”

 

Donderdag 21 april

Vanmorgen reeds lokte het zonnetje me uit bed. Nee, dat is niet waar. Het kwam door de plaspillen dat ik wakker werd want ik moest urineren (Ik had al ‘onwijs pissen’ opgeschreven maar dat vonden de dames hier niet beschaafd genoeg.). Terwijl ik naar mijn eigen gezeik zat te luisteren, vroeg ik mij in stilte af wat ik vandaag nu eens zou gaan doen. Na een snelle wasbeurt stond ik voor de keuze; terug in bed of aankleden en naar beneden. Naar beneden maar. Eerst even wegen. Oeps… kilo erbij. Dat hoort niet. Vocht! Zou zo’n Bison Vochtvreter soelaas bieden? Ik kijk het even aan, zien wat het morgen is en als het te gek wordt, bel ik even de poli. Ik voelde me prima verder, nog steeds, dus ik maak me nog niet druk.
Eerst moest er digitaal geknutseld worden. Over digitaal knutselen. Wat vonden jullie van mijn pausknutsel? Op de één of andere manier werkte het menuutje van het weblog niet meer! Ik stond voor een raadsel. Aangezien ik niet zo goed ben in raadsels heb ik daarom het hele menu opnieuw gemaakt. Ik had geen zin om m’n hoofd te breken over een javascriptje. Toen alles weer werkte zakte ik tevreden achterover in mijn kussen om de ochtend verder in enorme niksigheid door te brengen.

Dat lukte goed totdat het zonnetje voor vandaag een blijvertje bleek te zijn. Gaby en Sandra wilden nog even naar het winkelcentrum. ,,Mag ik mee, aahhhh, mag ik mee??” Toen mocht ik mee. Snel mijn haren een beetje gerangschikt en ik was er klaar voor. Stoer houthakkersvest aan (ik kan het vleesbijltje uit het messenblok nog niet eens boven mijn hoofd tillen) en daar gingen we.
Gaby moest na het shoppen langs de dermatoloog. Even twee dingen uitleggen. In Hellevoet heb je een polikliniek, een soort dependance van het ziekenhuis in Dirksland. Daar houden specialisten spreekuur. En Gaby heeft last van haar huid. En wat is het specialisme van een dermatoloog? 1+1=2! Dat kon dus in één wandeling door.
Onze Gaby had zich best druk gemaakt om dit bezoekje aan de dermatoloog. Gisteravond bleef ze er maar over aan de gang:,,Ja, en dan moet ik daarheen en dan moet ik natuurlijk weer weken wachten op de uitslag. Ik ga niet heel lang wachten op de uitslag hoor! Ze moeten wel snel de uitslag hebben zodat er wat aan gedaan kan worden.”
Zoiets ben ik al tamelijk snel zat, begrijp je. ,,Wat zit je nou te zeuren over de uitslag?”, vroeg ik haar. ,,Je hebt toch al uitslag?” Het werd eerst stil en daarna boos! Geweldig hè? Daar hou ik nou van! Het is een schatje hoor, daar niet van. Allemaal, maar ze zouden carbid moeten lusten!

Als het morgen weer zulk weer is, breng ik morgen waarschijnlijk een significant deel van de tijd in de tuin door, al dan niet op mijn nieuwe ligbed. Maar dat is morgen. We gaan het zien. Tot morgen dus!

 

Vrijdag 22 april

In theorie moet het kunnen, je laptop in de tuin gebruiken. In de praktijk zie je dan dus geen zak op je beeldscherm vanwege het omgevingslicht. Vooral op zo’n mooie dag als vandaag. En om nou op een regenachtige dag buiten te gaan zitten met een laptop is niet raadzaam. Ergo; het is niet mogelijk om in de tuin te computeren. Vandaar dat dit een heel kort stukje zal zijn. Heb ik eindelijk een leuke dag, heb ik geen tijd om er over te schrijven. Het is ook nooit goed. Nee inderdaad.

Ook met het weer is altijd wel wat mis. Ik lig lekker in de tuin als de buurvrouw haar hoofd over de schutting steekt. Nee, de buurvrouw is niet twee meter dertig lang, ze was ergens op gaan staan. Had ik maar niet moeten zeggen dat ik zonder shirt op mijn ligbedje lag. Dat klinkt natuurlijk onweerstaanbaar.
,,Zo, dat is lekker liggen, daar moet je even van genieten toch, zulk mooi weer.”, begon de buuf.
,,Ja, zo houd ik het wel even vol, maar het is toch wel een beetje warm zo.”
,,Je doet wel lekker vitamientjes op in het zonnetje!”
,,Ja, en huidkanker. Een kleinigheidje heb je zomaar!”

Ik denk dat de buuf binnenkort weer gezellig een bakkie komt doen om naar mijn geestelijk welzijn te informeren.

Helaas kwam meester Peter eten. Ik had hem zelf uitgenodigd. Hij was het die me uit de droom hielp dat ik onweerstaanbaar zou zijn. Ooit had hij een stagiaire, K., Hij was haar dit weekend tegengekomen en nu bleek ze lesbisch te zijn. En dat was mijn schuld, volgens Peter:,,Ja, het was begonnen toen jij op kamp je shirt uitdeed, vanaf toen is ze lesbisch!” Nou bedankt Peet!

Nog meer vandaag? Ja. Ik heb vanmiddag auto gereden. Zelf bedoel ik. Achter het stuur en gas geven enzo. Heel bijzonder als je dat 3/4 jaar niet gedaan hebt. Ik denk dat andere weggebruikers dat ook vonden. Dat zat zo;
De auto van Sandra moest naar de uitlatenboer en zij wilde daarna met de benenwagen naar het winkelcentrum. Ik vond het zelf een beter idee om dan maar achter haar aan te rijden zodat we met de auto terug konden. Ik heb door een kennis bij de politie mijn rijbewijs laten natrekken en daar is niets mee aan de hand, dus bij aanhouden of boem beschik ik gewoon over een geldig rijbewijs. Ik ga oom agent niet vertellen dat ik een ICD heb, en de verzekeringsmaatschappij ook niet. Geen haan die er naar kraait. Sandra was niet direct overtuigd, maar ging toch overstag.

De tijd die we door deze actie uitspaarden hebben we gezellig koffiedrinkend op een terrasje doorgebracht. Dat lijkt niet zo bijzonder, maar voor ons was het dat wel. En dan was het een terrasje in ‘het winkelcentrum’. Nou en? We zaten lekker buiten in het zonnetje met uitzicht op één van de verpleegbunkers. Gezellig naar andere invaliden kijken. Het kan altijd erger. Hartstikke leuk. Vond ik tenminste. Kwam die scootmobiel nou maar eens. Want het klinkt leuk dat ik auto heb gereden, het uitstapje had op de parkeerplaats geëindigd als Sandra niet de rolstoel verder had geduwd. In de praktijk heb ik er dus geen reet aan dat ik kan autorijden. Mij zul je dus niet vaak achter het stuur aantreffen.

Het was al met al een tevreden stemmende dag. In de tuin gegeten. Patatdag. Vrijdag hè? Van een stuk kipfilet chickennuggets gemaakt. Smullen. En die liter vocht was ik weer kwijt, dus heb ik een extra bordje patat genomen. Straks komt Michel nog even en Íceage’ is op TV. De avond komen we wel door. Ik voor de buis een beetje ouwehoeren en Sandra naar salsa. Om in de stemming te komen hebben we vanmiddag een DVD van Celia Cruz gekocht en thuis direct in de DVD-speler gevrot. Musica Americano Latino.

 

Zaterdag 23 april

Vanwege hier op het terras zitten vandaag geen weblog!

 

Zaterdag 23 april (reprise, geschreven op 24 april)
Poe poe…Wat schreef poliverpleegkundig Ellen ook al weer in haar e-mail?
,,…na ontvangst direct de zon besteld zodat u er op uit kunt maar….. denk aan de rust! Maar vooral ook het tempo waarin u de dingen doet… en de veelheid.
Geniet!”
Enig hedonisme is me niet vreemd, dus dat laatste had ik goed in mijn oren geknoopt. Alleen de rust, het tempo en de veelheid? Mwah, daar had ik wat meer aandacht aan kunnen schenken. Was vrijdag al een leuke dag, gisteren werd het nog beter. Sandra wilde graag met me wandelen. Maar waar kun je hier nou een beetje ‘buiten’ wandelen? Natuur genoeg, in overvloed. Echte natuur hè, zonder verharde paden. Dat gaat dus niet met een rolstoel. Langs de Brielse Maas dan? Ook dat viel tegen. Je kunt over de fietspaden lopen maar dan zie je nog het water niet.
Als je maar ver genoeg door rijdt langs de Brielse Maas en het Brielse Meer kom je vanzelf in Oostvoorne. En in Oostvoorne is het Wapen van Marion, het hotel waar Meggie werkt. En laten ze daar nu een prima terras hebben met uitzicht op… ja dat is een verhaal apart! Op mooie dagen is het altijd stervensdruk op het terras van het Wapen. Geen nood, na een belletje had Meggie een tafeltje voor ons gereserveerd, Daar beginnen ze anders echt niet aan, tafeltjes op het terras reserveren. De schat betaalde achteraf ook onze rekening. Rekeningetje, want met een vochtbeperking blijft de inname toch beperkt.
Na wat gegeten en gedronken te hebben zijn we nog een stukje gaan wandelen. En dat uitzicht. Je loopt midden in de woeste natuur van Voorne, duinen, bos, vlinders, vogels, herten en aan de overkant van het water zie je de opslagtanks en andere petrochemische uitwassen van de Maasvlakte. Dat vormt een bizar contrast.

We hebben dus in ieder geval genoten. Na het wandelingetje zijn we kalm aan via de toeristische route naar huis gereden. Sandra plofte neer in de tuin, ik op mijn bed. Ik heb nog twee tellen inde tuin gezeten maar toen had ik het een beetje gehad. Na het eten had ik echt geen puf meer om iets te doen. Om negen uur ben ik naar bed gegaan. Versleten. En om nou te zeggen dat ik enig fysieke inspanning had geleverd? Dat lijkt overdreven. Ik word er onderdehand wel eens moe van, letterlijk. Maar… niet mopperen, het was een leuke dag, Sandra en ik hebben van elkaars gezelschap kunnen genieten, en dat is ook wel eens anders, dus deze dag pakt niemand ons meer af.

 

Zondag 24 april
Effe bijkomen hoor. Daar zijn zondagen voor. Een dag van rusten. Laat ik dat maar doen vandaag. Het is nu bijna één uur en iedereen, behalve ik dus, ligt nog tussen de klamme lappen. Lekker gezellig. Zeker weer laat geworden vannacht. Dat hoor ik straks allemaal wel, als het circus ontwaakt. Mocht er nog wat spannends gebeuren vandaag, ik schrijf het op. Verwacht er echter niet veel van. Ik voel me erg moe en duf. Zelfs de fut om de tuinstoelen te voorzien van kussens ontbreekt me. ,,Belachelijk! Ga wat doen!” Nee, bwèèhh… geen zin.

Dat was vanochtend, vlak na het opstaan. God, wat duurde deze dag lang. Gelukkig is het nu bijna bedtijd.

Ik ben er nog wel toe gekomen om het eten voor vanavond te maken. In etappes. Toen het eten eindelijk klaar was, was ik te moe om het op te eten. Omdat het anders koud werd, heb ik mijn bordje toch maar opgeschept en het leeg gegeten. Spannende of gekke dingen heb ik niet meegemaakt. En volgens Helga van Leur wordt het weer rotweer. Daar zijn we lekker mee. En ik heb nog steeds mijn scootmobiel niet.
Van de gemeentelijke sociale dienst kreeg ik wel een brief met formulier om een ‘persoonsgebonden budget’, in jeugdzorgtaal ‘het rugzakje’ genoemd, aan te vragen. Eerst willen ze je hele hebben en houden weten, hoeveel je verdient, hoeveel kinderen hoe oud je bent, noem maar op, en dan sturen ze alsnog zo’n formulier. Nee, ik ben niet ouder dan 65 en nee, ik ben niet jonger dan 18 en nee, ik heb het afgelopen jaar geen gezinshulp gehad en ja, ik verdien meer dan het minimumloon. Dus nee, ik kom niet in aanmerking voor het rugzakje. Maar dat hadden ze zo ook kunnen weten. Waar hebben ze anders die computers voor? Toch niet alleen om die dingen de schuld te geven als er iets fout gaat?
Weet je wat, ik ga ze morgen bellen. Heb ik weer wat te doen. Sandra moet morgen werken, dus wil ik uit bed en gedoucht zijn voordat ze vertrekt. Daarna heb ik nog een lange dag voor de boeg.

Inmiddels heb ik wel gehoord wat Sandra uitgespookt heeft. De details sla ik even over. Wie gaat er nou met z’n allen ‘hints’ zitten doen in de dancing? In ieder geval hadden ze de auto vlakbij de dancing kunnen parkeren op een invalidenparkeerplaats. De smoes hadden ze ook al klaar:,,De invalide? Oh agent, die staat nog in zijn rolstoel in de garderobe van de disco! We gaan hem gauw halen.” En anders had een van de mannen met een borrel te veel op wel voor de gehandicapte door kunnen gaan. Remko heeft bijna net zo’n kapsel als ik. Dat doet Sandra anders nooit hoor, zonder mij op een invalidenplekkie gaan staan. Dat vinden we toch een beetje aso. Maar midden in de nacht in een uitgaansgebied? Hoeveel gehandicapten zie jij in de disco? En als ze er zijn komen ze in hun scootmobiel.

 

Maandag 25 april
Sport. Ach was het maar zo’n feest. Toen we afgelopen weekend zo’n beetje over het eiland aan het toeren kwamen we veel fietsers tegen. Oma’s en opa’s op hun oude trouwe Gazelles, bonkige mannen op mountainbikes en strak in het pak gegoten kerels op flitsende racefietsen. Je kunt hier dan ook fantastisch fietsen. Net als op de Veluwe. Prachtige natuur doorsneden door kilometers strak asfalt. Door de polders, bossen en duinen, langs pittoreske boerderijen en door schilderachtige dorpskernen. ,,Zat ik maar weer op het zadel.”, verzuchtte ik.

Gisteren heb ik, als een soort zelfkastijding, de hele middag naar Luik-Bastenaken-Luik liggen kijken. Wat een fantastische sport dat wielrennen. Jammer dat het mooi weer was. In de regen is de ‘Doyenne’ een nog veel spectaculairder schouwspel. Wat kunnen die mannen afzien.Het mooiste televisiemoment van deze wielerwedstrijd van formaat is voor mij wanneer de verliezer van de eindsprint, na 260 kilometer fietsen nauwelijks de finish gepasseerd, een camera en een microfoon onder z’n neus geduwd krijgt. Het snot in de ogen nog niet opgedroogd volgt er een emotioneel betoog over de vreugde en teleurstelling van de bijna-overwinning en het prachtige verloop van de koers.
Kom daar maar eens om bij die overbetaalde en -gewaardeerde voetballers van tegenwoordig. Na een nederlaag kunnen de journalisten een grote muil krijgen maar praten wensen de heren niet. Ze zijn moe. Ze zijn moe! Huh? Van twee keer drie kwartier (90 minuten, 1½ uur) achter een bal aansjokken, en dan halverwege ook nog uit mogen rusten? Rot toch op! Mietjes zijn het, huilebalken. Het is gewoon zielig.

Er heerst toch gewoon geen mentaliteit onder de voetballende graaiers? Levend bewijs van de zieligheid der voetballers is toch wel Clarence Seedorf. Wat een vreselijke loser zeg! Gaat een beetje bij van Basten liggen emmeren dat deze hem nu toch wel eens op moet stellen in Oranje. Hij heeft de kwaliteiten en past in het tactische plaatje. Wat een lul. Clarence loopt natuurlijk ordinair een boel euro’s mis doordat hij niet opgesteld wordt. Jammer joh! Het is te gek voor woorden.
Als ze slim zijn bij de KNVB passen ze een soortgelijk systeem toe als in de Formule 1. Een F1-coureur die bij een team wil rijden moet eerst zijn stoeltje kopen en kan dan, bij goede resultaten, geld gaan verdienen. Dus laat iedere speler, na selectie, maar een basisplaats in Oranje voor een seizoen kopen voor pak ‘m beet € 750.000. Kijken of er dan nog zo Hans Worsterig gevoetbald wordt.
Voetbal. Wie wil er nou (kijken naar) voetballen? Het is toch een beetje een sport voor mannen die, laat ik het voorzichtig uitdrukken, niet geheel overtuigd zijn van hun heteroseksualiteit. Bij welke ander sport, behalve rugby misschien, zie je dat mannen elkaar na een doelpunt betasten op plaatsen waar ik persoonlijk liever niet door een man betast word? Als het bepotelen achter de rug is, wordt het bovenlijf van het shirt ontdaan teneinde de naakte torso aan een opgewonden menigte juichende mannen op de tribune te tonen*. En dan na de wedstrijd als ‘manne onder mekaar’ gezamenlijk in bad of onder de douche. Een beetje ongegeneerd elkanders snikkel staan bewonderen. Brrr… En dan zeggen dat korfbal voor mietjes is. Ja hoor; bij die sport wordt in ieder geval gemengd gedoucht. Hoezo mietjes? Daarbij zie ik toch liever een lekker wijf in een kort rokje dan Seedorf in een kort broekje.

Oordeel zelf! Echte mannen kijken naar damestennis, of, als het niet anders kan, naar vrouwenhockey!

,,Kein geloel, fussballen!” Nein Herr Happel, genoeg over voetbal nu. Laat ik het eens over mezelf hebben. Vandaag is uitrustdag 2 na een wild weekend. Lastig schrijven als je niet weet waar je het over wilt hebben. Meestal weet ik sowieso niet waar ik het over heb, maar dan ben ik toch al lekker bezig en enkele alinea’s verder. Zoals gezegd doe ik vandaag een beetje aan herstellen en uitrusten. Morgen wordt het namelijk weer een drukke dag. Morgen zitten we de hele ochtend in het EMC; eerst naar de maatschappelijk werker en daarna voor controle naar dr. Balk. Broodjes en limonade mee. Als ik dat allemaal maar ga redden. Dat zien we morgen dan wel weer, zoals alles.

Tot morgen!

* Dat zie je bij vrouwenhockey dan weer nooit, toch jammer. Zou commercieel erg interessant zijn.

 

Dinsdag 26 april

De APK voor de komende maand is weer binnen. Jullie weten het hè? Een APK-keuring zegt niets over de kwaliteit van het vehikel. Het neemt dus niet weg dat ik een behoorlijk krakende wagen ben. De remmen en de verlichting doen het maar de motor begint steeds meer olie te gebruiken en de koppakking is niet meer helemaal wat het wezen moet. Ik zou mij niet kopen als ik me langs de kant van de weg zag staan met een papiertje ‘TE KOOP!’ achter een zijruitje. Hard doorrijden is het devies.
Zelfs Yorinde Mol wil me niet hebben voor een grote beurt. Gelukkig wil Sandra me nog wel hebben. Zij rijdt me gewoon helemaal af tot de sloop erop volgt.

Het ochtendje EMC is me niet in de koude kleren gaan zitten. Dat was toch iets te veel hooi op mijn vork. Vroeg (0800) opstaan, douchen, ontbijten en dan om half tien naar het ziekenhuis. Eerst naar de maatschappelijk werker. Daar waren we zo een uur zoet mee. Daarna liep het spreekuur van dr. Balk een half uur uit. Dat zeg ik niet om te mopperen, maar het was nou eenmaal zo. Kan gebeuren. Puntje bij paaltje verlieten we pas tegen half twee de parkeergarage. En toen stond het verkeer bij Charlois helemaal vast.

Thuisgekomen viel ik voor pampus op mijn bed. Ik had de hele dag nodig om bij te komen. Ik was gesloopt! Nog. Dus morgen meer.

 

Woensdag 27 april
Jippie! Morgen komt de scootmobiel! Vanochtend nog maar eens even gebeld naar de Zorgwinkel alwaar een vriendelijke jongedame er voor zorgde dat de mannen van Beenhakker Revalidatie extra hun best gingen doen. Eerst belde ze terug dat de scoot voor volgende week in de planning staat. Even later belde ze nogmaals dat morgen ook wel kan. Het gerucht gaat dat het aankomend weekend mooi weer wordt. Dus wie weet kan ik vanaf morgen scheuren. Hieeeehaaaaaa!!! Giddy up go papa! Giddy up go!

Poe hee. Het is al half negen. Op de STINmuurkrant schreef een onnozele dat ik de hele dag met mijn ziel onder de arm loop. Ik heb geen tijd dat ik even lekker ga schij… poepen. Vandaar ook dit hele korte stukje. De hangouderen moeten maar even wachten totdat ik ze zal knippen en scheren. Zal je zien; kan ik morgen eindelijk ook voor de Blokker gaan staan hangen, komt Oude Pekela met maatregelen tegen hangouderen. Als dat maar geen navolging vindt in Hellevoetsluis.

Het was een drukke dag. Ik heb het weer gehad. Sorry hoor, ik laat jullie een beetje in de steek. En oh ja, als Richard dit leest; jij wilt morgen onze vlaggenstokhouder wel even aan de buitenmuur schroeven hè? Kunnen we zaterdag vlaggen. LEVE DE KONINGIN!

Tot morgen.

 

Donderdag 28 april

Ik wil een toe toe toeter op mijn elektroscooter! Nou nou… hè hè… ik kan vanmiddag naar het winkelcentrum. Nog even profiteren van het gedoogbeleid inzake hangouderen. De Blokker is juist feestelijk heropend na een grondige verbouwing. Dus niets staat me meer in de weg om nieuwe vrienden te gaan maken. Hé, Kamphues! Kan ik je programma overnemen? ‘Oosterboer maakt vrienden.’ Undercover in de wereld van de hangouderen. Stiekem een verborgen camera in het mandje van de scoot. Misschien iets voor SBS6; ‘Probleemouderen’, een programma waarin een niet meer zo razende reporter de winkelcentra van Nederland af struint om criminele ouderen te ontmaskeren. Een tasjesdief, zakkenroller of winkeldief is heus niet altijd 65- hoor.

Ik kan me dan ook helemaal vinden in de gedachtegang van die winkeliers in Oude Pekela. De situatie met onhandelbare hangouderen in winkelcentrum ‘de Struytse Hoek’ in Hellevoet loopt ook de spuigaten uit. Een tijdje geleden reed zo’n demente sukkel op een driewielfiets (Je mag er niet eens fietsen!) me finaal uit mijn rolstoel. Ik stond argeloos te wachten op Sandra. Die was bij het Kruidvat naar binnen. Met de rolstoel lukte dat niet. Het is in die winkel altijd zo’n chaos. Overal halflege dozen in de paden, verkoopsters die op hun knieën de vakken vullen. Laat ik het maar niet hebben over de bouwvakkersdecolletés die je dan te zien krijgt.

Ik wilde die eikel direct van z’n fiets af trekken. Hij had mazzel, want ik kon niet snel genoeg in actie komen. Dus heb ik hem maar uitgescholden. Daar moet ik tegenwoordig ook mee oppassen. Ik doe nu alleen nog maar agressief tegen andere invaliden of hoogbejaarden. Anders is het toch een beetje link. Dus ik moet een beetje mijn grote bek in de gaten houden.
Maar daar had ik het niet over. Hangouderen was het onderwerp. Het is toch ook te gek voor woorden; als er ergens in de overdekte winkelgalerij een paar tieners staan, worden die gelijk weggestuurd. En die gastjes doen niks! Een beetje ouwehoeren. Roken en alcohol raken steeds meer uit, dus ze staan rustig aan een flesje water (erg in!) te lurken. Ze doen geen vlieg kwaad en zijn lekker met zichzelf bezig, zoals het rechtgeaarde pubers betaamt.
Ik bedoel; hangjeugd in Hellevoetsluis. Kom op! Toen we jaren geleden hierheen waren verhuisd uit het Haagse las ik in een van de lokale sufferdjes een alarmerend artikel over de enorme overlast van hangjongeren bij de bibliotheek. Belust op sensatie ging ik direct zelf polshoogte nemen. Stonden er 5 Antilliaanse jongens op hun gemak een blowtje te roken. Was ik daarvoor van huis gegaan? Dus, waar hebben we het over? Ik wil tweehonderd Marokkaanse jongeren met messen en pistolen voor de V&D. Net als toentertijd in de Haagse Spuistraat. Knaapjes van 13 met een 9 millimeter. Dat was overlast!

De hangouderen worden echter angstvallig met rust gelaten. Het riekt naar discriminatie. Leeftijdsdiscriminatie is ook verboden hoor! Hangouderen. Er staan zomaar twintig van die lui in hun scootmobielen voor de etalage van de Blokker, als het tegenzit staan ze nog voor de ingang ook. En ze zijn sneaky hè! Zitten die oude kereltjes nou te kwijlen omdat ze openlijk naar de tieten en de kont van je meissie staren of omdat hun lippen het niet meer doen? Je weet het niet! Ga er dan maar eens wat van zeggen. Het is een lastig probleem.

Verder met mijn dag. Het winkelcentrum is er niet meer van gekomen. Er waren zat andere leuke dingen. Richard heeft inderdaad de vlaggenstokhouder voor ons aan de muur geschroefd. Anja en Richard hadden voor vandaag nog andere afspraken. Daar stond Richard dan in zijn goede goed op een laddertje met een boorhamer gaten in de muur te boren. Dat was misschien niet zo’n goed plan. Anja klopte hem even stevig af en Richard was weer redelijk toonbaar. Het was eigenlijk wel goed toeven voor op het randje van wat wij ‘onze voortuin’ noemen.
Richard en Anja vertrokken naar hun afspraak en Sandra ging voor ‘de zaak’ de flyers van de Highland Games bij de drukker halen. Toen dat gebeurd was, zijn we we even naar de MCD gegaan. Gaby wilde ook mee. Zonder ongelukken kwam ik de MCD door met scootmobiel en al. En weet je wat zo handig is? Je hoeft geen wagentje of mandje te pakken, want die heb je al met een scootmobiel. Jammer dat ik op het laatst nog net klem kwam te staan bij de kassa.

Van mijn collega’s kreeg ik een lesplaat voor op de scoot. Die hing nog in ‘mijn’ lokaal. Michel kwam de flyers halen en de plaat brengen. Jammer dat een magneetplaat niet plakt op kunststof. Dubbelzijdig plakband doet in zo’n geval wonderen. Het is verboden om te roken bij ons binnen. Dus rookten we nog even gezellig een peuk in de voortuin. ‘Just like old days’, op de noodtrap van het voorgebouw op het werk. Michel roken en ik er naast zitten. Even een praatje pot en toen had Sandra het eten al weer klaar.

Weer een druk dagje. Maar wat ben ik blij dat ik de scootmobiel heb. Hellevoetsluis moet nu dus oppassen. I’m rollin’. Morgen rol ik weer verder. Doei!

 

Vrijdag 29 april

Kreeg ik ooit van mijn leerlingen toen ik net mijn infarct een beetje te boven kwam! Geweldig!
IK WIL RUST! Ik ben ziek hoor. Ik kan niet eens even lekker ziek liggen zijn tegenwoordig. Vrijdagochtend; de bel! Ha, het is Jan. Jan werkt in een feestcafé. Maar door de week is hij servicemonteur bij Beenhakker. Ja, je leert wat mensen kennen ondanks dat je de deur niet uitkomt. Hij komt mijn rolstoel nakijken. Daar blijken twee nieuwe voorwieltjes op te moeten. Die gaat hij bestellen. Oké. Bedankt Jan, ik hoor het wel en tot ziens. Aardige vent, die Jan.
De bel! ,,Goede-nog-net-morgen Maarten.” Het is de fysioterrorist die mijn been komt kneden. Normaal gesproken kletsen we wat af, maar vanochtend ben ik niet zo spraakzaam. Ik heb nog niet genoeg gegeten, dus ik voel me wat appelig. Als Maarten weg is eerst een boterham. Oh nee, eerst even een bruine kabouter proberen te kleien.

Telefoon! Ja, nu zit ik al hoor. Laat mij even rustig zitten. Sandra neemt mijn telefoon aan hoor ik tussen het knetteren en andere onfrisse geluiden door. Uiteindelijk komt er een flinke kabouter tevoorschijn. Hè hè… het had wat minder mogen zijn maar het lucht wel op. Even bijkomen is wel nodig.
De telefoon was Michel, die belt later nog terug. Om te zeggen dat de flyers erg in de smaak vielen. Gelukkig. De klant vond ze mooier dan die ik vorig jaar had gemaakt. Wat moet ik daar van denken? Is dat een kat of een compliment? Allebei? Mmmmm…. Daar kan ik mee leven.
Eindelijk een boterham! Laat ik die eerst naar binnen werken en dan gaan we verder. Met scheren. Geschoren en wel ben ik er helemaal klaar voor.
Nu is het wachten op een aannemer die wat aanpassingen in het huis moet maken en daar het een en ander voor wil opmeten. Kan ik over enige tijd nog mooiere kabouters kleien. Wat een genot zal dat zijn. Als de aannemer geweest is gaan we op de fiets en scoot naar het winkelcentrum. De aannemer is nu al een half uur te laat. Als hij er om twee uur nog niet is belt ‘ie maar voor een nieuwe afspraak. Dan zijn we weg!

De bel! Ja hoor… de aannemer, drie kwartier te laat. IK WIL NAAR HET WINKELCENTRUM!!

Als Sandra en Gaby dan de laatste boodschappen hebben opgeruimd, en wat gedronken, komen de fietsen en scootmobiel te voorschijn. Nou… mij benieuwen. Maar het gaat goed. Auto’s blijken vanzelf te stoppen als je met een scootmobiel komt aanrijden en gewoon doorrijdt. Allemaal bang voor hun no-claim natuurlijk. Of… nu moet ik opeens aan die smurfenreclame van 3VO denken. Je weet wel; met Vader Abraham en dat de smurfen van rechts voorrang hebben. Die ja. Ik heb een blauw longsleeve shirt aan en de scoot is ook blauw. Ze denken natuurlijk dat ik de scootmobielsmurf ben!

In het winkelcentrum is het echter levensgevaarlijk. ,,Hé joh” roept Sandra naar me:,,Ze zaten bijna bij je op schoot!” ,,JA, moeten ze uitkijken! En bovendien, als het een lekker wijf is vind ik het niet erg, maar die gozer vond ik minder.” Remmen dus. Nou, wat dat betreft sluit ik me volledig aan bij Ettore Bugatti (ja, die van de auto’s). Bugatti’s hadden fabelachtig slechte remmen. Dat vond Ettore een onbelangrijk detail:,,Mijn automobielen zijn gemaakt om mee te rijden, en niet om mee te remmen!” Even later gaat Sandra zelf bij me op schoot zitten en karren we door de passage. Gaby geneert zich rot! Je zal zulke ouders hebben. Mafketels!

Nu is de dag bijna voorbij. We hebben het eten achter de kiezen. Buurvrouw Pia heeft een cake gebracht. Alle kinderen zijn uit werken en Sandra ligt op de bank te slapen. Misschien dat haar gesloopte zenuwen een beetje herstellen na het avontuur van vanmiddag. Straks komt Mick mijn rug even een beetje masseren en Michel komt nog langs. Het houdt niet op vandaag. Dit houdt wel op voor vanavond. Tot morgen dus!

 

Zaterdag 30 april

Hara Kiwi
Koninginnedag! Al een tijdje is er ophef over de kosten die het koningshuis met zich meebrengt. De koningin zou te duur zijn! Nou, eh, ik lag vanmorgen naar de ‘festiviteiten’ rond koninginnedag en het jubileum te kijken. Naar mijn mening verdiende de koningin alleen vandaag al meer dan ze per jaar krijgt. Je zal al die ellende die allerlei ‘feest’-commissies verzinnen verplicht moeten bijwonen.

Denken al die Orangisten dat de Koninklijke familie helemaal debiel is of zo! Ik vind het van weinig respect getuigen om de Oranjes alweer te confronteren met vals zingende schoolkindertjes, koekhappen en oude ambachten. ‘Oude ambachten’? Zeg maar gerust ‘uitgestorven ambachten’. Er word iemand gevonden die zich nog ongeveer kan herinneren hoe je een stoel mat en vooruit… laat maar komen die Beatrix c.s.
Willem Alexander zat al te knikkebollen tijdens de bijzondere bijeenkomst van de Staten Generaal. Laat geworden tijdens de Koninginnenach in Den Haag. Kijk, zo vier je nog eens een feest. Zuipen, muziek, nog meer zuipen, een vechtpartijtje, de politie jennen. Zo hoort het! Volgens mij kun je met die prinsen wel een aardig feestje bouwen.
De rest van de feestelijkheden heb ik niet zo gevolgd. Vanmiddag zijn Sandra en ik met fiets en scoot het dorp ingegaan. Eerst naar het winkelcentrum, kijken of daar nog wat leven in de brouwerij was. Nou, ik heb de vuurdoop qua drukte en scootmobielrijden inderdaad achter de rug.
Na het winkelcentrum ging het langs het kanaal richting vesting. Bij MACH stond een goede band te spelen. Nou ja… er stond een band te spelen en het klonk lekker. Sandra een biertje en ik een Spaatje, lekker in het zonnetje. Goed man, ik was al die tijd niet meer in de vesting geweest, en door de sctootmobiel kon ik er nu zelf heen. Bijna onwerkelijk. Bekenden tegenkomen onderweg, hier en daar een praatje maken! Saskia van het Barbiertje, de buren Robert en Ineke en Jolanda, maar dan in het wild op het terras van ‘de Kattekop’, Gerda, Koos, Raymond van salsa, collega Sanderien. Helemaal top!
Afmattend was het allemaal wel. Dat moet ik er maar voor over hebben. Dat ik nu amechtig op bed lig is de keerzijde van de medaille die zich altijd weer laat zien. Het is nu 5 uur, ik stop ermee voor vandaag. Allemaal nog een fijn weekend, lekker stappen. Ik ga op tijd naar bed.

AJU!