April

3 april 2009 0 Door robzter

woensdag 1 april 2009

Brrr, koud. Kiezen of delen derhalve; krabben zonder krabber of op de fiets naar school. Het werd optie twee. Bijna had ik er spijt van maar het is slechts vijf kilometer naar school zodat ik na een ruim kwartier (wind mee) op school een mok koffie kon tappen.
Eén april. Helemaal vergeten. De kids waren het niet vergeten. Dus als je denkt ‘Wat heeft die Rob een dikke reet’ dan komt dat door de kikkers die er in zitten. En er blijkbaar ook niet meer uit willen.

De meester van groep zeven was ook in een grappige bui. Tijdens het luchten glipte hij de klas in om de laatjes van de kinderen te verwisselen, wetend dat z’n stagiaire na het buitenspelen de les over zou nemen. Het was de hele ochtend een zooitje en ik donderde helemaal uit m’n structuur.

Weer thuis, na wat tegenwind, bleek het goed toeven in de tuin. De lunch kon in de tuin genuttigd worden. Shirtje uit (buurvrouw van 78 ook eens een goede dag) en even uitpuffen. En verbranden. Nog wat fietsen in het speciaal daarvoor weer aangetrokken t-shirt voor een paar boodschapjes en thee bij Jenneke maakte dat nog erger. Wat ik pas merkte toen ik aan het einde van de middag m’n eten stond te maken en m’n horloge afdeed.

Ik moest denken aan de zomer die er aan gaat komen. De eerste zomer dat ik naar het strand kan en op een handdoekie op het zand kan liggen in plaats van op m’n scootmobiel of rolstoel vanaf boulevard of terras kijken hoe anderen liggen te bakken. Geen amiodarone meer, bruin in plaats van rood en behoorlijk auw.
Ja hoor, ik zie het al helemaal voor me; Op het fietsje, handdoek in de fietstas, en naar het Haringvliet, of de Noordzee, de Brielse Maas, de Oude Maas, de Bernisse. Het is hier zomers één groot recreatiegebied. En reken maar dat ik ga recreëren.

Maar eerst nu lekker slapen. Het was weer een vermoeiende dag. Morgen ben ik vrij. Daar ben ik wel een beetje aan toe. Lekker niets doen. (Alsof ik dat kan.) Misschien even het voortuintje een beetje doen. En er moet een schilderij (eigenlijk een ets) opgehangen. Dat niks doen zal wel weer niks worden.

 

donderdag 2 april 2009

Het kon niet op vandaag. Vanmorgen vroeg scheen de zon al door het raam. Waardoor ik geen barst zag van wat er op de TV was. De dag begint voor mij met het nieuws, eerst op RTL4, waar ze al vroeg beginnen, en dan dat van de NOS, dat begint als half Nederland al op weg is naar het werk. Ik behoor tot de helft die het nieuws op 1 kan zien. En Nederland In Beweging gevolgd door MAX Geheugentrainer.

Nederland in Beweging zonder beeld biedt een bijzondere ervaring. Wat een televisie zeg. ‘Links, hup, chachacha, en sluit aan. De armen doen mee! Links, hup, chachacha en sluit aan!’ En dan komt daarna MAX-voorzitter Jan … ehhh, hoe het ‘ie ook alweer, oh ja… Slagter met de Geheugentrainer. Dat kijk ik indien mogelijk zo vaak mogelijk. Aan het eind vertelt Jan een mop. De bedoeling is dat de kijker die mop onthoudt om des avonds te vertellen. En het zijn dijenkletsers… (gaaaaaaaaaap) … daar kan je mee aankomen in het Alzheimercafé van je lokale verpleeghuis.

Nee, uitslapen kwam er zoals voorzien niet van. En niks doen sneuvelde dus in het voortuintje. De struiken zijn ontdaan van hun dooie dorre aanhangesels en blijken vol in knop te zijn. Volgens mij zijn het Hydrangea, uit de knoppen komen van die door sommigen maar niet door mij bewonderde grote roze bloemen. Zo’n misselijk aquarellerig roze, Denk Janneke Brinkman… (bwarf) … en je begrijpt wat ik bedoel.

Binnenkort te bewonderen.

Een beetje fietsen door de polder, in de tuin hangen… heerlijk, wat een dag. Om het mooie weer te vieren waagde ik me aan een rood wijntje. Het was weer genieten.

Na het eten belde de buurman van de overkant aan. De auto van Gaby stond volgens hem zijn uitrit te blokkeren en zo kon z’n vrouw er niet langs.
Ik wierp een blik naar de overkant en vroeg me af of ze met de USS Nimitz het pad af zou komen. Dat bleek mee te vallen; er verscheen een klein kutautootje.
– ‘Het spijt me meneer, dat is de auto van m’n dochter en ik heb de sleutel niet.’ (Bovendien was de accu van het Coltje leeg, dus nada starten -en vandaar Gaby met mijn opamobiel naar haar werk-)
En moeilijk doen die kerel! ‘… En zo kan ze er nooit uit, bla bla bla!…’ Nou jaaaaahhhh???
Restte mij niets anders dan op te merken dat mevrouw waarschijnlijk niet kon autorijden als ze er zo niet uit kon komen. Dag buurman. Zeikerd. Ouwe gek. Dat kan nog leuk worden. Ga niet fucken met mij hè!
De andere buren zijn heel aardig hoor. En ik ook wel, maar kom niet aan de deur met onzin.

 

zaterdag 4 april 2009

Een wereldband. Gisteravond zat ik, moe en de rommel zat, een beetje te sippen op de bank, me afvragend wie het niet erg zou vinden me over de vloer te hebben voor een beetje gezelligheid. En om de rotzooi in huis te ontvluchten. Ik scrollde wat door het telefoonboek in m’n telefoon toen het apparaat begon te rinkelen; Iemand zocht contact met mij. Met MIJ! Hoera!!!

‘Cees mobiele telefoon’, meldde het display. Onverwijld nam ik het gesprek aan. Het was Cees. Maar dat wist ik natuurlijk al, en jullie ook. Maar voor de duidelijkheid dan. ‘Met Cees… (ja, dat weten we nu wel) heb je wat te doen vanavond?’ Ik wist zo snel niet iets. ‘Ga je mee naar De Twee Hondjes? Ik heb kaartjes voor de wereldband.’

Dat zou een mooi besluit van een mooie dag zijn. Cees zou me komen halen. Goh… naar het theater. Ik kon me niet heugen wanneer ik voor de laatste keer in een theater was. En de Wereldband! Geen idee wat ik me daarbij moest voorstellen maar Cees klonk erg enhousiast. Nou ja, laat ik me toch verrassen.
Als de brandweer sprong ik onder de douche. Wat hard nodig was na een lange warme dag, ‘s Morgens druk op school en ‘s middags een fietstocht uitzetten. (Mooi weer ruim dertig kilometertjes gemaakt!). Ergens tussen de teringzooi vond ik zowaar nog een schoon en niet zo heel erg ongestreken overhempie en frisse sokken. Klaar voor ‘my night on the town’.

Cees’ enthousiasme bleek niet ongegrond te zijn. Wereldband is een wereldband! Gaat dat zien. Ik zou, om de voorstelling te beschrijven, wel een paar vergelijkingen willen maken. Maar ja… waarmee? Een vleugje Flairck, een mespuntje Ashton Brothers, jazz, klezmer, fado, een smartlap en Afrikaanse ritmes (met noppenfolie!) en een he-le-boel Wereldband.
Muziek maken met, nou ja, van alles. Van een theremin tot latexhandschoentjes en PVC-buizen. Maar ook ‘gewoon’ koper, violen en gitaren. En mooie vocalen; close harmony, Gregorianerige zangpartijen, smartlappen. En het klopt. Alles past bij en in elkaar. Van verstilde liedjes tot complete chaos en anarchie op de bühne. Acrobatiek, visuele grappen.
Ik heb me in tijden niet zo vermaakt en eigenlijk nog nooit zo iets gezien als dit orkessie. Na het concerrt nog even naar de tennisclub voor een drankje en een praatje. Tegen twaalven donderde ik compleet gesloopt in m’n nest. Geheel overdonderd door deze wereldavond.


Het enige wat ik vandaag heb gedaan is met Michel (die het zware werk deed) nog wat dozen naar de vliering verplaatsen en keukenspullen uitzoeken en opbergen. En m’n vingers aan elkaar gelijmd met superlijm. Maar dat was per ongeluk en niet gepland. Wat een weekend. Morgen is het zondag (toch?) en dat is een rustdag. Laat ik me dat dan maar eens een keer ter harte nemen. Tenzij…

 

maandag 6 april 2009

Even snel en kort door de bocht want ik heb het razend druk. En niet alleen met de laatste loodjes verhuizing. Daar komen Michel en Ellen van de week voor. Om mij een schop onder m’n kont te geven. En de handen uit de mouwen te steken. Kijk, daar heb ik wat aan. Zelf overzie ik het totaal niet meer.

Het weekend was tamelijk vermoeiend. Tel uit; vrijdagochtend was ik conciërge, des middags het uitzetten van de fietsspeurtocht, theater. Nou ja, zaterdag dan weer niets maar wel al na RTL Boulevard naar bed.
Om daar zondagmiddag om half één pas weer uitkomen. Maar toen moest ik naar Erwin en Meggie omdat schoonzoon jarig bleek. Op de fiets naar Zwartewaal, een dorpje een paar kilometer verderop. Door de polder langs de Holle Mare. Stoer hè? Inclusief verkeerd en dus omrijden. En weer terug natuurlijk. Wel, toen had ik het wel een beetje gehad, dacht ik.

Oh nee… ik heb tot na tienen bij Renate gezeten. Eigenlijk meer bij Frank, de zoon des huizes. Photoshoppen. Even een pheauteautje fucken dat ik eerst nog bij Michel had gescand, wat me een maaltijd en koffie, aangeboden door Ellen, opleverde. Frank en ik zijn niet zo gauw tevreden dus werd het laat. Maar het was voor een goed doel, en de opdracht is klaar en afgeleverd. Jawel, op het laatste nippertje. Firma Haastklus BV.

Waarom weet ik nog niet maar vannacht kon ik niet slapen. terwijl de wekker op zeven uur stond. dat ter ere van een verpleegkundig consult. Dat vind ik altijd zo wat. Ik ben blij dat Rotterdam niet zo heel erg ver is want anders had ik er een ernstig Bert Visschermoment van gekregen. Anderhalf uur in de auto voor een praatje van nog geen 3 minuten.
Goed, dr. Caliskan was tevreden, vond dat ik er goed uitzag. Zeker als hij terugdacht aan de tijd dat ik als grijs lijk in een rolstoel het spreekkamertje in werd gereden. Ik vertelde hem over m’n nieuwe baan en dat dr. Balk pisnijdig was omdat ik op een besmettelijke basisschool vol met snotterige kleuters bijklus. Daar moest hij even om glimlachen. Hij kent mij en dr. B. al langer dan vandaag en kon zich er waarschijnlijk wel iets bij voorstellen.

Bijklussen. Onderweg naar huis kreeg ik een SMS-je; Of ik morgenmiddag groep 4 van Renate kan overnemen. Dat staat me morgen dus te wachten. Gelukkig staan er taaldingen op het program, want van rekenen krijg ik bij voorbaat al hoofdpijn. Morgen ben ik dus en conciërge en leraar. Ze zullen me missen op de Regenboog.

En al binnenkort. Want na een prettig gesprek vanmiddag op het MKT kan ik daar opeens snel aan de slag. ‘Kun je morgen al beginnen?’ Nee, ik kan niet zomaar opeens alles laten vallen. Dinsdag 14 april mag ik me melden op de groep bij de werkbegeleidster en begint mijn doorstart bij Horizon. M’n rooster voor de eerste 3 weken ligt voor m’n neus. Ik kan het allemaal niet meer volgen; alles gaat ook zo snel.

 

woensdag 8 april 2009

Opscheppen en aan tafel! Vanmiddag stonden Michel, Ellen en Daniël voor de deur. Moeders was er helaas niet bij. De schoonmaak-en klusbrigade. Nadat we gisteren een kar vol spullen naar het huisje van Gaby hadden gebracht konden we vandaag in mijn Kabouter Ploponderkomen aan de slag.

Terwijl Ellen losging met sopdoekjes, stofzuiger en liters allesreiniger sleepte Michel de laatste dozen naar de vliering. Het was een hoop werk maar gestaag kwam er een huiskamer tevoorschijn.

Ellen sopte voort, ik regiseerde het schouwspel en Michel trok in de tuin de schommel omver. De stellage was zo verrot dat losschroeven geen vereiste was om het uit elkaar te halen. Binnen 5 minuten lag het gevaarte in hapklare brokjes op de gond.

Ongestoord door alle bedrijvigheid computerde Daniël op de bank. Ellen was nu aan het stofzuigen. Michel hing wat schilderijen en aanverwante artikelen op. Het werd steeds gezelliger in m’n kamertje. Ik leegde een doos met CD’s in een kastje. Weer een doos minder. De laatste. Beneden dan.

Michel en Ellen maakten zo’n beetje een einde aan de excercitie wat voor mij het sein was het eten af te maken. Ik had al een bak nasi gewokt en maakte daar snel hete boontjes en pindasaus bij. En zo konden we opscheppen en aan tafel. Lekker, een keertje geen bordje op schoot. Helemaal blij was ik. Echt wel.
Na het eten liet de familie Noordervliet me alleen. In een huis wat nu een beetje mijn huis aan het worden is. Nu de slaapkamers nog. Morgen. Vanavond heb ik hangend op de bank met een wijntje TV gekeken.

 

donderdag 9 april 2009

Ja, hier sta ik nog naast haar; Paloma de Fjord. Op het eerste gezicht een leuk beessie. My Little Pony. Maar pas op! Ze vond het prima dat ik haar borstelde en zo. Omhangen (of hoe noem je dat bij paarden?) mocht ook nog wel. Hoefjes krabben? Prima. Maar op haar zitten?

Laat ik bij het begin beginnen. Een beetje chronologische opbouw van m’n verhaaltje. Lijkt duidelijker. Opstaan, maar niet van harte. Daar begon vandaag mee. Met een broodje en koffie zat ik een beetje bij te komen toen Iris zich meldde. We zouden deze dag een slaapplekkie voor haar maken. Ze had haar kleren al uitgezocht en voor en groot deel opgeborgen.
Weer gesjouw met dozen en spullen de trap op zeulen. Samen monteerden we het tweepersoonsbed van Iris. De berg ‘weggooi’ in de tuin groeide ook weer een beetje. iris en ik kwamen erachter dat er spuuglelijke dekbedhoezen bestaan. Eén exemplaar ligt nu op het bed van Iris.

Het ruimen zat vonden we het tijd om naar de paardjes te gaan. Onderweg reden we langs de tweewielerwinkel om voor een scootertje te kijken voor Gaby. De Colt is overleden. Een scooter dus. We zullen het zien. Door naar Oudenhoorn.
A man with a mission. Want ik had op m’n aanstaande werk gezegd dat ik wel een beetje sjoege van paarden heb. Ja, ik kan nog net de voor- van de achterkant onderscheiden. Vandaar de spoedcursus paardentoestanden.
Dus terwijl ik Ziggy de bijtpony van me af probeerde te houden, wat niet echt lukte, poetste en borstelde ik Paloma. Daarna was het SM-materiaal aan de beurt. Zoveel leer als zo’n paard heeft zelfs de ergste leernicht niet om. Klaar! Iris op Paloma en ik op de fiets van Eric reden we naar het bos.

Iris joeg de little pony door het bos en ik wachtte op haar bij het hek. En daar kwamen ze aangalopperen. Toen mocht ik. Uitstappen de laatse tweehonderd meter naar huis. Nou, leuk hoor. Eerst ging het wel. Paloma liep aan de rechterkant van de weg in de berm vlak naast de sloot. Paloma is echter blind aan haar rechteroog dus stuurde ik haar naar de linkerberm. So far, so good!
In de linkerberm bleek het gras groener te zijn. Het peerd verzette geen stap meer en Iris lag helemaal in een deuk. ‘Ik wil eraf!’ Iris hield Paloma vast en ik zwaaide mijn rechterbeen over het zadel. So far, so good! Het neerkomen ging echter wat minder; ik verplaatste mijn gewicht naar m’n rechterbeen en klapte pardoes door m’n knie. AU!

Iris kon me nog net opvangen anders was ik zo de sloot in gerold. Ik sukkelde het laatste stukje op de fiets naar de stal en ging maar eens even rustig in de tuin zitten. Maar niet voor lang. We hadden een hek niet vastgemaakt en plotseling liepen er twee pony’s in de tuin. Shetlandertje Quinto kon ik nog net tegenhouden.
Nou, Rawhide 2009. Konden we die beesten gaan vangen. Paloma hadden we zo te pakken, maar Ziggy vond het veel te leuk in de riante tuin en liet zich niet zo makkelijk vangen. Het zweet stond op onze ruggen en m’n knie vond er echt helemaal niets aan. Die protesteerde hevig.

‘s Avonds ging het gewricht steeds meer zeer doen. Dan maar even naar de SEH. Waar het niet druk was, gelukkig. Niets ernstigs, dat niet maar volgens de dokter kon ik rekenen op een prettig weekend met een stijve leuter, ehhhhh…. knie. Fijn. Ik ga nog een keer op een paard zitten.
De terugrit in de auto was geen pretje; vooral remmen deed behoorlijk zeer. Dan maar niet zo veel remmen indachtig Ettore Bugatti die, toen hij het commentaar hoorde dat zijn auto’s zulke slechte remmen hadden, riposteerde dat automobielen gemaakt zijn om te rijden en niet om te remmen.
Komt bij; met zo’n oude auto als die van mij hoef je niet te remmen. Dat doen anderen wel als ze me zien aankomen. Zo kan kan ik doorrijden, voorrang of niet.

 

woensdag 15 april 2009

Nou ehhh… sorry dan. Via via heb ik op m’n kop gekregen van moeders. Dat ik ieder zomaar in het ongewisse houd. Tja, nou kan ik wel weer met alerlei kutsmoezen komen, maar die zijn de revue hier alemaal al gepasseerd; druk, geen tijd, au aan m’n knie, ongesteld… what ever. (Ik kom net bij Richard en Anja vandaan en Anja kwam tot de voor mij onplezierige conclusie dat er lichamelijk toch wel een hoop aan me mankeert. Waarvan akte.)
Maar ja, die knie, daar baal ik wel van. Die doet nog steeds erg pijn wat het lopen ernstig problematiseert. Ook omdat m’n voet zich solidair met m’n knie heeft verklaard en ook aan het zeuren is. En lopen zal ik met m’n nieuwe baan. Dat zal je net zien. Ja, fijne binnenkomer. (‘Mooi, zitten we opgescheept met een manke hinkepoot!’)
Omdat Hennie jarig was, zou ik eigenlijk met de pasen naar Amersfoort. Ware het niet dat ik me echt ellendig voelde door de pijn in m’n knie. En doodmoe van alle verhuisperikelen. En aangezien ik een beetje fit wilde zijn voor dinsdag 14 april ben ik maar thuisgebleven. Dan maar in m’n eentje eieren verven.
Toch ben ik het weekend nog gezellig doorgekomen. Margret had me uitgenodigd voor de paasbrunch bij haar thuis. Na de brunch hebben we heel relaxed gelounget met z’n allen. Ofte wel, een beetje wezenloos uit liggen buiken tot het tijd was om te gaan gourmetten.

Tot zover het weekend. Dinsdag was het uit met het luizenleventje. KUT! Is het mooi weer, moet ik werken. Heb ik dat? Nou, niet zeiken, want ik had er ontzettend zin in dus zat ik dinsdagmiddag op de fiets. Naar Oostvoorne. Na wat googlemappen had ik een globaal idee hoe ik er moest komen. Tien kilometertjes scheidden mij van m’n nieuwe roeping; de kindertjes van het Medisch Kinderhuis in Oostvoorne.

Zwetend parkeerde ik m’n fiets bij ‘de vlieger’, de groep waar ik werk/ga werken. Daar zat iedereen al met smart op me te wachten want ze wilden naar het strand. De kinderen werden even aan tafel gezet zodat ik me snel voor kon stellen. Toen dat was gebeurd (‘Hoi… eindelijk een mannelijke leiding!!) vroeg de werkbegeleidster of ik ook wat kinderen in de auto mee wilde nemen. Met twee jochies naar het strand fietsen was ook goed.

M’n eerste werkdag lag ik dus bij de Stormvogel op het strand van het Oostvoornse Meer. Heel apart. Toen het wat afkoelde reed ik met m’n jongens terug naar de groep. Etenstijd. Heel apart. Al dat kleine spul. Dat gaat wel wennen worden. Het is heel wat anders dan ik gewoon ben. Toch maar eens een cursusje Jip en Janneketaal volgen.

Tot over m’n kop vol met indrukken reed ik na het eten terug naar huis. Ja, een bijzondere dag. Dat was het zeker. Ik was helemaal kapot – Ja, dertig kilometer fietsen met een rotte knie. – Maar dat was het niet alleen. Alles had een behoorlijke indruk gemaakt. Dit gaat geen makkie worden. Maar dat hoeft ook niet.

‘Effe naar m’n werk fietsen.’ Staatsdebiel!

 

zaterdag 18 april 2009

Vreemd hoe de dingen des levens steeds weer veranderen als de kleuren van een toverbal. Zo zit je nog na te shaken van de gevolgen van een hartinfarct, zo sta je weer in het volle leven en heb je een veeleisende baan. Het begint me eerlijk gezegd een beetje te duizelen. Al die ontwikkelingen.

Tja, zo kan het gaan. Met een beetje mazzel. En een klein beetje doorzettings-vermogen. En een meewerkende ex-werkgever die je nog wel ziet zitten als medewerker. Een agenda nog broodnodiger want wisselende diensten. Elke dag goed plannen. Wat zal er vandaag gaan gebeuren? Opeens is alles wéér anders.

Het werk begin ik na een paar dagen al aardig door te krijgen. Het lijkt allemaal heel relaxt, maar schijn bedriegt zoals gewoonlijk. Nu loop ik voorlopig nog boventallig. En daar weten de nieuwbakken collega’s wel raad mee. Heel handig zo’n collega in de mats. Dan is er tijd over voor… voor… ehhhh… nou ja, je weet wel. Dus zat ik tot nu toe met de kids opgescheept.
Niet dat ik dat erg vind. Daar ben ik voor gekomen. En als niemand zich om me bekommerd trek ik gewoon m’n eigen plan. Niet goed? Geld toch niet terug! Het lukte me aardig m’n dienstjes door te komen. Streng maar rechtvaardig en met een dosis humor. Goed, een hele DVD van My Little Pony gevolgd door een oude aflevering van Knightrider (met David Hasselhoff en zijn Pontiac Firebird) is zwaar. Maar te doen.

En dan is het zo half negen en tijd voor een biertje in Het Wapen van Marion, waar Gaby en haar vriendje David aan het werk zijn. Tijd om uit te puffen. Toen het bijna negen uur was reed ik naar Hellevoetsluis, naar Renate. Om m´n indrukken te ventileren. En een hamburgertje te bietsen. Ik had best alweer trek.

En dan vandaag. Vrij. Lekker uitslapen en dan met auto boodschappen doen bij de Lidl. Met een flinke tas kwam ik weer thuis. Ik stopte een was in de machine en bestuurde de gebruiksaanwijzing. Wat voor was was het eigenlijk. Ik had alles maar zo een beetje bij elkaar geflikkerd en daar voorzag het boekwerkje niet in. Als ware het een soort rad van avontuur gaf ik de programmaknop een flinke zwieper ´Op goed geluk!!!´

Nu nog naar het winkelentrum. Weer met de auto. Daar had ik 1. geen zin in, veel te mooi weer en 2. vind ik de benzine al duur genoeg. Bleef de scootmobiel over als alternatief. Qua knie kon ik beter ook niet meer fietsen. Kon mij het ook eigenlijk schelen. Met een postbode-elastiek als cruisecontrol sjeesde ik door de polder naar Hellevoet.
Een rustig dagje. Alleen dat zonnetje hè. Lekker maar niet voor (hart)getransplanteerde bleekgezichten. Die lopen door de immuno suppresiva een ernstig verhoogd risico op huidkanker. Oftewel: een kleinigheidje hebbie zomaar. Heb je alles gehad,krijg je dat ook nog; de moord steken door kanker. Nou ja, petje op en goed smeren met factor >50 en hopen op een vroege herfst. Zal je zien dat we de warmste zomer sinds zestienhonderdzoveel gaan beleven.

Oh shit!!! De was zit nog in de masjien. Doei!

 

woens(?)dag 29 april 2009

Tja eh, ik ben het even een beetje kwijt. Alsof ze aan het raften zijn in m’n kop. Wat gebeurt er allemaal? Help?
Werk. Om de draad maar weer eens op te pakken. Leuk. Ontzettend leuk. Maar wat ben ik afgestoffeerd als ik na een dagje kindertjes thuiskom. Fysiek is het natuurlijk niet zwaar. Het grootste deel van de werkdag hang ik een beetje rond. Onderwijl natuurlijk wel pogend het explosieve mengsel van schatjes in toom te houden. En dat valt onder ons gezegd en gezwegen nog lang niet mee. Maar ik kom er wel.
En het zijn net echte kinderen. Onder alle problematiek zit er natuurlijk in elk individuutje een kind verscholen. Een wat bewerkelijker kind. Dat dan weer wel. Van de week zijn we heel even, het weer was niet echt geweldig, even gaan uitwaaien op het strand. Een ritje van nog geen vijf minuten. Man… ik was net zo over m’n toeren alsof ik met m’n eigen kinderen helemaal naar Zuid Frankrijk was gereden en blij dat ik neer kon ploffen in het koude zand. Maar dan begon het pas.

Maar niet zeiken hè. Dit wilde ik zo graag. Leuk leuk leuk. Vandaag was het fietsenknutsel en lekke banden plakkendag. Handig, eindelijk een man in huis.

Niet leuk is dat ik weer ‘s in een afstoting terecht was gekomen. Hoe dat nou weer kon gebeuren? Weet ik ‘t. ‘k Weet wel dat ik er een beetje moe van begin te worden. Ondanks het hufterige gevoel door de solumedrol hiertegen ben ik toch maar als een waakvlammetje doorgegaan.
Van dr. Balk heb ik begrepen dat een kilometertje of zestig pakken op de fiets in een vlot tempo niet heel erg verstandig is. En ben ik derhalve daaruit voortvloeiend weer opgezadeld met een fietskilometerquotum. De tien kilometer naar m’n werk schijnt al wat veel van het goede te zijn. En ik vind het stukje autorijden naar Oostoorne nu al vreselijk irritant worden. De doos met fietskleding en -accesoires had ik al van zolder gehaald. Pfff… Ik kreeg er net weer lol in. En het voelde lekker.
Een dag werken waait zo lekker tussen je oren vandaan als je naar huis fietst.
En dat ik weer wat oude broeken van voor mijn 100 kg+ periode aan kan! Afvallen doe ik niet echt meer, ik schommel zo rond de 91 kilootjes, maar m’n figuur verandert wel wat. En dat kan ik wel op prijs stellen.

Wat nog meer bepalend is voor mijn gevoel; dat ik weer meedoe in het echte leven. Mmmmm… that feels so good! En na de stroomversnellingen die ik nu het hoofd moet bieden komen vast wel rustiger wateren. Hoewel die rustige wateren eigenlijk niet echt iets voor mij zijn. Van mij mag het bonken en dreunen, kapseizen en kopje onder. En weer bovendrijven om het allemaal nog een keer te doen.

 

donderdagdag 30 april 2009

Koninginnedag. Onschuldig volksvermaak. Ja, ammehoela. Er is altijd wel een zot die het verzint om in alle vroegte de fanfare al toeterend en trommelend door het dorp te laten paraderen. En waarschijnlijk is dat een vriendje van de idioot die op het veldje achter je huis een oudje van de Gebroeders Ko (iets met een toeter op een waterscooter of zo) uit overmaatse luidsprekers laat schallen. Terwijl jij toch echt nog even wil slapen voor je aan het werk moet.
Helaas, niets aan te doen; wakker. Douchen en de kat eten geven. En oh ja… de vuilnisbak, gisteren geleegd staat nog langs de stoep. Stel dat de koningin onverwacht een bliksembezoek aan Nieuwenhoorn besluit in te lassen. Dan staat mijn bak daar. Geen gezicht en ik voor het leven geschorst door de oranjevereniging. Dan de kliko ook maar naar binnen gesleept.

Nou, alles klaar, ontbijtje naar binnen en in de auto. Rustig op de weggetjes. Iedereen zit natuurlijk ergens op een kleedje de failliete boedel uit schuurtje of zolder te verpatsen. Na kort beraad op Centerparcs Oostvoorne besluit de dienstdoende feestcommisie de kinderen te vergasten op een middag luim en jolijt in Rockanje. Waar familie van de eerder genoemde zot of zijn vriend die aldaar hun eigen feestje gebouwd hebben. En een feestje bouwen dat kunnen ze wel in Rockanje; de plaatselijke middenstand heeft flink in de bus geblazen en het is razend druk aan de Hoogvlietlaan.

Door een gek in een zwart Suzuki’tje laat Rockanje zich niet van de wijs brengen. Wat van de Nederlandse schnabbelartiesten niet gezegd kan worden. Optredens worden uit piëteit met slachtoffers op het laatste moment afgezegd. Piëteit. Ja. Die zaten vanmiddag op een onverwachte vrije dag op het Rembrandtplein een roseetje of een biertje te nippen.
En ik maar wachten op Lieke van L. die in warm Rockanje haar opwachting zou maken. De inderhaast uit de kroeg op de hoek gesleurde namaakmegamindy kon me niet echt bekoren. Na twee maten van haar met een vette Belgische frietsaus overgoten gekweel werd de helft van de Rockanjese Oranjevereniging spontaan republikein.

Na gedane arbeid nog even langs Fred en Gerda. Gerda sprak me streng toe over mijn onbesuisde gedrag inzake mijn hart. Toen deze reprimande ten einde was begaf ik me naar huis, bed en laptop. Met de sleutel van de garage. Morgen met Gaby een bankje ophalen.